wmm
SPROOKJESPARK DE EFTELING
HEEFT EEN ARTISTIEKE BADMEESTER
BELEVENISSEN VAN SMIDJE VERHOLEN
Studiereis naar Belg
van het Willem van
te Waalwijk
WFtH
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 16 MAART 1962
2
Overdagzweminstructies en toezicht
's-Avonds: schilderen en pianospelen
Hij heeft geen baard, ook is het aan zijn haardos niet te zien,
dat Marie Ligtvoet, met zijn 31 jaren nog in de bloei van zijn
leven, verschillende artistieke aspiraties heeft. Het is er ook de
man niet naar, die met veel tamtam, kost wat kost aan ieder
een kenbaar wil maken welke capaciteiten hu bezit. Hierdoor
komt het, dat er maar weinig van zijn leerlingen, aan wie hu m
de zomermaanden wekelijks zwemles geeft, er van op de hoog
te zijn, dat hun badmeester naast de diploma s zwemonder
wijs en de diploma's A en B reddend zwemmen ook nog an
dere getekende (en geschilderde) stukken bezit.
Wie dat wel weten, dat zijn zijn vrouw en zijn twee dochter
tjes, die iedere keer weer opnieuw vol belangstelling de ver
richtingen van hun vader gadeslaan en hun trots hierover niet
onder stoelen of banken steken. Ook zijn vrienden komen regel
matig eens binnenlopen aan de Eerste Zeine om de nieuwe
werkstukken te bewonderen. Maar zij zijn het die niet al te
best tevreden zijn over Marie's verrichtingen, want iedere keer
opnieuw moet hij het horen: „Marie je moet ophouden met
werken en dan je hele tijd besteden aan schilderen en lijsten
ontwerpen". Alles goed en wel vindt Marie, maar hij heeft ook
nog zijn gezin dat onderhouden dient te worden en daarvoor is
geld nodig, dus moet er gewerkt worden en hard.
Pieck, die hem bijstaat met goe
de raad en tips.
Daarnaast ontwikkelde hij zeil
zijn kennis in teken- en schilder-
aangelegenheden door veel hoe
ken te kopen over bepaalde on
derwerpen, zoals hijvoorbeeld
paarden," waarvan hij prachttekc-
ningen heeft liggen, bloemen en
koppen. Er worden hoeken ge
kocht waarin de kleurverhoudin-
gen staan aangegeven, of hoe de
opzet moet zijn van een bepaald
schilderij. Ideaal studeren is het
niet, maar bij gebrek aan beter
behelp je jezelf. Maar mocht zich
nog eens ooit de gelegenheid
voor doen, dat hij, wanneer hij in
een stad komt te wonen, naar 'n
avond-kunstacademie kan, dan
zal deze gelegenheid beslist aan
gegrepen worden.
Pentekeningen, reproducties
van grote meesters, zoals Rem
brandt, landschappen en stille
vens, alles heeft hij onder de
loupe genomen, bestudeerd en
uitgeprobeerd, daarbij vaak zijn
eigen iantasie gebruikend.
Ook muzikaal
Vergis u niet, want na 't zwem
instructies geven aan scholieren
en particulieren, naast zijn on
derhoudswerkzaamheden en de
coratieschilderingen in de Efte-
ling, naast zijn hobby kunst
schilderen, speelt Marie Ligtvoet
ook nog piano. De hand van de
lieve muze heeft hij aangegrepen
nadat hij op de mandoline van
zijn broer had leren spelen. Via
de accordeon is hij aan de hori
zontale witte en zwarte toetsen
terecht gekomen. Regelmatig
neemt hij les bij Annie Pasveer
in de Grotestraat. Het schijnt
zo'n beetje in de familie te zitten,
want de broer van zijn vrouw
heeft ook zijn hart aan de schil
derkunst verpand. Ook van de
zijde van z'n dochtertjes heeft hij
wat belangstelling betreft, niet te
klagen; bovendien tekent Elly,
de oudste 0 jaar voor haar
leeftijd ook' al op een bijzondere
wijze en ook zij zou graag piano
lessen gaan nemen met daarnaast
ballet. Haar jongste zusje, Ansje,
net zo blond als zij zelt, houdt
het voorlopig nog bij het tekenen
van paddestoelen met kleurkrijt
op het schoolbord. Mochten zij
straks in een of andere kunstin
richting iets meer willen berei
ken, dan zal noch Marie Ligtvoet
noch zijn vrouw, mits de financi
ële toestand dit toelaat, enig be
zwaar naar voren brengen.
