JAZZ
mi man genaamd Adolf Hitler
*<51
Een „Heilig" spreekwoord
Uit de Redactiepen
w
Hoe was
het mogelijk?
Detective gevraagd
Hoofdredacteur L. van Beers
Redacteurs K. de Hond, B. Klijn
T. de Gouw, A. van Liempt
Redactieadres: Putstraat 40, Waalwijk
heeft de laatste jaren reeds veel over Hitier
„■er het Nationaal-Socialisme gesproken.
zeggen: Te veel. Anderen menen: Nog
iniet genoeg. Maar over één ding zijn ze het
eens: Vergeten? Nooit!
r vergeven, dat moeten we.
mogen
we alles eigenlijk wel vanuit één
De geschiedkundigen zijn het er over eens, dat
ook een geniale veldheer deze oorlog niet zou
hebben kunnen winnen. Wat daarom méér dan
een strategische fout van hem was, is het gewel
dige offer van goed en bloed, dat hij juist in de
laatste oorlogsmaanden nog verlangde, om zijn
eigen uitzichtloos leven te verlengen.
iiipunt bekijken? Waren ze allen slecht?
up zjjn voorhoofd vallende haren en het kleine vlekje als snor
iden zelfs van zijn gewoon alledaags gezicht ook niets buitengewoons
ren", schreef A. Bullock in zjjn Hitler-beschouwing. „Hij was door
tooreen plebejer en bezat geen enkel der kenmerken van het „Duitse
erieure ras", waarop hij zich steeds beriep... Raakte Hitler in woede,
ischeen hij alle zelfbeheersing te verliezen. Zijn gezicht werd vlek
ken zwol van toorn hij schreeuwde uit volle borst, stiet een vloed
Idwoorden uit, zwaaide wild met de armen en trommelde met de
op tafel of tegen de wand..."
iel
Hoe was het mogelijk, dat een vlijtig en intel
lectueel volk als het Duitse, weten en willens
het grootste ongeluk van zijn geschiedenis kon
ingaan Dat dit volk zich tot een willoos werk
tuig van de meest duivelse vernietigingswoede
kon laten maken. Hoe konden die mensen een
man als Hitier geloof schenken, die allen en ie
dereen verwoestte en uitroeide, die hem voor de
verwezenlijking van z'n plannen in de weg stond?
„Wij kennen geen terug", zei Hitler in zijn ge
sprek met Hermann Rauschning. „Men houdt mij
voor onderontwikkeld, voor een barbaar. Ja, wij
zijn barbaren. Wc willen het zijn. Het is een
eretitel."
Een regel moet voor de SS-man zeker gel-
i: eerlijk, trouw en kameraadschappelijk moe
it we tegenover ons eigen volk zijn, en tegen-
ffl niemand anders. Of die andere volkeren in
tlstand leven of sterven van honger, dat inte-
seert ons slechts in zoverre, als we ze als sla-
in voor onze cultuur nodig hebben verder
'kt onze interesse beslist niet.
St is dan ook alles wat ik een SS-er inprenten
"I, en naar ik geloof, altijd ingeprent heb, als
it heiligste spreek woord van de toekomst
zorg, onze plicht is ons vaderland, ons volk
'ons bloed daarvoor hebben wij te werken en
strijden, en voor niets anders. Al het overige
logst onbelangrijk. Ik wil het eens heel open- |g
vertellen, hoewel we er toch nooit openlijk
"ir mogen spreken. Jk bedoel het Jodenvraag-
„Het Joodse volk wordt uitgeroeid", zegt
partijgenoot, „heel duidelijk, het staat im-
Ctts in ons programma. Uitschakeling van de
■fei, uitroeien maken wij er van." En dan ko-
®ze allen aan, die brave 80 miljoen Duitsers,
'ieder heeft een fatsoenlijke Jood. Natuurlijk,
die anderen zijn immers zwijnen, maar deze is
een prima Jood.
