STRIJD TEGEN DE VREES KANKER NEEMT - of GEEFT u voorrang BELEVENISSEN VAN SMIDJE VERHOLEN ang 71 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 12 MAART 1962 Het is een onweerlegbaar feit, dat de belangstelling voor het kanker- vraagstuk - voor zover dit al niet in grote mate bij het Nederlandse publiek leefde - de laatste tijd op nieuw is toegenomen. Zo waren bij voorbeeld de reacties op een tweetal aan dit onderwerp gewijde T.V.-uit zendingen onverdeeld gunstig. Bovendien is de Voorlichtingscom missie van de Landelijke Organisatie voor de Kankerbestrijding nagenoeg te zelf der tijd begonnen met het op grote schaal aan de pers verstrekken van mededelingen en beschouwingen over de gevreesde ziekte, in voor de leek begrijpelijke taal. Veel vraag is daarbij gewekt voor de door ge noemde commissie uitgegeven brochu re „Kanker, een probleem?", ge schreven door de arts A. T. van Dui nen. Het doel van al deze artikelen en uitzendingen is in de eerste plaats om, in het belang van de volksge zondheid, de strijd aan te binden te gen de vrees voor alleen al het woord kanker. Immers te veel nog laat men zich door deze vrees weerhouden zich in voorkomende gevallen vroegtijdig on der medische behandeling te stellen. Niet voor niets toch is in genoemde publicaties duidelijk naar voren ge bracht, dat de ziekte in vele gevallen - mits tijdig ontdekt - thans zeer redelijke genezingskansen heeft. Deze vrees voor de ziekte is ove rigens zeer wel te verklaren. Het houdt verband met de inbeelding, dat als men aan de ziekte zou lijden, dit altijd een fatale afloop zou hebben. Daarom praat men er liever niet over. Want wordt men in het gezin, in de familie of in de kennissenkring met deze ziekte geconfronteerd, dan verneemt men de diagnose, dat het kanker was, veelal eerst, wanneer de ziekte inderdaad fatale gevolgen heeft gehad. Met andere woorden, men onderkent de ziekte pas in al zijn afschrikwekkendheid. Dat er in Amerika ruim een mil joen genezen kankerpatiënten zijn en dat ook het veel kleinere Nederland tienduizenden van deze genezen pa tiënten telt, is niet of nauwelijke he kend. En dat is, zolang niet met re gelmaat op deze positieve cijfers wordt gewezen, ook niet te verwon deren. Omdat de leek dus eigenlijk alleen met de fatale gevolgen wordt gecon fronteerd, is de algemene opvatting, dat „er toch niets aan te doen is." Dat verklaart - voor een deel althans - ook de angst, die met recht redeloos genoemd mag worden. Maar nogmaals door die angst la ten velen zich weerhouden zich vroeg tijdig onder medische behandeling te stellen, waardoor veel kostbare tijd verloren gaat en de genezingskansen worden verkleind. Het is een vicieuze cirkel, die no dig doorbroken moet worden. Im mers, de cirkel blijft angstwekkend gesloten, zolang men alleen de fatale gevolgen kent en dus de ziekte gaat vrezen. Door deze vrees laat men zich van een vroegtijdig doktersbezoek weerhouden, met alle consequenties van dien. Daarom is het nuttig te weten, dat er voor bepaalde vormen van kankei zeker zeer redelijke genezingskansen zijn, anders zou Nederland geen en kele genezen kankerpatiënt tellen.Het beste wapen tegen de ziekte is dus zich tijdig en onbevangen onder medi sche behandeling te stellen. Want al is het middel tegen de ziekte nog niet ontdekt, genezingskansen zijn er ze ker. ven grote industriesteden in staat wa ren kanker bij muizen te veroorzaken. Merkwaardig is ook dat longkanker in Noorwegen aanmerkelijk minder voorkomt, dan in Engeland, terwijl op IJsland het laagste percentage ter wereld is gevonden. In de uitgave „Kanker een probleem", uitgegeven door de Stichting Koningin Wilhel- minafonds, waaruit een gedeelte de zer gegevens zijn ontleend, wordt een ernstige