UW MING M BELEVENISSEN VAN SMIDJE VERHOLEN Vh rZT^hle Concu"^* 10 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 18 MEI 1962 Nu nog maar een scheut of 'n steek. BRILLEN VRAGEN SERVICE rftr. Mi C-401 Het geheimzinnige geval Blythe tusen de Russen Kortchnoj en Geiler. Hét is een buitengewoon ingewikkelde partij, die het na spelen alleszins waard is. Wit: V. KortchnojZwart E. Geiler. Konings-Indisch. 1. d2-d4, Pg«-fö 2. c2-c4, g7-gG 3. g2-g3, c7-c6 4. d4-d5, Lf8-g7 5. Lfl-g2, d7-d6 6. Pbl-c3, 0-0 7. Pgl-13, e7-e5 8. 0-0, cGxdö 9. c4xd5, Ph8-d7 10. Pf3-d2 Tot zover alles theorie. Dr. M. Euwe geeft in zijn openingshoek de voorkeur aan de witte stelling. 10e_a7-a5 11. Pd2-c4, Pd7-c5 12. Pc3-b5Wit lanceert een scherpe aanval op de zwakke pi on dG. 12Pf6-e8 13. f2-f4, Lc8-d7 14. a2-a4, Wit mag niet 14. PdG: spelen, want daarop volgt 14-PdG: 15. PdG:, La4 1G. b3,ef4 etc. 14Pc5xa4 15. Ddlxa4, Pe8-c7 1G. Pb5xc7, Een dame-offer: Het is echter practisch gedwongen, want op 1G. Pe4-a3 volgt 1G. Pb5: 17. Ph5:, DbG-f- 18. Khl,Lb5: en zwart heeft hij een goede stelling een pion meer. 1GLd7xa4 17. Pc7xa8, b7-b5 18. Pc4-hG, e5xf4 19. gf4: vanwege Ld4+ en LbG: 10. gf5: vanwege Ld4-j- en LhG: met stukwinst. 19Tf8-e8 20. e2-e3, Te8-e7. Wit heeft een klein materieel voordeel, maar zijn stukken werken nog niet goed samen. Zwart begint op nieuw op complicaties te spelen, maar wit speelt even scherp te gen. 21. Tal-a3, Te7-c7 22. Pa8xc7 Dd8xc7 met gelijktijdige aanval op PhG en Lel. Wanneer Wit nu 23. Pc4 speelt, volgt niet bc4 van- wege Ta4:, maar veel heter g5! en zwart slaat met de dame op c4 en behoudt de loper. Op 23. Pa4: volgt 23. Dcl:-f- 24. Tfl,Dc4 25. PhG, Dc7 2G. Pa8, Dd8! en wint het paard. 23. Tf4-c4! Prachtig gespeeld! Op DbGvolgt 24. TcG, Dd8 25. h3! en Wit wint de loper! 23b5xc4 24.PbGxa4, h7-h5. Het derde ge deelte van de strijd begint. Zwart valt met dame en loper de witte koning aan. 25. Pa4-c3, h5-h4 26. g3xh4, Dc7-d8 27. Ta3-a4, Dd8xh4 Dreigt Del-j- etc. 28. Lcl- d2, Lg7-hG Dreigt Le3:Le3:Del-|- ctc. 29. Ta4-al, f7-f5 30. Pc3-e2, Dh4-e7 31. Kgl-f2Of 31. Pf4,Lf4: 32. ef4.%De2 33. Lc3.De 3-f- en 31Üe7-h4+ Df4: met allerlei kansen voor zwart. 32. Kl'2-fl, Dh4xh2 33. Talxa5, Dh2-e5 met aanval op pion b2 en e3. 34. Ta5-a8-f, Kg8-1'7 35. Ta8- a7 Ivf7-e8 36. Ta7-a8+, Ke8-f7 37. Ta8-a7+, Kf7-e8 38. Ta7-a8+ Remise. Aangezien beide spelers in he vige tijdnood verkeerden, zou een winstnoging van een van hen ui- met U, dat de antwoorden voor velen verhelderend zullen zijn. Antwoord 1: Dat er zo weinig arbeiders waren op de laatste al gemene vergadering van de KVP, slechts twee behalve de drie be stuursleden, kan dienen als be wijs dat er van die zijde geen druk op gezet is om ter vergade ring te verschijnen. Het is ook een gevolg van het totaal gebrek aan belangstelling voor vergade ringen. Dit verschijnsel doet zich regelmatig voor. Overigens hebt U kunnen vaststellen dat er slechts dertig stemmen zijn uit gebracht, waaronder die van een tiental bestuursleden. Dit op een totaal van rond tweeduizend le den. Dezelfde vraag zou dus aan de overige groeperingen gesteld kuimen worden. terst riskant zijn. Een vredig slot van een geweldig schaakgevecht Maar straks weet xieh geen raad san de slopende Rhenmatische Pijnen. Doe de beroemde Kruschen kuur, de kleine dagelijkse dosis, om 't bloed weer zuiver te