l!W MENUS
Verkoop van premie- en overige
woningen aanleiding
tot langdurig debat
DE VLAG IN TOP
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 30 OKTOBER 1961
VOGELVRIJ
J.
MARIE MULDERS ONDERSCHEIDEN
zo dat de aanleg van de bestaan
de dijk in het zwembad in werk
verschaffing is uitgevoerd. Ook
bij de aankoop van de appara
tuur diende men hier rekening
mee te houden, zodat de meest
goedkope installatie werd aange
kocht. B. en w. hadden echter na
een deskundig onderzoek het ad
vies gekregen de pompinstalla-
tie (die reeds goeddeels is afge
schreven) te vervangen door een
nieuwe, zodat zowel hygiënisch
als technisch een voortreffelijke
situatie zou ontstaan.
Naar aanleiding van gestelde
vragen door de heer Brouwer
over het laten wegvallen van de
dijk, die de scheiding vormt van
de twee baden, antwoordde de
voorzitter dat m;et het wegnemen
van de dijk ook de beschuttende
werking tegen wind en zon zou
verdwijnen. Wel was de voorzit
ter van mening dat het nieuw te
bouwen pomphuis zo geplaatst
diende te worden, dat wanneer de
dijk eventueel weg zou moeten,
het pomphuis hier niet bij be
trokken zou behoeven te worden.
Wat betreft de 141 gemeente
woningen deelde de voorzitter n.
a.v. vragen van de heren Brou
wer en v. d. Hoven mee, dat bij
genoemde bedragen de bijkom
stige kosten voor breken en
schilderen waren opgenomen en
dat na de verbetering voor deze
bewoners geen huurverhoging
zou worden gesteld.
De voorzitter antwoordde de
heer v. Seters op zijn vraag of in
alle 141 woningen een douchecel
gebouwd kon worden, dat dien
aangaande een rapport van de
Dienst Gemeentewerken was ont
vangen, waarin stond vermeld,
dat in 38 woningen geen douche
cel in de bergruimte kon worden
gebouwd.
Wat betreft de aanleg van een
openbaar plein voor de St. Cle-
menskerk in Baardwijk zei de
voorzitter hieromtrent overleg te
hebben gepleegd met het kerkbe
stuur, dat dit terrein in bruikleen
aan de gemeente wilde afstaan.
Voor de commissie van onder
zoek voor de gemeente- en be
drijf srekeningen 1959 werden
met algemene stemmen de heren
G. A. Duijvelaar, C. P. v. d. Ho
ven en A. G. Meijs herkozen.
De overige agendapunten, wel
ke wij reeds in ons blad van vo
rige week maandag 23 oktober
hebben vermeld, werden zonder
stemming of discussie aangeno
men.
Niet zonder enige reden, hebben
wij gemeend agenda-punt 17 van de
raadsvergadering apart even te moe
ten belichten in een afzonderlijk ar
tikel. Allerminst omdat een zin
snede, vermeld in het prae-advies
van b. en w., aanleiding was tot een
discussie van bijna anderhalf uur,
wel echter om het belang dat schuilt
in de discussie en het daaruit voort
spruitend gevolg voor diegenen, die,
hetzij direct, hetzij indirect te ma
ken hebben met deze aangelegen
heid.
Ter verduidelijking geven wij u
eerst een gedeelte van het prae-ad
vies van b. en w. aan de raad, waar
in sumier de voorgeschiedenis van
deze kwestie staat vermeld:
Zoals wij in de aanhef van deze
nota reeds stelden, hebben wij ons
de vraag gesteld of en in hoeverre
een wijziging in het te voeren ver
koopbeleid met betrekking tot de
premiebouw en de overige niet-wo-
ningwetbouw gewenst of noodzake
lijk is.
Wat de prijsbepaling betreft, valt
op te merken, dat tengevolge van
de rigoureuze stijging van de bouw
kosten, welke zich de laatste jaren
heeft voltrokken en de daarmede
gepaard gaande waardestijging van
het gemeentelijk woningbezit de
restant-boekwaarde van de wonin
gen een toenemende divergentie
vertoont ten opzichte van de wer
kelijke waarde (marktwaarde).