Van allen die zo praten, heeft geen enkele toege
zien, niemand zou het doorstaan hebben. Slechts
een SS-er weet, wat het betekent, wanneer 100
lijken opgestapeld liggen, wanneer er 500 liggen,
of als er 1000 liggen.
Dit te hebben doorstaan, en daarbij, uitgezonderd
de menselijk zwakken, ijskoud te zijn gebleven,
DAT HEEFT ONS HARD GEMAAKT..."
(Uit een toespraak van Himmler in 1943)
Sterk motorische muziek, met veel snelheid, zonder
sentimentaliteit, speels, soms zelfs een beetje ruig.
Hieraan schijnt in onze tijd vooral onder de jongeren
een zeer grote behoefte te bestaan. En dit is eigenlijk
heel begrijpelijk. Deze moderne wereld is vaak hard,
koud, zakelijk, hyper-gecompliceerd en aan de andere
kant dikwijls vals-sentimenteel, soms op het zieke
lijke af.
Vandaar het verlangen naar een eerlijke midden
weg tussen deze onplezierige uitersten, zoals men die
inderdaad vindt in de barokmuziek en in de jazz.
De Nederlander gaat gemiddeld zes keer per jaar
naar de bioscoop, maar de jonge arbeider in de steden
gaat gemiddeld 35 maal per jaar. En wat erg opval
lend is: na het huwelijk begint zijn belangstelling
direct zeer snel te dalen. Ditzelfde geldt ook voor
jazz-concerten. Ze worden in hoofdzaak bezocht door
de jongere generatie, maar zodra ze getrouwd zijn,
zie je de meesten niet meer terug. Het ziet er dus wel
heel sterk naar uit, dat we hier te doen hebben met
een verschijnsel dat samenhangt met de problematiek
van het volwassen-worden. Voor zeer velen is dat
volwassen-worden niet bepaald een eenvoudige zaak.
Ze hadden er zich als kind zoveel van voorgesteld,
maar het blijkt bitter tegen te vallen. Het werk is
saai, geestdodend, vermoeiend, het leven is lang niet
zo aantrekkelijk dan het leek. Enze slaan op
de vlucht. Ze bedwelmen zich aan de schijnwereld
van de film, waar alles zoveel beter gaat dan in het
echte leven, veel idealer, veel luxueuzer. Ze bedwel
men zich aan het rithme van de jazz.
Zijn ze nu eenmaal stevig verloofd of zelfs ge
trouwd, dan daalt de behoefte aan deze verdovende
middelen. Ze zijn ouder geworden, hebben ofwel hun
weg gevonden, ofwel het op een accoordje gegooid
met de onplezierige werkelijkheid, en ze hebben in
elk geval iemand naast zich staan die hun het leven
draaglijker maakt.
Wie louter het rithme van de jazz ondergaat, is nog
niet aan werkelijk luisteren toe. Luisteren is een vol-
menselijke bezigheid; rithme ondergaan kan ook een
dier. Het is daarom erg jammer dat veel jazz-enthou-
siasten eigenlijk niet aan luisteren toekomen. Peter
Schilperoort, een bekende .Nederlandse jazz-musicus,
schrijft ergens, dat degenen die van jazz meer ervaren
dan het fascinerende rithme alleen, die dus echt luis
teren, ook altijd de jazz trouw blijven. „En", zegt hij,
„ik heb nooit een echte jazz-liefhebber ontmoet die
ook niet van klassieke muziek hield".
Het aantal jazz-lief hebbers groeit. Dit bewijst b.v.
de grote belangstelling voor de zo geheten „cool-jazz"
die rithmisch aanzienlijk minder geprononceerd is
dan de oudere vormen. Jazz is, zoals reeds eerder ge
zegd: een bijzonder eerlijke muziek. Er worden geen
doekjes omheen gewonden. De teksten spreken met
voor ons soms verbijsterende openhartigheid over
aangelegenheden die in ons cultuur-patroon nooit, of
nooit zo onomwonden worden gezegd. En al verstaat
men de teksten dikwijls niet, de muziek ademt de
zelfde geest.