maken. Duizenden gingen U voor en nog heel velen zullen Uw voorbeeld volgen. Een heerlijke ervaring, reeds na een betrekkelijk kortstondig gebruik, als vanzelf die pijnen te voelen wegvallen. Dat gebeurt naarmate het bloed gezuiverd wordt van de pijnver- wekkende onzuiverheden, die zich zijn gaan ophopen in spieren en gewrichten. Kruschen is de natuurlijke stimulans voor de bloed zuiverende organen. Waalwijk, 15 mei 19G2 Geachte Heer van Eijl, Waar ik de enige ben wiens naam door U genoemd is in de door U in dit blad gestelde vra gen, zult U het mij wel niet euvel duiden, dat ik U ook van ant woord dien. Ik zal trachten op Uw zeer con crete vragen ook zeer concrete antwoorden te geven en ik hoop Antwoord 2: De bestuursleden arbeiders, die bij behandeling in het bestuur der KVP het gewij zigde reglement hebben afge stemd hebben ingevolge goede democratische opvattingen op de ledenvergadering vóór gestemd. Uw „enig excuus" doet niet ter zake. Rij stemmen is het voor of tegen. Trouwens, U geeft zelf het antwoord: „fair play". Met het derde aanwezige raads lid kunt U alleen mij bedoelen. Ik neem tenminste niet aan, dat U de voorzitter van de KVP be doelt, die ook als raadslid aan wezig was. Welnu, mijn heer van Eijl, ik heb geen enkel excuus van U no dig. Spreekt U niet over een vol komen vrije stemming? Onge twijfeld is het woord solidariteit U niet onbekend. Verder begaat U ook weer dezelfde fout als an deren voor U. Hoe durft U bewe ren, dat ik de KVP verlaten heb? Ik heb de contributiekaart in mijn bezit; ik heb het lidmaat- schap niet opgezegd en het is mij tot op heden ook nog niet ontno men. De KVP heeft de gemeente raadsverkiezingen vrijgegeven, iets waarvoor ik jaren gepleit heb en zulks in het belang van de KVP zelf, opdat de hogere belan gen bij verkiezingen voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten, niet door de strijd bij de Gemeenteraadsverkiezingen ver troebeld zouden worden. U gelie ve daarvoor het verslag eens na te lezen, opgenomen in dit blad van vrijdag 12 december 1957, dan kunt U lezen hoe ik over de ze zaak denk. Weet U nog, dat U tijdens Uw „fel bewogen debat" (ik ontleen dit aan de pers) ophield en zei: „ik weet niet of ik gerechtigd ben te praten; ik weet niet eens of ik lid ben?" Herinnert U zich nog dat de penningmeester desge vraagd verklaarde dat U min stens vier, vijf of meer jaren ge leden bedankt had voor de KVP als voorzitter en als lid. Ik kon het waarderen dat de voorzitter Uw wel erg vrijpostig optreden sauveerde, maar ik kon het niet waarderen, dat U rustig door bleef gaan met 't hoogste woord te voeren.- dat U het aandurfde om zelfs een amendement in te dienen, waarover nota bene nog gestemd is ook en waarbij U, als ik me niet vergis, ook nog zelf aan de stemming hebt deelgeno men. Toen ik mijn zienswijze, na van de voorzitter het woord ver kregen te hebben, naar voren bracht, omtrent de wijziging in het aantal verkiesbare plaatsen van werkgevende middenstan ders en werknemende midden standers en het achterstellen van de enige landbouwer en onder meer voorstelde om de derde ze tel van de werkgevende midden stand weer toe te wijzen aan de werknemende middenstand, werd ik vanaf de bestuurstafel, maar niet door de voorzitter, onder broken met opmerkingen over 't aantal verkiesbare werknemers plaatsen. Dit laatste was totaal niet aan de