Deken dr. Bernard J. R. M. van den Hurk
ter aarde besteld
KAATSHEUVEL
Smidje Verholen en de rare alchimist
„Ik heb geprobeerd in mildheid en liefde mijn taak te vervullen"
Laatste groet
van zijn parochianen
Teraardebestelling
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 20 JANUARI 1964
2
Mgr. Bekkers
Bernard, hartelijk dank voor wat ge gedaan hebt
en voor wat ge geweest bent"
Plechtige uitvaart
Lijkrede
door Mgr. Bekkers
WILLEN CHINEZEN
TIBETAANSE VOLK
UITROEIEN
HET LIJK
IN DE MAND
22)
„Een priester, groot van geest, groot van hart in een groot geloof,
met de eenvoud als het kenmerk van de waarheid. Groot van geest
met als eerste vrucht: de wijsheid", aldus lezen wij op het bidprent
je van de Hoogeerwaarde Heer Deken Dr. Bernard J. R. M. v. d.
HurK, pastoor van de parochie St.-Jan te Waalwijk en Deken van
het Dekenaat Waalwijk, die op 14 januari in de leeftijd van 58 jaar
is overleden en wiens plechtige begrafenis zaterdagmorgen plaats
haa. „nij was net ncnt dat niet onder de korenmaat, maar op de
kandelaar moest geplaatst worden. Zo doceerde hij 15 jaar aan het
Groot Seminarie in wijsheid en voorzichtigheid, zich niet verliezend
in kleinigheden, maar wijd en open. Zo zou hij ook zijn als pastoor
van St.-Jan voor zijn parochianen, voor zijn kapelaans en later als
Deken voor zijn pastoors: een huisvader en een Herder die de zijnen
voorging in groot geloof. Hij gaf dit vooral gestalte in de gemeen
schappelijke viering van de H. Eucharistie, wat hij onderstreepte
door zijn persoonlijk opdragen van de H. Mis en de grote zorg voor
de tempel des Heren. Geen wonder dat hij door allen, die hem ken
den, bemind en geëerd werd, zodat zijn heengaan als een groot ver
lies gevoeld wordt". 1
van het ziekenhuis en voor degenen
die hem kenden". Mgr. Bekkers
verklaarde, dat er nooit spanning
heeft bestaan tussen de geestelijke
en wereldlijke overheid van Waal
wijk tijdens het pastoraat van de
t overledene en daarvoor bracht hij
ook het college van B. en W. har
telijk dank. Mgr. Bekkers vertelde,
dat de Deken hem in de kritieke
dagen van de hersenoperaties had
gezegd: „Het is best mogelijk dat ik
over een uur gestorven zal zijn; ik
heb steeds geprobeerd in liefde en
mildheid mijn taak te vervullen".
Het stoffelijk overschot van De
ken van aen Hurk was vrijdagmid
dag van Xuburg overgebracht naar
Waalwijk. Het kerkbestuur van de
parocnie St.-Jan, de kapelaans, het
personeel van de pastorie, het vol
tallig gemeentebestuur van Waal
wijk met de gemeentesecretaris en
de pastoors van het Dekenaat Waal
wijk begeleidden de lijkwagen. Om
streeks vier uur arriveerde de stoet
op het Raadhuisplein, van waaraf
men de lijkwagen te voet volgde
naar de parochiekerk van St.-Jan.
De klokken van de St.-Janstoren
beierden. Van veel huizen hing de
vlag halfstok. Langs de route ston
den opgesteld de leerlingen van de
r.k. Meisjes-ulo „Maria Koningin",
de St. Theresiaschool, de St. Petrus-
scholen en de Dr. Broerenschool
voor buitengewoon lager onderwijs.
De leden van het kerkbestuur fun
geerden als slippendragers en ach
ter de lijkauto liep de geestelijkheid
van Waalwijk. Daarachter sloten
zich de leerlingen van de verschil
lende scholen aan. Broeders van de
Congregatie van O.L. Vrouw Onbe
vlekt Ontvangen droegen de kist de
kerk binnen. Pastoor Oomens leis 'n
stille H. Mis voor de zielerust van
de overledene. De kerk was over
vol.
Velen maakten nadien gebruik van
de gelegenheid om Deken van den
Hurk, die in de kerk stond opge
baard, de laatste groet te brengen.
Zusters en Broeders betrokken de
wacht naast de baar.