Zoals wij in onze bovengenoemde
beleidsnota van 20 juli 1959 hebben
uiteengezet, heeft de gemeente tot
nu toe ook ten aanzien van de ver
koop van premie- en andere wonin
gen een beleid gevoerd, waaraan in
hoofdzaak sociale overwegingen ten
grondslag liggen. Aangezien bij de
verkoop dus niet het maken van
winst werd beoogd, is in het verle
den voor deze categorie woningen
de verkoopprijs bepaald naar de
restant-boekwaarde. Als noodzake
lijk gevolg hiervan dienden voor
waarden te worden gesteld, dat de
woning geen voorwerp van minder
gewenste exploitatie zou worden. In
de koopakte werd daarom tot nu toe
de verplichting opgenomen, dat de
koper de woning gedurende een pe
riode van 10 jaren zelf diende te
bewonen, terwijl voorts voor deze
termijn een verbod gold om de wo
ning door te verkopen. Eventuele
verkoop kon slechts plaats vinden
aan de gemeente tegen een op an
nuïteitsbasis berekende restant
boekwaarde. De gestelde voorwaar
den worden over het algemeen - en
o.i. niet ten onrechte - als een te
I zware beperking van het eigen
domsrecht gevoeld. Bovendien zijn
naast dit meer ideële bezwaar be
paald practische bezwaren tegen
deze voorwaarden aan te voeren.
En gezien de toenemende wanver
houding tussen de boekwaarde en
de marktwaarde van de woningen
èn gezien de bezwaren welke ver
bonden zijn aan het handhaven van
de thans gehanteerde bijzondere
verkoopvoorwaarden, achten wij 't
gewenst om ons standpunt ten aan
zien van de prijsbepaling en deze
verkoopvoorwaarden nader te be
palen.
Na ampele overwegingen hebben
wij daarom besloten uw raad voor
te stellen om de verkoopprijs van
de in het geding zijnde woningen in
het algemeen voortaan te bepalen
op de restant-boekwaarde, verhoogd
met 50% van het verschil tussen
deze boekwaarde en de marktwaar
de, te taxeren door de Gemeentelij
ke Taxatie-commissie, zulks even
wel onder gelijktijdige intrekking
van de bovengenoemde bijzondere
verkoopvoorwaarden.
Deze laatste alinea, „na ampele
overwegingen werd aanleiding
tot een uitgebreide discussie tussen
de voorzitter en voornamelijk raads
lid v. d. Hoven. De heer v. d. Hoven
stelde naar aanleiding van deze ali
nea, dat degenen die nu een derge
lijke woning kopen, belangrijk in 't
nadeel worden gesteld ten opzichte
van degenen die het vorig jaar een
bovenbedoelde woning kochten te
gen enkel de boekwaarde; ander
zijds worden zij bij de koop bevoor
deeld, daar zij nu wel in de gelegen
heid komen tot het verrichten van
een minder gewenste exploitatie,
doordat, op voorstel van b. en w. in
het prae-advies, het kettingbeding
van „tien jaar eigenaar zijn" er af
zou gaan. Vroeger betaalde de ko
per het restant-boekwaarde bijvoor
beeld 12.000 gulden, met kettingbe
ding. Nu zou hij gaan betalen res
tant-boekwaarde (12.000 gulden)
50 pet. van het verschil tussen taxa
tie-waarde en restant-boekwaarde
bijv. taxatiewaarde is 20.000 gulden,
dan wordt het verschil taxatie
waarde boekwaarde 8.000 gulden
en daar 50 pet. van is 4.000 gulden.
Nu te betalen 16.000 gulden, echter
zonder kettingbeding.
Maar de taxatieprijs, de werkelij
ke prijs, is 20.000 gulden. Hier
schuilt volgens de heer v. d. Hoven
het grote gevaar. Iemand koopt het
huis voor 16.000 gulden en kan het
onmiddellijk weer verkopen voor
20.000 gulden. Winst 4000 gulden
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
door
HENRIC VAN NORCH
22).
„Welnu: Aan Ysbrand Dirksz, mijn
betaalmeester".
De pen kraste over het papier.
De Prediker vervolgde: „Mijn ad
judant en ik zijn door vijanden ge
vangen genomen. Wij kunnen onze
vrijheid alleen terugkrijgen, indien
een losprijs voor ons wordt betaald
van 800 Rijnse guldens of even
waardige munten. Ik beveel u daar
om het genoemde bedrag uit onze
krijgskas te nemen".
