wAAlwijkse en UnqstRAAtse couRAnt Een miljoen woningen 1945-1962 de woningbouw na de oorlog KÜ22 PU ROL PamP°breekt Dan»®8 Veel en toch niet genoeg Dm»WC handen De begrafenis van Prinses Wilhelmina de kracht van een verkoudheid Werkgevers Horeca: prijsstop weg, dan C.A.O. Herdruk van „Eenzaam maar niet alleen" Herdenking op scholen 8 december geen toneel, film en sport Roofmoord te Amsterdam? WAMFA-f handen HAMEA-GELEllIi^2ld Bouwactiviteit in dit jaar afgenomen Dr. Platteel, burge- gemeester van Ede VRIJDAG 7 DECEMBER 1962 84e JAARGANG No. 96 De tcho vAn het Zuióen Uitgever ^aalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Gironummer 1069687 Dit blad verschijnt 2 x per week Abonnement 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p.p. Advertentieprijs: 10 cent per m.m. Contractadvertenties: speciaal tarief Opgericht 1878 Bureaux; Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002 Telegram-adres: „ECHO' Na de oorlog is er over ons land een bouwactiviteit losgebarsten van een omvang, zoals die nooit eerder is voortgekomen. De geluiden van grommende graafmachines, bonkende heiblokken, ratelende betonmo lens, zoemende bouwkranen klinken overal. De beelden van de bouwbedrijviglieid vergezellen ons waar we gaan. Het bouwen is in onze dagelijkse omgeving een zo vertrouwd verschijnsel geworden, dat het ons nauwelijks meer als bijzonder opvalt. Zo nu en dan treft ons een wel zeer luidruchtig of massaal bouw werk. Soms bemerken wij ineens, dat het gezicht van ons dorp of van onze stad alweer ingrijpend is veranderd. Dan zeggen wij: „Wat wordt er toch ontzettend veel gebouwd". En wij voegen daar mis schien aan toe: „Hoe is het mogelijk dat er toch nog woningnood is". Er is inderdaad veel gebouwd. Wij kunnen de omvang van een deel van de bouwbedrijvigheid de woningbouw nu uitdrukken in 'n opmerkelijk getal. In de periode mei 1945 tot november 1962, dus in YlVi jaar, bouwden wij een miljoen woningen. Wat is dat eigenlijk een mil joen woningen? Als wij wat on eerbiedig Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Utrecht, Haarlem, Middelburg, 's-Hertogenbosch, As- sen, Maastricht, Arnhem, Zwolle, 1 Groningen en Leeuwarden aan el- kaar zouden plakken, er als het ware één heel grote stad van zou den maken, dan zou die stad toch nog „maar" 928.000 woningen tel len. In dat miljoen na-oorlogse wo ningen kunnen, rekening houdend met de grootte van de woningen en van de gezinnen, bijna vijf miljoen mensen wonen. Parijs heeft vijf miljoen inwoners, die beslist krap per gehuisvest zijn dan wij in Ne derland. In heel Noorwegen wonen drie en een half miljoen mensen. Na mei 1945 werd aan meer dan een derde deel van onze bevol king huisvesting in nieuwe wonin gen geboden. Drie en dertig pro cent van alle woningen in Neder land is na de oorlog gebouwd. Deze indrukwekkende woningproduktie is het resultaat van de arbeid en de samenwerking van zeer velen. De bouwnijverheid, altijd al een belangrijke bedrijfstak, heeft zich na de oorlog ontwikkeld tot een spil van het nationale produktie- vermogen. Bij de bouwbedrijvig heid is een groot aantal partijen betrokken. De opdrachtgever met zijn wensen en mogelijkheden. De financier met zijn zakelijke bere keningen. De architect en zijn te kenaars, die alle wensen en moge- lijkheden moeten vertalen in een plan, dat technisch uitvoerbaar is en dat een mooi gebouw belooft. De constructeur en adviseur, die de garantie voor veilig bouwen en deugdelijke voorzieningen moeten bieden. De aannemer of bouwon dernemer, die de plannen moet om zetten in tastbare werkelijkheid. Die daarvoor de medewerking be hoeft van zijn uitvoerende en or ganiserende staf, van zijn onder aannemers en arbeiders. Die af hankelijk is van zijn talrijke leve ranciers. De aannemer, die alleen vooruit kan als alles passend in el kaar grijpt. Over en door