Om negen uur droeg kapelaan
Lempens, geassisteerd door kape
laan v. Gastel en pastoor Oomens,
een plechtige Requiëmmis op. De
Scola Cantorum van het parochiële
kerkkoor zong met de aanwezigen
in de kerk de Gregoriaanse gezan
gen van de mis voor een overleden
priester.
Zaterdagmorgen om half elf vond
de plechtige uitvaartdienst plaats.
De vicaris-generaal van het Bisdom
Den Bosch celebreerde, geassisteerd
door de kapelaans Lempens en v.
Gastel, de plechtige uitvaartmis, die
werd bijgewoond door Mgr. W. Bek
kers, bisschop van Den Bosch, door
enkele honderden priesters die de
Deken kenden van hun studietijd -
hetzij als coursgenoot, hetzij als do
cent of anderszins - door vertegen
woordigers van tal van instellingen,
organisaties en verenigingen, door
Zusters en Broeders van de kloos
ters die in de parochie St.-Jan ge
legen zijn, door 't gemeentebestuur
van Waalwijk fan door veel paro
chianen van St.-Jan. Het kerkbe
stuur had de wacht betrokken naast
de baar.
Het kerkkoor zong de 3-stemmige
Requiëmmis van Perosie. De Se-
quentia „Diesirae" werd door de
aanwezigen in de kerk meegezon
gen.
Na de H. Mis hield Mgr. Bekkers
de lijkrede. Hij groette alle aanwe
zige priesters en gelovigen. Hij had
tijdens de devote en stemmige Eu-
charistië-viering voor het afscheid
van pastoor-deken v. d. Hurk God
dank gezegd voor Zijn barmhartig
heid en mildheid, dat Hij Zijn die
naar en vriend uit dit leven, dat
sinds enkele maanden voor hem
geen perspectieven meer bood, had
willen roepen tot de overwinning
door Christus, onze Heer. Mgr. Bek
kers had de Deken nog een bezoek
gebracht daags voor deze stierf en
hij had hem gezegd: Bernard, har
telijk dank voor wat gij gedaan hebt
en voor wat gij geweest bent". Hij
had God dank gebracht voor dit
leven, dat vol was geweest van lief
de, van toewijding, van voorzichtig
heid en wijsheid en vooral van gro
te vriendschap. „Nooit was hij fel
tégen iets, maar altijd rustig vóór
iets. Nooit was hij de aanleiding tot
een conflict, en zo er tóch een was,
stond hij open voor overleg, steeds
méér luisterend dan sprekend. Dit
was Bernard van den Hurk, en zijn
heengaan betekent droefheid voor
zijn huisgenoten, voor de Zusters
Een Tibetaanse vluchteling, Lob-
sang Samden, heeft in Wenen ver
klaard, dat de Chinezen sinds 1951
het jaar dat zij Tibet bezetten,
reeds meer dan 6000 Tibetaanse fa
milies gesteriliseerd hebben. Lob-
sang, een broer van de vroegere
heerser over Tibet, de Dalai Lama
is hoofd van de organisatie voor
hulp aan Tibetaanse vluchtelingen
in India.
Lobsang verklaarde, dat de Chi
nezen vastbesloten zijn de Tibetaan
se natie uit te roeien door middel
van sterilisatie, uithongering en ge
mengde huwelijken met de Chine
se bezetters.
Volgens hem is de voedselsituatie
in Tibet ernstig. Bijna alle graan,
boter en vlees worden naar China
gezonden. Velen sterven van hon
ger en men moet gras en gekookt
leer eten om in, leven te blijven.
Hij vergeleek de situatie in z'n land
met die van het nazi-terreur in
Europa tijdens de tweede wereld
oorlog.
van
FEUILLETON
„De Echo van het Zuiden"
door George Bagby
„Maar hij heeft hen al alles over
me verteld", zei Schmitty. „Of 't zal
werken weet ik natuurlijk niet zeker,
maar in Parijs kreeg je de indruk dat
iedereen eng-beleefd was tegen een
vreemde collega. Als 't daar nu maar
een klein beetje op lijkt, dan kan ik
ze wel duidelijk maken hoe onschul
dig de zaak voor Barry en het hotel
personeel ligt."
Neary keek de bleke directeur en
de grootogige piccolo medelijdend
aan. Weer zuchtte hij. „Ja, die ho
telmensen," zei hij treurig. „Ik
denk niet dat we offi cieel voor hen
in de bres kunnen springen. Denkt
U dat er gunstige bewijzen voor
hen zijn?"