Eerst fietsen
Marie Ligtvoet badmeester
aan het zwembad in het Sprook
jespark de Efteling, en na het
zwemseizoen onderhoudsschilder
van gebouwen en attracties, had
eigenlijk meteen na de lagere
school willen gaan studeren,
maar door de beroerde tijden en
omstandigheden kwam daar wei
nig van terecht. Zijn broers zaten
in Duitsland, dus Marie ging er
op uit; er moest gewerkt worden
voor de kost en zo trok hij van
de ene baas naar de andere. Na
de oorlog, toen betere tijden aan
braken, kreeg Marie de kriebels
in zijn benen en alleen wielren
ners kunnen zeggen wat dat be
tekent. Marie kocht zich een fiets
en 0111 goed beslagen ten ijs te
komen tijdens de wedstrijden,
ging hij halve weken trainen en
halve weken werken. Maar zoals
het overal in de wereld gaat,
wanneer je helemaal alleen tegen
een overweldigende stroom op
moet vechten, zo ging het ook
met Marie. Het was erg moeilijk
om als eenling-amateur de strijd
vol te blijven houden en ondanks
dat de wielersport een grote
plaats in zijn hart innam, heeft
jiij het rondjes draaien stopgezet
en hiermee sloot hij een vijfjari
ge wielercarrière, die toch niet
zonder resultaat was gebleven,
af. Marie begon aan een nieuwe,
zijn grootste carrière; hij kreeg
verkering.
Nu schilderen en tekenen
Of het nu komt dat Marie vlak
voor zijn verkering rustiger is
geworden, waardoor ook dat
kriebelgevoel uit zijn benen ver
dween, hij weet het niet. Het doet
eigenlijk ook zo weinig ter zake,
want de lege plaats die na het
opgeven van de wielersport was
ontstaan, werd al spoedig inge
nomen door een nieuwe hobby,
die eigenlijk toch zo nieuw niet
meer was, omdat hij reeds van
jongs af aan aspiraties in die
richting had gehad. Marie trok in
zijn jongensjaren al de duinen in
om bomen, heuvels en zandver
stuivingen te tekenen en tot ie
ders verbazing lagen zijn resul
taten ver boven de middelmaat.
Nu het toch eenmaal zover was
gekomen, dat hij voor goed de
wielersport vaarwel had gezegd,
besloot hij zich meer op dit on
derwerp te gaan toeleggen en
Marie nam het penseel ter hand
en sloeg aan het schilderen. Hij
ondervond hierbij veel hulp en
medewerking van de grote Anton
Pieck, die onmiddellijk nadat hij
de eerste werkjes van Marie Ligt
voet had gezien, gunstige kritiek
uitte over het gepresteerde. Iede
re week nog ontmoet hij de heer
Exposeren
Als het enigszins mogelijk is,
worden de tentoonstellingen van
schilderijen en tekeningen be
zocht, want, zo meent Marie, ik
ben nog lang niet volleerd en dus
zijn dit voor mij de mooiste gele
genheden om weer wat meer
wijsheid op te doen. Zomers,
wanneer het weer dit toelaat,'
trekt Marie naar buiten, hij
neemt zijn vrouw en twee doch
tertjes mee en terwijl deze zich
buiten in de natuur uitstekend
vermaken, tekent of schildert hij
datgene wat hem boeit of trekt.
Zo heeft hij al honderden schil
derstukjes gemaakt, ofwel bui
ten ofwel binnen in zijn atelier
van 2 bij 3 meter.
Er wordt zo nogal eens een
schilderstuk verkocht en van de
opbrengst kan Marie zjjn onkos
ten dekken, die hij heeft bij de
aankoop van verf, lijsten en wat
al meer. Zo hangt bü diverse
mensen de oude kerk van Sprang
in de woonkamer te pronken en
bü verschillende bakkers de
Sprangse molen. Weer anderen
kochten bü hem de molen van
Wük en Aalburg, de St. Jan van
Waalwük of de oude haven die
nu gedempt is.