dit alles heen de administratieve verzorging en de uitvoering van de wettelijk voor geschreven technische controle, waarmede duizenden deskundigen dag-in dag-uit bezig zijn. De na-oorlogse bouwactiviteit levert, aldus gezien, een boeiend beeld van menselijke inspanning, organisatie en scheppend vermo gen. Rekening houdend met alles wat er in die periode na 1945 gebouwd moest worden en ook gebouwd is woningen, fabrieken, werk plaatsen, kantoren, magazijnen, boerderijen, scholen, ziekenhuizen, kerken, winkels, hotels, gebouwen voor sport, ontspanning, cultuur en openbare diensten is de produk- tie van een miljoen woningen in drukwekkend groot. En toch: die produktie is nog niet groot genoeg, want nog steeds is er een woningtekort; Gerekend naar het aantal inwo ners (bijna 12 miljoen) is het aan tal beschikbare woningen (drie miljoen veertig duizend) ontoerei kend voor een volledige en aan de tegenwoordige eisen beantwoor dende behoeftebevrediging. Het woningtekort heeft tot gevolg dat - Tienduizenden Nederlanders op toewijzing wachten van een voor den geschikte woning. Veel land genoten hebben weliswaar huis vesting, maar zij wonen verkeerd. Hun woning is voor hen te klein of te groot. Voor de één is zijn wo ning te duur; de ander zou graag wat meer betalen om beter te kun nen wonen. Veel ouderen wonen in een hoge etagewoning, waardoor hun bewegingsvrijheid wordt be lemmerd. Er nog zeer vele ongewenste sa menwoningen zijn. Het aantal sa menwoningen met al het bekende ongerief is reeds sterk verminderd, maar nog niet geheel verdwenen. De vervanging van oude, on bruikbare woningen nog niet het vereiste tempo haalt. Tienduizen den oude, vervallen woningen die nen buiten gebruik gesteld en ver vangen te worden. Zolang echter goede woonruimte schaars is, moet ontruiming beperkt worden of uit gesteld. Een vrije keuze van woning en vestiging nog onmogelijk is. Een vrije keuze van vestiging maakt „doorstroming" mogelijk en draagt bij tot een doelmatig gebruik van de woningvoorraad. Voorwaarde voor een vrije woningkeuze is: 'n woningreserve. De spanning tussen de wens naar betere en ruimere woningen en de wil of de mogelijkheid tot betaling van wat zulke woningen moeten kosten nog altijd bestaat. Ook al onderscheiden de na-oor logse (volks)woningen zich gun- tig van die vóór 1940, toch blijven er wensen onvervuld. Vervulling van die wensen maakt de wonin gen nog duurder. De overheid gaf en geeft honderden miljoenen gul dens uit aan woningsubsidies. Be tere woningen zullen mogelijk zijn als zij betaald kunnen worden. Al deze verschijnselen samen vor men de woningnood. De nood, die wel merkbaar is afgenomen, maar die nog niet is overwonnen. Er is na de oorlog een miljoen woningen gebouwd; het is veel, maar het was nog niet genoeg. VERWACHTINGEN EN WERKELIJKHEID In 1945 woonden er rond de 9.300.000 mensen in ons land. Zij beschikten over 2.070.000 wonin gen. Om behoorlijk te kunnen wo nen ieder afzonderlijk huishou den in een eigen complete woon ruimte zouden dat er volgens statistische gegevens eigenlijk 2.181.000 geweest moeten zijn. Al dadelijk na de oorlog was er dus een tekort van circa 111.000 wonin gen. Na de woning- en gezinstel- iing van 1947 konden nieuwe, ver fijnde berekeningen gemaakt wor den. Een publikatie van het Cen traal Bureau voor de Statistiek uit 1948 zegt onder meer: „Afhanke lijk van gekozen combinatie van veronderstellingen blijkt het wo ningtekort (toestand mei 1947) te variëren van 271.000 tot 357.000." Waar was dit tekort hoe groot het dan ook zij vandaan geko men? Toen ons land in 1940 in de oor log werd betrokken, was er op de woningmarkt sprake van een over schot. Vraag en aanbod op deze markt dekten elkaar niet. Het aan bod van goede volkswoningen te gen matige huren was aan de krap pe kant. De voorraad krotten en bouwvallige huizen was al