De kapitein sputterde nu tegen.
„Ik protesteer tegen het woord „be
velen".
„Als bevelhebber hebt gij te be
velen", antwoordde de Prediker met
nadruk. „Niet tegensputteren, doch
schrijf op!"
De kapitein liet de ganzeveer an
dermaal over het papier glijden.
„Verder nu; Mijn adjudant wordt
in vrijheid gesteld en wordt verge
zeld door een van onze tegenpartij.
Zij zullen zich bij u melden. Wij
hebben ons erewoord gegeven dat
deze persoon in geen enkel opzicht
leed geschiedt. Aan deze man moet
de volle losprijs ter hand worden
gesteld. Zodra hij weer is terugge
keerd met het geld, wordt ik in
vrijheid gesteld. Ik heb daarvoor 't
erewoord van de bevelhebber en van
hen, die mij gevangen houden. Ik
vertrouw die man volkomen".
Toen de kapitein aan de laatste
zin toe was, legde hij de pen weer
neer. „Hoe kan ik dat schrijven",
zei hij. „Ik ken uw bevelhebber toch
niet".
De Prediker lachte spottend. Hij
wees op de Rooie Willem en sprak:
„Dat is onze bevelhebber!"
De kapitein wierp tegen: „Ge weet
heel goed wat ik bedoel".
De Prediker, die overigens zijn
gevoelens heel goed wist te verber
gen, werd nu kwaad en barstte los:
„Vuile mensenslachter van beroep,
wij moeten u op erewoord geloven,
terwijl gij durft te twijfelen aan de
eer van een brave man, wiens zoon
gij hebt vermoord en wiens hoeve
ge hebt verbrand. Ellendeling!
Schrijf, zeg ik u en spoedig!"
De kapitein nam de pen weer op
en schreef de gewraakte zin. „Nu
nog: Als de bode, die het geld in
ontvangst neemt, binnen 24 uren na
zijn vertrek van hier nog niet is te
ruggekeerd, wordt ik ter dood ge
bracht. Ik beveel, dat niemand de
Daar de woningnood momenteel zo
groot is, aldus spreker, zal het voor
de koper-speculant niet moeilijk zijn
om zijn pas gekocht huis met een
enorme winst weer te verkopen,
vooral ook omdat de toestroming
naar Waalwijk erg groot is. De ei
genaars in de v. Assendelftstraat en
Thorbeckelaan (over wiens huizen
het voornamelijk ging), hebben over
het algemeen een zodanig beroep,
dat zij niet gebonden zijn aan
Waalwijk. En bij eventueel vertrek
van een van die bewoners, zou een
speculant met de koop van dat huis
het nodige „voordeel" kunnen ma
ken. Omdat dit niet in het belang
is van de gemeenschap, verzette de
heer v. d. Hoven zich tegen dit
voorstel. Ook de heer v. Oss en de
heer Kemperman zagen hier ook
wel een speculatief element in. De
heer Duyvelaar echter meende dat
deze zo goed als te verwaarlozen
was.
De voorzitter resumeerde dat
wat b. en w. en de in oppositie zijn
de raadsleden scheidde, een kwestie
'van beveiliging tegen speculatie
was, tenzij de heer v. d. Hoven te
rug zou vallen op de oude regeling.
De heer v. d. Hoven verklaarde
dat hij het eens zou zijn met b. en
w. indien een kettingbeding van 5
jaar werd vastgesteld. Ook vroeg
hij nog een verklaring over 't door
b. en w. gebezigde terminologie „in
het algemeen" in de laatste alinea.
De voorzitter antwoordde hem
hierop, dat „het bijzondere" ter be
oordeling van de raad blijft.
Zonder stemming werd dit agen
da-punt aangenomen, evenwel met
toevoeging van een kettingbeding
van 5 jaar.
De laatste Ronde.
Meer dan eenmaal zijn via de kolommen
van dit blad verschillen van inzicht aan de
dag getreden inzake de in uitvoering zijnde
protestantse bejaardenzorg in dit rayon..
