wMlwijkse en UnqstRMtse couRant
Vergelijking van de rijksbegroting
in de 3 Beneluxlanden 1960-1962
Verklaring van De Quay
Opruiming
Christine Keeier, dr. Ward, Maria Novotny,
Towers en Wennerström
VBn
JMfÊGM*Êf& EXCLUSiEVE
En bij het eten van kaviaar,
verried hij zijn vaderland
Hoe kwam hij er toe
Wat aan het licht kwam
De geschiedenis herhaalt
zich
Onveranderde taktiek
Grootste post
artikeun
Sociale voorzieningen
EXCLUSIEVE
KLEDING
zeer lage prijzen
KERNSTOPOVERLEG
VRIJDAG 19 JULI 1963
85e JAARGANG No. 57
De tcho vad het Zuióen
Uitgever
Waalwij ksche Stoomdrukkerij
Antoon Tielen-
Hoofdredacteur JAN TIELEN
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2 x per week
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contractadvertenties: speciaal tarief
Opgericht 1878
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04167- 2002
Telegram-adres: „ECHO"
EEN rood COMPLOT
Een samenloop van aanvallen op het vrije westen, gekristaliseerd in
de zaken Christine Keeier te Londen, de lichte vrouwtjes bij de U.N.O.
in New York, de zogenaamde „callgirl-ring" aan de Via Veneto in Rome
en de zaak Wennerström in Stockholm, laten overduidelijk de mees
terlijke regie zien in spionage-zaken, zoals deze ons op een gevaarlijk
grootse wijze door de Russische geheime dienst, grootmeester op het
gebied der internationale spionage, wordt aangeboden.
De val van) minister van oorlog en staatsraad der Engelse koningin,
John Profumo, was groot en het vertrouwen in harer majesteits minis
ter werd daardoor ernstig geschokt, toen bleek dat het niet zomaar
een rendez-vous betrof, doch dat achter de verhouding met Christine
Keeier meer school en dat er sprake moet zijn van het vooropgezet
verstrikken van uitgezochte hooggeplaatste figuren in een gevaarlijk
web, waarover de inmiddels naar Rusland teruggeroepen marine-atta
ché, kapitein Eugene Iwanow, meer zou kunnen vertellen. Hij was
immers de leider van de Russische spionage in het oude Engeland.
Bijna gelijktijdig volgde de aan
houding van de Tsjechische me
vrouw Maria Novotny in New-
York. Deze dame onderhield met
blijkbaar dezelfde bedoelingen
méér dan vriendschappelijke be
trekkingen met zekere UNO-func-
tionarissen en met bepaalde diplo
maten aan die instelling toege
voegd. En ook mevrouw Novotny,
nicht van de staatspresident van
de „volksrepubliek" Tsjecho-Slo-
wakije is op haar beurt weer be
vriend met dr. Ward in Londen en
met de Britse televisie-producer
Harry Alan Towers, die niet alleen
een aantal lieftallige vrouwtjes bij
de Ver. Naties introduceerde, doch
ook de organisator en leider bleek
te zijn van de zgn. callgirl-ring aan
de Via Veneto te Rome.
De Amerikaanse geheime dienst
(C-iA) die belangstelling bleek te
hebben voor onze producer, moest
echter vaststellen dat deze „ver
dienstelijke" man inmiddels naar
Praag was uitgeweken. In Rome
se rijksrecherche en in Stockholm
ving de veiligheidsdienst aan om
tegen vele daarvoor in aanmerking
komende personen een onderzoek
in te stellen. De Zweedse recherche
leverde in samenwerking met de
veiligheidsdienst aldaar goed werk,
doch het zou nog tot 20 juni 1963
duren vooraleer men tot een ar
restatie kon overgaan.
Een aantal daarvoor in aanmer
king komende hoge functionarissen
werd geschaduwd en ook oud-ko
lonel Stig Erik Constans Wenner
ström, oud-kolonel en oud-adjudant
van de koning van Zweden, werd
een jaar lang onopvallend door
rechercheurs gevolgd en zo werd
o.m. vastgesteld, dat de oud-kolonel
op een dag in augustus 1962, toen
hij met zijn echtgenote op vakantie
in Genève verbleef, aan één der
loketten van een bijkantoor van
een Zwitserse bank een hoog be
drag aan geld inde, dat afkomstig
bleek te zijn uit Moskou. Er bleek
echter meer, veel meer.
kon hij immers ook zijn gezicht niet
meer laten zien in verband met het
feit, dat nog niet zo lang geleden
zekere Christa Wanninger, afkom
stig uit München, van het leven
werd beroofd, omdat ze teveel wist.