orde en U zult 't kun nen aanvoelen, dat de hele verde re stemming mij vanaf dat mo ment slechts matig kon interes seren. OPTICIEN - WAALWIJK Antwoord 3: U noemt de uit drukking „de Werknemerspartij" misleidend. Ik had niet van U verwacht, dat U ook nog eens op dit aambeeld zoudt hameren. Op de eerste plaats betreft het hier geen „Werknemerspartü", doch een werknemerslijst. Bovendien betreft het een specifieke lijst van enkel werknemers, in de ruimste zin en doelbewust geen anderen. Nu de werknemers uit de KVP met een eigen lijst zijn uitgekomen, durven zij 'ook de consequenties daaraan verbon-" den, ten volle te aanvaarden. Het wachten is nu op de gedragingen van de Waal wij kse kiezers ten opzichte van hun lijst. Als er onder de eerste tien candidaten op de lijst der Katho lieke Unie acht werknemers zijn (als U over onze candidaten spreekt, dan noemt U ze arbei ders zie Uw vraag 2 doch wij vinden dat helemaal niet ver drietig) dan moet ik U verwijzen naar alle publicaties in de pers van de KVP (neem bijv. de Echo van maandag 2G februari 19G2) waarin de navolgende heren van Uw eerste tien zich bij de KVP candidaat hadden doen stellen: Middenstand: A. Meijs, A. Pul lens. Agrariërs: G. v. d. Broek. Werkgevers: P. v. Heesbeen. Vrije Intellectuelen: K. van Laack, P. v. Engelen. Volgens deze opstelling blijven er de heren van Loon, Mr. Rob bers, van Eijl en van den Boo- gaart als werknemers over. Hier klopt iets niet. Waarom haalt ook U er de lijst Brouwer weer bij? Wij hebben toch nimmer ge steld, dat de beide betreffende candidaten geen werknemers zijn? Met het geval van de heer van den Broek gaat U toch te ver. Ik heb inderdaad met instem ming van de heer van den Broek, omdat hij zijn bril vergeten had en het verstrekte reglement niet kon lezen, maar bovenal als mijn persoonlijke mening geuit, dat het niet juist is om de enige landbouwer die zitting heeft, van de zesde naar de twaalfde plaats te drukken. Ook al zijn de agra riërs in Waalwijk, zoals gesteld werd, niet meer voldoende in aantal om zelf een zetel te halen, dan nog, zo stelde ik als mijn mening, moet men deze groepe ring, die ten bate van het alge meen belang zulke zware offers moet brengen, niet zijn enige af gevaardigde in de gemeenteraad ontnemen. U kunt zich dit alles toch herinneren, mijnheer van Eijl? Nu gaat U er trots op, dat U ook een landbouwer hebt op genomen. Wel, daar zijn wij ver heugd om en dat ik toen gelijk had, al kreeg ik van niemand steun, ook van U niet, mijnheer van Eijl, bewijst het feit dat de Katholieke Unie de heer van den Broek weer netjes op de zesde plaats heeft teruggebracht. Meent IJ werkelijk, indien dit niet met onze inzichten in strijd was ge weest. dat wij geen landbouwer, geen middenstander, zelfs geen fabrikant op onze lijst hadden kunnen krijgen? Misschien toch nog een goede tip voor een vol gende gelegenheid. Ik eindig mijn antwoord op vraag 3 door te stel len dat de „Werknemerslijst" niet mijn lijst is, doch onze lijst, waarop ik het voorrecht geniet lijsttrekker te zijn. Antwoord 4: Met het laatste reglement van de KVP bent U niet goed op de hoogte. Wilt U even artikel 8 opslaan op blad zijde 4? U leest dan, sub 2, om trent de verdeling in zes groepen en sub 3 omtrent de aanwijzin gen. Bij de eerste aanwijzing ko men er twee arbeiders, 'n werk gevende middenstander en een werkgever, totaal