Ook nu mag, na wat daarover in dit laat
ste blad te lezen staat, ten behoeve van de
algemene zaak, een belichting vanuit een
ander gezichtspunt, naar mijn stellige me
ning, niet achterwege blijven. Met nadruk
verklaar ik vooraf, hoewel dit eigenlijk ge
heel overbodig is, dat het hierbij niet om
of tegen personen, die gemeenschappelijk
in het Tuindorp de vlag in top gehesen heb
ben, gaat. Allemaal edele, eerbare perso
nen, prima vaklieden, ten opzichte waarvan
het mij helemaal geen moeite kost, eenieder
in het zijne, de verschuldigde eer te geven
en te bewijzen. Dit verandert echter niets
aan de zaak, dat ik deze zaak, speciaal ten
behoeve van hervormd Besoijen, toch wel
totaal en heel anders zie dan zij. Met dit
te verklaren kan en mag ik niet volstaan.
Nu zit daar de zedelijke plicht aan, dat ik
mij nader verklaar en zeg hoe ik het dan
wel zie. Dat doe ik dan.
Ik moet, hoewel zeer tot m'n leedwezen, in
dit blad wel de situatie van de Ned. Herv.
Kerk in deze ring en dit rayon daarin be
trekken. Speciaal ten opzichte van Sprang-
Capelle mag ik, om billijk te blijven, dit
niet nalaten. Deze zaak heeft n.l. voor de
Ned. Herv. Kerk in de Langstraat en om
geving een verleden. Dit is trouwens al eens
gezegd.
Dit verleden heb ik als toenmalig ambts
drager in en van Hervormd Besoijen daad
werkelijk namens deze gemeente medegé-
maakt. Uit dien hoofde gevoel ik mij ook
thans niet vrij en wel tot spreken gedron
gen. Dit verleden dateert van en uit een
tijd dat de huidige predikant van Besoijen,
mogelijk Besoijen nog nooit gezien had.
In de interkerkelijke streekbejaardenzorg
in die plaats is de Herv. Kerk kerkrechte
lijk en wettig volledig vertegenwoordigd in
en door het ambt van diaken. Dit ambt en
niemand anders, is n.l. in en voor kerkelij
ke bejaardenzorg met verantwoordelijkheid
belast. Dit verantwoordelijkheids-element
ontbreekt ten enenmale in de Hervormde
Stichting bejaardenzorg wat Besoijen be
treft en alwaar deze stichting toch haar
hoofdzetel heeft. Ik ga hierbij uit van hét
moment waarop dit kind van Besoijen ten
doop is gehouden. Di tbrengt m.i. mee, dat.
deze stichting in kerkelijke zin althans, het
predicaat „Hervormd" clandestien in haar
schild voert en hierin op en met een on
wettig visum koerst.
man bij zijn terugkeer mag volgen,
om onze verblijfplaats gewaar te
worden.
Gedaan door Gerlof van de Bie
zen, kapitein in het leger van zijn
Doorluchtigheid Karei van Egmond,
Hertog van Gelre, Zutfen, Gronin
gen en Drente".
„Ziezo, nu nog uw handtekening".
Met een zware zucht volledigde
de kapitein het stuk en plaatste z'n
handtekening. Hij schoof 't daarop
de Prediker toe, die het langzaam
en aandachtig las en het daarop
aan de wilddief gaf. Frankes en de
Prediker hadden er lang over na
gedacht wie van hun groep de ad
judant naar Norg zou vergezellen.
Enkelen van hen waren huns inziens
te weinig gunstig bekend bij de Gel
dersen. Ze meenden dat de zeer
slimme Gladde het meest geschikt
was voor het karweitje, maar deze
kende de weg niet in dit gebied.
Tenslotte hadden ze Folkert voor
deze belangrijke missie uitgekozen,
omdat hij het beste de streek ken
de, wat van groot belang was om
bij zijn terugkeer aan spiedende
ogen te ontkomen. Folkert voelde
zich gestreeld dat hij, als jongste
van de bende, voor deze functie was
gekozen.
Na het middagmaal gingen Fol
kert en de adjudant op weg. De
Op deze zaak nu het etiket „Christelijk"
plakken en onder en met deze vlag de la
ding dekken, is niet alleen volstrekt onge
oorloofd, maar ook, naar mijn gevoelen al
thans, ten zeerste te laken. Ik wil wel met
nadruk verklaren, dat ik, met een derge
lijke verwaarlozing van de doopnaam, on
der geen enkel beding het Hervormd zijn
wens en wil beleven.
