wAAlwijkse en UnqstRAAtse couRAnt
Een miljoen woningen
1945-1962
de woningbouw na de oorlog
KÜ22 PU ROL
PamP°breekt
Dan»®8
Veel en toch niet genoeg
Dm»WC handen
De begrafenis van
Prinses Wilhelmina
de kracht van een verkoudheid
Werkgevers Horeca: prijsstop weg, dan
C.A.O.
Herdruk van
„Eenzaam
maar niet alleen"
Herdenking op
scholen
8 december geen
toneel, film en sport
Roofmoord
te Amsterdam?
WAMFA-f
handen
HAMEA-GELEllIi^2ld
Bouwactiviteit in
dit jaar afgenomen
Dr. Platteel, burge-
gemeester van Ede
VRIJDAG 7 DECEMBER 1962
84e JAARGANG No. 96
De tcho vAn het Zuióen
Uitgever
^aalwijksche Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur JAN TIELEN
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2 x per week
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contractadvertenties: speciaal tarief
Opgericht 1878
Bureaux; Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002
Telegram-adres: „ECHO'
Na de oorlog is er over ons land een bouwactiviteit losgebarsten van
een omvang, zoals die nooit eerder is voortgekomen. De geluiden van
grommende graafmachines, bonkende heiblokken, ratelende betonmo
lens, zoemende bouwkranen klinken overal. De beelden van de
bouwbedrijviglieid vergezellen ons waar we gaan. Het bouwen is in
onze dagelijkse omgeving een zo vertrouwd verschijnsel geworden,
dat het ons nauwelijks meer als bijzonder opvalt.
Zo nu en dan treft ons een wel zeer luidruchtig of massaal bouw
werk. Soms bemerken wij ineens, dat het gezicht van ons dorp of
van onze stad alweer ingrijpend is veranderd. Dan zeggen wij: „Wat
wordt er toch ontzettend veel gebouwd". En wij voegen daar mis
schien aan toe: „Hoe is het mogelijk dat er toch nog woningnood is".
Er is inderdaad veel gebouwd. Wij kunnen de omvang van een deel
van de bouwbedrijvigheid de woningbouw nu uitdrukken in 'n
opmerkelijk getal. In de periode mei 1945 tot november 1962, dus in
YlVi jaar, bouwden wij een miljoen woningen.
Wat is dat eigenlijk een mil
joen woningen? Als wij wat on
eerbiedig Amsterdam, Rotterdam,
's-Gravenhage, Utrecht, Haarlem,
Middelburg, 's-Hertogenbosch, As-
sen, Maastricht, Arnhem, Zwolle, 1
Groningen en Leeuwarden aan el-
kaar zouden plakken, er als het
ware één heel grote stad van zou
den maken, dan zou die stad toch
nog „maar" 928.000 woningen tel
len.
In dat miljoen na-oorlogse wo
ningen kunnen, rekening houdend
met de grootte van de woningen en
van de gezinnen, bijna vijf miljoen
mensen wonen. Parijs heeft vijf
miljoen inwoners, die beslist krap
per gehuisvest zijn dan wij in Ne
derland. In heel Noorwegen wonen
drie en een half miljoen mensen.
Na mei 1945 werd aan meer dan
een derde deel van onze bevol
king huisvesting in nieuwe wonin
gen geboden. Drie en dertig pro
cent van alle woningen in Neder
land is na de oorlog gebouwd. Deze
indrukwekkende woningproduktie
is het resultaat van de arbeid en
de samenwerking van zeer velen.
De bouwnijverheid, altijd al een
belangrijke bedrijfstak, heeft zich
na de oorlog ontwikkeld tot een
spil van het nationale produktie-
vermogen. Bij de bouwbedrijvig
heid is een groot aantal partijen
betrokken. De opdrachtgever met
zijn wensen en mogelijkheden. De
financier met zijn zakelijke bere
keningen. De architect en zijn te
kenaars, die alle wensen en moge-
lijkheden moeten vertalen in een
plan, dat technisch uitvoerbaar is
en dat een mooi gebouw belooft.