waarschuwing gericht tegen het overmatig roken. Kan men roken beslist niet laten dan is matigheid zeer dringend gewenst. Het is zelf9 gebleken uit een voldoend groot ma teriaal, dat wanneer we al hebben we nog zo lang en veel gerookt - het roken staken, langer leven en minder gauw het slachtoffer zullen worden van longkanker. Bij de gepleegde on derzoekingen is opgevallen dat het tabaksverbruik reeds veel eerder is gestegen, dan het aantal geregistreer de gevallen van longkanker, maar dat daarna de longkanker een evenredige stijging doormaakt. Dit is niet verbazingwekkend, daar de experimentele methode heeft ge leerd, dat er een zekere „latente" pe riode bestaat, alvorens kanker tot ont wikkeling en groei komt. Hierdoor wordt tevens de toeneming van long kanker bij vrouwen in een later sta dium verklaard, daar het tabaksver bruik bij deze groep later is begon nen c.q. is toegenomen. Meesf gevreesde ziekte in onze moderne samenleving Ofschoon vrijwel dagelijks onze aandacht voor kanker wordt ge- - is gebleken, dat de kans om long- vraagd, is het merkwaardig te moeten constateren, dat de gemid- kanker te krijgen sterk afneemt, wan delde Nederlander nog maar een vaag idee bezit omtrent deze omtrent ziekte. Men wil er liever niet van horen, niet van weten, er is een soort taboe ontstaan, een onbewuste weerstand om erover te spre ken. Deze verschrikelijke, redeloze angst, houdt vaak de kans tot genezing tegen. Dat, wat men in de medische wereld tracht te be reiken, wat onvermoeide strijdende onderzoekers reeds hebben be reikt in het gevecht tegen de kanker, wordt door deze angst vaak teniet gedaan. Men kan zeggen dat de angst voor de kanker een ziekte is geworden, die grotere omvang dreigt aan te nemen, dan de ziekte zelf. Soorten van onderzoek. Men kan bij het kankeronderzoek twee methoden onderscheiden. Aller eerst de desciptieve methode, waar mee de bestudering van de versprei ding onder de bevolking wordt be doeld, en de experimentele periode, waarbij men poogt met behulp van proefondervindelijk onderzoek, de "oorzakelijke factor te vinden, door bij proefdieren kanker te verwekken en het ontstaan en het verloop nauwkeu rig te volgen. Bovendien worden in speciale toegeruste laboratoria de bij zondere chemische en physische eigenschappen van kankerweefsel on derzocht. Hierdoor hoopt men de spe cifieke eigenschappen van kanker weefsel vast te stellen, om zodoende de juiste bestrijdingsmiddelen te kunnen ontwikkelen. Het is dus een zaak van het allerhoogste belang de verschillende factoren op te sporen, zodat men deze kan afwenden of om buigen, waardoor de mogelijkheid wordt geschapen, dat kanker wordt voorkomen. Hierbij kan de descrip tieve methode van enorm veel belang zijn. Methoden van onderzoek. Men gaat bij een groot aantal pa- tienten die lijden aan dezelfde soort kanker uitvoerig hun levensomstan digheden en gewoonten na en zoekt dan naar punten van overeenkomst. Heeft men deze in een bepaald aantal gevonden, dan neemt men een over eenkomstige controlegroep van niet zieken en gaat na hoe vaak daarbij die gewoonte c.q. factor voorkomt. Is het verschil tussen beide groepen nu kentekenend, dan mag men aanne men, dat de gevonden factor van oor zakelijke betekenis kan zijn bij het ontstaan van die soort kanker, indien geen andere factoren hiertegen kun nen pleiten. Het spreekt vanzelf, dat dergelijke onderzoekingen vaak her haald dienen te worden, telkens weer bij andere groepen, om bij gelijke be vindingen steeds meer zekerheid te verkrijgen. Longkanker. Een goed voorbeeld van dit onder zoek, betreft longkanker. Momenteel staat deze kanker in het centrum van de belangstelling, niet alleen bij me dici - omdat deze kanker een on rustbarende stijging vertoont