wAAlwijkse en UnqstRAAtse couratu
Een kwart-eeuw „Cowa
ANDERE TIJDEN - ANDERE ZEDEN
GEDACHTEN VAK EEN BOUWPASTOOR
Schoenindustrie en handel hebben te
maken met veranderende gewoonten.
Baby Paradijs
Kinder-Paradijs
Oprichter-directeur, de heer A. J. van der Ven,
bracht zijn bedrijf tot grote bloei
hogere eisen
voorzichtigheid
TILBURG
99
De weg tot dit succes was bezaaid met hindernissen
VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1962
84e JAARGANG No. 68
OTU O .l. WVU.li^ U 11U. Uö
De rcho vam het Zuióen
Stoomdru^
goofdredacteur: JAN TIELEN
Cironummer 1069687
pit blad verschijnt 2l x per week
Opgericht
1878
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel; Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167- 2002
Abonnement:
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contract-advertenties: speciaal tarief
Telegram-adres „Echo"
op de voet
Talrijke factoren hebben de laatste .jaren de koopgewoonten in ons
land drastisch veranderd.
Deze veranderingen vroegen en vragen nog steeds om aanpassing
van industrie en handel; aanpassing d:e minder vlot verioopt naar
mate er in een bepaalde branche oude gewoonten geworteld zijn.
Zo'n branche bij uitstek is de
schoenenbranche.
Wat was er tot voor kort sedert
vele decennia aan uiterlijk en in
richting van vele schoenenzaken
veranderd?
Hoe oud zijn niet de koopgewoon-
ien en de verdere handelsgebrui
ken. Zij vonden tot voor weinige
jaren als het ware weerspiegeling
in de wijze waarop de verbruiker
schoenen kocht onderhield en sleet.
Schoenen voor het werk, schoe
nen voor na het werk en schoenen
voor de kerk: voor de zondag.
Schoenen die jarenlang „mee" gin-
£en. die alsmaar opnieuw verzoold
-erden en die niet zelden van va
der op zoon, in 't algemeen van ou
der op jonger gezinslid overgingen.
Het gedegen, bescheiden stan
daard-sortiment van fabrikant en
winkelier bepaalde in hoofdzaak de
omzet.
ilikvangers" werden in de sei-
iopruiming door „buitenbeen
tjes" (de „nozems" van „toen") ge
kocht; gewaagde modellen beteken
den in de meeste gevallen even zo
vele stroppen.
De functies van fabrikant, gros
sier en winkelier in die dagen wa
ren sterk gescheiden en omvatten
weinig meer dan de omschrijving
die een goedkoop woordenboek er
voor geeft.
Andere tijden, waarin o.m. een
verhoogde welstand Koning Mode
tot machtig heerser uitriep, „spor
tievere" kleed- en levensgewoonten
met veel vrije tijd en minder „zor-
voor morgen" gingen van de
erse geledingen in onze branche
1 andere diensten verlangen.
Ontwikkeling van verkeer en pu-
bliciteitsmiddelen brachten 't plat
teland tot de grote stad; overal te
gelijk verlangt men nu de laatste
snufjes, om zo te zeggen het laatste
„wereldmodenieuws".
BUITENGEWONE VERGA
DERING „AMSTERDAMSE
LEDER"
De Amsterdamse Leder
maatschappij N.V. te Oister-
wijk zal op 12 september 1962
's middags 4 uur in 't gebouw
van de industriële club te
Amsterdam een buitengewo
ne algemene vergadering van
aandeelhouders houden. Als
enige punt der agenda zal in
de vergadering behandeld
worden de benoeming van
prof. mr. D. Simons te 's-Gra-
venhage tot lid van de raad
1 van commissarissen.
Zelfs de dorpswinkelier moet zijn
geachte cliëntèle de meest uitge
breide collectie kunnen presenteren.
Ook hij moet van seizoen tot sei
zoen zijn „handel" vernieuwen. Het
gedegen, bescheiden standaard-sor
timent, dat vroeger zozeer zijn om
zet bepaalde, neemt nu een in elk
opzicht bescheiden plaatsje in. De
winkelier is de voorpost van de
mode geworden; de verdeler van de
laatste snufjes; de man die bij elke
inkoop gokt als hij niet over een
helderziende blik beschikt.