Een studententijdschrift
meldt
DuitsersWillen jullie en jullie kinderen het
zelfde noodlot ondergaan dat de Joden getroffen
heeft? Willen jullie met dezelfde maat gemeten
worden als je aanvoerder? Moeten wij voor altijd
het door de hele wereld gehate en uitgestoten
volk zijn? Neen! Daarom scheidt je van de Nati-
onaal-Socialistische onmenselijkheid! Bewijst
door die daad, dat jullie anders denkt! Een nieu
we bevrijdingsoorlog breekt aan. Het betere deel
van ons volk vecht aan onze kant.
Besluit, voordat het te laat is 1
In naam van de Duitse jeugd eisen wij van staat
Adolf Hitler de persoonlijke vrijheid, het kost
baarste goed van ons volk terug, omdat wij op
een wrede wijze bedrogen werden.
In een niets ontziende staat zonder vrije menings
uiting, zijn we opgegroeid. HJ, SA en SS wilden
ons in onze vruchtbaarste levensjaren uniforme
ren, revolutioneren en narcotiseren.
„Wereldbeschouwende scholing" heet deze ver
achtelijke methode, om iedere poging tot zelfden
ken te verstikken.
Vrijheid en Recht Tien lange jaren heeft Hitier
deze beide heerlijke woorden verdraaid en ge
kwetst; deze hoogste waarden van een natie voor
de zwijnen geworpen.
Wat zij Vrijheid en Recht noemen, hebben zij in
tien jaren van verwoestingen getoond.
De Duitse naam zal voor altijd geschonden zijn,
wanneer niet onze jeugd eindelijk de ogen open
gaat. Jongens en meisjes. Het Duitse volk staat
aan onze zijde. Van ons verwiacht het, dat we,
evenals in 1813, toen de macht van het Napole-
ontisme gebroken werd, nu, in 1943, de macht
van het Nationaal-Socialisme zullen breken.
Tot onze grote voldoening mogen we zeggen, dat
ons vorige nummer zéér enthousiast ontvangen
is. Vooral het artikel: „WAT IS LIEFDE?" lokte
veel reacties uit.
Hier volgen enkele aanhalingen uit brieven van
en gesprekken met lezers en lezeressen.
Ik vond Uw artikel over liefde werkelijk kei-
goed. Ik had niet gedacht, dat Uw blad reeds
na de tweede editie op zulk een interessant
peil zou komen te staan...
Wat Liefde is
Liefde is een kriebeling aan het hart, waar
aan men niet krabben kan...
Het is werkelijk ongehoord, om zoiets te
plaatsen. Die „Mijnheer" Berger (het woord
„Mijnheer" is eigenlijk te goed voor hem),
zou ik wel eens willen ontmoeten.
Schandelijk, zedenkwetsend is zijn uiteen
zetting.
Hoe durft hij, hij is werkelijk een...
Weet het meisje van M. Berger ook van zijn
ideeën Ze moest het eigenlijk direct uit
maken...
Ik vind die ideeën van de heer M. Berger
heus niet zo gek. Ik heb altijd gedacht, dat
ik wel niet de enige zou zijn, die zo denkt...
Ook constateerden we m)et genoegen, dat de be
langstelling voor ^DETECTIVE GEVRAAGD"
alle verwachtingen te boven gingen. Het vervolg
werd deze keer geschreven door een zeer beschei
den lezer: hij wenste namelijk onbekend te blij
ven. Tegenover de redactie verklaarde hij spits
vondig: „Wie mijn naam wil weten, moet maar
een advertentie in „De Echo van het Zuiden" zet
ten: „Detective gevraagd".
