waaLwij kse en lAnqstRAAtse couRAnt Waarom wordt CUBA geholpen? Cuba project veroorzaakt politieke storm BRILLE*! Constructiefout waar schijnlijk oorzaak van het ongeluk met Thresher door Fred Vaz Dias zoon van M.S. Vaz Dias Paul Hoffman verdedigt zijn beleid Geen luxe maar eigen belang Export verdubbelen „Onze waardering is evenredig aan uw lengte" Wat Nederland al doet Goede keuze Uitzonderlijke plaats Maa tschappeiijk terrein Grote ontwikkeling Eer voor de Dat is de Zaak voor gemeente t DINSDAG 16 APRIL 1963 85e JAARGANG No. 30 tijd De tcho vad het Zuióen Uitgever Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tieten Hoofdredacteur JAN TIELEN Gironummer 1069687 Dit blad verschijnt 2 x per week Abonnement 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p.p. Advertentieprijs: 10 cent per m.m. Contractadvertenties: speciaal tarief Opgericht 1878 Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167 - 2002 Telegram-adres: „ECHO" Bij de instelling van het speciale Fonds in 1959 was men overeenge komen, dat politieke overwegingen bij de beslissing over projecten geen enkele rol zouden mogen spe len. Inderdaad heeft b.v. zelfs de Ver. Arabische Republiek des tijds geen protest aangetekend bij de goedkeuring van diverse pro jee. ten in Israël. Niet minder dan 97% van de be schikbaar gestelde fondsen wordt besteed in de landen waar de Ver enigde Staten zelf eveneens tech- nisch-economische assistentie ver lenen. De overige 3 procent gaan naar onderontwikkelde landen als Brits Noord Borneo,Malakka, Saoe- die Arabië, en Malta. Zelfs Jona than Bingham, de Amerikaanse vertegenwoordiger bij Ecosoc (de Economische - Sociale Raad van de V.N.) heeft er naar aanleiding van de reacties in de V.N. op het Cu baanse project nog eens aan her innerd, dat de V.N. en haar orga nen waarlijk internationale organ isaties zijn en dat de V.S. niet moe. ten verwachten, dat de V.N. zullen optreden als armen van het Ameri kaanse ministerie van buitenlandse zaken. In zijn onlangs verschenen boek „World Without Want" (Wereld zonder gebrek) openbaart fonds directeur Hoffman zijn credo over de beginselen die ten grondslag liggen bij de hulpverlening aan on der-ontwikkelde landen. Hoffman, die een zeer gevarieerde carrière achter zich heeft, o.a. als hoofd van het Maarshall Plan, president van de Studebaker automobielfabrie ken, directeur van de Ford Foun dation en die gehuwd is met de vroegere Amerikaanse assistente van de minister voor arbeid, Anna Rosenborg - thans in public relati- ons werkzaam - meent dat paterna lisme volkomen uit de tijd is. Hulp aan andere landen moet niet worden beschouwd als luxe, liefdadigheid of geldverspilling, maar als welbegre pen eigen belang. Waneer het inkomen per hoofd in de jongere bij de V.S. aangeslo ten landen met slechts 2%% toe neemt in het huidige decennium, dan zullen de industriële landen hun exporten meer dan kunnen verdubbelen. Het verwachtbare aandeel van V.S. in de exportver meerdering zal neerkomen op een miljoen meer geëmployeerden in de V.S. en de economische situaties in de V.S. een onontbeerlijke steun geven. Hoffman herinnert aan de erva ringen met het Maarshall Plan, waaruit bleek dat economische schattingen wel eens te pessimis tisch kunen zijn. Oorspronkelijk meenden de deskundigen dat 25 mil jard dollar nodig zouden zijn om de Westeuropese industrie en land bouw weer op vooroorlogs niveau te brengen. Later werd die schat tig verlaagd tot 17 miljard en uit eindelijk bleek er in feite 11 mil jard dollar mee gemoeid te zijn. Men had namelijk niet voldoende rekening gehouden met de onbe kende factor van menselijke