Bij een richtige controle vindt men met
het aanbieden van een dergelijke surrogaat
pas nergens een open deur. De stad is dan
ook als met een ringmuur, zonder poort of
deur, hermetisch afgesloten. De gemeente
lijke grens zit van alle kanten potdicht.
Laten we met deze hoogst belangrijke
dingen toch hoogst voorzichtig zijn. De kerk
is toch geen bepaald soort instituut hetwelk
door menselijk vernuft in de wereld tot
openbaring is gekomen. Evenmin wordt
toch ook o.a. het diakenambt, geestelijk
geladen als dit en met verantwoordelijkheid
belast is, bij de gratie of als een toestopper
tje van een mens vervuld. Kerkelijke be
jaardenzorg in de zin van wet en orde is
toch geen bepaald soort hobby waar men
zich mee bezig houdt omdat men daar een
z.g. „zwak" voor heeft en doet om de vrije
tijd door te komen. Laten we in deze dingen
toch geen blindemannetje spelen.
Voor enige tijd terug sprak ik een per
soon, die thuis was in een kerkelijk bejaar
dentehuis, wat voor kerk dat was voldoet er
niets toe, die vertelde, binnen 2 weken 3
maal een medebewoner (ster) de laatste
eer te hebben moeten bewijzen. De ver.
zuchting werd daarbij geslaakt: Het wordt
me te machtig, ik moet er eens uit. Ieder
ogenblik is het: „Op, maak U vaardig en
reis heen".
Maar aan „de vlag in top" zoals die zich
in het Tuindorp aan en voor mijn ogen vol
trekt zit o.a. ook nog een maatschappelijk
financiële kant. Laat ik die eveneens aan 'n
nadere analyse mogen onderwerpen. Zoals
ik die zaak zie, en zo moet ik het toch zeg
gen, trekt de hierboven door mij gerecla-
aeerde Stichting Hervormd Besoijen een
broek aan die hem veel en veel te groot is.
Nu mag die broek best iets te groot zijn.
Als men een jongen van zes jaar een broek
laat aanmeten zodanig, dat hij die b.v. met
zijn negen jaar nog kan dragen, dan zal
niemand dat gek vinden. Trekt men echter
een zuigeling van b.v. 9 maanden 'n broek
aan van het formaat van een meerderjarige
dan is dat eenvoudig belachelijk. Dan is ie
dere verhouding en logica zoek. Hervormd
Besoijen staat n.l. met zijn bejaardencen
trum totaal geïsoleerd. De Hervormde Kerk
van dit rayon distancieert zich hierin volko
men van Besoijen. Ik voor mij geloof dat
we ze daarin onder de gegeven omstandig
heden nog prijzen moeten. Dat heeft echter
tot gevolg dat Besoijen hierin als het ware
zichzelf tot een afgegrendeld gebied maakt,
waar niemand in en niemand uit kan. Ik
geloof dat ik zeggen mag te hopen, dat
Hervormd Besoijen er van verschoond mag
blijven om te moeten aanzien, als straks, bij
wijze van spreken, de boot te water gelaten
moet worden en de feestcommissie daartoe
de fles champagne tegen de gevel aan stuk
ken gooit, dit complex waarvan de steen en
de balk volledig bezwaard is, als een lood
zware last op dat kluitje hervormden van
Besoijen neerploft, hetwelk daarbij geen an
der lot wacht dan linea recta onder te gaan
om er nooit meer bovenuit te komen, wijl
het verre en verre boven zijn financiële
draagkracht gaat.
Dit zou naar mijn visie op deze zaak ge
lijk staan, wanneer b.v. een gelijk aantal
personen als dat de vlag in de top gehesen
heeft, met z'n allen op een jukdragend last
dier zouden gaan zitten en dit dier, dat door
overbelasting door de knieën ging en kwam
te liggen, met een stok zouden gaan slaan
om verder te gaan, terwijl men weet dat het
beest wel wil, maar gewoonweg niet kan.
En ik geef ieder die dit leest de verzekering
dat als de politie zoiets zou zien, die zeer
zeker op zou treden om deze ezelin in be
scherming te nemen. De kans zou zelfs aan
wezig zijn, dat via de dierenbescherming
de regering door de volksvertegenwoordi
ging geïnterpelleerd en gevraagd zou wor
den aan een dergelijke afbeulerij onmiddel
lijk een einde te maken. Hoeveel gaat nu
een mens een dier te boven.
