Deken dr. Bernard J. R. M. van den Hurk ter aarde besteld KAATSHEUVEL Smidje Verholen en de rare alchimist „Ik heb geprobeerd in mildheid en liefde mijn taak te vervullen" Laatste groet van zijn parochianen Teraardebestelling 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 20 JANUARI 1964 2 Mgr. Bekkers Bernard, hartelijk dank voor wat ge gedaan hebt en voor wat ge geweest bent" Plechtige uitvaart Lijkrede door Mgr. Bekkers WILLEN CHINEZEN TIBETAANSE VOLK UITROEIEN HET LIJK IN DE MAND 22) „Een priester, groot van geest, groot van hart in een groot geloof, met de eenvoud als het kenmerk van de waarheid. Groot van geest met als eerste vrucht: de wijsheid", aldus lezen wij op het bidprent je van de Hoogeerwaarde Heer Deken Dr. Bernard J. R. M. v. d. HurK, pastoor van de parochie St.-Jan te Waalwijk en Deken van het Dekenaat Waalwijk, die op 14 januari in de leeftijd van 58 jaar is overleden en wiens plechtige begrafenis zaterdagmorgen plaats haa. „nij was net ncnt dat niet onder de korenmaat, maar op de kandelaar moest geplaatst worden. Zo doceerde hij 15 jaar aan het Groot Seminarie in wijsheid en voorzichtigheid, zich niet verliezend in kleinigheden, maar wijd en open. Zo zou hij ook zijn als pastoor van St.-Jan voor zijn parochianen, voor zijn kapelaans en later als Deken voor zijn pastoors: een huisvader en een Herder die de zijnen voorging in groot geloof. Hij gaf dit vooral gestalte in de gemeen schappelijke viering van de H. Eucharistie, wat hij onderstreepte door zijn persoonlijk opdragen van de H. Mis en de grote zorg voor de tempel des Heren. Geen wonder dat hij door allen, die hem ken den, bemind en geëerd werd, zodat zijn heengaan als een groot ver lies gevoeld wordt". 1 van het ziekenhuis en voor degenen die hem kenden". Mgr. Bekkers verklaarde, dat er nooit spanning heeft bestaan tussen de geestelijke en wereldlijke overheid van Waal wijk tijdens het pastoraat van de t overledene en daarvoor bracht hij ook het college van B. en W. har telijk dank. Mgr. Bekkers vertelde, dat de Deken hem in de kritieke dagen van de hersenoperaties had gezegd: „Het is best mogelijk dat ik over een uur gestorven zal zijn; ik heb steeds geprobeerd in liefde en mildheid mijn taak te vervullen". Het stoffelijk overschot van De ken van aen Hurk was vrijdagmid dag van Xuburg overgebracht naar Waalwijk. Het kerkbestuur van de parocnie St.-Jan, de kapelaans, het personeel van de pastorie, het vol tallig gemeentebestuur van Waal wijk met de gemeentesecretaris en de pastoors van het Dekenaat Waal wijk begeleidden de lijkwagen. Om streeks vier uur arriveerde de stoet op het Raadhuisplein, van waaraf men de lijkwagen te voet volgde naar de parochiekerk van St.-Jan. De klokken van de St.-Janstoren beierden. Van veel huizen hing de vlag halfstok. Langs de route ston den opgesteld de leerlingen van de r.k. Meisjes-ulo „Maria Koningin", de St. Theresiaschool, de St. Petrus- scholen en de Dr. Broerenschool voor buitengewoon lager onderwijs. De leden van het kerkbestuur fun geerden als slippendragers en ach ter de lijkauto liep de geestelijkheid van Waalwijk. Daarachter sloten zich de leerlingen van de verschil lende scholen aan. Broeders van de Congregatie van O.L. Vrouw Onbe vlekt Ontvangen droegen de kist de kerk binnen. Pastoor Oomens leis 'n stille H. Mis voor de zielerust van de overledene. De kerk was over vol. Velen maakten nadien gebruik van de gelegenheid om Deken van den Hurk, die in de kerk stond opge baard, de laatste groet te brengen. Zusters en Broeders betrokken de wacht naast de baar. Om negen uur droeg kapelaan Lempens, geassisteerd door kape laan v. Gastel en pastoor