Waarde Redactie
Koning Oidipous
Kunst met een grote
Jeugdblad „WIJ"
Detective gevraagd
5 januari 1 962
2e jaargang no. 1
Buiten verantwoordelijkheid der redactie van ,.De Echo van het Zuiden
Hoofdredacteur L. van BEERS
P. v. Druenen, G. v. Esch,
Ine van Heesch,
K. de Hond, B. Klijn,
A. van Liempt.
Putstraat 40, Waalwijk
Redacteurs
vs>
Redactieadres
Op 22 december 1961 bezochten twee van onze redactie
leden in de stadsschouwburg in Tilburg de Griekse tra
gedie „Koning Oidipous' 'van Sophocles. Dit spel werd
ten tonele gebracht door Het Rotterdams Toneel onder
regie van Ton Lutz.
Koning Oidipous" is de geschiedenis van een man die
door zijn vader, koning Laios van Thebe, te vondeling
is gelegd op het gebergte Kithairoon, omdat de goden
voorspelden dat hij zijn vader eens zou vermoorden.
Via een herder komt hij aan het hof van koning Polybos
van Korinthe trecht, waar hij opgevoed wordt als kroon
prins. Als Oidipous later van de goden verneemt dat
hij eens zijn moeder zal huwen en zijn vader zal ver
moorden, vlucht hij weg van het hof. Op een driesprong
ontmoet hij een onbekende man, die in gezelschap van
enkele dienaren reist. Er ontstaat een ruzie en Oidipous
doodt het hele gezelschap op één dienaar na, zonder te
weten, dat hij nu ook koning Laios, zijn vader, ver
moord heeft. Wegens enkele heldendaden wordt Oidi
pous door de Thebanen als hun nieuwe koning uitge
roepen en hij trouwt met Jokaste, de vrouw van koning
Laios, dus zijn eigen moeder. Oidipous wordt meege
deeld, dat de pest in de stad uitgebroken is en hij stuurt
zijn zwager Kreon naar 't Orakel van Delphi om raad. De
goden laten weten, dat de epidemie op zal houden, zodra
de moordenaar van koning Laios gestraft zal zijn. In de
verte horen wij een gedempt gerommel het naderende
onheil. Oidipous spreekt een zware vloek uit over de
moordenaar, en laat de ziener Teiresias komen die hem
de moordenaar aan moet wijzen. Het naderende onheil
rommelt dichterbij. Groot is de schrik in het gehele land,
Wij wensen onze lezers en lezeressen een
gelukkig en voorspoedig 1962 toe, en
spreken de hoop uit, dat de belangstelling
voor ons blad in het nieuwe jaar minstens
even groot zal zijn, dan in het oude.
Redactie.
als de ziener de Koning na lang aandringen als de dader
aanwijst.
Oidipous vermoedt een kom plot van Kreon en
Teiresias tegen hem. Hij vertelt Jokaste van de vloek
die vanaf zijn geboorte op hem rust. Ondanks bewe
ringen van Jokaste dat Laios door een roversbende ge
dood moet zijn, komt het onheil dichterbij. De donder
ratelt nu voor de derde maal. Dan verschijnt er een
bode uit Korinthe met de boodschap dat koning Poly
bos gestorven is.
Oidipous herademt; nu is het immers uitgekomen dat
de goden gelogen hebben. De bode bracht echter ook
aan het licht, dat Oidipous niet de zoon van Polybos
is, maar de zoon van Laios.
Jokaste kent nu de afschuwelijke ivaarheid en vlucht.
Oidipous weet de herder die hem in opdracht van ko
ning Laios te vondeling heeft gelegd zijn geheim te
ontfutselen, en begrijpt nu, dat hij zijn vader op de
driesprong gedood heeft. Apollo heeft zijn overwin
ning behaald op Jokaste en Oidipous, want Jokaste
hangt zich op en Oidipous, die de aarde die hem zo
ongelukkig heeft gemaakt, niet meer wil zien, steekt
zichzelf de ogen uit, voordat hij uit het land verbannen
wordt. Hij gaat een heilig leven leiden, en zal na verloop
van tijd zijn plaats bij de goden mogen innemen.