Tot nu toe had hij niets opwek
kends gezegd, maar dit was toch al
héél weinig moedgevend. Tot nu
toe had ik me aan de strohalm van
de hoop vastgeklampt. Als inspec
teur Schmidt beweerde dat er be
wijzen in mijn voordeel waren, dan
móest het wel zo zijn. Wie was be-
Vaak belde de Deken de bisschop
op om over zaken, die hem ter harte
gingen, zoals het onderwijs en het
ziekenhuis, te overleggen en van ge
dachten te wisselen. De bisschop
sprak ook over de blijheid die de
Deken kenmerkte. Hij was er van
overtuigd dat men niet lang meer
vóór hem zal bidden, maar tót hem
en dat de Deken een grote voor
spraak zal zijn voor hen, die tot
hem bidden. Mgr. Bekkers besloot
zijn toespraak met de woorden
Bernard, hartelijk dank! In Paradi-
sum! Ga naar de Heer en wees daar
voor ons een sterke steun".
Daarna verrichtte Mgr. Bekkers
de absoute. De talrijke priesters in
de kerk zongen de daarbij behoren
de gezangen mee.
Weer luidden de doodsklokken in
de toren van St.-Jan. De Broeders
droegen 't stoffelijk overschot naar
zijn laatste rustplaats. De honder
den aanwezigen zongen het „In Pa-
radisum". Op een ereplaats op het
kerkhof was een graf gedolven.
Mgr. Rooij akkers sprak de gebeden,
de aanwezigen antwoordden. Lang
zaam daalde de kist in het graf en
ieder wist dat van hen was heen
gegaan een man, die hield van de
mensen zoals ze zijn.
REGELING HALVEDAG-SLUI.
TING KAPPERSZAKEN.
Voor de kapperszaken in deze ge
meente is geen verordening overeen
komstig de desbetreffende bepalingen
van de Winkelsluitingswet 1951, re
gelende de halvedagsluiting, vastge
steld. Tot op heden waren deze zaken
overeenkomstig een onderlinge mon
delinge afspraak gesloten op dinsdag
na 13 uur.
Door hét inwerking treden van een
nieuwe collectieve arbeidsovereen
komst voor de kappershedrijven is er
een moeilijkheid over deze halvedag
sluiting ontstaan.
Een aantal kappers lokt thans een
raadsbesluit uit waarbij in een veror
dening deze materie wordt geregeld.
Van de 16 in deze gemeente ge
vestigde bedrijven zijn er zes bedrijven
met in totaal twaalf personeelsleden
en één bedrijf zónder personeel, wel
ke de voorkeur geven aan een sluiting
op maandag na 13 uur; 8 bedrijven
zonder personeel geven de voorkeur
aan een dinsdagmiddagsluiting, ter
wijl één bedrijf geen voorkeur heeft.
Naar aanleiding van het door de
kappers gedane verzoek heeft het ge
meentebestuur zich overeenkomstig
meergenoemde wet laten adviseren
door de Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Waalwijk. Genoemde
Kamer adviseert op grond van de uit
slag van een ingesteld onderzoek in
een verordening vast te leggen, dat 't
Verboden is op maandag na 13 uur
een winkel, waar het bedrijf van da
mes- en/of herenkapper pleegt te
worden uitgeoefend, voor het publiek
geopend te hebben.
Het gemeentebestuur stelt de raad
overeenkomstig dit advies voor de be
treffende verordening vast te stellen.
G GROOTSWAGERS NEEMT
ONTSLAG ALS RAADSLID.
De heer G. Grootswagers, wiens
gezondheidstoestand de laatste tijd
van dien aard is, dat hij niet in staat
was de raadsvergaderingen bij te wo
nen, heeft op grond daarvan zijn ont
slag ingediend als lid van de raad der
gemeente Loon op Zand.
Reeds op 28-jarige leeftijd werd
de heer Grootswagers in 1931 als
vertegenwoordiger van de arbeiders
groep voor de eerste maal tot lid van
de gemeenteraad gekozen, waarvan
hij tot heden, dus 33 jaren onafge
broken deel heeft uitgemaakt. Vele
jaren was hij ook lid van het college
van burgemeester en wethouders,
waarbij hij telkens werd aangewezen
om de burgemeester bij diens afwe
zigheid te vervangen. Voor de eerste
maal was dat in de periode 1935 -
1939, daarna van 1946 tot 1949, en
de laaste maal van 1958 tot 1962.