Oomens, een plechtige Requiëmmis op. De Scola Cantorum van het parochiële kerkkoor zong met de aanwezigen in de kerk de Gregoriaanse gezan gen van de mis voor een overleden priester. Zaterdagmorgen om half elf vond de plechtige uitvaartdienst plaats. De vicaris-generaal van het Bisdom Den Bosch celebreerde, geassisteerd door de kapelaans Lempens en v. Gastel, de plechtige uitvaartmis, die werd bijgewoond door Mgr. W. Bek kers, bisschop van Den Bosch, door enkele honderden priesters die de Deken kenden van hun studietijd - hetzij als coursgenoot, hetzij als do cent of anderszins - door vertegen woordigers van tal van instellingen, organisaties en verenigingen, door Zusters en Broeders van de kloos ters die in de parochie St.-Jan ge legen zijn, door 't gemeentebestuur van Waalwijk fan door veel paro chianen van St.-Jan. Het kerkbe stuur had de wacht betrokken naast de baar. Het kerkkoor zong de 3-stemmige Requiëmmis van Perosie. De Se- quentia „Diesirae" werd door de aanwezigen in de kerk meegezon gen. Na de H. Mis hield Mgr. Bekkers de lijkrede. Hij groette alle aanwe zige priesters en gelovigen. Hij had tijdens de devote en stemmige Eu- charistië-viering voor het afscheid van pastoor-deken v. d. Hurk God dank gezegd voor Zijn barmhartig heid en mildheid, dat Hij Zijn die naar en vriend uit dit leven, dat sinds enkele maanden voor hem geen perspectieven meer bood, had willen roepen tot de overwinning door Christus, onze Heer. Mgr. Bek kers had de Deken nog een bezoek gebracht daags voor deze stierf en hij had hem gezegd: Bernard, har telijk dank voor wat gij gedaan hebt en voor wat gij geweest bent". Hij had God dank gebracht voor dit leven, dat vol was geweest van lief de, van toewijding, van voorzichtig heid en wijsheid en vooral van gro te vriendschap. „Nooit was hij fel tégen iets, maar altijd rustig vóór iets. Nooit was hij de aanleiding tot een conflict, en zo er tóch een was, stond hij open voor overleg, steeds méér luisterend dan sprekend. Dit was Bernard van den Hurk, en zijn heengaan betekent droefheid voor zijn huisgenoten, voor de Zusters Een Tibetaanse vluchteling, Lob- sang Samden, heeft in Wenen ver klaard, dat de Chinezen sinds 1951 het jaar dat zij Tibet bezetten, reeds meer dan 6000 Tibetaanse fa milies gesteriliseerd hebben. Lob- sang, een broer van de vroegere heerser over Tibet, de Dalai Lama is hoofd van de organisatie voor hulp aan Tibetaanse vluchtelingen in India. Lobsang verklaarde, dat de Chi nezen vastbesloten zijn de Tibetaan se natie uit te roeien door middel van sterilisatie, uithongering en ge mengde huwelijken met de Chine se bezetters. Volgens hem is de voedselsituatie in Tibet ernstig. Bijna alle graan, boter en vlees worden naar China gezonden. Velen sterven van hon ger en men moet gras en gekookt leer eten om in, leven te blijven. Hij vergeleek de situatie in z'n land met die van het nazi-terreur in Europa tijdens de tweede wereld oorlog. van FEUILLETON „De Echo van het Zuiden" door George Bagby „Maar hij heeft hen al alles over me verteld", zei Schmitty. „Of 't zal werken weet ik natuurlijk niet zeker, maar in Parijs kreeg je de indruk dat iedereen eng-beleefd was tegen een vreemde collega. Als 't daar nu maar een klein beetje op lijkt, dan kan ik ze wel duidelijk maken hoe onschul dig de zaak voor Barry en het hotel personeel ligt." Neary keek de bleke directeur en de grootogige piccolo medelijdend aan. Weer zuchtte hij. „Ja, die ho telmensen," zei hij treurig. „Ik denk niet dat we offi cieel voor hen in de bres kunnen springen. Denkt U dat er gunstige bewijzen voor hen zijn?" Tot nu toe had hij niets opwek kends gezegd, maar dit