Met Max Croiset in de titelrol werd dit stuk tot een
parel onder de Griekse drama's. Voor de ogen van de
toeschouwers voltrekt zich de ware tragedie, waarin alle
facetten volledig tot uitdrukking komen. Het noodlot van
Oidipous komt duidelijk naar voren. In al zijn perfec
ties werd deze mens het slachtoffer van schijnbaar on
belangrijke dingen, zoals de tragisch geworden ontmoe
ting op de driesprong. Zijn schuld is betrekkelijk klein,
en de straf die hij daarvoor krijgt is dan ook zeer zwaar.
Bij elk drama wordt de aandacht echter weer gericht
op het nieuwe geluk dat gaat komen. Oidipous zal zijn
geluk vinden in het rijk der goden.
Wij willen nogmaals onze diepe bewondering uitspre
ken voor Koning Oidipous" door Het Rotterdams To
neel. Dit is werkelijk toneelkunst van de allerhoogste
orde
PHILOTHEA/COBAKA
Het is een goede gedachte geweest om in „De Echo van
het Zuiden"' een pagina voor de jeugd te reserveren.
Het nummer van 22 december 1961 was het eerste dat
ik in handen kreeg. Ik ben er echter ten zeerste van
geschrokken. Oh ja, er stond een goed stuk in over
Jazz en een spannend vervolgverhaal. Doch die andere
twee artikelen werkten als een koude douche in de win
ter.
Op de eerste plaats het kerstverhaal C'est la vie (zo is
het leven) van H. v. d. Velden, (red.: Fijn, dat U de be
tekenis ook kent).
De titel beloofde heel wat, doch die belofte werd niet
nagekomen. Het verhaaltje bleek zeer profaan te zijn,
en stond op een zeer laag peil. Een buitenstaander zou
er namelijk de conclusie uit kunnen trekken dat de heer
v. d. Velden op excursie naar de hemel geweest is. Hij
kent er de krant, zelfs de rubrieken, hun sigarenmerk,
hij kent er de telefoon, de lift en de transportband.
Vindt U dit niet bijzonder goddeloos? Ik mag bij U toch
wel enige bijbelkennis veronderstellen. Dan zult U wel
weten, dat er in de bijbel weinig staat over wat er in
de hemel te vinden is. Wat er gedaan wordt weten we
echter wèl men prijst en bejubelt er God.
Met die huwelijksadvertenties is het helemaal diep treu
rig gesteld. Ik dacht, dat U als Rooms Katholieken
(red. toch wel wist, dat er bij de geestelijkheid het
zogenaamde celibaat geldt, en dat bovendien blijkens de
bijbel het huwelijk in de hemel niet bestaat.
Als er inderdaad een telefoonlijn tussen hemel en aarde
ligt, zou ik wel graag van U het telefoon- en netnummer
willen hebben.
Heeft Petrus een zwak voor vrouwen? Foei, dan geeft
hij als eerste paus toch wel een slecht voorbeeld. Hoe
weet U dat overigens van onze Steensrots?
In de hemel heeft men alle tijd, zo verhaalt de heer
v. d. Velden. Hoe verklaart U dan Bekeert U haastig,
want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen?
Petrus, zo lees ik verder, neemt enkele konijnen mee
in zijn broekzak.
Korte inhoud van het voorafgaande
Grote koppen in de kranten vermeldden de
misterieuze verdwijning van de beroemde
atoomgeleerde Herald Mac Cornley.
Mr M. J. Higant, hoofdinspecteur van de
F.B.I. en zijn even beruchte assistent Jona
than Miller hadden zelf de zaak in behan
deling.
Het spoor leidde naar Washington.
Een ogenblik keek Higant de hoofdredacteur verbluft
aan, maar dan greep hij zonder te vragen de telefoon
en draaide een nummer.
,.Met Higant, laat onmiddellijk het centrum van opspo-
Een nieuwe „sekte"
Daguerre en zijn volgelingen
Bijna honderdvijfentwintig jaar geleden deed de Frans
man Louis Jacques Mande Daguerre de uitvinding van
zijn leven. Hij en enige andere Franse diepdenkers, met
name Talbot en Niepce, waren de oorzaak van de uit
vinding van de fotografie in 1839. Daguerre was de
eerste sterveling die een afbeelding vervaardigde, zon
der gebruik te maken van de tot dan toe bekende mid
delen als penseel en tekenstift. Als eerste fotografeerde
hij, d.w.z. schreef hij met licht. Zijn afbeelding kreeg
toen nog niet de gewone naam foto, maar zijn procédé
kreeg bekendheid onder de naam daguerrotypie (ge
prepareerde fotografie op metalen platen), terwijl de
foto's de welluidende naam van daguerrotype hadden.