De constructeur en adviseur, die de
garantie voor veilig bouwen en
deugdelijke voorzieningen moeten
bieden. De aannemer of bouwon
dernemer, die de plannen moet om
zetten in tastbare werkelijkheid.
Die daarvoor de medewerking be
hoeft van zijn uitvoerende en or
ganiserende staf, van zijn onder
aannemers en arbeiders. Die af
hankelijk is van zijn talrijke leve
ranciers. De aannemer, die alleen
vooruit kan als alles passend in el
kaar grijpt.
Over en door dit alles heen de
administratieve verzorging en de
uitvoering van de wettelijk voor
geschreven technische controle,
waarmede duizenden deskundigen
dag-in dag-uit bezig zijn.
De na-oorlogse bouwactiviteit
levert, aldus gezien, een boeiend
beeld van menselijke inspanning,
organisatie en scheppend vermo
gen.
Rekening houdend met alles wat
er in die periode na 1945 gebouwd
moest worden en ook gebouwd is
woningen, fabrieken, werk
plaatsen, kantoren, magazijnen,
boerderijen, scholen, ziekenhuizen,
kerken, winkels, hotels, gebouwen
voor sport, ontspanning, cultuur en
openbare diensten is de produk-
tie van een miljoen woningen in
drukwekkend groot.
En toch: die produktie is nog
niet groot genoeg, want nog steeds
is er een woningtekort;
Gerekend naar het aantal inwo
ners (bijna 12 miljoen) is het aan
tal beschikbare woningen (drie
miljoen veertig duizend) ontoerei
kend voor een volledige en aan de
tegenwoordige eisen beantwoor
dende behoeftebevrediging.
Het woningtekort heeft tot gevolg
dat
- Tienduizenden Nederlanders op
toewijzing wachten van een voor
den geschikte woning. Veel land
genoten hebben weliswaar huis
vesting, maar zij wonen verkeerd.
Hun woning is voor hen te klein
of te groot. Voor de één is zijn wo
ning te duur; de ander zou graag
wat meer betalen om beter te kun
nen wonen. Veel ouderen wonen
in een hoge etagewoning, waardoor
hun bewegingsvrijheid wordt be
lemmerd.
Er nog zeer vele ongewenste sa
menwoningen zijn. Het aantal sa
menwoningen met al het bekende
ongerief is reeds sterk verminderd,
maar nog niet geheel verdwenen.
De vervanging van oude, on
bruikbare woningen nog niet het
vereiste tempo haalt. Tienduizen
den oude, vervallen woningen die
nen buiten gebruik gesteld en ver
vangen te worden. Zolang echter
goede woonruimte schaars is, moet
ontruiming beperkt worden of uit
gesteld.
Een vrije keuze van woning en
vestiging nog onmogelijk is. Een
vrije keuze van vestiging maakt
„doorstroming" mogelijk en draagt
bij tot een doelmatig gebruik van
de woningvoorraad. Voorwaarde
voor een vrije woningkeuze is: 'n
woningreserve.
De spanning tussen de wens
naar betere en ruimere woningen
en de wil of de mogelijkheid tot
betaling van wat zulke woningen
moeten kosten nog altijd bestaat.
Ook al onderscheiden de na-oor
logse (volks)woningen zich gun-
tig van die vóór 1940, toch blijven
er wensen onvervuld. Vervulling
van die wensen maakt de wonin
gen nog duurder. De overheid gaf
en geeft honderden miljoenen gul
dens uit aan woningsubsidies. Be
tere woningen zullen mogelijk zijn
als zij betaald kunnen worden.
Al deze verschijnselen samen vor
men de woningnood. De nood, die
wel merkbaar is afgenomen, maar
die nog niet is overwonnen. Er is
na de oorlog een miljoen woningen
gebouwd; het is veel, maar het was
nog niet genoeg.