Ook op de Efteling weten ze
hem te vinden. Wanneer daar 'n
dode vogel gevonden wordt roept
men er Marie bij, die de vondst
dankbaar aanvaardt om er een
schilderstuk van te maken. Ex
poseren, graag, maar dan met 'n
ander auto-didact, want zelf
heeft hij nog te weinig eigen
Werkjes die voor een expositie in
aanmerking komen.
Van 28 februari tot 3 maart
hebben de drie vierde klassen
van het Willem van Oranje Col
lege een studiereis naar België
gemaakt. De uitnodiging daartoe
was afkomstig van het Belgische
Ministerie van Nationale Opvoe
ding en Cultuur.
Op woensdag 28 februari reden
we om half negen weg. In Brus
sel werden we op 't departement
ontvangen door de heer Vanden-
borre, Directeur-Generaal van 't
Ministerie van Nationale Opvoe
ding en Cultuur, waar we de kof
fie en de lunch gebruikten. De
middag werd* besteed aan een
rondrit door de stad, waarbij we
uitleg kregen van onze gids, de
heer Dcprince, die ons allerlei
mooie punten toonde. Natuurlijk
werd ook het befaamde „manne
ke" bezocht, die dag gekleed in
een rode jas en zwarte broek. Het
viel ons op dat er in Brussel, in
heel België trouwens, zoveel mo
numenten en oude gebouwen wa
ren; men zag er geen fabrieks
schoorstenen of flatgebouwen.
We logeerden in de jeugdher
berg „De Sippelberg". We aten
volgens Belgische gewoonten
tweemaal per dag warm.
's Avonds werd er een film ver
toond over België.
Donderdag stond er een bezoek
ië der vierde klassen
Oranje College
aan Dinant en Namen op 't pro
gramma. In Namen bezochten we
o.a. de kathedraal, de St. Loup,
de mooiste kerk van Namen, en
de Citadel. We aten in het meis
jeslyceum. 's Middags reden we
door een mooie streek naar Di
nant, waar we de Citadel be
klommen. In de tweede wereld
oorlog werd er in de gangen van
het kasteel dat er toen stond,
bloedig met bajonetten gevoch
ten. Het kasteel is later gebom
bardeerd, maar men heeft het
plan om een nieuw kasteel te
bouwen, 's Avonds werd er een
vraaggesprek over België gehou
den door de heer Vandenborre.
Uit zijn antwoorden bleek wel
dat men in België niet zo nauw
keurig is als bij ons: men hoeft
er bijvoorbeeld geen rijbewijs te
hebben en de statistieken klop
pen niet zo mooi. In de laatste
wereldoorlog is dat voor België
van groot belang geweest: de
Duitsers konden daardoor veel
minder vat op de economie krij
gen dan bij ons. Er zijn veel meer
verenigingen, maar er gaan er
ook veel meer over de kop.
De derde dag werd Gent be
zocht. Daar het donker weer was
leek het ons een sombere stad
met grauwe huizen en vuile
grachten. We werden rondgeleid
door leerlingen van een meisjes
lyceum. We bezochten de St.
Baaf's kathedraal, waar me het
schilderij „De aanbidding van het
Lam Gods" van de gebroeders v.
Eyck gingen zien en verder ook
werken van beroemde schilders
als Rubens. Ook bezochten we in
Gent 't kasteel ,,'s Gravensteen",
waar nog een pijnbank en een
guillotine te vinden waren. Onze
maag werd 's middags weer in
een meisjeslyceum gevuld met 'n
smakelijk maal. 's Middags maak
ten we een tocht door de Leie-
streek. De Leie is een klein ri
viertje, zoiets als de Linge bij
ons. In St. Martens Latem wer
den we rondgeleid door de ge
meentesecretaris van deze plaats,
de heer Van den Abeele, die een
voor ons nauwelijks verstaan
baar Vlaams sprak. In St. Mar
tens Latem hebben belangrijke
schilders en schrijvers gewoond
en er wonen er nog veel. Ook Jo-
han Fabricius heeft er gewoond.
Wij hebben er tevens het graf
van Emil Claus bezocht. In deze
plaats brengt ook de Belgische
koninklijke familie dikwijls va-
cantiedagen door. De omgeving
was bosachtig en met de zanderi
ge landwegen (met kuilen!) was
'het een schilderachtig geheel.