Dat is allemaal netjes en gewetensvol opgeschreven door
ene Mentienne, die zijn werk in 1892 uitgaf onder de
titel „La découverte de le photographie in 1839".
Vanzelfsprekend heeft de fotografie in die honderd
vijfentwintig jaar van z'n bestaan een ware metamorfose
ondergaan. De fotograaf van het eerste uur ging gebukt
onder het gewicht van een kilo's zware en nog zeer
onvolmaakte apparatuur. Van hem werd zowel knutsel-
talent als fotografisch inzicht verwacht. We mogen ge
rust zeggen dat de tegenwoordige „kiekjesmaker" over
een betere uitrusting beschikt dan deze pioniers van de
fotografie. Het is verwonderlijk te zien hoe vele van
deze mensen met hun primitieve middelen toch foto's
konden maken die beslist op een hoog fotografisch peil
staan. Het lag in de lijn der ontwikkeling van de vorige
eeuw dat de fotografie een snelle ontwikkeling tegemoet
zou gaan. De voorspoedig geboren baby groeide dan ook
als kool, en nu in 1962 heeft de fotografie het stadium
van volwassenheid reeds meer dan bereikt, hoewel nog
steeds van een stormachtige groei gesproken kan wor
den, vooral op het terrein van de kleurenfotografie. De
enorm grote „kasten" werden vervangen door kleinere,
en de gevoeligheid van het lichtgevoelige materiaal
werd sterk vergroot, zodat de belichtingstijd van minu
ten tot seconden gereduceerd kon worden. Aan het einde
van de negentiende eeuw werd door Eastman, de oprich
ter van de Kodak Company, de rolfilm uitgevonden en
gebruikt in zijn beroemde Brownie boxcamera. In 1895
vertoonden de gebroeders Louis en August Lumière hun
eerste filmpjes in Parijs. De uitvinding van de cinema
tografie, de film, een zijtak van de fotografie. Door het
opnemen van verschillende fotografische beelden achter
elkaar met hun „Machine a refaire la vie", apparaat
om het leven vast te leggen, konden voor het menselijk
oog bewegende beelden worden verkregen. In 1924 werd
door Oskar Barnak de 35 mm film, die speciaal voor
de cinematografie was uitgevonden, toegepast in de fo
tocamera. De door hem gekonstrueerde camera is uit
gegroeid tot de wereldberoemde precisie-camera „Lei-
ca
Ook in de film ging men over op steeds kleinere for
maten. De 16 mm film werd door Kodak voor amateur-
gebruik in tweeën gesplitst, waardoor de algemeen ge
bruikte 8 mm smalfilm ontstond. Deze verkleining van
formaten kon alleen plaats vinden doordat in de labo
ratoria van de grote foto-chemische fabrieken steeds
naar nieuwe middelen werd gezocht, om de zilverkorrel
in de gelatinelaag van de film (lichtgevoelige laag) kon
worden verkleind. Ongeveer honderd jaar na Daguerre's
eerste „foto's" deed de kleurenfotografie haar intrede.
De eerste kleurenfoto's vertoonden nog een zeer slechte
kleurenweergave en werden gemaakt volgens een voor
de amateur onuitvoerbaar en veel te duur procédé.
(vervolg 2 febr. a.s.)
Conclusie Petrus is een dief! (red.: Al werd Petrus
tot mensenvanger gebombardeerd, dierenvanger zal hij
wel altijd blijven.)
Het geluid van een woedende menigte engelen kan ik
me moeilijk voorstellen. Ik dacht, dat ze in de kerstdagen
toch zeker God zouden bejubelen. Bovendien is dat in
strijd met hetgeen God zelf van ons eist in zijn wet.
Op de tweede plaats het artikel Ik geloof in God.
Ik lees in de vijfde alinea en stellen God voor als
een cirkel
Toe maar, dat is toch wel het toppunt van Godschennis,
om die grote, almachtige, oneindige God als een cirkeltje
voor te stellen. U kunt nooit en te nimmer God als een
reële figuur uitbeelden. Ik verzoek U daarom de bijbel
nog eens door te nemen, en mij het resultaat dan mede
te delen.