was toch al héél weinig moedgevend. Tot nu toe had ik me aan de strohalm van de hoop vastgeklampt. Als inspec teur Schmidt beweerde dat er be wijzen in mijn voordeel waren, dan móest het wel zo zijn. Wie was be- Vaak belde de Deken de bisschop op om over zaken, die hem ter harte gingen, zoals het onderwijs en het ziekenhuis, te overleggen en van ge dachten te wisselen. De bisschop sprak ook over de blijheid die de Deken kenmerkte. Hij was er van overtuigd dat men niet lang meer vóór hem zal bidden, maar tót hem en dat de Deken een grote voor spraak zal zijn voor hen, die tot hem bidden. Mgr. Bekkers besloot zijn toespraak met de woorden Bernard, hartelijk dank! In Paradi- sum! Ga naar de Heer en wees daar voor ons een sterke steun". Daarna verrichtte Mgr. Bekkers de absoute. De talrijke priesters in de kerk zongen de daarbij behoren de gezangen mee. Weer luidden de doodsklokken in de toren van St.-Jan. De Broeders droegen 't stoffelijk overschot naar zijn laatste rustplaats. De honder den aanwezigen zongen het „In Pa- radisum". Op een ereplaats op het kerkhof was een graf gedolven. Mgr. Rooij akkers sprak de gebeden, de aanwezigen antwoordden. Lang zaam daalde de kist in het graf en ieder wist dat van hen was heen gegaan een man, die hield van de mensen zoals ze zijn. REGELING HALVEDAG-SLUI. TING KAPPERSZAKEN. Voor de kapperszaken in deze ge meente is geen verordening overeen komstig de desbetreffende bepalingen van de Winkelsluitingswet 1951, re gelende de halvedagsluiting, vastge steld. Tot op heden waren deze zaken overeenkomstig een onderlinge mon delinge afspraak gesloten op dinsdag na 13 uur. Door hét inwerking treden van een nieuwe collectieve arbeidsovereen komst voor de kappershedrijven is er een moeilijkheid over deze halvedag sluiting ontstaan. Een aantal kappers lokt thans een raadsbesluit uit waarbij in een veror dening deze materie wordt geregeld. Van de 16 in deze gemeente ge vestigde bedrijven zijn er zes bedrijven met in totaal twaalf personeelsleden en één bedrijf zónder personeel, wel ke de voorkeur geven aan een sluiting op maandag na 13 uur; 8 bedrijven zonder personeel geven de voorkeur aan een dinsdagmiddagsluiting, ter wijl één bedrijf geen voorkeur heeft. Naar aanleiding van het door de kappers gedane verzoek heeft het ge meentebestuur zich overeenkomstig meergenoemde wet laten adviseren door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk. Genoemde Kamer adviseert op grond van de uit slag van een ingesteld onderzoek in een verordening vast te leggen, dat 't Verboden is op maandag na 13 uur een winkel, waar het bedrijf van da mes- en/of herenkapper pleegt te worden uitgeoefend, voor het publiek geopend te hebben. Het gemeentebestuur stelt de raad overeenkomstig dit advies voor de be treffende verordening vast te stellen. G GROOTSWAGERS NEEMT ONTSLAG ALS RAADSLID. De heer G. Grootswagers, wiens gezondheidstoestand de laatste tijd van dien aard is, dat hij niet in staat was de raadsvergaderingen bij te wo nen, heeft op grond daarvan zijn ont slag ingediend als lid van de raad der gemeente Loon op Zand. Reeds op 28-jarige leeftijd werd de heer Grootswagers in 1931 als vertegenwoordiger van de arbeiders groep voor de eerste maal tot lid van de gemeenteraad gekozen, waarvan hij tot heden, dus 33 jaren onafge broken deel heeft uitgemaakt. Vele jaren was hij ook lid van het college van burgemeester en wethouders, waarbij hij telkens werd aangewezen om de burgemeester bij diens afwe zigheid te vervangen. Voor de eerste maal was dat in de periode 1935 - 1939, daarna van 1946 tot 1949, en de laaste maal van 1958 tot 1962. Tot zijn opvolger is