geest kracht en energie. Europa bouwde aan zijn herstel met wilskracht, ervaring en hoop. In twee jaar had de Europese economie het vooroor- losgse peil niet alleen weer bereikt, maar met resp. 20% en 40% voor landbouw en industriële productie overschreden. Daarin ligt de les voor de economische hulp aan min der ontwikkelde gebieden, al mag Bijzonder nauw betrokken zijn Nederlandse ondernemingen bij 't project tot bestudering van de ha- ven-verslibbing van Bangkok en de wenselijkheid van een andere haven in Thailand. Het Water bouwkundig Laboratorium te Delft bouwde in een afzonderlijke loods een model van de Chao Phqya Ri vier in Thailand, waarbij de water stromingen in de geulen en de oeververschuivingen werden nage bootst en bestudeerd in Nederland terwijl de Nederlandse exportcom- binatie Nedeco werd belast met de uitvoering van het studieproject in Thailand zelf. De Nederlandse Hei de Mij. is werkzaam aan een irri gatieproject in Egypte en een wa terbouwkundige studie in Guate mala, terwijl een Nederlandse com binatie van firma's de mogelijkheid van landwinning in Korea onder zoekt. Anderzijds wordt in Suri name onder leiding van het Spe ciale Fonds een onderzoek inge steld naar de aanwezigheid en mo gelijke exploitatie van bepaalde mineralen, waarmee ongeveer 1% miljoen dollar gemoeid is. Daarvan wordt de helft door Suriname be taald. Sinds de oprichting van het Spe cial Fund in 1959 heeft het opdrach ten goedgekeurd tot een totale waarde van bijna 600 miljoen dol lar. Nederland heeft een van de 18 zetels in de Beheersraad voor 1963 en Nederlands bijdrage voor 1963 van 3.842.154 dollar (50 pet. hoger dan voor 1962) is met uitzondering van die der V.S., Groot-Brittannië, van enig ander land, meer dan drie_ Zweden en Duitsland, groter dan maal zoveel als van Italië of Frank rijk en meer ook dan bv. van Ca nada. Aldus is niet minder dan 5,3 pet. van het totale door alle landen in 1963 aan het Speciale Fonds te betalen bedrag van Ne derland afkomstig, hetgeen nog meer zegt wanneer men in aanmer king neemt dat de V.S. alleen al 40 pet. voor hun rekening nemen en Nederland dus alleen bijna 10 pet. van het resterende betaalt. De ontvangende landen zelf heb- óen bij herhaling kenbaar gemaakt dat hulpverlening via de V.N. ge prefereerd wordt, omdat dan niet voor politieke, militaire of com merciële bijbedoelingen behoeft te worden gevreesd. Gemeentesecretaris H. Smith nam afscheid van Sprang-Capelle Waarom krijg ik niets dan vragen over ons 286ste project, terwijl onze 285 andere projecten voor technisch-economische assistentie blijkbaar geen publieke belangstelling vermogen te wekken?", zo reageerde met enige bitterheid de managing director van het Speciale Fonds van de Verenigde Naties, de Amerikaan Paul G. Hoffman, naar aanleiding van de politieke storm die in de Verenigde Staten losbarstte bij de aankondiging van een bescheiden project in Cuba. Het betreft de uitzending van 5 tot 7 buitenlandse landbouw experts naar Cuba, die een studie zullen maken van de mogelijkheid tot diver sificatie van Cuba's landbouw. Als het research project met succes ten einde wordt gebracht, zal dit het Special Fund ruim 1 miljoen gekost hebben, terwijl Cuba zelf een zeer groot deel, in casu ruim 1% miljoen moet betalen. Voor het special Fund is dit budgetair een kleine som, minder dan een half procent van de kosten der goedgekeurde projecten voor zover door het Special Fund gedragen, van de laatste vier jaren. Het is on waarschijnlijk, dat Fidel Castro er politiek baat bij zal vinden, want bij welslagen zullen de resultaten van dit project zich pas na een zes