Tot zijn opvolger is door de voor
zitter van het centraal stembureau be
noemd de heer N. J. Kerssens, die
deze benoeming heeft aanvaard.
AFSLUITEN RIJWIELSTALLING
TEGEN BALDADIGE JEUGD.
De rijwielstalling van de Ulo-school
Pius X aan de Vossenbergselaan kan
niet worden afgesloten, terwijl hierop
vanuit het schoolgebouw evenmin
controle kan worden uitgeoefend. De
baldadige jeugd - volgens 't school
bestuur niet-leerlingen - krijgt daar
door de kans vernielingen aan te
richten aan de electrische installatie
en de rijwielen.
Om hieraan een einde te maken,
wil het schoolbestuur de voorzijde
van de rijwielstalling geheel laten af
sluiten, waartoe het een verzoek om
medewerking heeft gericht tot de ge
meenteraad. De kosten van de afslui
ting worden geraamd op ongeveer
f 1400.
GELDLENING AAN DE STICH
TING BEJAARDENZORG "HUI
ZE BETHLEHEM"
TE KAATSHEUVEL.
Het bestuur van de Stichting Be
jaardenzorg "Huize Bethlehem" te
Kaatsheuvel heeft verzocht van ge
meentewege medewerking te mogen
ontvangen bij het realiseren van de
eerste fase van een bouwproject dat
voorziet in de uitbreiding en verbou
wing van het tegenwoordige pension
"Huize Bethlehem" aan de Gasthuis
straat. De uitvoering van deze eerste
fase zal een investering vergen van
f 380.000, volgens onderstaande
specificatie
a. bouwkosten (verbouwing)
f 173.050; b. technische installaties
(centrale verwarming, sanitair, elec
tro en keukeninstalL) f 126.665.50;
c. diverse kosten, waaronder honora
rium van architect en adviseurs, in
richtingskosten, aansluitingen voor
gas en water f 78.000, totaal afge
rond f 380.000.
Genoemd bestuur heeft getracht
de voor de financiering van deze eer
ste fase benodigde middelen zelf
rechtstreeks op de kapitaalmarkt aan
te trekken. Deze pogingen zijn niet
geslaagd, omdat de in beginsel be
reidwillige geldgevers als eis stelden,
dat een eventuele lening door de ge
meente zou moeten worden gegaran
deerd. Een dergelijke garantie kan
echter door de gemeente niet worden
verleend, omdat de condities, waar
onder een bepaalde lening zou kun
nen worden gesloten, uitgingen boven
de maxima welke ter zake zijn opge
nomen in het besluit leningsvoor
waarden publiekrechtelijke lichamen,
dat strekt ter vervanging van het ren-
tegamma. Deze ongunstige condities
waren een gevolg van de heersende
krapte op de kapitaalmarkt.
De medewerking, welke thans door
genoemd bestuur van de gemeente
wordt gevraagd, zou moeten bestaan
in het verstrekken van de voor de
uitvoering van bovenvermelde eerste
fase benodigde financieringsmidde
len. Daarbij wordt er van uitgegaan,
dat tegen het tijdstip waarop met de
volgende fase van het bouwproject
kan worden aangevangen, de huidige
spanningen op de kapitaalmarkt zo
danig zullen zijn verminderd, dat de
stichting zonder tussenkomst van de
gemeente gelden zal kunnen aantrek
ken.
Inmiddels is de uitvoering van de
ze eerste fase niet voor uitstel vat
baar, omdat alleen door een spoedige
gunning de gevolgen van een verdere
stijging van lonen en materiaalprijzen
kunnen worden ontgaan.
De diverse bouwfasen zijn
1. het verrichten van achterstal
lig onderhoud aan en het gedeeltelijk
verbouwen van de voormalige kleu
terschool tot klooster, keuken en ka-
pel;
2. het slopen van het huidige
klooster met kapel;
3. het bouwen van een nieuwe
bejaardenflat, welke grotendeels be
stemd wordt als huisvesting voor de
bejaarden die thans nog steeds op za
len zijn ondergebracht.