De grossier zag zijn arbeidsterrein
•uitgebreid tot complete bankiers
activiteiten, hij is ten dele de kre
diet-gever geworden van de velen
Er is in de schoenenbranche heel wat veranderd sedert de eerste
Waalwijkse schoenmakers in groepsverband begonnen aan „serie-pro
ductie". Dat de evolutie met rasse schreden plaats vond, moge blijken
ui! het feit dat kleinzoons van de heer A. v. Delft (links op de foto)
•hans leidinggevende functies bekleden in moderne schoenfabrieken
Overigens werd vroeger de schoenmakerij niet altijd in de open
lucht gepleegd. Alleen dan wanneer het weer zich van zijn beste
Kant liet zien, verhuisde de vader met zijn zoons naar de open-
tocht om daar de productie voort te zetten, 's Winters en bij minder
loed weer bleef men veilig onder dak.
die de veranderde gewoonten (nog)
niet snel genoeg konden volgen of
van hen wier liquide middelen de
noodzakelijk grotere investeringen
niet direct konden dragen. Wij den
ken hierbij aan de verbouwingen
en vernieuwingen die de goede ou
de schoenwinkels ook weer naar
de eisen des tijds in ware koop
paleizen moesten omtoveren.
De fabrikant is tevens depothou
der van zijn eigen producten ge
worden, waarmee hij zich in feite
op het errein van de groothandel
begeeft.
Hij dient er voor te zorgen (het
wórdt domweg van hem verlangd)
dat hij uit een omvangrijke collec
tie naar de grillige gunst van het
publiek dingende modellen, op het
moment dat het koning-consument
behaagt, zijn definitieve keuze te
bepalen, de juiste artikelen in on
beperkte mate beschikbaar heeft.
Dan immers en dan alleen kan
zijn product op het juiste moment
een snelle weg naar de verbruiker
afleggen.
Is de keuze van het grote publiek
eenmaal bepaald, dan is elk tijdver
lies fataal. Kan A dan niet aan de
vraag voldoen, dan zal men zich tot
B wenden enzovoort. Wat kommert
men daarbij nog om onderhoud of
„een paar voor de zondag"? Wat
kommert men nog om. om alles
wat vroeger zo'n grote rol kon spe
len bij de keuze van schoenen
Zeker, wij generaliseren, zonder
dat kunnen wij in dit korte bestek
zo'n omvangrijk onderwerp niet be
naderen.
Toch willen wij ons aan het slot
van ons betoog enige extra voor
zichtigheid opleggen. Wij willen
n.l. niet verhelen dat de „andere"
tijd voor sommige bedrijven een be
nauwende strijd om het bestaan
heeft ingeluid.
Natuurlijk was en is het niet ie
dereen gegeven aansluiting te hou
den met alles wat in zo snel tempo
in nieuwe banen werd geleid.
Het zou echter van weinig onder
scheidingsvermogen getuigen wan
neer men constateerde (en dat ge
beurt o zo vaak!) dat de hele schoe
nenbranche in de put zit.
Evenzeer is het fout wanneer be
paalde personen of bedrijven me
nen zich de „zwakke" gedragingen
van de allerzwaksten als „algemeen
geldend" te moeten eigen maken.
Een hoogstaand zaken-moraal is n.l.
een van de grootste krachten die
het voortbestaan van een vrije de
mocratische samenleving moeten
verzekeren
XXVI
De Bisschop was altijd de eerste voornaamste zielzorger in de Kerk.
Het parochiesysteem dat al in de eerste eeuwen zijn intrede deed, was
dan ook bedoeld als een steun van de bisschoppelijke zielzorg. Daar
om was de verbondenheid van de Bisschop met de parochie vanzelf
sprekend. De Kerk heeft zich dan ook altijd verzet tegen het streven
om deze band losser te maken.