tal jaren op zijn vroegst doen gevoelen in die tijd kan er op Cuba heel wat gebeuren. Waarom dan al dit misbaar in de Verenigde Staten? Omdat Cuba sinds Castro en de Russische missile crisis een uiterst gevoelig onderwerp in de Amerikaanse politiek en met name in het congres is geworden, aldus onze New Yorkse correspondent Mr. Fred Vaz Dias. oorlogsherstel in technisch gevor derd Europa niet over een kam scheren met ontwikkeling in econo misch achterlijke landen. Hoffman berekent, dat niet meer dan 3 miljard dollar per jaar ge durende 7 jaar nodig is van de in- dustriëel ontwikkelde landen boven datgene wat reeds uit diver se bronnen beschikbaar komt om de onderontwikkelde landen de goederen en diensten uit indus triële landen te verstrekken die onmisbaar zijn voor hun verdere ontwikkeling. Deze 3 miljard val len weg vergeleken bij de 120 mil jard die de leden van de VN voor defensie uitgaven. Tot de fouten, die in de vijftiger jaren gemaakt zijn bij de economische hulpverle ning rekent Hoffman dan ook de verwaarlozing van plaatselijk be schikbare krachten en plaatselijke in tegenstelling tot nationale investeringsprogramma's; daar zon der kan geen ontwikkelingsplan slagen. Nederlanders en Nederlandse on dernemingen spelen een voorname rol bij de diverse projecten die door het Speciale Fonds zijn ge- entameerd. Dr. A. van der Groot, die thans directeur is van het Bu reau voor Internationale Techni- sche Hulp van het departement van buitenlandse zaken in Den Haag, was jarenlang secretaris van het Speciale Fonds en als zodanig een intieme medewerker van Paul Hoffman, die, naar onze correspon dent verneemt, spoedig, na de ver kiezingen naar Nederland hoopt te komen voor besprekingen met Nederlandse regeringsinstanties. Eind 1962 had het Special Fund een beroep gedaan op en mede werking voor langere duur verkre gen van 76 Nederlandse experts; in aantal nam Nederland daarbij de vierde plaats in: alleen voor de V.S., Groot Brittannië en Frankrijk was dit cijfer hoger. Tot 30 juni 1962 hadden Nederlandse firma's voor bijna 1 miljoen gulden aan materieel voor diverse projecten geleverd, waarbij in aanmerking dient te worden genomen dat de meeste projecten zich bezig hou den met voorbereidende research en studie voor later uit te voeren bouwwerken, dammen en soortge lijke aanleg. Het raadszaaltje van het gemeentekuis in Sprang-Capelle was donder dagavond maar ternauwernood groot genoeg, om alle belangstellenden getuigen te laten zijn van het officiële afscheid dat de heer Smith heeft genomen van de Sprang-Capelse gemeenschapdie hij meer dan 16 jaar heeft gediend, waarvan bijna drie jaar als gemeentesecretaris. Er zijn deze avond de heer H. Smith, heel wat loftuitingen toege zwaaid, waarbij de waardering voor zijn werk niet onder stoelen of banken werd gestoken. De heer Smith die met ingang van 16 juni 1960 tot gemeentesecretaris van Sprang-Capelle werd benoemd, is bij Koninklijk besluit van 22 maart 1963 het ambt van burgemeester/secretaris van St. Annaland op de schouders gelegd. Met deze benoeming is een van de vurigsté wensen van de heer Smith in vervulling gegaan. De heer Smith zal daar met geheel andere bevoegd heden bekleed, en belast met een nieuwe verantwoordelijkheid, leiding moeten geven aan het bestuur van een gemeente. Burgemeester van Prooijen noemde dit geen gemakke lijke taak, maar hij meende de ver wachting te mogen uitspreken, dat de heer Smith de nieuwe taak met kennis van zaken en inzicht op de juiste wijze zou vervullen. Hij wees hierbij op het feit dat de scheidende secretaris in de voorbije jaren, niet alleen de administratie in