in te genstelling met - de algemene ten dens - maar ook bij vele rokers, die met grote schrik hebben ontdekt dat men bij descriptieve methode op on omstotelijke wijze heeft aangetoond, dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen roken en longkanker. Er bestaat een niet te ontkennen samenhang tussen het toenemend ver bruik van sigaretten en de stijging van het aantal longkankergevallen. Uitgebreide onderzoekingen hebben aangetoond dat onder de mannen, bij wie longkanker is geconstateerd meer zware rokers voorkomen, dan bij een overeenkomstige groep mannen van dezelfde leeftijd, die niet aan long kanker lijden. Bovendien - dit ter geruststelling van de matige rokers neer men zich weet te beperken tot enkele sigaretten per dag. Ook andere factoren. Andere factoren zijn echter ook van betekenis, waarbij gedacht wordt aan verontreinigde lucht in de grote ste den, door uitlaatgassen van voertui gen en afvalprodukten uit schoorste nen. Het blijkt dan ook dat longkan ker meer voorkomt bij bewoners van een grote stad, dan van het platte land. Daarnaast heeft men langs ex perimentele weg aangetoond, dat stoffen gefiltreerd uit de lucht, bo- Voorrangskruisingen Het is een goed-Nederlandse gewoonte om op gezette tijden te mopperen op diverse dingen, bij na op alles. En het valt niet te vermijden dat op z'n tijd ook het verkeer in die mopperpartij be trokken wordt. Ja, kunnen ze daar nu niet een voorrangskruising van maken U weet wel, dat kruispunt waar het voorrangs„recht" zo duide lijk zichzelf schijnt te wijzen, maar waar de verkeersregels toch anders voorschrijven. „Een voorrangskruising van maken". Het is zo gemakkelijk gezegd, maar niet zo gemakkelijk gedaan. Want voordat 'n bepaald kruispunt wordt aangegeven als „voorrangskruispunt" moet er nog wel wat werk worden verzet. In eerste instantie zal de ver keerspolitie zich beraden of een dergelijke stap noodzakelijk is. Dit geschiedt aan de hand van de ongevallenstatistieken. Aangeno men dat de politieautoriteiten van mening zijn dat het in het belang van de veiligheid van het verkeer nodig is, dan zal de ver- keersingenieur trachten te bere kenen of ook de vlotheid van het verkeer hierdoor niet al te on gunstig zal worden beïnvloed. Hij berekent in de eerste plaats het tijdverlies van het verkeer, hij vraagt zich bijv. af of er niet zulke lange files zullen ontstaan, dat de veiligheid van het verkeer elders in gevaar zal worden ge bracht. Maar goed, aangenomen dat hij akkoord gaat met de door de verkeerspolitie voorgestelde wijziging en dat ook de stede- bouwkundige zijn fiat geeft, dan nóg zal de veiligheidscommissie inzage moeten hebben van alle stukken, teneinde haar advies te kunnen uitbrengen. Want ook deze commissie mag niet beslis sen: dat doet de gemeenteraad. Tenminste... als deze zaak uit sluitend betrekking heeft op een kruising van gemeentelijke we gen, want als het een kruising van bijv. een gemeentelijke weg met een provinciale of rijksweg is, dan komen er nog andere au toriteiten aan te pas... Maar één ding is zeker: al de hierbij betrokken instanties heb ben uitsluitend de veiligheid van het verkeer voor ogen. Slechts uw veiligheid bepaalt, of een bepaald kruispunt „voorrangskruising" zal worden. En als dat kruispunt dan is „gepromoveerd", houdt u dan ook aan de er bij geplaatste borden, die immers slechts zijn geplaatst met het oog op UW VEILIGHEID Opletten bij afslaan Het is een ervaringsregel óók van de verkeerspolitie, dat heel wat ongelukken op de weg ont staan doordat de „spelregels" bij het afslaan naar rechts of naar links niet of maar halfjes wor den toegepast. Het zijn ook deze verkeersmanoeuvres die iedere dag tot tientallen van die typi sche „bijna-ongclukjcs" aav ding