vier. Bij de tweede aanwijzing komen drie arbeiders, twee werkgevende middenstanders, een werkgever, een vrij beroep of intellectueel, een agrariër, een werknemende middenstander, totaal negen. Sa men zijn er dan reeds dertien plaatsen in de genoemde volgor de aangewezen. De eerste werk nemende middenstander komt dus op de dertiende plaats. Als dus de plannen waren doorge gaan bij de KVP waren niet twee werkgevende middenstan ders, doch drie werkgevende mid denstanders gekozen en geen werknemende middenstanders. U zult toch de dertiende plaats niet als verkiesbaar willen be schouwen. Over de werknemende middenstand gesproken. Steeds lees ik in de berichten van Unie zijde, dat de werknemers geen candidaten gesteld hebben bij de KVP, maar nergens lees ik dat de werknemende middenstand even min is komen opdagen. Het be treft dus twee van de zes groepen uit het reglement en U zult nu wel begrepen hebben waarom on zerzijds gesteld wordt dat de ver houdingen verstoord zijn in het nieuwe reglement. Het betreft verhoging voor de werknemende middenstand met een verkiesbare plaats, verlaging van de landbou wersplaats van zes naar twaalf en verlaging van de werknemen de middenstand naar de als on verkiesbaar te rekenen dertiende plaats. Het wil er bij mij niet in dat het begrip werknemer niet door U zou worden verstaan. Het voortdurend geleuter hierover is even zinloos als doelloos. U moogt ons noemen zo U wilt: ar beiders, werknemers, loontrek kers of hoe ook. Weet echter dat de benaming „werknemers" reeds zestien jaar gebruikelijk is als officiële benaming bij de KVP. In alle stukken van de KVP, ook in het vorige reglement werden arbeiders van hoog tot laag en van hoofd of hand werknemers genoemd. De twaalfhonderd georgani seerde arbeiders zijn heus niet de enigen die achter onze lijst staan. Zij vormen echter wel met hun gezinnen een belangrijke en hoog gewaardeerde steun in de rug. Het is beslist onjuist, mijnheer van Eijl, dat heel de lijst is sa mengesteld uit georganiseerde arbeiders, doch hoe het precies zit doet niet ter zake. Ook de vele ongeorganiseerde arbeiders, de leden van ARKA, K.O.B. enz. zijn in onze ogen zeker werknemers of hoofdarbeiders, als U daarte gen geen bezwaar hebt. Zij zijn hartelijk welkom en wij versma den hun stem niet. Ook dit is een punt, dat bij een volgende gele- geheid aandacht verdient. Be dankt maar weer voor Uw tip. Ik ga volledig accoord met uw slot conclusie: „Met het op een top drijven van tegenstellingen is niemand gebaat". Actie door schrijverij is nim mer onze bedoeling geweest en wij zullen dit niet doen actie op onjuistheden of minder kwetsende moet als onvern beschouwd. Ik hoop gaarne dat de me üifi^l^ol Mra1*' nntwoorJing nu eindelijk 5 mosfeer gezuiverd heelt mat' evenzeer de bedoeling van antwoord. tóiïsta pulk vraag Jag nit li J. J. M. AN HEESW|jK ^stl niet ^besti de steil Geachte Redactie, De helden zijn vermoeid n schone filmtitel past dunktnü de antwoorden van de zijde pï s'oor de candidaten van lijst 2 enV1 igen bestuur van de KAB in ir„ rhreke KAB in Uw van maandag j.l. U hebt er hoop ik geen zwaar tegen, dat ik ook nu even antwoord. Met hartelijke dank. Hoogachtend, P. J. M. VAN ENGELEV Vice-voorzitter van de Waalwijk van de KVP af' ifbreke niet reden zou .ten zo litiel stciuni dan angen löigens Let een jverst tegen Candidaten, Uw brief