al zijn facetten volkomen heeft leren beheersen, maar dat hij tevens, als medewerker van het gemeentebestuur met allerlei vragen van bestuurlijke aard geconfronteerd werd, waarbij hij tot de oplossing daarvan een steentje heeft bijgedragen. „Wij mogen het zo zien, dat de afgelopen jaren als het ware de voor bereiding zijn geweest, voor de taak waarvoor gij thans door Hogere Lei ding geroepen zijt". De burgemeester van Sprang-Capelle meende, dat het verrichte werk niet alleen voor de heer Smith van belang is geweest, maar ook voor de gemeente en de gemeenschap. „Ik geloof dat ik daar over mag oordelen. Want van die 16k§ jaar dat U thans hier bent, heb ik gedurende 11 jaar u van nabij kunnen gadeslaan en heb ik u steeds beter leren kennen." Burgemeester van Prooijen had er behoefte aan om pubbliekelijk te zeg gendat het gemeentebestuur 3 jaar geleden een goedé keuze had gedaan, om de heer Smith tot gemeente-secre taris te benoemen. Hij zei bijzonder veel waardering te hebben voor de vlotte wijze, waar op de besluiten van de raad en het college van b. en w. door hem werden afgewerkt. „Wij hebben de goede naam die wij op de Provinciale grif fie hadden behouden. De administra tie staat op een uitstekend peil". Koménde tot de persoonlijke ver houdingen tussen de burgemeester en de gemeente-secretaris, merkte de heer van Prooijen op, dat het duide lijk is, dat onder de ambtenaren die met de burgemeester samenwerken, de secretaris 'n uitzonderlijke plaats inneemt, omdat, zo benadrukte hij, een goede verhouding tussen burge meester en secretaris de bestuurs kracht van de gemeente versterkt. Burgemeester van Prooijen meen de te mogen opmerken, dat de ver houding uitstekend is geweest en juist zó, als die behoort te zijn. Hij zei tevens veel waardering te hebben voor het feit dat steeds een beroep gedaan kon worden op de scheidende secretaris. Het allerbelangrijkste zei de heer van Prooijen te vinden, dat hij steeds een volkomen vertrouwen in de secretaris had kunnen stellen. Ook over de omgang van gemeen te-secretaris Smith met het gemeente- personeel had burgemeester v. Prooij en niets dan lof. Hij wees erop, dat - wil het goed zijn - het gemeen- tepersoneel een team moet vormen, bezield door een opgewekte gemeen schapsgeest en doortrokken van een gevoel van verantwoordelijkheid. Hij zei, dat de heer Smith hierin een goed voorbeeld had gegeven en door een vriendschappelijke band met de amb tenaren, veel tot een goede teamgeest op de secretarie had bijgedragen. Ook op ander terrein heeft de heer Smith zich niet onbetuigd gelaten. Zo was hij secretaris van de gemeentelij ke Instelling van Maatschappelijke Zorg en secretaris van de Woonruim te-Advies-Commissie. „Ook als zo danig hebt u de belangen van onze ge meente naar uw beste weten en kun nen, voorgestaan en bevorderd." Niet minder is dit het geval ge weest op het terrein van het onder wijs. Als bestuurslid van twee bijzon dere scholen is de heer Smith steeds een grote stimulans geweest. Dit alles overziende meende bur gemeester van Prooijen te mogen con cluderen, dat de heer Smith met vol doening op de tijd in Sprang-Capelle kan terug zien, ondanks het feit, dat ziekte en leed niet aan hem zijn voor bijgegaan. Thans valt het doek", zo besloot de heer van Prooijen zijn toespraak. „U zet nu een streep onder uw loop baan in Sprang-Capelle. Staande op de drempel tussen verleden en toe komst kunnen wij met een variant op een bekend Sprang-Capelse volks hymne zeggen „Dat hebt gij goed gedaan". Burgemeester van Prooijen bracht namens de raad en het college van B. en W. nogmaals dank voor al hetgeen wat de