vrij be langrijk. In de vijf jaar van oorlog en bezetting is de woningbouw vrijwel tot stilstand gekomen. Aan vulling of uitbreiding van de wo ningvoorraad was niet mogelijk. Duizenden woningen kwamen tot algeheel verval. Meer dan 90.000 woningen gingen verloren door af braak of oorlogsgeweld. De jaar lijkse toeneming van de woning behoefte (door de bevolkingsgroei, ondanks alles) werd op geen stuk ken na gedekt. Het was onmogelijk na de bevrijding van de ene dag op de andere aan de achteruitgang in de woningvoorziening een halt toe te roepen. Onze nationale huis houding verkeerde in een bedroe vende toestand. Van „georgani seerde" woningbouw in beteke nende omvang kon aanvankelijk weinig komen. Toch gingen wij al na een, ach teraf bezien, verbluffend korte tijd het nog steeds groeiende woning tekort systematisch te lijf. Het begon zó: In maart 1946 werd het „Bouwplan 1946" gepu bliceerd. Een kwart van de bouw mogelijkheden zou aan de woning bouw worden besteed. Het bouw plan ging er van uit, dat wij in '46 met de bouw van 12.500 woningen zouden beginnen. Het durfde de veronderstelling aan, dat er daar van in de loop van het jaar al 10.000 klaar zouden komen. De eerste verwachtingen bleken te hoog gespannen te zijn. Van de voorzichtig veronderstelde 10.000 woningen kwamen er in '46 slechts 1.593 gereed. Maar op 31 december van dat jaar waren er wél 11.513 mmmm bij Vader, Moederen Kind. woningen in verschillende stadia van aanbouw. Er was een begin ge maakt. Misschien was dat wel de voornaamste verdienste van het nu fameuze „Bouwplan 1946". Het heeft in de achter ons liggen de jaren niet aan voorspellingen ontbroken. Naarmate de activiteit zich in allengs geordender banen ontplooide, de woningproduktie van jaar tot jaar met ongedacht grote sprongen omhoog ging, kon den de vooruitzichten met meer zekerheid worden beoordeeld. Als het alleen gegaan zou zijn om het inhalen van het „oorlogstekort" en om de bevrediging van de uit een „normale" bevolkingsgroei voor al van wat wij nu de „gezinsver dunning" noemen op de woningbe hoefte bleek veel groter te zijn dan aanvankelijk werd verondex-steld. Dit heeft een streep door de eer ste rekeningen gehaald. De bouwprogramma's van 1945 t.m. 1962 beloofden 950.000 wonin gen. Het werden er, nog ruim voor 1962 verstreken is, een miljoen. In totaal heeft de produktie de pro gramma's overtroffen. Terugkijkende kan men nu zeg gen, dat er méér uit de bouwmo gelijkheden is gehaald dan men aanvankelijk heeft durven veron derstellen. Deze grote produktie mag als „meevaller" in de strijd tegen de woningnood worden beschouwd. Tegenover deze „meevaller" staan evenwel de op zichzelf alleszins gezonde verschijnselen van de be volkingsgroei en van de toeneming van het aantal huishoudens, dat 'n eigen woongelegenheid behoeft. De ontwikkeling van de bevol kingsgroei blijkt uit de volgende cijfers. Periode 19001930 jaar lijkse groei 91.400; periode 1930 1950 jaarlijkse groei gemiddeld 111.500; periode 19501960 jaar lijkse groei gemiddeld 152.300. Bij ons steeg van 1931 tot 1960 het zie lental met 47.6 procent; in België was dat 13.3 procent; in Engeland 14.2 procent en in Frankrijk 10.7 procent. Er wonen in ons land nu rond 12 miljoen mensen (342 op de vier kante meter; over de gehele we reld zijn er dat gemiddeld 22 Als de ontwikkeling zich zou heb ben voortgezet als in de periode 19001930, dan zou onze bevol king uit „slechts 10.700.000 zielen hebben bestaan. Dat had ons dan in de woningbehoefte een flink stuk gescheeld. Daar komt nog 'n opmerkelijke en belangrijke factor bij. De factor is de gezinsverdun ning. Naar de van oudsher bij ons le vende overtuiging wonen was pas zoals het behoort, als elk gezin en elk zelfstandig huishouden, hoe dat dan ook is samengesteld, kan beschikken over een eigen woon gelegenheid met alles wat daarbij