VERWACHTINGEN EN
WERKELIJKHEID
In 1945 woonden er rond de
9.300.000 mensen in ons land. Zij
beschikten over 2.070.000 wonin
gen. Om behoorlijk te kunnen wo
nen ieder afzonderlijk huishou
den in een eigen complete woon
ruimte zouden dat er volgens
statistische gegevens eigenlijk
2.181.000 geweest moeten zijn. Al
dadelijk na de oorlog was er dus
een tekort van circa 111.000 wonin
gen. Na de woning- en gezinstel-
iing van 1947 konden nieuwe, ver
fijnde berekeningen gemaakt wor
den. Een publikatie van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek uit
1948 zegt onder meer: „Afhanke
lijk van gekozen combinatie van
veronderstellingen blijkt het wo
ningtekort (toestand mei 1947) te
variëren van 271.000 tot 357.000."
Waar was dit tekort hoe groot
het dan ook zij vandaan geko
men?
Toen ons land in 1940 in de oor
log werd betrokken, was er op de
woningmarkt sprake van een over
schot. Vraag en aanbod op deze
markt dekten elkaar niet. Het aan
bod van goede volkswoningen te
gen matige huren was aan de krap
pe kant. De voorraad krotten en
bouwvallige huizen was al vrij be
langrijk. In de vijf jaar van oorlog
en bezetting is de woningbouw
vrijwel tot stilstand gekomen. Aan
vulling of uitbreiding van de wo
ningvoorraad was niet mogelijk.
Duizenden woningen kwamen tot
algeheel verval. Meer dan 90.000
woningen gingen verloren door af
braak of oorlogsgeweld. De jaar
lijkse toeneming van de woning
behoefte (door de bevolkingsgroei,
ondanks alles) werd op geen stuk
ken na gedekt. Het was onmogelijk
na de bevrijding van de ene dag
op de andere aan de achteruitgang
in de woningvoorziening een halt
toe te roepen. Onze nationale huis
houding verkeerde in een bedroe
vende toestand. Van „georgani
seerde" woningbouw in beteke
nende omvang kon aanvankelijk
weinig komen.
Toch gingen wij al na een, ach
teraf bezien, verbluffend korte tijd
het nog steeds groeiende woning
tekort systematisch te lijf.
Het begon zó: In maart 1946
werd het „Bouwplan 1946" gepu
bliceerd. Een kwart van de bouw
mogelijkheden zou aan de woning
bouw worden besteed. Het bouw
plan ging er van uit, dat wij in '46
met de bouw van 12.500 woningen
zouden beginnen. Het durfde de
veronderstelling aan, dat er daar
van in de loop van het jaar al
10.000 klaar zouden komen. De
eerste verwachtingen bleken te
hoog gespannen te zijn. Van de
voorzichtig veronderstelde 10.000
woningen kwamen er in '46 slechts
1.593 gereed. Maar op 31 december
van dat jaar waren er wél 11.513
mmmm bij Vader, Moederen Kind.
woningen in verschillende stadia
van aanbouw. Er was een begin ge
maakt. Misschien was dat wel de
voornaamste verdienste van het nu
fameuze „Bouwplan 1946".
Het heeft in de achter ons liggen
de jaren niet aan voorspellingen
ontbroken. Naarmate de activiteit
zich in allengs geordender banen
ontplooide, de woningproduktie
van jaar tot jaar met ongedacht
grote sprongen omhoog ging, kon
den de vooruitzichten met meer
zekerheid worden beoordeeld. Als
het alleen gegaan zou zijn om het
inhalen van het „oorlogstekort" en
om de bevrediging van de uit een
„normale" bevolkingsgroei voor
al van wat wij nu de „gezinsver
dunning" noemen op de woningbe
hoefte bleek veel groter te zijn dan
aanvankelijk werd verondex-steld.
Dit heeft een streep door de eer
ste rekeningen gehaald.