Over de bouwplannen en de beno
digde capaciteit in verband met de
plaatselijke behoeften aan huisves
ting van bejaarden, is tevoren over
leg gepleegd met de provinciale di
rectie van de volkshuisvesting en de
bouwnijverheid en de diocesane com
missie Voor de bejaardenzorg.
GESLAAGD.
Onze plaatsgenoot Christ v. Rooij
slaagde te Amsterdam voor het leer
lingenstelsel-examen vanwege de
Stichting Nederlandse vakopleiding
voor opticiëns.
rOP*8K>rt tKOO «van
67. Eilaas, smidje Verholen kreeg
een teleurstellend antwoord, want
het registratiebureau deelde hem
mee, dat er geen enkele wagen on
der nummer W-l ingeschreven
stond. Nijdig wierp de smid de
hoorn weer op de haak en knarse
tandde: „Wel sapperdemallekludde
Dat nummer is vals!" Intussen
was er in de stad ook heel wat ge
beurd. De plichtsgetrouwe agent
Jacobus Knalkurk had mr. de Wael
van Nimweeghen onder bedreiging
met vuurwapens mee genomen naar
het hoofdbureau van politie en daar
opgesloten in een stevig gegrendel
de cel. Vervolgens ging hij naar de
hoofdinspecteur Harry Hommeles
om verslag uit te brengen. De koe
ne H. Hommeles luisterde met alle
aandacht naar de merkwaardige
belevenissen van agent JKnalkurk,
doch hoe groot zijn koenheid ook
was, hij kon niet verhinderen, dat
er in en om het bureau héél vreem
de zaken zouden gaan gebeuren. Be
neden in de politiekeuken was de
politiekok namelijk bezig met het
gereedmaken van dat geliefde po-
litiediner „zuurkool met worst". En
terwijl hij zich even omdraaide om
de schotel te laten gaarsudderen en
'n sigaretje op te steken, verscheen
er plotseling een hoofd voor het
raam. Het was een bekend hoofd
met een breedgerande hoed en een
donkere bril. Toen kwam ook het
uiteinde van een grote flitspuit naar
binnen. Pffff. en een wolk van
fijne druppeltjes werd over de dam
pende schotel zuurkool haet worst
gespoten. Toen verdwenen zowel
hoofd als spuit en de politiekok had
niets van dat alles gemerkt.
ter in staat te kunnen beoordelen
dan de inspecteur? Maar in de
vraag van Greg Neary klonk twij
fel, en hij was toch een vriend en
landgenoot. Een klap in mijn ge
zicht was hetIk wilde de in
specteur juist vragen wat die be
wijsstukken dan wel waren toen ik
promt op dat ogenblik en volkomen
onverwacht begreep dat er geen tijd
meer voor was.
Niet dat er niet ruim voldoende
tijd was verlopen om eventueel de
hele politiemacht van Madrid op de
been te brengen, maar ik was in de
veronderstelling dat er niets kon
gebeuren zolang hij nog door de te
lefoon stond te beweren dat hij niet
gek of dronken was. Ik dacht dat
het wel tot klaarhéid zou moeten
worden gebracht, voordat ze ook
maar iets gingen ondernemen
Ik had me echter vergist
Zonder enige waarschuwing zon
der geluid waren ze er. Het ene
moment was de toegang nog leeg
geweest, het andere ogenblik waren
ze er. Twee van hen, met dreigende
blikken onder hun zwarte lederen
steken, slopen geruisloos binnen en
kozen positie naast de deur, hun
ruggen vlak tegen de muur.
Ze stonden met getrokken revol
vers, de lopen dreigend op ons ge
richt.
Een fractie van een seconde later
stormden er twee anderen het ver
trek binnen. Die gingen recht op
de agent af, die nog steeds door de
telefoon stond te jammeren. Hij
wist zelfs niet dat ze er waren. Ze
vielen hem van achteren aan, een
hield zijn armen in bedwang. De
telefoonhoorn viel uit zijn hand en
botste tegen de muur. Een wit stof
wolkje en een stuk kalk dat op de
cementen vloer in stukken brak,
was 't resultaat. Nauwelijks tracht
te de politieman zijn hoofd om te
draaien toen de tweede van t span
in actie kwam. Hij deed het dood
eenvoudig, maar doeltreffend en
verschrikkelijk. Hij liet de kolf van
zijn revolver op 's mans schedel
neerkomen en de arme man maakte
een rochelend geluidje toen hij op
de vloer ineenzakte. Tenminste: dat
had hij gedaan als de man die zijn
armen vasthield hem niet overeind
had gehouden. De Guardia Civil
die hem zo doelmatig buiten westen
had geholpen borg zijn revolver
weer in zijn holster. Daarna graaide
hij naar de bengelende telefoon
draad en viste de hoorn op. Slechts
een paar woorden zei hij „In or
dewe hebben 'm."