geven, waarbij ieden-' hoofdschuddend de verzucht slaakt dat het „nog net" n0(yi' afgelopen. Van de 803 verkcersongely ken, die de Verkeersgroei) k' trict Utrecht van de Rijkspolir over 1900 nauwkeurig heeft anal.vseerd en waarvan k<c ïgsongelukken warenl voorrani ALLEE?" W0ENSDAC gebleken dat het niet opv0|'o' van de voorrangsvoorschrifie bij het afslaan een grote piaa7 innam. De volgende cijfers gév. aan, waar hij die voorrangsone? lukken het zwakke punt lay Bij afslaan naar rechts: voorrang geven aan achteropk mend verkeer 10.9 Bij afslaan naar links: j;ef. voorrang geven aan tegemoet^ mend verkeer 12.3 Bovendien ontstonden er bij 1 afslaan naar links 23 ongelukken' doordat de afslaande automobi- list in botsing kwam met achter' opkomend verkeer, dat vóór hei afslaan zó dichtbij was dat hij d. doorgang daarvoor had moeten vrijlaten. Cijfers zijn geduldig. Maar moraal van deze geschieden! kan kort zijn. Want er is één n gel, die het Verhond voor Veili Verkeer deze maanden specia„ onder de aandacht wil brengen van iedere weggebruiker, die bij het afslaan naar links een auto, scooter, bromfiets, fiets of welk voertuig dan ook ziet naderen dan wel bij het afslaan naar rechts (brom)fietsers naast zich ziet (spiegel!) af kan verwach ten. De regel voor een dergelijk; situatie luidt: rechtdoor op zelfde weg gaat voor. ~~MR. FOCIC BENOEMD TOT COMMISSARIS DER KONING1# IN GRONINGEN. Bij Koninklijk Besluit van 8 maait is met ingang van 1 april benoemdu commissaris der Koningin in de pro vincie Groningen, mr. C. L. W. Fod te 's-Gravenhage. FILM OVER WERK HAMMARSKJOELD Een dezer dagen is dr. Beskov, een van Dag Hammarskjoelds besrc vrienden, naar New York vertrokke om daar de mogelijkheden te onder zoeken voor de vervaardiging van C: film over de vorig jaar omgekome: V.N.-chef. SnM<*eP°> „Eh... la's kijken", zei smid je Verholen. „Bréng mij maar een lekkere kop koffie met slagroom. Ook twee aniandelbroodjes, een moorkop en een moccapunt. Dan nog een roomsoes en een takje druiven. Verder een glas lekkere limonade en dan voorlopig niks meer. Dan kunnen we altijd nog verder zien, is niet zo?" De dien ster zei: „Nou, nou, u schijnt nog al wat van plan tc zijn. Wilt u soms graag misselijk thuisko men?" Verholen lachte eens en zei: „Ik heb een maag als een paard, juffer! Haalt u die lekke re spullen maar gauw voor mc op!" De juffrouw haalde het be stelde en zette een hele batterij van heerlijkheden voor Verho- len's neus. Die viel er op aan als een wilde. Hij slobberde, likte en slikte alles op en zijn hele gezicht zat vol klodders room en crème. Het leek wel of hij in jaren niets gegeten had, zo ging hij te keer. „Niet zo smakke, man!" zei een deftige baas, die naast hem was komen zitten. „Dat hen ik niet gewend! Toen ik nog kolonel was lm net voetvolk, aten we altijd in de messen het ging er keurig toe, dat kan ik je verzekeren! Smak dus niet zo! Ik kan met al dat ge smak de pathéfoon niet meer ho ren, zie je! Ik kom hier altijd om mijn kleintje koffie te drinken, en dan vraag ik het personeel of ze voor mij dat aardige duo uit de Parelvissers willen draaien! Maar u smakt zo geweldig, dat die zangers daar met z'n beiden amper tegen op kunnen. Foei! Het is onbeheurliik!" Smidjc Verholen werd niet boos over de ze terechtwijzing en zei lachend: „Je hebt gelijk, ouwe soldaat. Ik zal het niet meer doen." De kolo nel van het voetvolk keek smidje Verholen driftig aan. „Pardon", zei hij, „ik was geen ouwe sol daat, maar kolonel. Kolonel bij 't voetvolk, verstaan? Drie sterren met een balk, mijnheer! Bah!" Smidje Verholen gaf hem 'n olijk knipoogje en zei: „Ook bij hei militair gezag geweest? En dr liep de oude baas kwaad we; „Afrekenen juffrouw!" zei smid je Verholen toen. De