De bouwprogramma's van 1945
t.m. 1962 beloofden 950.000 wonin
gen. Het werden er, nog ruim voor
1962 verstreken is, een miljoen. In
totaal heeft de produktie de pro
gramma's overtroffen.
Terugkijkende kan men nu zeg
gen, dat er méér uit de bouwmo
gelijkheden is gehaald dan men
aanvankelijk heeft durven veron
derstellen.
Deze grote produktie mag als
„meevaller" in de strijd tegen de
woningnood worden beschouwd.
Tegenover deze „meevaller" staan
evenwel de op zichzelf alleszins
gezonde verschijnselen van de be
volkingsgroei en van de toeneming
van het aantal huishoudens, dat 'n
eigen woongelegenheid behoeft.
De ontwikkeling van de bevol
kingsgroei blijkt uit de volgende
cijfers. Periode 19001930 jaar
lijkse groei 91.400; periode 1930
1950 jaarlijkse groei gemiddeld
111.500; periode 19501960 jaar
lijkse groei gemiddeld 152.300. Bij
ons steeg van 1931 tot 1960 het zie
lental met 47.6 procent; in België
was dat 13.3 procent; in Engeland
14.2 procent en in Frankrijk 10.7
procent.
Er wonen in ons land nu rond
12 miljoen mensen (342 op de vier
kante meter; over de gehele we
reld zijn er dat gemiddeld 22
Als de ontwikkeling zich zou heb
ben voortgezet als in de periode
19001930, dan zou onze bevol
king uit „slechts 10.700.000 zielen
hebben bestaan. Dat had ons dan
in de woningbehoefte een flink
stuk gescheeld. Daar komt nog 'n
opmerkelijke en belangrijke factor
bij. De factor is de gezinsverdun
ning.
Naar de van oudsher bij ons le
vende overtuiging wonen was pas
zoals het behoort, als elk gezin en
elk zelfstandig huishouden, hoe
dat dan ook is samengesteld, kan
beschikken over een eigen woon
gelegenheid met alles wat daarbij
behoort, 's Lands wijs, 's lands eer,
dus geldt voor ons, dat wij elke
huishouden het eigen, afgescherm
de plekje om te kunnen wonen
moeten bieden.
Nu is er met die om een wo
ning vragende huishoudens wat
aan de hand. Zij blijken in aantal
ontzettend hard te groeien. Aan
zienlijk harder nog dan uit de vast
gestelde bevolkingstoeneming zou
moeten voortvloeien. Hoe komt
dat? Op die vraag is een enkelvou
dig antwoord onvoldoende. Het
gaat om een samenstel van oorza
ken. Er bestaat een kennelijke
trouwlustigheid, meer een gevolg
van de maatschappelijke ontwik
keling dan van de bekende tedere
gevoelens, al spelen die natuurlijk
ook een rol. De huwelijken wor
den op jeugdiger leeftijd gesloten.
Gevolg: versnelling van de groei
van het aantal, voorshands kleine
huishoudens. Was het vroeger een
vrij normaal verschijnsel, dat een
„alleenstaande" voor zijn onderdak
heil zocht bij een gezin, dat wel
een plaatje kon en wilde inruimen,
nu verlangt over het algemeen de
werkende, nietgehuwde man of
vrouw een aan zijn of haar behoef
ten aangepaste eigen huisvestings
mogelijkheid. Alweer: stijging van
't aantal woningbehoevende „huis
houdens".
LEEFTIJDSOPBOUW
Het aantal ouderen in de leef
tijdsopbouw van onze bevolking
neemt ook verhoudingsgewijs aan
merkelijk toe. Het is een vanzelf
sprekende zaak, dat deze ouderen
zo lang mogelijk een zelfstandige
huisvesting zullen handhaven.