Het opsporingsonderzoek dat door
agenten van de Amerikaanse, En
gelse en Italiaanse geheime diens
ten in onderlinge samenwerking
werd uitgevoerd, stelde vast:
a. dat er een zekere samenhang
bestond, zoals deze zich in zeer
korte tijd in Engeland, Italië
en in de Verenigde Staten
voordeden
b. dat er aanwijsbare contacten
bleken te bestaan tussen ex-
minister John Profumo, dr.
Ward, mevrouw Maria Novot
ny en Harry Alan Towers
c. dat de Russische geheime
dienst te Moskou „een vinger
in de pap had" en
d. dat zowel in Londen als in
Rome en New-York bij de di
verse contacten gebruik werd
gemaakt van verdovende mid
delen, waarvan Interpol nu
tracht de herkomst op te spo
ren.
Reeds in de zomer van 1962 had
den detectives van de speciale af
deling van het Criminal Investiga
tion Department (in de volksmond
Scotland Yard genoemd) vastge
steld, dat er illegale verbindingen
bestonden tussen Zweden en Rus
land en dat met name bijzonderhe
den over Engelse wapens die aan
Zweden werden geleverd, bij de
Russen bekend waren. Scotland
Yard alarmeerde daarop de Zweed-
Wennerström, deskundige in
luchtmachtzaken in zijn land, werd
iri '40 als plaatsvervangend Zweeds
luchtmachtattaché naar Moskou ge
dirigeerd en daar maakte hij voor
het eerst kennis met agenten van
de Russische geheime dienst. Hij
verbleef aldaar tot en met 1942 en
werd daarop naar zijn land terug
geroepen. In 1949 werd hij door zijn
regering opnieuw naar Moskou ge
zonden, nu in de hoedanigheid van
attaché en van dat tijdstip af is hij
voor de Russen gaan werken.
In 1952 werd Wennerström be
noemd tot luchtmachtattaché in
Washington en tevens door zijn re
gering aangewezen en belast met
de aankoop van vliegtuigen en van
boordwapens voor die toestellen.
Uit alles bleek dat Wennerström
uitstekend voor zijn taak was bere
kend en daarnaast over diploma
tieke gaven beschikte. Eind 1957
naar Stockholm teruggeroepen,
volgde zijn bevordering tot kolonel
en werd hij met de leiding van de
sectie commandozaken luchtmacht
van de Zweedse generale staf be
last, welke functies hij tot aan het
einde van zijn diensttijd in 1961
heeft vervuld.
Op een dag in de nazomer van
1957, zo stelden de rechercheurs
vast, had de luchtmacht-attaché te
Washington een „avontuur" met 'n
18-jarige jongeman van Amerikaan
se nationaliteit. Het bleek niet zijn
eerste escapade te zijn op dit ter
rein, terwijl ook bleek dat de kolo
nel, ondanks zijn goed salaris en
hoge toelagen aan zijn functies ver
bonden, voortdurend in geldnood
verkeerde. Van beide zeer belang
rijke bijkomstigheden was de Rus
sische geheime dienst reeds veel
eerder op de hoogte en het was
dus voor haar eenvoudig de be
trokkene te benaderen.
De ouderen onder ons herinneren
zich wellicht een periode kort voor
de eerste wereldoorlog. Rusland,
Duitsland en Oostenrijk-Hongarije
(de öubbel-monarchie) waren toen
nog keizerrijken en de politieke si
tuatie in die dagen was al even ge
spannen als nu en baarde de
machtshebbers ernstige zorgen. Te
midden van opstanden, van poli
tieke onrust, van spionagezaken en
processsen lag de lont bij het kruit
vat.