van maandag jj, is moet naar de samensteller de KAB-brief, die aan de ledï werd gezonden. In die brief up zeer duidelijk gesuggereerd d de lijst 2 een KAB-lyst is haalde reeds een stuk uit <i brief aan maar het is misschien nuttig het nog eens te doen D; brief spreekt van een Candida- tenlijst die is samengesteld van uit alle geledingen bij de K\r aangesloten personen". Volgens Uw laatste brief heeft U „contacten gelegd met ver schillende daarvoor in aanmer. king komende personen uit werk nemerskringen in de ruimste zin". Is die „ruimste zin" zo uit gevallen, dat U toevallig alleen liefhebbers uit de KAB heeften vonden? Of vindt U dat iedere werknemer die niet bij de KAB aangesloten, geen werknemer meer is? Voor ieder lezer van deze dis- cussie moet het toch duidelijk i zijn, dat mijn bezwaren tegen de 1 brief van het KAB-bestuur (geen voorlichting, maar reclame' niet zijn weerlegd. Nogmaals herhaal ik deze: 1. Het argument, dat het KAB- bestuur aanvoert voor het uittre den uit de KVP van de werkne- copvnqht ovorv tan hc ]e KAB Geacht l' dwaï Smidje Verholen bleef beteuterd achter. Daar had hij de kans ge had in één slag uit de moeilijk heden te zijn en daar was hij door zijn eigen stommiteit zijn laatste tientje ook nog aan deurwaarder van Peuteren kwijtgeraakt „Bah!" bromde de smid, woe dend zijn venster open gooiend. „Bah! Wat een stomme hond ben ik! Het is om jezelf op de kop te timnieren. Stuk os, dat ik was! Stuk rund! Stuk ezel! Jon ge, jonge, jonge, hoestgosmoog- luk! Elfduizend tweehonderd zes tig gulden most-ie hebben en ik dacht elfduizend tweehonderd vijftig! Wat stom, wat stom! Weg tientje voor mij!" Zo stond Verholen te mopperen voor zijn open raam en hij keek naar bui ten, waar het al net zo'n naar geestige boel was als binnen. Het was zacht geworden, het dooide en het regende. Niemand liep op straat en het enige dat er te zien was, was een massa papperige, dooiende sneeuw. „Verdraaid- nog-is-an-toe", mompelde smidje Verholen. „Ik ga naar vrouw Krent. Of nee, laat ik liever naai baas Bukblazer gaan. Misschien wil die me voor een half uurtje een gulden lenen. Dan kan ik tenminste weer geld maken met mijn wonderbeursZo gezegd, zo gedaan. Nog geen vijf minuten later stond smidje Verholen in de winkel van de heer Bukblazer. „Een gulden lenen?" vroeg deze heer verwonderd. „O nee, zeg! Ik denk er eenvoudig niet aan. Ie dereen weet toch immers, dat jij al maanden niet goed meer bent voor je centen!" En hoe smidje Verholen ook smeekte en soebat te, baas Bukblazer was niet te vermurwen. Hij wilde zelfs geen cent geven. Onverrichter zake ging smidje Verholen daar dus de winkel uit. Merkwaardiger wijs stapte er even later 'n deftig oud heertje de winkel binnen. „Een paar goede exportsigaren asjeblieft, vriend Bukblazer",zei het heertje. „En eh... vertel me eens, wat moest die Verholen hier? Baas Bukblazer deed de be stelde exportsigaren in een zakje en antwoordde: „Hij wilde bij mij een gulden lenenVoor een half uurtje, zei-ie. Stel je voor! De man bezit geen cent meer. Hoe moet hij dat dan terugbeta len? Zeg nu zelf!" Het oude heertje lachte tevreden en zei: „Hihini, gelijk heb je beste man! Zo'n vent verdient het niet! Geef hem maar niks, hoor!" FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" Een oorspronkelijke speurders roman door J. F. VAN NUGTEREN 5). Als hij ging