Ze heeft dit echter niet helemaal kunnen verhinderen. Toen de
Germaanse stammen na de doop van Clovis (436) het Christendom
begonnen te aanvaarden, moesten er vele nieuwe kerken gebouwd
worden. Maar niet alleen de Bisschoppen gingen kerken bouwen,
ook de koning, de adel en grondbezitters deden zulks. Aanvankelijk
aanvaardden de Bisschoppen deze hulp zeer gaarne. De bouwheren
echter beschouwden de door hen gebouwde kerken als hun persoonlijk
eigendom. Daarom ook kozen ze zelf een priester uit voor hun kerk.
Dat deze keuze niet altijd geïnspireerd werd door bekwaamheid en
deugdzaamheid, laat zich gemakkelijk indenken. Zelfs werden er
wel eens onwaardige dienaren aangesteld. Het gevolg was dat de
zielzorg in deze „eigen kerken" veel te wensen overliet en ook dat
zij steeds losser kwam te staan van de Bisschop.
Als tegenwicht stichtten de Bisschoppen domscholen, een soort semi
naries, waar een betere vorming aan de toekomstige geestelijkheid
werd gegeven. Aan de kerken waar zij deze priesters aanstelden, ga
ven zij grotere rechten: daar alleen mocht het Doopsel toegediend
worden; trouwen en begraven gebeurde uitsluitend in deze kerken;
op grotere feestdagen waren de gelovigen verplicht daar naar de kerk
te gaan, want in kleinere kerken mocht dan de Eucharistie niet ge
vierd worden. Alleen deze z.g. bisschoppelijke kerken waren de
eigenlijke parochiekerken.
Zo bestonden er in de Middeleeuwen twee soorten kerken: de
„eigen kerken" en de bisschoppelijke kerken. De eerste voelden zich
tamelijk zelfstandig en enigszins onafhankelijk van de Bisschop;
aan de tweede werden door de Bisschoppen grotere rechten toege
kend Deze gang van zaken verzwakte de verbondenheid met de Bis
schop, hetgeen op de duur een groot nadeel werd voor de zielzorg.
Bouwpastoor St. Thomasparochie.]
P. STEVENS,
T Stratumseind 4, Eindhoven.
Giro 362716
Een moderne fabriekshal, serie- productie het hele
(Interieur-foto: JIMMY JOY - Wa alwijk)
jaar door.
1 r*
Heuvelstraat 85, Telef. 21625
Jul. v, Stol bergstraat 10
speciaal wiegen en
Telefoon 32909
baby-uitzetten
speciaal kinderwagens
Maandag 1 oktober a.s. wordt bij „Cowa" (afkorting van Confec
tie Waalwijk) een dubbel zilveren jubileum gevierd. Dan zal n.l.
het heugelijk feit worden herdacht dat het bedrijf een kwart eeuw
geleden werd opgericht 'en dat het al die jaren onder de energieke
leiding stond van de oprichter-directeur de heer A. J. van de Ven.
Zilveren zakenjubilea zijn heus j
geen zeldzame gebeurtenissen en als
de jubilerende directeur zijn zin had
gekregen zou de buitenwereld wei
nig van dit dubbel jubileum gemerkt
hebben. Maar zijn naaste medewer
kers, zakenrelaties en verschillende
vooraanstaande figuren uit de con-
fectie-industrie dachten er blijkbaar
anders over.
De moeilijke omstandigheden waar
onder dit voor Waalwijk unieke be
drijf zich tot een dergelijk peil heeft
weten op te werken waren voor hen
redenen te meer om dit jubileum aan
te grijpen als een welkome gelegen
heid de „Cowa" en zijn energieke,
maar steeds bescheiden directeur eens
in het middelpunt van de belangstel
ling te plaatsen.
Er heeft zich een officieel huldi
gingscomité gevormd dat als volgt is
samengesteld;
de edelachtbare heer J. L. P. M.
Teijssen, burgemeester van Waal
wijk, en de heren H. J. Mansfeld,
Amsterdam, voorzitter van het Ne
derlands Economisch Verbond van
de Confectie-industrie, L. de Jong,
Almelo, voorzitter van de Vereni
ging van Nederlandse Fabrikanten
van heren- en jongensbovenkle-
ding, F. C. M. Mutsaerts, Tilburg,
W. Janssens, Oisterwijk.
Naast dit huldigingscomité heeft
De jubilerende directeur-oprichter
van de „Cowa"-fabrieken.
zich uit het bedrijf een uitvoerend
comité „Een kwart eeuw Cowa" ge
vormd dat bestaat uit de heren C. J.