behoort, 's Lands wijs, 's lands eer, dus geldt voor ons, dat wij elke huishouden het eigen, afgescherm de plekje om te kunnen wonen moeten bieden. Nu is er met die om een wo ning vragende huishoudens wat aan de hand. Zij blijken in aantal ontzettend hard te groeien. Aan zienlijk harder nog dan uit de vast gestelde bevolkingstoeneming zou moeten voortvloeien. Hoe komt dat? Op die vraag is een enkelvou dig antwoord onvoldoende. Het gaat om een samenstel van oorza ken. Er bestaat een kennelijke trouwlustigheid, meer een gevolg van de maatschappelijke ontwik keling dan van de bekende tedere gevoelens, al spelen die natuurlijk ook een rol. De huwelijken wor den op jeugdiger leeftijd gesloten. Gevolg: versnelling van de groei van het aantal, voorshands kleine huishoudens. Was het vroeger een vrij normaal verschijnsel, dat een „alleenstaande" voor zijn onderdak heil zocht bij een gezin, dat wel een plaatje kon en wilde inruimen, nu verlangt over het algemeen de werkende, nietgehuwde man of vrouw een aan zijn of haar behoef ten aangepaste eigen huisvestings mogelijkheid. Alweer: stijging van 't aantal woningbehoevende „huis houdens". LEEFTIJDSOPBOUW Het aantal ouderen in de leef tijdsopbouw van onze bevolking neemt ook verhoudingsgewijs aan merkelijk toe. Het is een vanzelf sprekende zaak, dat deze ouderen zo lang mogelijk een zelfstandige huisvesting zullen handhaven. Trouwens, ook de bopw van de zg. verzorgingstehuizen voor bejaar den maakt deel uit van de woning voorziening. In 1909, zo berekende de statistiek, bestond het gemiddel de Nederlandse huishouden uit 4.77 personen. In 1930 omvatte het gemiddelde huishouden 4.37 per sonen en in 1956 was het aantal reeds gedaald tot 3.93. Zelfs bij 'n gelijkblijvend zielenaantal zou on ze bevolking, voor wat de woning voorziening betreft, dus „opge deeld" moeten worden in 'n steeds groeiende hoeveelheid „partjes". Doordat, zoals wij gezien hebben, de omvang der bevolking niet ge lijk is gebleven, maar juist sterk is toegenomen, openbaart zich een dubbel-effect. Dit dubbel-effect heeft voor de woningvoorziening ingrijpende gevolgen, die met een eenvoudig cijfervoorbeeld aange toond kunnen worden. In 1910 waren de „partjes", waar in wij de bevolking moeten delen om uit te maken hoeveel woningen wij nodig hebben, nog van zoda nige omvang, dat er voor een be hoorlijke huisvesting van iedere 100 Nederlanders 21 woningen wer den vereist. In 1960 bleken de „partjes" de woningbehoevende huishoudens intussen zo veel kleiner te zijn geworden, dat er voor het geschikt onder dak bren gen van iedere 100 Nederlanders 26 woningen nodig waren. Op elf miljoen inwoners (begin 1960) scheelt dat maar liefst zo'n 550.000 woningen! En intussen groeien wij nog lustig door in tal en last. De zo sterk toegenomen woningbehoefte heeft zich natuur lijk niet plotseling aangediend. Zij is parallel aan de ontwikkeling ge leidelijk aan ontstaan. Stellen wij volledigheidshalve nu nog vast, dat in de afgelopen jaren de voort schrijdende verkrotting ons in kwantitatief opzicht verlies aan woningen heeft opgeleverd, dan hebben wij de belangrijkste posten van onze „woningbalans" wel in de beschouwingen betrokken. Een factor die niet zo gemakke lijk in cijfers is op te vangen is de welvaartsverhoging met> haar duidelijk merkbare invloed op de woonwensen van ons volk en daar mee op de woningbehoefte. Wij hebben ons afgevraagd wat een miljoen nieuwe woningen voor volkshuisvesting zouden beteke nen. Wij v/eten nu, dat met dit miljoen de strijd nog niet is ge wonnen. Bij het militair eerbetoon rond de teraardebestelling zullen ongeveer negenduizend militairen van land-, lucht- en zeemacht betrokken zijn. Zij worden gedeeltelijk als ere wachten ingezet, maar tevens inge schakeld bij de afzetting van de route door Den Haag en Delft. Van het ochtendkrieken af zal een