heer Smith in de afgelopen jaren heeft gepresteerd. De heer Smith kreeg namens de raad en het college van B. en W. een zilveren sigarettendoos met inscriptie geoffreerd, terwijl mevrouw Smith naast een cadeau tevens bloemen wer den aangeboden. Als nestor van de raad voerde de heer Ros het woord. „Mijn ouder dom laat het niet toe veel te zeggen. Toch is het gemeend". Bijzonder ontroerd vermaande de heer Ros de scheidende secretaris, niet te menen de allerhoogste te zijn in de gemeente St. Annaland, maar in alles de lei ding van De Heer te zien. ,,Ik hoop", zo besloot de heer Ros, „dat U zich aan de waarheid, die ook in St. An naland wordt verkondigt, zult .onder werpen. De heer Minnaard sprak namens de C.H.U. woorden van welgemeen de dank. De scheidende gemeentesecretaris trok in zijn woord tot de aanwezigen een vergelijking tussen het Sprang- Capelle van heden en 16 jaar gele den. Hij zei dat de grote ontwikke ling die Sprang-Capelle doormaakt sterk in het oog springt. „Vooral de ontwikkeling die de gemeente de laatste tien jaar te zien heeft gege ven, zal bij velen de gedachten heb ben opgeroepen waar gaat dat naar toe", zo betoogde hij. Hij zei dat zijn benoeming naast vreugde een wrange smaak teweeg had gebracht, omdat nog veel werk niet was afgemaakt. Hij noemde ook de verandering van de mentaliteit in de gemeente van groot belang. „De raad heeft een bredere visie gekre gen, de conservatieve inslag heeft plaats gemaakt voor een vooruitstre vende politiek.". Hij noemde de gro te vooruitgang van de gemeente voor hem een sterke stimulans in verband met zijn nieuwe werkkring. Zich richtend tot burgemeester van Prooijen zei de heer Smith: „In de ze jaren zijn wij sterk naar elkaar toegegroeid. Ik wist wat U wilde en ik heb dan ook steeds getracht dat te verwezenlijken De heer Smith benadrukte niet al leen gepoogd te hebben, eerste mede werker van de raad te zijn, maar te vens een eerste medewerker van de burgemeester. Hij bracht dank aan de raad voor het gestelde vertrou wen. De heer Smith zei tevens dat er op de secretarie een goede sfeer heerste hetgeen volgens hem een conditio si ne qua non was voor goed werk. De scheidende secretaris bracht dank voor de sympathieke woorden van de heer Ros. „Nimmer zal ik de uren vergeten die gij aan mijn ziek bed zat. Ook heb ik in u steeds 'n va derlijke vriend gevonden", benadruk te de heer Smith. Hij zei tevens het spreekwoord „partir c'est mourir un peu" steeds met een korreltje zout genomen te hebben. „Maar eerst nu ervaar ik dat het inderdaad zo is". Hij benadrukte dat hij en zijn echt genote in Sprang-Capelle een zeer goede tijd hadden gehad. De heer Smith besloot met te zeg gen, dat hij het spreekwoord „Serva mandata" (bewaar de u toevertrouw de dingen), tijdens zijn loopbaan in Sprang-Capelle steeds in gedachte had gehouden. pen jaren werd verzet. ,,Wij collega's, wij allen waarderen de heer Smith zo groot als hij is. En dat is toch nog al wat", merkte hij lakoniek op. Hij betoogde, dat het een eer voor Sprang-Capelle is, dat er in deze ge meente zo vaak een secretariswisse ling voordoet. Hij meende de oorzaak te mogen zoeken in het feit, dat men als secretaris in deze ge meente niet verzuurt en de blik ge richt kan houden op de toekomst. Als vertegenwoordiger van de Ge meentelijke Instelling van Maatschap pelijke Zorg voerde de heer Kuijsten het woord. Hij feliciteerde de gepro moveerde secretaris met de eervolle benoeming en dankte hem tevens voor hetgeen door hem tot stand was ge bracht. DEN BOSCH VUGHTERSTRAAT 25 TILBURG MARKT 32 BREDA Nwe GINNEKENSTR. 