Het is naar mijn gevoelen, al staat de
klok op slaan, nog niet te laat. Het gevaar
en de ramp die hierin Hervormd Besoijen
als een zwaard van Damocles boven 't hoofd
hangt, kan nog afgewend worden. Nog is
er ook hierin, de Allerhoogste zij dank, mag
ik wel zeggen, een weg terug om deze jam-
merkolk te ontwijken. De al eerder gerecla
meerde stichting trede daartoe in de weg
des verstands en wel door haar koffers te
pakken en plaats te maken voor een ander
team dat hierin door een andere geest ge
dreven wordt. Men zegge nu niet: Dat kan
niet meer, want alles zit al in kruiken en
kannen. Waar een wil is, daar is een weg.
Als het wezenlijk alleen om het welzijn der
bejaarden te doen is en om niets anders en
iedere zweem van persoonsverheerlijking
daar buiten staat, dan zijn alle dingen mo
gelijk voor wie gelooft. Financiële en ver
dere verplichtingen zijn, als ze het al niet
zijn, wel endosseerbaar te maken. Nogmaals
de stichting trekke eenparig terug en kere
naar zijn huis in vrede. Daarvoor dient in
de plaats te komen een team dat de Ned.
Herv. Kerk, voor zover die uit eigen mid
delen geld in deze zaak heeft gestoken daar
voor schadeloos stelt. Dit team, niet te groot
van omvang, grijpe naar een ander en wel
een algemeen type van bejaardenzorg onder
de zinspreuk of naam: „Klein Joppe".
Rustoord voor bejaarden. De basis van dit
rustoord worde bepaald door dienende lief
de, zoals die in de bergrede aldus vastge
legd is: Alles wat gij wilt, dat U de mensen
doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de
wet en de profeten. Dit team mag er, het
spreekt vanzelf, niet op uit zijn om het pro
testantendom deze zaak af te nemen. Dat
zou niet leuk zijn. De r.k. bevolking zou
hierin vertegenwoordigd kunnen zijn door
b.v. 1 of zo nodig door 2 personen uit het
dagelijks bestuur der burgerlijke gemeente.
In „Klein Joppe" wordt tevens de per
soon erkend en geëerd die in het begin on
zer jaartelling in de stad Joppe woonach
tig, werkzaam en bezig was in de stellige
mening: „leren zolen gezande zolen", te
weten wijlen Simon de leerlooier. Deze nij
vere en eerbare persoon heeft er nooit aan
gedacht om werkzaam te zijn voor een be
paalde groep personen, maar heeft met zijn
product de ganse mensheid willen dienen.
In dit voetspoor moge dan „Klein Joppe"
verder gaan. Het moet een plaats als Waal
wijk, die middels het poststempel bij wijze
van spreken de hele wereld er van in ken
nis stelt: „Waalwijk centrum van de schoen
en lederindustrie", toch wat waard zijn wij
len deze pionier in de leernijverheid op de
ze wijze mede eer te kunnen bewijzen. Bo
vendien is Waalwijk toch geen plaats om er
op uit te zijn, zijn poorten en ramen te slui
ten en in isolement zijn kracht te gaan af
zwakken. Van alle kanten moet er doorstro
ming zijn. De Jerichose scheidsmuur, totaal
ten onnutte, tussen Besoijen en S.
verdere buurtgemeenten opgetrokk'"
vallen en wel direct zonder enig,,':
Waalwijk blijve een plaats ts,'
poorten en open vensters. Van ji
naar buiten, dat is een gezond ptittj
en van levensvatbaarheid.
De geestelijke vrijheid kome ooi
bejaardenzorg tot uiting, doordat #1
rayon de verschillende typen, «-
kleuren van de regenboog, daarvan
dit rayon in harmonie aanwezige
"Dan staat men ook vrij t.o.v. keil
in dit streekverband.