com pagnie van de garde prinses Irene de wacht bij het paleis Lange Voorhout betrekken en tijdens het uitdragen van de kist zal de Johan Willem Frisokapel het Wilhelmus spelen. Bij de kerk in Delft, waar de bij zetting plaats vindt, staat een ere wacht van mariniers met ingedeeld vaandel. De marinierskapel is hier ook aanwezig. Militaire compagnieën gaan aan de koninklijke rouwstoet vooraf en besluiten deze. Enkele duizenden militairen zullen de route afzetten. Afgezien van de talloze eredeta- chementen in ceremonieel tenue in en rond de kerk in Delft, zal er bij de ingang van de koninklijke cryp te een erehaag staan van zes adel borsten, zes cadetten van de land macht en zes van de luchtmacht. Van het tijdstip af dat het stof felijk overschot wordt uitgedragen tot aan het einde van de plechtig heden zal er elke minuut een ka nonschot worden -afgevuurd. Dit gebeurt gelijktijdig op het Haagse Malieveld en op de vliegbasis Ypenburg. De rouwversiering in de Delftse nieuwe kerk bestaat uit achtdui zend chrysanten en 2500 anjers. De draperieën zullen ook in lichte kleuren worden uitgevoerd. In de kerk worden 22 podia gebouwd en in totaal zal er voor 2800 genodig den plaats zijn. Op de markt van Delft worden geen tribunes ge plaatst. De woorddienst bij de begrafenis is toevertrouwd aan de hofpredi- kant ds. J. F. van Berkel. Ds. G. Forget van de Waalse gemeente in Den Haag zal de liturgie leiden. De werkgevers in het Horecabe drijf hebben de nieuwe cao voor het Horeca-personeel niet getekend, om dat zij enige voorwaarden stellen, waarvan één er is, dat de minister van Economische Zaken de prijsstop intrekt. Dit is door de.voorzitter van de lan delijke vereniging van katholieke ho teliers en restaurateurs, de heer H. Beukers, verklaard, tijdens de in Den Bosch gehouden ledenvergadering. De werkgevers, aldus de voorzit ter, staan op het standpunt dat de vrije prijsvorming de enige mogelijk heid biedt tot een rendabele exploi tatie. De voorzitter merkte verder op, dat als de cao niet wordt getekend, een verdere uittocht van personeel uit de Horeca-bedrijfstak niet te voorkomen zal zijn. Zowel de werk gevers als de werknemers in deze sector zijn wat hun inkomsten be treft ver achtergebleven bij de in komstenontwikkeling van bijvoor beeld de middenstand, aldus de voor zitter. Koningin Juliana heeft goedge vonden dat de begrafenis, onder zekere restricties, per radio en te levisie wordt uitgezonden. Onder de gasten die worden verwacht zijn: koning Olaf van Noorwegen, de koning en de konin gin van België, groothertogin Char lotte van Luxemburg en haar man prins Felix, de gravin van Athlone, prins Louis Ferdinand van Prui sen en zijn echtgenote prinses Kira en de vorst en vorstin van Wied. Degenen die maandagavond de televisie bekeken en beluisterd hebben, zullen diep geschokt zijn door de mededelingen van drie per sonen, die vele jaren naast H.K.H. in Londen gewerkt hebben, n.l. de man van radio-Oranje, haar secre taresse en de oud-commissaris van politie, die indertijd belast was met de bescherming van de per soonlijke veiligheid van H.K.H. Daaruit blijkt te meer hoe groot van karakter zij was. De secreta resse vertelde o.m. hoe onver schrokken, ondanks hevige bom bardementen haar taak vervulde voor radio Oranje en tal van an dere plichten. Hoe fanatiek zij haar taak opvatte blijkt uit hetgeen haar vroegere secretaresse mede deelde over een gelegenheid waar bij de prinses op de zwarte markt gekochte morfine via smokkelka- nalen naar Breda zond, omdat er in het bezette gebied gebrek aan morfine heerste. De oud-commissaris van politie in Den Haag, de heer 't Sant, vertel de over de Londense invasie: „Toen er sprake was van het ge vaar van een Duitse invasie zei de koningin tot mij: „Beloof mij, dat ik nooit levend in handen van de Duitsers zal vallen". De heer 't Sant