Hij gooide de hoorn op de haak
terug. Ik keek naar de inspecteur.
Hij zag wit en ik kende de uitdruk
king in zijn ogen: hij was hels. Niets
nieuws was er in het trucje en niets
merkwaardigs. De politie probeert
het iedere keer als ze te maken
krijgt met kinderrovers of losgeld
kunstenaars. De kinderrover belt
de ouders van het slachtoffer op om
een losgeldregeling te maken. Dan
worden alle pogingen in het werk
gesteld om de rover aan het lijntje
te houden totdat de politie de
plaats waarvan gebeld wordt opge
spoord heeft en totdat de politie de
misdadiger al bij de telefoon kan
grijpen. Zo nu en dan gelukt dat.
Meestal echter niet.
Hier hadden we hetzelfde mee
gemaakt in een ander versie. Het
was niet nodig geweest de plaats op
te sporen, dat had de politieman
hen ai verteld. Een van de mannen
had hem bezig gehouden; ze had
den niet het risico willen nemen
dat hij hen zou ontsnappen. Alles
was volkomen duidelijk: ze hadden
geen woord van zijn verhaal ge
loofd maar waren in colonne ge
komen om hem te pakken te ne
men. Wij waren getuige geweest
hoe ze dat gedaan hadden. Als het
de gevaarlijkste moordenaar uit
heel Spanje geweest was, hadden ze
hem niet ruwer en onmeedogender
kunnen behandelen. En wat was
hij? Op zijn ergst een dronken
agent, een man die zo maar de moed
had gehad te beweren dat een ver
moorde Guardia Civil in een mand
door Madrid heen was gesjouwd.
Het enige dat ze hem ten laste kon-
de leggen was „majesteitsschennis".
Ik wilde er zelfs niet aan denken
wat ze zouden doen als ze ontdekten
dat er werkelijk een lijk was. In
heel mijn omgang met inspecteur
had ik hem nooit iets zien doen dat
onjuist was. Vertwijfeld prentte ik
dat in mijn gedachten en ik hield
mezelf voor dat ik volkomen op de
inspecteur kon vertrouwen.
De inspecteur wendde zich met
een ruk naar de deur. Een van de
wachters daar bewoog zijn revol
ver zodat die gericht was op
Schmitty's borst. Niet op de benen,
waar een schot iemand hulpeloos
kan maken, maar op de borst, alsof
het om zijn leven ging. De ene
wachter stond zo'n beetje met zijn
wapen te spelen, klaar om hem te
richten waar het hem nodig zou
lijken. Die kerel zou ieder van ons
neergeschoten kunnen hebben als
we van onze plaatsen waren geko
men.
Tussen hen in, in de deuropening,
stond nu de macht en de majesteit.
Ik wist voldoende van rangen af en
van hun weerslag in het uniform -
hoe pompeuzer hoe mooier - dat ik
zag dat de twee die nu daar stonden
tot de bonzen van het korps moes
ten behoren. Eén van hen was in
politie-uniform, maar met veel tie
relantijnen erop, de ander was in 't
uniform van de Guardia Civil. Hij
kenmerkte zich door extra glanzen
de laarzen en door de kwaliteit van
zijn smetteloos, goedzittende uni
form.
Schmitty ging tegen hem te keer.
„Behandelt u zó iemand die zijn
plicht doet? Wat doet u dan wel
met iemand die buiten zijn boekje
gaat?" vroeg hij scherp.
Niemand bekommerde zich te ant
woorden. Ze waren bezig de bewus
teloze agent naar de deur te slepen
en de twee hoge pieten stonden
daar maar, onverschillig zwijgend
toeziend. Die van de Guardia Civil
fluisterde iets tegen de ander. De
andere deed zelfs geen moeite om
te fluisteren.
„Borracho Americano", zei hij,
„dronken Amerikanen".
De elegante Guardia Civil knikte.
„De dronken Amerikanen zullen we
maar met rust laten", oordeelde hij,
en dit keer waren z'n woorden goed
te verstaan.
(wordt vervolgd)