Om ongeveer vijf uur begaven
we ons weer naar de jeugdher
berg, waar Bert Decorte, een
Vlaams schrijver en dichter, ons
iets kwam vertellen over de
Vlaamse letterkunde. Hij deed
dit aan de hand van de staats
prijsuitreikingen aan schrijvers
en dichters-, ook de heer Decorte
heeft eens zo'n prijs ontvangen.
Op deze laatste avond van ons
Belgisch verblijf werd de heer
Dcprince als blijk van dank voor
alles wat hij ons had laten zien,
een boek aangeboden; als tegen
prestatie reikte de heer Dcprince
aan twee leerlingen, die het ka
meraadschappelijks! met elkaar
waren omgegaan, een medaille
uit.
Voor de laatste dag stond een
bezoek aan Antwerpen op 't pro
gramma. Antwerpen is volgens
de legende ontstaan op de plaats,
waar de hand van de reus Brabo
in het water werd gegooid; in
werkelijkheid is deze plaats van
een klein vissersdorpje tot een
grote stad uitgegroeid.
We bezochten het Museum
voor het Vlaamse Cultuurleven,
waar we alles over de ontwikke
ling van de Vlaamse muziekwe
reld konden zien. Ook werden er
fragmenten van Vlaamse muziek
ten gehore gebracht. Er lagen
kostbare handschriften van com
ponisten.
Ons middagmaal gebruikt
we in het warenhuis „Au
Marché", waar we eerst alle u'
trappen probeerden, 's Middag
werd het museum Plantin-M0p
tus bezocht; een oude drukken
uit de 10e eeuw, die zoveel nW
lijk in de oude staat is gel-iu
Het huis bestond uit 36 kamen
waaronder een keuken, slaapk'
mer, boekwinkel en bibliotC
Er is wel een groot verschil tul
sen de boeken van vroeger en nu
De eerste zijn veel degelijker
maakt.
Om ongeveer vier uur namp.
we afscheid van Antwerpen en
hiermede was ook ons bezoek
aan België ten einde. Iedereen
ging vermoeid, maar ook met
veel kennis verrijkt, naar Neder
land terug. We mogen wel zeg»en
dat we veel genoten hebben tij
dens dit korte bezoek. België
een gastvrij land, maar we heb
ben wel gemerkt, dat het er even
koud kan zijn als bij ons.
J. v. Buureu
SOLDATENMOEDERS OP
BEZOEK BIJ KONINGIN
Koningin Juliana heeft maan
dagmorgen op paleis Soestdijk 'n
delegatie ontvangen van 5 moe
ders van zich in Nieuw-Guinea
bevindende militairen of van mi
litairen die voor uitzending jD
aanmerking komen. De dame>
hebben de koningin een doo;
honderd moeders ondertekend
verzoekschrift overhandigd waar
in zij uitdrukking geven aan hun
grote bezorgdheid over het lot
van hun kinderen in N.-Guinea
en alles te doen wat mogelijk was
voor een vreedzame oplossing.
ZES BABY'S STIERVEN AAN
ZOUTVERGIFTIGING
In een kraam- en kinderkliniek
van het ziekenhuis van Bingham
zijn sinds vrijdag 6 van de 10 op
genomen baby's gestorven als ge
volg van een fout dieet.
Men vreest dat de kleintjes
zout in plaats van suiker is toe
gediend. Deze ontdekking werd
zondagmorgen gedaan door een
verpleegster, die wat suiker in
haar koffie wilde nemen. Een ba
by kan slechts een beperkte hoe
veelheid zout verdragen. De ver
pleegster, die het baby-voedsel
bereidt, is hangende het onder
zoek geschorst.
H
24).
„Nou, mijnheer", zei de dienster
ongeduldig, „maakt u misschien
nog wat voort? Ik heb nog meer
klanten te bedienen. Vooruit met
de geit! Ik zei, dat de schade één
gulden zestig bedroeg." Smidje
Verholen zat doodzenuwachtig
met zijn vingers in de vakjes van
zijn portemonnaie te roeren.
„Ja... ja, ik w... weet het", sta
melde hij ten atwoord. „Ik z...
zoek al naar die één g... gulden
zestig." „Maar u kunt ze zeker
niet vinden, hè?" zei de juffrouw
lijzig. „Dat smoesje kennen we!