door de voor zitter van het centraal stembureau be noemd de heer N. J. Kerssens, die deze benoeming heeft aanvaard. AFSLUITEN RIJWIELSTALLING TEGEN BALDADIGE JEUGD. De rijwielstalling van de Ulo-school Pius X aan de Vossenbergselaan kan niet worden afgesloten, terwijl hierop vanuit het schoolgebouw evenmin controle kan worden uitgeoefend. De baldadige jeugd - volgens 't school bestuur niet-leerlingen - krijgt daar door de kans vernielingen aan te richten aan de electrische installatie en de rijwielen. Om hieraan een einde te maken, wil het schoolbestuur de voorzijde van de rijwielstalling geheel laten af sluiten, waartoe het een verzoek om medewerking heeft gericht tot de ge meenteraad. De kosten van de afslui ting worden geraamd op ongeveer f 1400. GELDLENING AAN DE STICH TING BEJAARDENZORG "HUI ZE BETHLEHEM" TE KAATSHEUVEL. Het bestuur van de Stichting Be jaardenzorg "Huize Bethlehem" te Kaatsheuvel heeft verzocht van ge meentewege medewerking te mogen ontvangen bij het realiseren van de eerste fase van een bouwproject dat voorziet in de uitbreiding en verbou wing van het tegenwoordige pension "Huize Bethlehem" aan de Gasthuis straat. De uitvoering van deze eerste fase zal een investering vergen van f 380.000, volgens onderstaande specificatie a. bouwkosten (verbouwing) f 173.050; b. technische installaties (centrale verwarming, sanitair, elec tro en keukeninstalL) f 126.665.50; c. diverse kosten, waaronder honora rium van architect en adviseurs, in richtingskosten, aansluitingen voor gas en water f 78.000, totaal afge rond f 380.000. Genoemd bestuur heeft getracht de voor de financiering van deze eer ste fase benodigde middelen zelf rechtstreeks op de kapitaalmarkt aan te trekken. Deze pogingen zijn niet geslaagd, omdat de in beginsel be reidwillige geldgevers als eis stelden, dat een eventuele lening door de ge meente zou moeten worden gegaran deerd. Een dergelijke garantie kan echter door de gemeente niet worden verleend, omdat de condities, waar onder een bepaalde lening zou kun nen worden gesloten, uitgingen boven de maxima welke ter zake zijn opge nomen in het besluit leningsvoor waarden publiekrechtelijke lichamen, dat strekt ter vervanging van het ren- tegamma. Deze ongunstige condities waren een gevolg van de heersende krapte op de kapitaalmarkt. De medewerking, welke thans door genoemd bestuur van de gemeente wordt gevraagd, zou moeten bestaan in het verstrekken van de voor de uitvoering van bovenvermelde eerste fase benodigde financieringsmidde len. Daarbij wordt er van uitgegaan, dat tegen het tijdstip waarop met de volgende fase van het bouwproject kan worden aangevangen, de huidige spanningen op de kapitaalmarkt zo danig zullen zijn verminderd, dat de stichting zonder tussenkomst van de gemeente gelden zal kunnen aantrek ken. Inmiddels is de uitvoering van de ze eerste fase niet voor uitstel vat baar, omdat alleen door een spoedige gunning de gevolgen van een verdere stijging van lonen en materiaalprijzen kunnen worden ontgaan. De diverse bouwfasen zijn 1. het verrichten van achterstal lig onderhoud aan en het gedeeltelijk verbouwen van de voormalige kleu terschool tot klooster, keuken en ka- pel; 2. het slopen van het huidige klooster met kapel; 3. het bouwen van een nieuwe bejaardenflat, welke grotendeels be stemd wordt als huisvesting voor de bejaarden die thans nog steeds op za len zijn ondergebracht. Over de bouwplannen en de beno digde capaciteit in verband met de plaatselijke behoeften aan huisves ting van bejaarden, is tevoren over leg gepleegd met de provinciale di rectie van de volkshuisvesting en de bouwnijverheid en de diocesane com missie