Trouwens, ook de bopw van de zg.
verzorgingstehuizen voor bejaar
den maakt deel uit van de woning
voorziening. In 1909, zo berekende
de statistiek, bestond het gemiddel
de Nederlandse huishouden uit
4.77 personen. In 1930 omvatte het
gemiddelde huishouden 4.37 per
sonen en in 1956 was het aantal
reeds gedaald tot 3.93. Zelfs bij 'n
gelijkblijvend zielenaantal zou on
ze bevolking, voor wat de woning
voorziening betreft, dus „opge
deeld" moeten worden in 'n steeds
groeiende hoeveelheid „partjes".
Doordat, zoals wij gezien hebben,
de omvang der bevolking niet ge
lijk is gebleven, maar juist sterk
is toegenomen, openbaart zich een
dubbel-effect. Dit dubbel-effect
heeft voor de woningvoorziening
ingrijpende gevolgen, die met een
eenvoudig cijfervoorbeeld aange
toond kunnen worden.
In 1910 waren de „partjes", waar
in wij de bevolking moeten delen
om uit te maken hoeveel woningen
wij nodig hebben, nog van zoda
nige omvang, dat er voor een be
hoorlijke huisvesting van iedere
100 Nederlanders 21 woningen wer
den vereist. In 1960 bleken de
„partjes" de woningbehoevende
huishoudens intussen zo veel
kleiner te zijn geworden, dat er
voor het geschikt onder dak bren
gen van iedere 100 Nederlanders
26 woningen nodig waren.
Op elf miljoen inwoners (begin
1960) scheelt dat maar liefst zo'n
550.000 woningen! En intussen
groeien wij nog lustig door in tal
en last. De zo sterk toegenomen
woningbehoefte heeft zich natuur
lijk niet plotseling aangediend. Zij
is parallel aan de ontwikkeling ge
leidelijk aan ontstaan. Stellen wij
volledigheidshalve nu nog vast, dat
in de afgelopen jaren de voort
schrijdende verkrotting ons in
kwantitatief opzicht verlies aan
woningen heeft opgeleverd, dan
hebben wij de belangrijkste posten
van onze „woningbalans" wel in de
beschouwingen betrokken.
Een factor die niet zo gemakke
lijk in cijfers is op te vangen is
de welvaartsverhoging met> haar
duidelijk merkbare invloed op de
woonwensen van ons volk en daar
mee op de woningbehoefte.
Wij hebben ons afgevraagd wat
een miljoen nieuwe woningen voor
volkshuisvesting zouden beteke
nen. Wij v/eten nu, dat met dit
miljoen de strijd nog niet is ge
wonnen.
Bij het militair eerbetoon rond de
teraardebestelling zullen ongeveer
negenduizend militairen van land-,
lucht- en zeemacht betrokken zijn.
Zij worden gedeeltelijk als ere
wachten ingezet, maar tevens inge
schakeld bij de afzetting van de
route door Den Haag en Delft. Van
het ochtendkrieken af zal een com
pagnie van de garde prinses Irene
de wacht bij het paleis Lange
Voorhout betrekken en tijdens het
uitdragen van de kist zal de Johan
Willem Frisokapel het Wilhelmus
spelen.
Bij de kerk in Delft, waar de bij
zetting plaats vindt, staat een ere
wacht van mariniers met ingedeeld
vaandel. De marinierskapel is hier
ook aanwezig.
Militaire compagnieën gaan aan
de koninklijke rouwstoet vooraf en
besluiten deze. Enkele duizenden
militairen zullen de route afzetten.
Afgezien van de talloze eredeta-
chementen in ceremonieel tenue in
en rond de kerk in Delft, zal er bij
de ingang van de koninklijke cryp
te een erehaag staan van zes adel
borsten, zes cadetten van de land
macht en zes van de luchtmacht.
Van het tijdstip af dat het stof
felijk overschot wordt uitgedragen
tot aan het einde van de plechtig
heden zal er elke minuut een ka
nonschot worden -afgevuurd. Dit
gebeurt gelijktijdig op het Haagse
Malieveld en op de vliegbasis
Ypenburg.