23 De heer Heurter bracht namens de bijzondere school aan de Zuid-Hol landse dijk dank. In zijn dankwoord betrok hij tevens mevrouw Smith, van wie hij zei, dat zij steeds vol belang stelling was geweest voor de gang van zaken op de school. Namens de U.L.O.-school was het de heer M. M. Vos. „Wij kunnen dankbaar zijn dat wij iemand als de heer Smith als secretaris van de ver eniging hebben gehad", zo betoogde hij. Hij zei uit ervaring te hebben on dervonden, dat het niet altijd een on verdeeld genoegen is zitting te hebben in het bestuur van een vereniging. Hij betoogde tevens dat men de secretaris bij het werk van de school slechts node kon missen. De sprekers lieten hun woorden veelal vergezeld gaan met het aanbie den van waardevolle cadeus, die door de scheidende secretaris in dank wer den aanvaard. Het ongeluk met de Amerikaanse atoomduikboot Thresher,die woens dagmiddag met 129 koppen op 350 km. uit de kust bij Boston in de Atlantische Oceaan moet zijn ver gaan, is waarschijnlijk te wijten aan een constructiefout of aan een fout, die 2 weken geleden bij 'n algehele revisie moet zijn gemaakt. Admiraal George W. Anderson, leider van de afdeling operaties bij de Ameri kaanse marine, vertelde donderdag avond, dat er tijdens de revisie een gat van een meter doorsnee in de romp is gemaakt om bij enige machines te kunnen komen. Het gat is nauwkeurig gedicht, aldus An derson, en later met röntgenstralen gecontroleerd. De mogelijkheid blijft natuurlijk altijd, dat de na den van het gat woensdagmiddag gescheurd zijn, toen de Thresher naar een diepte „van meer dan 1200 meter" dook. Indien een duikboot op die diepte water maakt, dan is ze niet meer te redden, dan wordt zij door de enorme druk van het water in elkaar gedrukt en zinkt ze snel naar de bodem. De Amerikaan se marnie neemt aan, dat iets derge lijks met de Thresher gebeurd moet zijn. Aan sabotage denkt men voor alsnog niet, hoewel ook die moge lijkheid door de speciaal ingestelde hoge raad van onderzoek zal wor den bekeken. Namens het personeel was het de heer Meijer, hoofdcommies ter secre tarie, die secretaris Smith dank bracht voor de prettige samenwerking. Notaris Waverijn, oud-wethouder van de gemeente, deed in een spitse rede, de scheidende secretaris enkele suggesties aan de hand. Hij zei te vens geenszins in een gedrukte stem ming te verkeren, maar veeleer in een heugelijke, vanwege de eervolle be noeming. „Hoe hoger gij uw taak opvat,, des te meer zult gij ook berei ken", besloot de notaris, die tevens dank bracht voor de prettige samen werking. De heer Smits, secretaris van de gemeente Made en Drimmelen, voer de namens de secretarissen uit de Langstraat het woord. Hij zei veel waardering te hebben voor het werk dat door de heer Smith in de afgelo- PAUSELIJKE PAASWENS IN 23 TALEN Met een paasgroet in 23 talen heeft paus Joannes XXIII op eerste paas dag zijn traditionele toespraak, ge volgd door de zegen Urbi et Orbi, be sloten. Rond 300.000 pelgrims luis terden op het St. Pietersplein naar de toespraak die de Paus vanaf de log gia voor de St. Pieter hield, miljoe nen andere Europeanen volgden de plechtigheid voor hun televisietoe stellen. Voor het eerst groette de Paus de Japanners en Chinezen ook in hun eigen taal. Het „Zalig Pasen" waarmee de glimlachende en schijnbaar onver moeide Paus zijn korte toespraak be sloot, sprak hij uit in het Italiaans, Fraps, Duits, Engels, Spaans, Portu gees, Nederlands, Pools, Grieks, Rus sisch, Arabisch, Albanees, Boheems, Kroatisch, Slovenisch, Slovaaks, Hongaars, Roemeens, Ethiopisch, Turks, Japans, Chinees en Latijn.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1963 | | pagina 5