lopen, zou hij te gen tien uur bij die notaris kun nen zijn een behoorlijk uur om een erfenis te incasseren... Het weer was gelukkig opge klaard het liep tegen eind fe bruari en er scheen nu een vro lijk zonnetje. Een fikse wande ling zou hem goed doen en Ha rold Launders hield er van door het grote Londen te wandelen. Met welbehagen snoof hij de geuren van aarde, vermengd met de lucht van benzine van de vele auto's van Hyde Park op. Hoe vaak had hij hiernaar niet ver langd tijdens zijn verblijf in het warme India! Nadat hij langs Piccadilly Circus was geslenterd en later over Union Square, nam hij een taxi, om zich naar Bir- minghamstreet te laten rijden. De chauffeur stopte op het opge geven adres. „Notaris Forbes meneer? Num mer zes en negentig". „Ja, allright". Hij betaalde en betrad de hoge stoep van 't voor naam uitziende huis van de no taris. Aan de gevel was een groot marmeren bord bevestigd, waar op stond: „Forbes and Forbes, notarissen". Hm, vader en zoon zeker, hij zou maar naar de oude heer vragen. Op zijn bellen werd de deur geopend door een onver schillig uitziende, slungelige jon gen van een jaar of zestien. Zijn taal en spreekwijze waren al even slordig als zijn uiterlijk, hetgeen Launders verbaasde en hem bo vendien met wantrouwen vervul de. Als deze knul een bediende moest zijn van de notaris. „Munneer", vroeg de knaap nonchalant, „wat wenst u?" Opgevoed in stijl en sfeer van goeden huize, ergerde het optre den van de bediende hem uiter mate. „Is meneer Forbes op kan toor?" vroeg hij tamelijk nors. Onverstoord en niet het minst uit het veld geslagen door de nors gestelde vraag van de vreem de, klonk de wedervraag: „Wel ke meneer Forbes bedoelt u de oude of de jonge?" De ergernis van de vorige avond kwam weer terug bij Launders. Wel vervloekt, daar was waarachtig weer een ander exemplaar om hem uit zijn hu meur te brengen. Nijdig en on willig om 't vraag- en antwoord spel nog langer met 't joch voort te zetten (hoe kon een notaris in 's hemelsnaam zulk 'n toonbeeld van slechte opvoeding en bruta liteit in dienst nemen) snauwde de bezoeker nu: „De oude heer Forbes. En wat vlug asjeblieft." Tot zijn grote verbazing bleek de knaap allerminst uit het veld geslagen door zijn uitval. Teme rig en naar het Launders leek met iets van heb-maar-niet- zo'n-kouwe-drukte in z'n brutaal blikkende ogen, meende de pseu- do bediende nog in 't midden te moeten brengen„Ik weet niet of de ouwe meneer..." Nu echter was het de ander genoeg. Hij duwde het joch opzij, stapte in de hal, nam een visitekaartje uit zijn portefeuille, hield dit de be diende onder diens grappige wip neus en blafte de jongen toe: „Wat jij wel of niet weet, inte resseert me geen steek. Dien me onmiddellijk aan bij je patroon en overhandig hem dit kaartje. En vlug alsjeblieft." Het joch bemerkte wel dat met de bezoeker niet viel te spotten. Nochtans en Harold Launders, die op grond van zijn opvoeding zo zij eigen opvattingen had over arbeiders, inbegrepen aankomen de notarisbedienden en volstrekt niet bereid was een of andere geestige volkstrek in hen te waar deren, verbaasde zich uitermate leek het joch immuun voor 't op zo barse toon gestelde bevel. „Allright", zei de knaap, ter wijl hij de buitendeur sloot en daarna een andere deur opende. „Wacht u maar even in deze ka mer." Nog niet bekomen van zijn verbazing over het