De rouwversiering in de Delftse
nieuwe kerk bestaat uit achtdui
zend chrysanten en 2500 anjers.
De draperieën zullen ook in lichte
kleuren worden uitgevoerd. In de
kerk worden 22 podia gebouwd en
in totaal zal er voor 2800 genodig
den plaats zijn. Op de markt van
Delft worden geen tribunes ge
plaatst.
De woorddienst bij de begrafenis
is toevertrouwd aan de hofpredi-
kant ds. J. F. van Berkel. Ds. G.
Forget van de Waalse gemeente in
Den Haag zal de liturgie leiden.
De werkgevers in het Horecabe
drijf hebben de nieuwe cao voor het
Horeca-personeel niet getekend, om
dat zij enige voorwaarden stellen,
waarvan één er is, dat de minister
van Economische Zaken de prijsstop
intrekt.
Dit is door de.voorzitter van de lan
delijke vereniging van katholieke ho
teliers en restaurateurs, de heer H.
Beukers, verklaard, tijdens de in Den
Bosch gehouden ledenvergadering.
De werkgevers, aldus de voorzit
ter, staan op het standpunt dat de
vrije prijsvorming de enige mogelijk
heid biedt tot een rendabele exploi
tatie. De voorzitter merkte verder op,
dat als de cao niet wordt getekend,
een verdere uittocht van personeel
uit de Horeca-bedrijfstak niet te
voorkomen zal zijn. Zowel de werk
gevers als de werknemers in deze
sector zijn wat hun inkomsten be
treft ver achtergebleven bij de in
komstenontwikkeling van bijvoor
beeld de middenstand, aldus de voor
zitter.
Koningin Juliana heeft goedge
vonden dat de begrafenis, onder
zekere restricties, per radio en te
levisie wordt uitgezonden.
Onder de gasten die worden
verwacht zijn: koning Olaf van
Noorwegen, de koning en de konin
gin van België, groothertogin Char
lotte van Luxemburg en haar man
prins Felix, de gravin van Athlone,
prins Louis Ferdinand van Prui
sen en zijn echtgenote prinses Kira
en de vorst en vorstin van Wied.
Degenen die maandagavond de
televisie bekeken en beluisterd
hebben, zullen diep geschokt zijn
door de mededelingen van drie per
sonen, die vele jaren naast H.K.H.
in Londen gewerkt hebben, n.l. de
man van radio-Oranje, haar secre
taresse en de oud-commissaris van
politie, die indertijd belast was
met de bescherming van de per
soonlijke veiligheid van H.K.H.
Daaruit blijkt te meer hoe groot
van karakter zij was. De secreta
resse vertelde o.m. hoe onver
schrokken, ondanks hevige bom
bardementen haar taak vervulde
voor radio Oranje en tal van an
dere plichten. Hoe fanatiek zij haar
taak opvatte blijkt uit hetgeen
haar vroegere secretaresse mede
deelde over een gelegenheid waar
bij de prinses op de zwarte markt
gekochte morfine via smokkelka-
nalen naar Breda zond, omdat er
in het bezette gebied gebrek aan
morfine heerste.
De oud-commissaris van politie in
Den Haag, de heer 't Sant, vertel
de over de Londense invasie:
„Toen er sprake was van het ge
vaar van een Duitse invasie
zei de koningin tot mij: „Beloof
mij, dat ik nooit levend in handen
van de Duitsers zal vallen".
De heer 't Sant deed deze belofte
in het besef dat de vorstin hier
mee tot het brengen van het hoog
ste offer bereid was.
Voorts deelde hij nog mee, dat
het eerst de bedoeling was dat de
Engelse torpedoboot H. M. naar
Breskens zou vervoeren, om daar
de gang van zaken af te wachten,
alvorens het land te verlaten.
Maar op zee kreeg de kapitein be
vel rechtstreeks naar Engeland te
varen, omdat de Duitsers al te ver
waren opgerukt.