deed deze belofte in het besef dat de vorstin hier mee tot het brengen van het hoog ste offer bereid was. Voorts deelde hij nog mee, dat het eerst de bedoeling was dat de Engelse torpedoboot H. M. naar Breskens zou vervoeren, om daar de gang van zaken af te wachten, alvorens het land te verlaten. Maar op zee kreeg de kapitein be vel rechtstreeks naar Engeland te varen, omdat de Duitsers al te ver waren opgerukt. Naar van de uitgeverij, die het boek van prinses Wilhelmina ver nomen is, is de hele oplage van 140.000 exemplaren uitverkocht. De laatste dagen zijn er circa tien duizend exemplaren verkocht. Een tweede oplage zal zo spoedig mo gelijk verschijnen. Van het boek, dat in zeven talen werd vertaald zal binnenkort een Franse uitgave het licht zien. De Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen heeft aan de rijksscholen verzocht, voor zo ver dit in de afgelopen dagen nog niet mocht zijn gebeurd, het laat ste lesuur op vrijdag a.s. 7 decem ber, te wijden aan een herdenking van H.K.H. Prinses Wilhelmina. Voorts heeft de minister beslist dat de rijksscholen op zaterdag 8 de cember gesloten zullen zijn. In een rondschrijven aan de ge meentebesturen en besturen van bijzondere scholen heeft de minis ter mede gedeeld, dat de regering het op prijs zal stellen indien de gemeentelijke en de bijzondere scholen dezelfde gedragslijn zullen volgen. De minister van Binnenlandse Zaken heeft vrijdag aan de com missarissen der Koningin in de pro vincies namens de regering ver zocht te bevorderen, dat in hun provincie op zaterdag 8 december, de dag van de plechtige bijzetting van het stoffelijk overschot van prinses Wilhelmina in Delft, alle toneelvoorstellingen en andere pu blieke vermakelijkheden achtewe- ge blijven; in restaurants en der gelijke alleen muziek ten gehore wordt gebracht afkomstig van een van de zenders van radio Hilver sum en uitsluitend Nederlandse te levisie-uitzendingen worden door gegeven; sportwedstrijden geen doorgang vinden. Is het schot, dat in de nacht van zaterdag op zondag in de woning aan de Overtoom 501 te Amsterdam een einde maakte aan het leven van de 55-jarige kleermaker John F. W. van D., door het slachtoffer zelf of door de maandagavond aangehouden 27-jarige varensgezel E. S. afge vuurd? Voor dit raadsel staat de Am sterdamse recherche. De varensgezel beweert dat hij bij de kleermaker op bezoek was, toen deze zich van het leven beroofde. S., die is opgesloten in het bureau Overtoom, zegt dat hij toen een uur lang in het huis heeft rondgelopen. ruw of schraal „Ik was helemaal verbouwereerd en was bang dat men mij van moord zou gaan beschuldigen", zei de ver dachte tijdens het eerste verhoor. Hij was echter niet zo verbouwereerd, dat hij „vergat" de portefeuille met 400 gulden uit de zak van de kleer maker te halen. Deze diefstal geeft S. toe. Ook het pistool heeft hij mee genomen. Gedurende de eerste negen maan den van 2962 werden 66.570 wo ningen in uitvoering genomen tegen 78.453 in de overeenkomstige perio de van 1961. Hiervan was 54 pet. op gedragen door particulieren (eerste negen maanden 1961: 69 pet.). Van de 66.570 begonnen woningen wer den 18.112 of 27 pet. gebouwd zon der rijkssteun (eerste negen maanden 1961: 37 pet.). Het aantal voltooide woningen be droeg 53.989 (eerste negen maanden 1961: 58.235), waaronder 31.510 of 58 pet. huurwoningen. Aan weg- en waterbouwkundige kapitaalswerken werd in de eerste ne gen maanden van 1962 voor f 678 min geproduceerd. Dit is f 113 min. of 20 pet. meer dan in de overeen komstige periode van 1961. De oud-gouverneur van Neder lands Nieuw-Guinea, dr. P. J. Plat teel, is bij K.B. van 30 november benoemd tot burgemeester van Ede. De benoeming gaat in op 16 december. De heer Platteel is ge reformeerd en lid van de A.R.P.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1962 | | pagina 5