Voor de bejaardenzorg. GESLAAGD. Onze plaatsgenoot Christ v. Rooij slaagde te Amsterdam voor het leer lingenstelsel-examen vanwege de Stichting Nederlandse vakopleiding voor opticiëns. rOP*8K>rt tKOO «van 67. Eilaas, smidje Verholen kreeg een teleurstellend antwoord, want het registratiebureau deelde hem mee, dat er geen enkele wagen on der nummer W-l ingeschreven stond. Nijdig wierp de smid de hoorn weer op de haak en knarse tandde: „Wel sapperdemallekludde Dat nummer is vals!" Intussen was er in de stad ook heel wat ge beurd. De plichtsgetrouwe agent Jacobus Knalkurk had mr. de Wael van Nimweeghen onder bedreiging met vuurwapens mee genomen naar het hoofdbureau van politie en daar opgesloten in een stevig gegrendel de cel. Vervolgens ging hij naar de hoofdinspecteur Harry Hommeles om verslag uit te brengen. De koe ne H. Hommeles luisterde met alle aandacht naar de merkwaardige belevenissen van agent JKnalkurk, doch hoe groot zijn koenheid ook was, hij kon niet verhinderen, dat er in en om het bureau héél vreem de zaken zouden gaan gebeuren. Be neden in de politiekeuken was de politiekok namelijk bezig met het gereedmaken van dat geliefde po- litiediner „zuurkool met worst". En terwijl hij zich even omdraaide om de schotel te laten gaarsudderen en 'n sigaretje op te steken, verscheen er plotseling een hoofd voor het raam. Het was een bekend hoofd met een breedgerande hoed en een donkere bril. Toen kwam ook het uiteinde van een grote flitspuit naar binnen. Pffff. en een wolk van fijne druppeltjes werd over de dam pende schotel zuurkool haet worst gespoten. Toen verdwenen zowel hoofd als spuit en de politiekok had niets van dat alles gemerkt. ter in staat te kunnen beoordelen dan de inspecteur? Maar in de vraag van Greg Neary klonk twij fel, en hij was toch een vriend en landgenoot. Een klap in mijn ge zicht was hetIk wilde de in specteur juist vragen wat die be wijsstukken dan wel waren toen ik promt op dat ogenblik en volkomen onverwacht begreep dat er geen tijd meer voor was. Niet dat er niet ruim voldoende tijd was verlopen om eventueel de hele politiemacht van Madrid op de been te brengen, maar ik was in de veronderstelling dat er niets kon gebeuren zolang hij nog door de te lefoon stond te beweren dat hij niet gek of dronken was. Ik dacht dat het wel tot klaarhéid zou moeten worden gebracht, voordat ze ook maar iets gingen ondernemen Ik had me echter vergist Zonder enige waarschuwing zon der geluid waren ze er. Het ene moment was de toegang nog leeg geweest, het andere ogenblik waren ze er. Twee van hen, met dreigende blikken onder hun zwarte lederen steken, slopen geruisloos binnen en kozen positie naast de deur, hun ruggen vlak tegen de muur. Ze stonden met getrokken revol vers, de lopen dreigend op ons ge richt. Een fractie van een seconde later stormden er twee anderen het ver trek binnen. Die gingen recht op de agent af, die nog steeds door de telefoon stond te jammeren. Hij wist zelfs niet dat ze er waren. Ze vielen hem van achteren aan, een hield zijn armen in bedwang. De telefoonhoorn viel uit zijn hand en botste tegen de muur. Een wit stof wolkje en een stuk kalk dat op de cementen vloer in stukken brak, was 't resultaat. Nauwelijks tracht te de politieman zijn hoofd om te draaien toen de tweede van t span in actie kwam. Hij deed het dood eenvoudig, maar doeltreffend en verschrikkelijk. Hij liet de kolf van zijn revolver op 's mans schedel neerkomen en de arme man maakte een rochelend geluidje toen hij op de vloer ineenzakte. Tenminste: dat had hij gedaan als de man die zijn armen vasthield hem niet overeind had gehouden. De Guardia Civil die hem zo