Naar van de uitgeverij, die het
boek van prinses Wilhelmina ver
nomen is, is de hele oplage van
140.000 exemplaren uitverkocht.
De laatste dagen zijn er circa tien
duizend exemplaren verkocht. Een
tweede oplage zal zo spoedig mo
gelijk verschijnen. Van het boek,
dat in zeven talen werd vertaald
zal binnenkort een Franse uitgave
het licht zien.
De Minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen heeft aan
de rijksscholen verzocht, voor zo
ver dit in de afgelopen dagen nog
niet mocht zijn gebeurd, het laat
ste lesuur op vrijdag a.s. 7 decem
ber, te wijden aan een herdenking
van H.K.H. Prinses Wilhelmina.
Voorts heeft de minister beslist dat
de rijksscholen op zaterdag 8 de
cember gesloten zullen zijn.
In een rondschrijven aan de ge
meentebesturen en besturen van
bijzondere scholen heeft de minis
ter mede gedeeld, dat de regering
het op prijs zal stellen indien de
gemeentelijke en de bijzondere
scholen dezelfde gedragslijn zullen
volgen.
De minister van Binnenlandse
Zaken heeft vrijdag aan de com
missarissen der Koningin in de pro
vincies namens de regering ver
zocht te bevorderen, dat in hun
provincie op zaterdag 8 december,
de dag van de plechtige bijzetting
van het stoffelijk overschot van
prinses Wilhelmina in Delft, alle
toneelvoorstellingen en andere pu
blieke vermakelijkheden achtewe-
ge blijven; in restaurants en der
gelijke alleen muziek ten gehore
wordt gebracht afkomstig van een
van de zenders van radio Hilver
sum en uitsluitend Nederlandse te
levisie-uitzendingen worden door
gegeven; sportwedstrijden geen
doorgang vinden.
Is het schot, dat in de nacht van
zaterdag op zondag in de woning
aan de Overtoom 501 te Amsterdam
een einde maakte aan het leven van
de 55-jarige kleermaker John F. W.
van D., door het slachtoffer zelf of
door de maandagavond aangehouden
27-jarige varensgezel E. S. afge
vuurd? Voor dit raadsel staat de Am
sterdamse recherche. De varensgezel
beweert dat hij bij de kleermaker op
bezoek was, toen deze zich van het
leven beroofde. S., die is opgesloten
in het bureau Overtoom, zegt dat hij
toen een uur lang in het huis heeft
rondgelopen.
ruw of schraal
„Ik was helemaal verbouwereerd
en was bang dat men mij van moord
zou gaan beschuldigen", zei de ver
dachte tijdens het eerste verhoor. Hij
was echter niet zo verbouwereerd,
dat hij „vergat" de portefeuille met
400 gulden uit de zak van de kleer
maker te halen. Deze diefstal geeft
S. toe. Ook het pistool heeft hij mee
genomen.
Gedurende de eerste negen maan
den van 2962 werden 66.570 wo
ningen in uitvoering genomen tegen
78.453 in de overeenkomstige perio
de van 1961. Hiervan was 54 pet. op
gedragen door particulieren (eerste
negen maanden 1961: 69 pet.). Van
de 66.570 begonnen woningen wer
den 18.112 of 27 pet. gebouwd zon
der rijkssteun (eerste negen maanden
1961: 37 pet.).
Het aantal voltooide woningen be
droeg 53.989 (eerste negen maanden
1961: 58.235), waaronder 31.510 of
58 pet. huurwoningen.
Aan weg- en waterbouwkundige
kapitaalswerken werd in de eerste ne
gen maanden van 1962 voor f 678
min geproduceerd. Dit is f 113 min.
of 20 pet. meer dan in de overeen
komstige periode van 1961.
De oud-gouverneur van Neder
lands Nieuw-Guinea, dr. P. J. Plat
teel, is bij K.B. van 30 november
benoemd tot burgemeester van
Ede. De benoeming gaat in op 16
december. De heer Platteel is ge
reformeerd en lid van de A.R.P.