Vanzelfsprekend staan er voor de volgende keer
wéér vijf gulden op het spel. „WIJ" vraagt de le
zers wéér om een vervolg op dit nu langzamer
hand zenuwslopende verhaal.
Verzocht wordt de kopij vóór 1 december a.s. aan
ons redactie-adres op te willen sturen.
Verder willen wij er nog de aandacht op vestigen
dat dit blad genoemd werd „Vóór en dóór de
jeugd".
Dat DOOR de jeugd mag vooral niet uit het oog
verloren worden. Het ligt zeer zeker niet in de
bedoeling, dat de redactie alleen de pen in han
den houdt. Iedereen kan verhalen of artikelen in
zenden, mits zelf geschreven.
i mm§
Korte inhoud van het voorafgaande
De atoomgeleerde Herald Mac Cornley werd op weg
naar zijn vliegtuig voor New York een revolver in de
rug geduwd en gedwongen in een gereedstaande auto
te stappen.
Ontvoerd
Waarom en door wie? Op de eerste vraag wist hij
het antwoord wel. Het gespuis dacht van hem
iets te weten te komen, wat betreft een nieuwste
uitvinding op 't gebied van de atoomfisica. Maar
ze visten achter het net. Zijn assistent was al
lang en breed het land uit, en mèt hem de uit
vinding.
De auto suisde met gierende banden door de
bocht en stopte kort daarna voor een groot land
huis. Onder voortdurende bedreiging van de re
volver werd Herald het huis binnengebracht, en
voor een persoan, met breed omrande bril en een
witte werkjas aan, geleid.
Herald Mac Cornley keek verbaasd om zich heen.
Bij de eerste oogopslag stelde hij reeds vast, dat
hij hier niet in een amateur laboratorium terecht
gekomen was.
Nu werd hem de bedoeling van deze ontvoering
eerst pas echt duidelijk. De schurken wilden hem
dwingen, zijn uitvinding hier uit te werken.
Dan begon de schurk in de witte jas met een
angstaanjagende, fluisterende stem te spreken.
„Herald Mac Cornley", begon hij, „ik geloof dat
U reeds inziet, wat onze bedoelingen zijn. Ja, ik
wist dat U een heel intelligent persoon bent. In
de toekomst zullen wij samenwerken. Uw assis
tent, die U zo zeer vertrouwde, zit ook hier opge
sloten. Die stomme idioot was zo gek om de pa
pieren te vernietigen, voor we het konden ver
hinderen. Dus zullen wij het werk opnieuw moe
ten doen. En denk niet te kunnen ontsnappen, we
hebben een troep bloedhonden, Waar iedereen ja
loers op zou zijn."
Dit laatste zei hij op zulk een onheilspellende
toon, dat Herald huiverde. Zijn uitvinding, het
werk van jaren, was vernietigd.
Maar het was in elk geval toch beter dan dat ze
in handen van deze schurken zou zijn gevallen.
„Wat hebben jullie met Jerry gedaan?"
„Uw assistent? Wel, die zit veilig in de kelder
opgeborgen. Hij zou ons misschien nog eens van
nut kunnen zijn."
Na enkele dagen van ijverig werken, onder voort
durend toezicht van „de breedomrande bril", die
voor assistent speelde, werd de eerste berekening
ich wollte, und ich jocProc'<'-
iSs Ich habe noch alles erreicht, was icn wome, una icn Langzaam liep Herald op cen kast toe, waarin al-
li bin vielleicht dadurch zum grössten Deutschen der Ge- |er]ei chemische stoffen stonden. Zorgvuldig
schichte gewordenkoos hij enkele flesjes en doosjes uit. Hij nam
een lange tang en liep naar de gasbrander.
ADOLF HITLER De bril keek met belangstelling toe.
Toen volgde er een daverende ontploffing.
24 november 1 961
1e jaargang no. 3
Buiten verantwoordelijkheid der redactie van ,.De Echo van het Zuiden"
Blad vóór
en dóór de jeugd