doelmatig buiten westen had geholpen borg zijn revolver weer in zijn holster. Daarna graaide hij naar de bengelende telefoon draad en viste de hoorn op. Slechts een paar woorden zei hij „In or dewe hebben 'm." Hij gooide de hoorn op de haak terug. Ik keek naar de inspecteur. Hij zag wit en ik kende de uitdruk king in zijn ogen: hij was hels. Niets nieuws was er in het trucje en niets merkwaardigs. De politie probeert het iedere keer als ze te maken krijgt met kinderrovers of losgeld kunstenaars. De kinderrover belt de ouders van het slachtoffer op om een losgeldregeling te maken. Dan worden alle pogingen in het werk gesteld om de rover aan het lijntje te houden totdat de politie de plaats waarvan gebeld wordt opge spoord heeft en totdat de politie de misdadiger al bij de telefoon kan grijpen. Zo nu en dan gelukt dat. Meestal echter niet. Hier hadden we hetzelfde mee gemaakt in een ander versie. Het was niet nodig geweest de plaats op te sporen, dat had de politieman hen ai verteld. Een van de mannen had hem bezig gehouden; ze had den niet het risico willen nemen dat hij hen zou ontsnappen. Alles was volkomen duidelijk: ze hadden geen woord van zijn verhaal ge loofd maar waren in colonne ge komen om hem te pakken te ne men. Wij waren getuige geweest hoe ze dat gedaan hadden. Als het de gevaarlijkste moordenaar uit heel Spanje geweest was, hadden ze hem niet ruwer en onmeedogender kunnen behandelen. En wat was hij? Op zijn ergst een dronken agent, een man die zo maar de moed had gehad te beweren dat een ver moorde Guardia Civil in een mand door Madrid heen was gesjouwd. Het enige dat ze hem ten laste kon- de leggen was „majesteitsschennis". Ik wilde er zelfs niet aan denken wat ze zouden doen als ze ontdekten dat er werkelijk een lijk was. In heel mijn omgang met inspecteur had ik hem nooit iets zien doen dat onjuist was. Vertwijfeld prentte ik dat in mijn gedachten en ik hield mezelf voor dat ik volkomen op de inspecteur kon vertrouwen. De inspecteur wendde zich met een ruk naar de deur. Een van de wachters daar bewoog zijn revol ver zodat die gericht was op Schmitty's borst. Niet op de benen, waar een schot iemand hulpeloos kan maken, maar op de borst, alsof het om zijn leven ging. De ene wachter stond zo'n beetje met zijn wapen te spelen, klaar om hem te richten waar het hem nodig zou lijken. Die kerel zou ieder van ons neergeschoten kunnen hebben als we van onze plaatsen waren geko men. Tussen hen in, in de deuropening, stond nu de macht en de majesteit. Ik wist voldoende van rangen af en van hun weerslag in het uniform - hoe pompeuzer hoe mooier - dat ik zag dat de twee die nu daar stonden tot de bonzen van het korps moes ten behoren. Eén van hen was in politie-uniform, maar met veel tie relantijnen erop, de ander was in 't uniform van de Guardia Civil. Hij kenmerkte zich door extra glanzen de laarzen en door de kwaliteit van zijn smetteloos, goedzittende uni form. Schmitty ging tegen hem te keer. „Behandelt u zó iemand die zijn plicht doet? Wat doet u dan wel met iemand die buiten zijn boekje gaat?" vroeg hij scherp. Niemand bekommerde zich te ant woorden. Ze waren bezig de bewus teloze agent naar de deur te slepen en de twee hoge pieten stonden daar maar, onverschillig zwijgend toeziend. Die van de Guardia Civil fluisterde iets tegen de ander. De andere deed zelfs geen moeite om te fluisteren. „Borracho Americano", zei hij, „dronken Amerikanen". De elegante Guardia Civil knikte. „De dronken Amerikanen zullen we maar met rust laten", oordeelde hij, en dit keer waren z'n woorden goed te verstaan. (wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1963 | | pagina 2