Vervolgens noemt de schrijfster (of schrijver) een getal
co
Ik ken dat getal niet, wat is dat voor een getal? (red.:
Uw wiskundige knobbel is waarschijnlijk ver te zoe
ken). De heer Treurwilg geef ik de raad nog
eens een paar nachtjes over het begrip „oneindig" na te
denken, (red.: Die paar nachtjes nadenken lijken ons
overbodig. Op Uw verzoek zal Treurwilg graag eens het
begrip co aan U duidelijk maken.)
Tenslotte wordt er geknoeid met de drieëenheid Gods.
U begrijpt dat niet helemaal, dat blijkt wel, en dus moet
U er ook niet over schrijven. Het staa zo dom, ziet U.
Kortom, het is me zwaar te moede, dat U het aandurft
om dergelijke stukken te plaatsen.
Beterschap gewenst door
Ad de Rooy (19 jaar)
Besoyensestraat 97
Waalwijk.
(red. Zalig de armen van geest
ring verplaatsen naar Washington. Wij zelf vliegen er
met het eerste het beste toestel ook heen."
Dan wendde hij zich opnieuw tot de „Dailey News"-
man en zei
„Plaats die advertentie toch nog in de krant. Je kunt
nooit weten wat zoiets op zal leveren".
Met een kort knikje, en met een zwierige zwaai van
Miller's hoed verdwenen ze in looppas. Opnieuw draai
de de wagen op topsnelheid.
„We gaan direct naar het vliegveld. Je kunt vanuit
Washington wel naar je vrouw telefoneren en haar het
een en ander na laten sturen."
Miller keek zijn chef eens van terzijde aan en antwoord
de: „Vanzelfsprekend, ik ben in elk geval blij dat we
iets kunnen gaan doen, dat afwachten begon me reeds
grof de keel uit te hangen."
Als antwoord humde Higant eens, en probeerde de
gaspendaal nóg dieper te krijgen. Met gierende banden
reden ze het vliegveld op.
Bij het horen van de loeiende brandweersirene verloor
de Bril iets van zijn zelfverzekerdheid. Met een zenuw
achtig gebaar trok hij aan de touwen van Doctor Bird.
Toen hij echter zag, dat Herald weer tekenen van leven
begon te vertonen, raapte hij snel de gevallen revolver
op en gebaarde dat Herald zich koest diende te houden.
Doctor Bird slaakte een zucht van verlichting, toen haar
enkels en polsen bevrijd waren, en met een pijnlijk ge
zicht wreef ze haar onderdanen.
Herald kon de dame eerst nu pas goed opnemen. Hij
dacht deze schone meer gezien te hebben, maar veel tijd
om zijn hersenen af te pijnigen kreeg hij niet. Met een
kort gebaar maakte de man met breedomrande bril dui
delijk dat ze hem voor moesten gaan de donkere gang
in. Na een kwartiertje gelopen te hebben, zagen ze dag
licht. Het volgende ogenblik bevonden zij zich in een
grote grot, waar zelfs een auto geparkeerd stond.
„Haha", lachte de Bril, „Ja, ik reken altijd op alles,
hahahahaha".
Onder bedreiging van de revolver moesten ze voor in
de wagen plaats nemen. Hijzelf nam de achterbank.
„Waar is Jerry?" vroeg Herald nog.
Jerry, hahahaha, die zal op het ogenblik ergens", hij
zwaaidde vaag met zijn handen, „die wordt op het ogen
blik ergens als proefkonijn de ruimte ingeschoten, ha
hahaha".
De vrouw begon zacht te huilen. „Het is mijn schuld, ik
heb hem de formules geleverd. Ik moest onder dwang
alle berekeningen maken, zoals ze ook met U wilden
doen Herald Mac Cornley, kent U me niet meer, ik..."
Plotseling herkende Herald de vrouw, en een plotse
linge woede maakte zich van hem meester, maar de
dreigende revolver deed hem weer kalmeren.
„Rijdt precies zoals ik zeg, elke verkeerde beweging kan
fataal zijn, hahaha, hahaha, hahaha
(advertentie)
Voor spoedige indiensttreding vraagt
het
Redactieleden
Voorwaarden
van het zwakke geslacht
enige journalistieke aanleg
moet in staat zijn draaglijke koffie
te vervaardigen.
Geboden wordt
GEEN salaris
zes mnl. mede-redactieleden
Brieven te richten aan bovenstaand redactie
adres.
«M
MMMWMMWNM
FOTOGRAFIE