„Klein Joppe" kieze straks d
meegeving van de beste wensen,
Pas en visum zijn in orde. De'3
ten gaan op vertoon daarvan als
overal en elders vanzelf open. Zondet
voor ij
neren j
beperking ligt het ganse land
gezicht om te bewandelen o:
het werkelijk o.a. voor de
omgeving feest zijn. Niet te
oude zuurdesem van kwaadheid
heid, maar in de nieuwe zuurdesem,,
rechtheid en waarheid. Daarbij is
ook Sprang-Capelle aanwezig om c
algemene feestvreugde te delen
Het is toch te gek om op de
hier in dit rayon in onderling g
leven, voortspruitende en aang.,
wordende door de bedrieglijke
Ik ben toch veel vromer dan gij,
over en weer elkander liever zoveel
lijk steunen en helpen.
Hiermede heb ik mijn visie op deg
naar mijn beste weten onomwonden
waarheid gegeven. Het geeft mij a.
gevoel, middels de pers in deze zj(
stem opnieuw te hebben mogen veil.
Men bedenke: Een gewaarschuwd
voor twee. Mocht de door mij gered
de stichting eventueel van oordeel:
ik haar geen recht doe, dan wende
niet tot mij, maar tot de kerkelijk'
heid en lokke van bovenaf hierin
spraak uit. Tenslotte gaat het er, j
cijfering van personen, alleen maar
het bij het rechte eind heeft.
Er moet in het St. Nicolaas-zie-
kenhuis aan de Grotestraat in Waal
wijk al heel wat gebeuren, voordat
men er toe komt om directie, zus
ters, doktoren en verpleegsters bij
een te roepen voor een gezellige in
timiteit, zomaar midden op de dag.
Maar er gebeurde donderdagmor
gen ook heel iets bijzonders: bur
gemeester Teijssen kwam persoon
lijk aan Marie Mulders de bronzen
medaille van de Orde van Oranje
Nassau uitreiken, omreden van haar
45-jarig jubileum aan het zieken
huis. De eigenlijke jubileumdag lag
al in het verleden, maar toen kon
door bijzondere omstandigheden
door ziekte van Marie Mulders zelf
deze huldiging helaas geen door
gang vinden. Uitstel was hier ech
ter geen afstel, en zo kwam het dat
zij op die 26e oktober pontificael in
de door bloemen feestelijk aange
klede recreatiezaal van het zieken
huis zetelde en dat de burgemeester
ter harer eer een toespraak hield,
waarin zij werd geprezen om haar
trouw en haar toewijding. Dit was
voor haar de grote dag.
Op 15-jarige leeftijd had zij haar
eerste schuchtere schreden in het
klooster gezet, niet om 't klooster
gewaad aan te trekken, zo merkte
de burgemeester op, maar omdat zij
zich dienstig wilde maken voor het
onderhoud van het klooster en alles
wat er bij hoorde. Na verloop van
enige tijd ging zij over naar het zie
kenhuis en daar was Marie, zoals
zij in de omgang genoemd wordt, 'n
steun voor iedereen met wie zij sa
men moest werken. Wat er in de
loop van de jaren ook veranderde
in het ziekenhuis, doordat er meer
verpleegsters en doktoren hun werk
vonden, Marie veranderde niet, dit
wil zeggen de positie van Marie
hield stand; zij bleef de centrale fi
guur, waar men gaarne met 't volle
respect naar opkeek. Zij was één
laatste was weer geblinddoekt. De
Prediker en Frankes hielden hen de
eerste kilometers gezelschap. Ter
wijl de Prediker naast de Gelderse
krijgsman liep, kwamen de stroper
en Folkert een eindje achter hen
aan. Folkert kreeg van Frankes nog
een aantal raadgevingen voor wat
zijn terugkeer betrof. Hij mocht niet
eerder weer uit Norg vertrekken,
voor de duisternis was ingevallen;
verder mocht hij niet van de wegen
gebruik maken, doch moest door de
wildernis gaan en nu en dan een
ogenblik gaan liggen, om te luiste
ren naar mogelijke achtervolging.
Tenslotte moest hij eerst over de
hei een grote omweg noordelijk
maken, voor hij de richting Lutte-
kehaer nam.
Toen de mannen de Drentse weg
hadden bereikt op het punt dicht
achter het dorp Een, werd de blind
doek van de ogen van de adjudant
genomen. Frankes en de Prediker
gingen naar hun schuilhoek terug,
terwijl de beide anderen, onder de
leiding van Folkert, in de richting
van Norg gingen.