dienste: snelde onmiddellijk toe en telde op: „Koffie twaalf, amandel der tig, moorkop zestien, moccapunt achttien, roomsoes vijftien,drui ven veertig, limonade vcertie: samen één vijfenveertig! PL tien procent bediening, dat is et: gulden zestig cent." Smidje Ver holen haalde zijn portemonnak te voorschijn, opende deze, keet en... verbleekte op slag! Ziji portemonnaie was leeg! FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" DE JEUGD VAN TONY ROMAN door A. v. ENGELEN 29). Toch had moeder Swinkels ook haar peinzing. Wat was alles in de tijd vlug opgeschoten. Haar Marictje nu al van liefde praten! In een druk huishouden merk je niet, dat de kinderen zich snel ontwikkelen, doch jongens uit de vreemde blijkbaar wel! Marictje lag op bed. Ook zij kon maar moeilijk de slaap vat ten, het beeld van Tony zweefde voortdurend voor haar ogen. Eindelijk was zij toch wegge doezeld in een lichte sluimer, en de heerlijkste droombeelden kwa men daar doorheen. Zij wandelden in de tuin, in de zonovergoten rust van de zomer dag. En hun huisje, hoe keurig was het en knusjes. Meubels, ta pijten, gordijnen, 't een al mooi er dan het andere. Tony was im mers secretaris en willigde al haar liefste wensen in. In de waranda stond 'n wiegje, met tule omgaasd en daarin ge noot een kindje, hun beider kind je, z'n morgenslaapje in vredige rust... NA HET FEEST. Tony kan niet anders dan over tuigd zijn, dat hij 'n alleszins ge slaagd feest achter de rug heeft. Dat hem en Marietje een gru welijk lasterstuk boven 't hoofd hangt, hoe kan hij er weet van hebben. Beiden voelen in hun ziel het tere geluk van hun nieuwe ont dekking, en argeloos zijn ze als duiven, maar intussen: wreed is de wereld!... Wie was de vrouw, die de twee onvoorzichtigen in de keuken had verrast? Behoorde zij tot de familie of was zij als gast uitge nodigd? Neen, het was de wedu we Schroevers en die had geen uitnodiging van node, maar had haar eigen beproefde methode. Gedachtig het spreekwoord „de brutale heeft de halve wereld" was het haar gewoonte om aan feestvierende families haar ge lukwensen te gaan aanbieden, en deze verzochten dan wel om iets te gebruiken. Zij ging dan ook prompt mee aanzitten! De nieu we gast had er buitengewoon slag van om met de mensen om te gaan en zich interessant te ma ken: in één doorlopende woor denstroom werden de dorps nieuwtjes onder de loupe geno men en niemand kon er tegenop tegen dat vrouwmens, zo mond- fiat was zij. Haar man, die goed in de poen zat daarvoor had zij hem ook genomen had bij zijn leven zo hier en daar een hypotheek uit staan. Ook Thé Swinkels had bij hem thuis gelegen, toen die in de kwade jaren was met zijn huis houden en dat had een zekere vriendschap meegebracht tussen beide mannen. Op deze titel was het, dat Mina Schroevers zich zelf had uitgenodigd op het hu welijksfeest van de dochter en thans tussen de gasten aanzat als de gewoonste zaak ter wereld... Nog meer dan anders loosde zij haar venijn, want er zat haar een heel lelijk ding dwars, de vrijerij namelijk van Tony van Berkel met de jongste dochter. Zij zag dat aan met kwalijk ver holen ongenoegen, want in ge dachten had zij mooi Marietje voor haar Karei bestemd, haar enige zoon van bijna twintig. En nu dreigde die verlopen student roet in het eten te gooien, ter wijl het meisje er helemaal geen hekel aan scheen te hebben. Maar goed, dan hadden zij in dit geval toch vrouw Schoevers te gen zich! Dat ze daar rekening mee hielden! Toen, na het voordrachtje, To ny en Marietje wat lang weg ble ven, dacht zij daar het hare van. En, omdat het zo berookt was in de kamer, wilde zij een luchtje gaan scheppen op de gang, geen van de tafelgenoten kon daar iets verkeerds in zien... In de bijkeuken brandde