onbehoorlijk optreden van de volksjongen viel Harold Launders in een andere verbazing,toen hij aan het einde van de lange gang hoorde flui ten „It 's a long way to Tippera- ry". Vooraleer de jongste aanwas van het notarishuis Forbes and Forbes de deur van de werkka mer van zijn patroon betrommel- de (een handeling, welke zijn meester altijd weer ergerde door de luidheid) had hij nog snel en nieuwsgierig de naam op het kaartje gelezen. „Harold Laun ders" las hij en mompelde dan minachtend: „...en anders niks, geeneens een titel van lord of sir, had bokkenees er bij moete late drukke..." Op het knorrige „ja" opende hij de deur van het privé-kan- toor. Hij trad op het bureau toe van notaris Forbes en zei, terwijl hij het kaartje neerlegde: „Daar is een meneer oin u te spreke... hij schijnt erg veel haast te heb ben en hij moet..." Vanachter een groot, antiek schrijfburaeu, waaraan notaris Forbes zat met het gezicht naar het venster en de rug naar de deuropening, wendde zich 'n oud, tanig gelaat met een ouderwetse knijpbril op een formidabele neus, naar zijn jongste bediende. Driftig viel de oude uit: „Ja John, terzake asjeblieft en kort, vooral kort Dat heb ik je in die paar maanden dat ik het twij felachtige genoegen heb van je assistentie getuige te zijn, al ver scheidene malen gezegd. Nu, wat is er, moet die meneer Launders per sé mij spreken of kan meneer junior het afdoen? Ik heb niet veel tijd." Er gleed een schelms lachje als een vlugge schaduw over 't vrij moedige snuit van de voor een besliste mislukking voorbestem de jongste bediende van het res pectabele huis Forbes and For bes. Zou fijn zijn, dacht hij met inwendig genot, als de ouwe heer de vent afscheepte, omdat ie geen tijd had... Toch deed hij zijn plicht: „Nee, meneer, hij moet beslist u spreken. Hij zei senior." Notaris Forbes kneep met ner veus bevende hand zijn gouden pince-nez vaster op zijn neus, las nogmaals de naam op 't kaartje en mompelde: „Launders... bui ken ik niet." Dan, zich tot zijn bediende wendend„Wat wil die meneer Launders, heeft meneer dat niet gezegd?" De knaap wreef zijn wipneus en stamelde, tocb wel met een beetje ontzag er angst voor de oude heer: „Na meneer, ik wou 't nog vragen, maar toen zei ie..." „Ja, ja, het is al goed", klonk het driftige antwoord, „laat me neer maar bij me binnen en ont houd nu voor eens en altijd jop- geman, dat je beleefd moet zijn tegen bezoekers. En spreek niet altijd over „hij" en „toen zei-ie. maar „meneer zei". En praat nip zoveel en onnodig, anders kan i» je hier op mijn kantoor niet lan ger gebruiken." (Wordt vervolgd die noe in. Da; wat irijft. aan. nderda iwaar van c KVP, [welke 1de. T( reglei ird en trokker laat ge dis eer !»n dar Rtt lijs: I schri Hal i de KA trioor. 1 .or het ;!!ens ii Isam? [)e hee IP teru si,se vo eer van et niet eest di< deinen j „star Van h' 4 steec werke tden va jewees Van de Idelings it me zijn p een alU siuursl steek Geacht Mag ik eerst -i ben legenhi ide h( rd te Als U enen, c in steil •et zie .orden Wat s> 1? brief ibeperl an IJ d i spiegi is tc erhinde omen. 1 ld, als K dooi acties -spreker anleidir "en. Een d «merk ïbben is ■woon poord o .''leden ?f ik r tt deh; fc miji •■'de \vi e besch Ik stel Hint. 1 spree en Die ,'k hel «nnedj voor •k niet van f eerli toeho

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1962 | | pagina 10