Swinkels, bedrijfsleider, P. A. M. de
Kroon, hoofd-boekhouder, L. N. van
Meeuwen, afdelingschef en M. C. A.
van Dolder, vertegenwoordiger.
Zij hebben met grote voortvarendheid
de voorbereidingen voor een waardi
ge viering van dit dubbel jubileum
ter hand genomen, zodat 1 oktober
a.s. voor de directeur en de circa 120
medewerkers(sters) bij „Cowa" een
gedenkwaardige en feestelijke dag
belooft te worden.
Dat er voor een feestelijke en dank
bare herdenking alle reden is moge
onze lezers blijken uit de hierna vol
gende bijzonderheden over de „ups"
en „downs" van dit bedrijf, dat op
de weg naar succes heel wat moeilijk
heden moest overwinnen.
HOE HET BEGON
Op 1 oktober 1937 werd in het
Handelsregister van de Kamer van
Koophandel als een nieuwe onderne
ming ingeschreven:
Confectiebedrijf „Cowa", Waalwijk.
Doel: Het fabriceren van herenbo-
venkleding.
Oprichter: A. J. van de Ven, Waal
wijk.
Dat klonk allemaal zeer veelbelovend,
maar de werkelijkheid was voorals
nog uiterst bescheiden van opzet.
In de Grotestraat, ter hoogte van
de tegenwoordige Wilhelminastraat,
dreef de heer v. d. Ven een maat-
kleermakerij annex een filiaal van
Klumpers' Herenconfectie. Zijn vak
bekwaamheid en zijn liefde voor dit
mooie handwerk bezorgden hem een
goede naam als maatkleermaker, doch
hij realiseerde zich al spoedig dat de
toekomst voor dit handwerk geen
gunstige perspectieven opende. Hij
voorzag dat de confectie steeds meer
terrein op de maatkleermakerij zou
veroveren. Zijn ideaal was daarom:
zelf herenkleding te gaan confectio
neren.
Maar een confectiebedrijf dat het
in kwaliteit en prijs met succes tegen
de concurrentie zou kunnen opnemen
vereiste behoorlijk kapitaal en ge
schoold personeel. Het ontbrak de
heer v. d. Ven echter zowel aan het
een als aan het ander, maar niet aan
zakelijk inzicht en doorzettingsver
mogen. Wat hij zich eenmaal in het
hoofd had gezet moest er komen.
En zo ging „Cowa" (Confectie
Waalwijk) op 1 oktober 1937 van
start in een kamer boven de „Klum-
pers"-winkel, waar een paar meisjes
de nodige vaardigheid werd bijge
bracht in de vervaardiging van heren
pantalons. Het was een experiment
dat heel wat problemen opleverde,
waarvan het verwerven van een so-
liede klantenkring wel het grootste
probleem bleek te zijn. Vele teleur
stellingen en kinderziekten moesten
overwonnen worden eer deze eerste
schuchtere pogingen succes oplever
den.
Voor menig jeugdig ondernemer
zou een dergelijk moeizaam begin te
zwaar zijn gevallen, maar de heer v.
d. Ven bleef volharden en door zeer
voorzichtig manoeuvreren en bijge
staan door enkele toegewijde mede
werkers en medewerksters wist hij
zich staande te houden en met hard
werken, stap voor stap een behoorlijk
rendabel bedrijfje op te bouwen.
BEDRIJF VERWOEST
HERHAALDE
VERHUIZINGEN
De oorlog 1940 - 1945 dreigde
echter dit moeizaam verkregen resul
taat weer geheel te vernietigen. Aan
vankelijk schiepen de grondstoffen-
schaarste en de vele andere belemme
ringen van het bedrijfsleven grote
problemen, maar de heer v. d. Ven
wist zijn bedrijfje draaiend te houden
en zelfs geleidelijk uit te breiden.
Doch een V 1-projectiel, dat zoveel
verwoesting en menselijk leed over
Waalwijk bracht, scheen definitief 'n