Eerst eten ze zich een dubbele
maagkwaal aan allerlei lekkers
en als het dan op betalen aan
komt, kunnen de heren hun geld
niet vinden! Maar daar weten
wij wel een middeltje op." Ze
wendde haar hoofd naar de deur
en riep: „Pietje!" En daar kwam
Pietje al aan, langzaam en mach
tig met de handen op de rug.
Pietje was een levensgrote beul
van een portier. Zoiets van ruim
tweehonderd pond met de armen
van een bootwerker en de borst
van een flinke olifant. „Mijnheer
heeft geen geld. Pietje", zei de
dienster. „Ach. wat jammer voor
mijnheer", zei Pietje medelijdend.
„Wil ik misschien even helpen
zoeken?" Smidje Verholen liet
zenuwachtig zijn portemonnaie
aan Pietje zien. „Ik heb heus
niks", zei hij. „Ik d... dacht wer
kelijk, d... dat ik genoeg g... geld
bij me had". Pietje schudde mee
warig zijn grote hoofd. „Wat een
mens zich toch vergissen kan,
hè?" zei hij vriendelijk. Doch
plotseling greep hij smidje Ver
holen in de kraag en droeg hij
hem, alsof hij een veertje was, de
zaal door naar de buitendeur.
Daar ontving smidje Verholen 'n
reuzenschop onder zijn broeken
met een boog vloog hij op moe
der aarde af, precies met z'n kin
nebak op de keien. Hij werd er
wakker van, want het waren de
keien niet! Het was de planken
vloer van zijn slaapkamer, waar
hij nu met zijn kinnebak op lag.
„Wel verdraaid" mompelde smid
je Verholen. „Daar ben ik al weer
uit mijn nest gerold! En wat heb
ik nu weer voor 'n gekke drooin
gehad? Wie was die Pietje toch!
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
DE JEUGD VAN
TONY
ROMAN
door
A. v. ENGELEN
30).
Marietje was weer naar de
kostschool terug.
Tony deed zijn werk op de se
cretarie.
Meermalen viel het hem op,
dat hij in de omgang met de men
sen meewarig werd aangekeken.
Het kon hem overkomen dat,
wanneer hij zich bij een groepje
jongens voegde, 't gesprek stok
te. Dat vond hij zo ongewoon dat
hij naar de reden hiervan vroeg,
doch zij haalden hun schouders
op. Dat zou hij niet weten, kom
nou
Thuis hadden ze ook iets ver
nomen van de praat, die over To
ny door het dorp ging. Van Ber-
kel rustte toen niet vóór hij pre
cies wist wat de kwestie was.
Zoiets is vreselijk te vernemen
over een bloedeigen kind, maar
wie zegt dat het inderdaad zo is
gebeurd. De mensen zeggen het,
nou ja, de mensen!
Het lag voor de hand dat hij
Tony zelf opheldering gevraagd
zou hebben, maar... verkeerde
liefde weerhield hem.
Wel werd Dorus ter verant
woording geroepen; die had im
mers de taak om op hem te pas
sen. Deze was dus wel verplicht
te zeggen, dat Tony inderdaad
erg lief had gedaan met 't meis
je, maar zoiets, neen, dat was
toch niet in te denken!...
Waarom moest het Dorus in
vallen, dat beiden na hun voor-
drachtje veel te lang waren weg
geweest, terwijl Tony tot slot bij
het naar huis gaan zich vreemd
had uitgelaten.
Nu kreeg van Berkel het te
kwaad met zichzelf. Hij moest 't
huis uit, o God, welk een schan
de; enige maanden geleden nog
student voor priester en nu dit.
O, hij mocht er niet aan denken.
De somberste veronderstellin
gen spookten door zijn brein en
er bleef geen andere uitweg dan
de jongen zelf de pijnlijke vraag
te stellen. Maar... als zou moeten
blijken dat het vreselijke gerucht
waarheid bevatte, dan was dat
voor van Berkel's trotse nek de
genadeslag; reeds nu werd zijn
hart klein van vertwijfeling.
De hemel echter zou uitkomst
geven
Na het middageten, een dag of
tien na het fatale feest, kwam de
pastoor binnen. Dit was een on
gewoon uur voor bezoek, de tafel
was nog niet eens afgeruimd.
Maar ja, het zou wel in verband
staan met het geval van Tony.