licht, daar zouden de jongelui dus zijn. Zonder te kloppen ging zij de deur binnen. Er was echter nie mand, hoewel zij toch enig ge rucht gehoord meende te heb ben. Ha, de alkoof. Met een grijns van voldoening sloop zij er heen en deed daar de ontdekking van haar leven! Nog even zich van de domme houden en dan: wat een troef om uit te spelen! „Ze konden er niks aan doen en hadden er spijt van", hadden ze gehuild. Haha, het zou hun be taald gezet worden en dan zou 't wel uit zijn met hun glimlachjes en lievigheidjes. Wat een troef, wat een troef!... 's Anderendaags vernam buur vrouw Willemse uit de mond van Mina Schroevers over het schan daal op het feest van Drien Swin kels tussen die pluimstrijker van een afgedankte student en dat kittige ding, ja, ja, Tony van Berkel en Marietje Swinkels Niet gedacht hè? ,,'Haaj ik 't nie mee inun ège ogen gezien", fluisterde Mina, die snoof van de sensatie, „dan zou ik 't niet durven beweren. Nie dè ik ze aon 't wark heb gezien, zo moettet ok wir nie opvatten, mar 't gift toch te deenken: mee z'n tweeë in een doonker kleerkaast en dan, ester niks aon de hand was, han ze nie zo hoeven te jaanken Nog een kwartiertje duurde de conversatie en de twee vrouwen hadden aan elkaar een aandach tig gehoor. Dan moest vrouw Schroevers naar huis, want zij had de aardappelen nog te schil len, maar allereerst liep zij toch even aan bij Gonneke van den Mortel, schuin tegenover, die zou er van opkijken. Daar werd verteld dat 't moa weer was, verder over de slecht: tijd nu moest zij naar huisod voor het eten te zorgen nog iets anders: dat feest b; Swinkels, had zij daar nog niet: van gehoord? Er moest beest; zijn gezopen en het was bijna L de morgenstond geworden. H;: zij daar echt niet van gehoord Nu, dan moet zij bei d'r ore: maar eens goed open zetten die zouden er van tuiten!... Een schandaal van belang! h wie had dat kunnen denken van een student, die elke morgen i- de kerk naar voren stapte er. w 's avonds de katjes in het donker kneep! En de meisjes deugdenJ evenmin tegenwoordig! denk er om: alles onder gelief houding! Zelf had zij hel oo maar van horen zeggen, doch moest toch zeker waar zijn trouwens, het was al druk straat!... Binnen twee dagen hadden vrouwen in het dorp het van 1 ren zeggen en onder geheim 0 ding, dat enz. enz. Kinderen s tien, twaalf jaar begonnen er hun manier al over te praten (Wordt vervol ja, waarover hebben, want ve Over de a.s. rovinciale Stati eraeenteraad? Wat de eerste mijn grote spijt e argeloosheid opkomende ledei rijk, hun burge laats geholpen idatenlijst der io fraai vind, e treft, daarover iteeds in 't duis letieft. We weten we ele K.V.P.-lijst 2 vaarop zoals s oekomende aan ledeeld en we e K.A.B. in 't rij bij de indie voor de dag zal Maar dat zie: tal er alles bij de brouwerij de laatste j doe meer ziele tullen we maar •V.P.-fractie enslotte hierva *leven, valt t oen hiermee n bes in de kaart Maar afwach Hoe meer zie uilen ook de aatste dagen, c rijn, gedacht hi adelen naar geheerst heeft. lijntje en 1 ansje weer gel gemeenten, zo 'rcda, Oosterh Daar doet ir Eee' uiterlijk, Eaar niet mind 'g gaat het er "Wn en in naar toe. Maar op str J>k, men heeft lfver omgeschi misschien over\ ar3eid te gaan. Haar daarc ^nsen zich 't gaat wel over is men w. an dagelij arvan is teg ^er te merkei Weid is niet J^weer vooi ^rte over. %el elke za ken! tincY ruitjes, in Se standaard kv Ln Bambella en ir-elica. W«- en ^t-Kreukher pliend.80cm.bre' Discofoon tophits ciMexico, Letustv snin,LIebestraum- t»;s:,0ch was ik m; titels COpvnqht Zianse klok, mei dijen uurwerk en M wor- telnoten j/JJ) hit |n een kleiner mc r,=t noten kast er uurwerk

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1962 | | pagina 2