De huurlingen van Karei van Eg-
mond te Norg waren zeer verbaasd
dat de adjudant eensklaps weer in
hun midden verscheen. Ze vroegen
hem naar hun kapitein, maar ze
kregen geen antwoord.
De adjudant begaf zich direct naar
de hoeve, waarin de betaalmeester
verblijf hield. Hij vond deze in ge
zelschap van een paar onderofficie
ren. De mannen wisten niet wat ze
zagen toen de vermiste onverwacht
het vertrek kwam binnenstappen.
Ze vroegen of de kapitein ook terug
was. De man schudde van neen,
sprak geen woord en reikte met een
nors gezicht de betaalmeester het
stuk van de kapitein over.
De man, die de geldbuidel van de
troep beheerde, begon onder 't lezen
te tieren en te vloeken, en vloekte
nog toen hij het stuk geheel had ge
lezen. Met een opgewonden gezicht
begon hij daarop door de kamer te
benen. Hij liet de kwartiermaker,
de administrateur en de anderen
van enige rang roepen.
„Hel en duivels, die kerels eisen
onze hele krijgskas op", richtte hij
zich tot de adjudant. „De soldij van
maanden. Hoe kunnen we dan onze
mannen nog betalen?"
„Het leven van onze kapitein
hangt er van af", zei de adjudant
somber.
„Is dat de man die het geld moet
ontvangen" vroeg de betaalmeester,
op Folkert wijzend.
De ander knikte.
De kwartiermeester en de andere
gegradueerden verschenen. De be-
met het huis en bleef, zoals
gemeester het zei, „een figuur
de goede oude stempel". Het
voor haar toch wel wat beti
hebben zoveel prijzende woo:
van Waalwijks eerste burger,
En nadat zij gesierd was rat
teken der orde, stonden er al
anderen, met nog meer lofprj
gen. Dokter Langemeijer, dei-
teur van het ziekenhuis, danktel
hartelijk voor alles wat zij voor
gasthuis en het klooster vol ijvs
toewijding gedaan had, ook al
dat niet altijd mee, doordat hei
kenhuis zich steeds meer uitbn
en haar werk daardoor ook oig
rijker werd. Maar iedere
scheen zij weer, de laatste tijd:
op de brommer, maar zij kwi
maakte ziekte het haar wel
moeilijk. En dan klinken die
pathieke woorden van dokter L
gemeijer: „Je was er van overt
dat we je niet konden misse:,
zo was het ook, Marie!"
Het waren niet alleen de i
en warme woorden van de hui
meester en dokter Langemeije:
de dankbaarheid optekenden,
zagen ook stoffelijke blijken:!
men. Bloemen o.a. van de verpis
sters, van Toon de knecht
Karola (keuken-, röntgen- en li
ratoriumpersoneel), er was een
schenk van de directie in de s
van een gesloten enveloppe, e:
econoom, de heer Schretler, zette
eerste het Lang zal ze leven in, li
geen luidde bijval vond. natuurt
het was voor Marie!
En nadat de burgemeester, fis
teur en directrice, de eerw. moe
van het klooster, de geestelijk al;
seur, de econoom en de d
haar hadden gefeliciteerd, sl
verpleegsters die aanwezig
zich achter hen aan, om Marit
de aanwezige familie weiger»
de hand te kunnen drukken.
Zó hebben ook wij gedaan in
merkwaardig mooie uur, waarin i
Marie hebben leren kennen
taalmeester las nu het schrijven
de kapitein voor.
„Hebt ge voldoende geld?" i
er gevraagd.
„TernauwernoodBreng
man op een andere plaats, ter
wij beraadslagen", zei de man
de schatkist, op Folkert wijn
Deze werd nu buiten het vertrel
geleid.
Bijna een half uur
den de mannen. Allerlei pi®8
werden geopperd, maar moestent
nadere overweging weer wow
prijsgegeven. Men begreep dat
bij alles wat men ging ondereen*
het leven van de kapitein op 't
zette. Vooral de oude administe
teur sprak verstandige en kalme
rende woorden. Ten slotte kw#
men tot de slotsom dat het 't te-
zou zijn de struikrover, die 't f-
ontving, na te gaan als hij ter#
keerde, om gewaar te worden v'1
de kerels zich schuil hielden. Zod"
de kapitein weer vrij was,
het roversnest uitroeien en
mogelijk weer terughalen.
(Wordt vervol