De jongen was nog thuis en zat
verdiept in het huiswerk voor z'n
cursus. Nog steeds had vader de
moed niet kunnen vinden om
hem te ondervragen. Nu was de
pastoor er dan en misschien
wilde die de zware taak van hem
overnemen?
Dorus en Kees kregen 'n wenk
om zich te verwijderen. Tony
zelf moest blijven...
Pastoor ging zitten op de aan
geboden stoel en begon met de
vraag of van Berkel wist, wat
voor praat er door het dorp ging
over zijn jongste zoon.
Bart knikte droevig van ja.
„En gij, Tony?" vervolgde de
bezorgde stem van de priester,
„weet jij wat de mensen van jul
lie zeggen?"
„O, vertellen de mensen iets
verkeerds van oons^" verwon
derde zich de jongen.
„Ja, ge zoudt samen iets heel
verkeerds gedaan hebben!"
„O, nou begin ik er iets van te
begrijpen!! Het betrof zeker dat
kussen op 't feest! Was dat dan
zó erg? Natuurlijk, hij had dat
niet moeten doen, maar... veel
spijt er over kon hij toch ook
niet hebben! Wie zou het hebben
uitgebracht? Marietje? Of had 't
mogelijk iemand gezien?
En hij vergat daarmee, dat hij
aan pastoor nog steeds een ant
woord schuldig was...
„Nou, gif antwoord", zei vader
streng.
„Oe meneer pastoor, ik had 't
feitelük nie moeten doen, mar,
eerlijk gezeed begrijp ik nie, dat
de meensen daor zoveul drukte
over kunnen maoken!"
Pastoor keek van Berkel eens
aan. Deze schudde zorgelijk met
het hoofd, maar hij pastoor, ken
de Tony wel zo goed, dat hij be
greep, dat hier een misverstand
of liever afschuwelijke laster in
het spel was. Die mogelijkheid
had hij direct al overwogen, toen
hij het nieuws hoorde vertellen
door een gedienstige boerin, die
het óók niet geloofde, maar van
de andere kant: hij kende de
zwakheid van de mensen en had
Tony niet z'n aparte moeilijkhe
den op dit gebied? Hij wilde dus
zekerheid hebben.
„Vertel ons maar eens in het
kort, Tony, wat er gebeurd is,
voor je vader en mij hoef je je
niet te generen."
En de jongen vertelde dat hij
zich niet had kunnen beheersen,
toen hij met Marietje alleen was
en dat hij haar toen gekust had,
maar... zo schoot hij overeind in
verontwaardiging... verder was
er niets gebeurd, dat kon men
aan vrouw Schroevers vragen,
die direct daarop was binnenge
komen...
Vader voelde een centenaars-
last van zich afgenomen en had
moeite om zich goed te houden.
„Es 't dè mar alleen is gewist
munne joongen, dat heej 't zo
veul nie te betekenen".
Pastoor gaf de jongen nog een
ernstige vermaning, om toch al
tijd voorzichtig te zijn bij derge
lijke gelegenheden en daarna
ging hij heen. Op weg naar de
pastorie bepeinsde hij de gruwe
lijkheden van de laster, die in dit
dorp zo welig tierde. O, waarom
viel er niet een bliksemstraal
voor de voeten van dezulken, als
zij bezig waren met hun ver
vloekt bedrijf, opdat zij dooreen
hemelteken althans weerhouden
zouden worden!...
Vader kon aan moeder, die te
bed lag, gelukkig de tijding bren
gen van Tony's onschuld. Hoe c
ellendige week had zij achter
de rugZij had het aan het hart
en dit met Tony had zij niet kun
nen verzetten, het had haar gena
deloos op het ziekbed geworpen,
al kon zij ook in het huishou den
niet gemist worden met het oog
vooral op Anneke!
Het was een heel getob voor
Bart. Buurvrouwen moesten ko
men helpen, nu er twee zieken te
verplegen waren
's Zondags in de vroeg®15-
waarin de meeste vrouwen ko
men, maakten de gelovigen L-
ongewoons mee.
Na de gebruikelijke afkondi
gingen heeft pastoor hard nw
zijn boek op de preekstoel ge*3
gen, en terwijl allen angstig naar
hem opkeken, heeft hij het pun
aangeroerd, waarover zo
druk
werd gesproken door eenieder
(Wordt verve
CO p V r iq ht