Zo naderde de 25e mei 1913. Een
kort bericht in de bladen meldde de
zelfmoord van kolonel Alfred Vic
tor Redl, geboren op 14 maart 1864
in Lemberg-Gallicië, kolonel van
het keizerlijk Oostenrijks-Hongaar
se leger, officier bij de generale
staf te Wenen en toegevoegd aan
de contra-spionagedienst in de dub-
bel-monarchie. Dit scheen een zeer
verdienstelijk hoofdofficier en een
alleszins bekwaam spionnenverdel-
ger voor zijn land. Hij bracht een
onnoemelijk aantal Russische ge
heime agenten ten val die in het
keizerrijk opereerden.
Op zijn beurt werd de kolonel
Redl echter ten val gebracht door
de chef van de eveneens keizerlijke
Russische inlichtingendienst in het
rayon Warschau, de kolonel Iwano-
witsch Batjuschin van het Czaris-
tische leger, die enkele zwakke
plekken kende in het karakter van
zijn Oostenrijkse tegenstander, zo
als de „avonturen" van de kolonel
met jongere, knappe officieren van
het Oostenrijkse leger en het voort
durend geldgebrek waarin Redl
verkeerde. Als goed officier van
de czaar aller Russen maakte Bat
juschin daarvan een „gepast" ge
bruik.
Zo kon het gebeuren, dat kolo
nel Alfred Victor Redl van de con
tra spionagedienst werd „benaderd"
door geheime agenten van zijn Rus
sische tegenspeler, onder dwang
van openbaarmaking van zijn in
tieme levensgeheimen werd „omge
draaid", zoals dit in vakkringen
der spionage wordt genoemd. Redl
werkte, zij het onder pressie, vanaf
1903 voor de Russen en leverde hun
alle geheimen uit. Tot hij werd be
trapt en zelfmoord pleegde.
Op de wijze als hiervoor geken
schetst, werkte de Russische gehei
me dienst toen deze nog keizerlijk
was. Hij werd in het jaar 1826 door
czaar Nikolaas Romanoff opgericht
en stond onder leiding van graaf
Elexender Benckendorff en later
van Evno Azelf. Zijn werkwijze is
in de loop der tijden niet veranderd
wél aangepast aan de tijd waarin
we nu leven, compleet met hersen
spoeling. Alleen de naam van de
dienst wijzigde zich gelijkelijk met
de machtshebbers. Van „Ochrana"
werd het „Ts]eka" en nu M.V.D.
De ontmaskering van Wenner
ström demonstreerde weer eens
overduidelijk hoe diep de Russische
geheime dienst in het westen is
doorgedrongen.
Het verhoor nam vijf volle dagen
en nachten in beslag en werd be
kroond met een volledige bekente
nis. Wennerström verklaarde o.m.:
In een publikatie van het Secretariaat Generaal van de Benelux Eco
nomische Unie over de rijksbegrotingen in de drie Beneluxlanden
wordt een vergelijking tussen) de uitgaven en ontvangsten van de
centrale overheid in de drie landen gegeven voor de jaren 1960-1962
(alles uitgedrukt in francs).
Het totaal van de uitgaven nam in België en Luxemburg in deze peri
ode geleidelijk toe, resp. van 148 miljard fr. tot 155 miljard fr. en van
5,5 miljard fr. tot 6.1 miljard fr. In Nederland viel na de sterke stij
ging van 1960 op 1961 (144 miljard fr. naar 182 miljard fr.) in 1962
een lichte daling te constateren: 179 miljard fr.
Berekend per inwoner zijn de
rijksuitgaven het hoogst in Luxem
burg (19.000 fr.) gevolgd door Bel
gië (16.800 fr.) en Nederland
(15.300 fr.).
Ten aanzien van de ontvangsten
wordt voor België en Nederland
van 1960 op 1962 een aanmerkelijke
stijging vastgesteld van resp. 110
miljard fr. tot 133 miljard fr. en
142 miljard fr. tot 175 miljard fr.
De Luxemburgse ontvangsten her
stelden zich in 1962 t.o.v. 1961 (5.3
en 4.9 miljard fr.) maar bereikten
niet meer het cijfer van 1960 (5.5
miljard fr.).
De totale begrotingssaldi voor
1962 zijn in de drie landen negatief.
In België zijn de tekorten aanzien
lijk maar verminderen sterk, n.l.
van 37 miljard fr. in 1960 tot 22
miljard fr. in 1962. De lopende ont
vangsten overtreffen in 1962 de lo
pende uitgaven. De Nederlandse te
korten waren in 1960 en 1962 van
minder betekenis (resp 1 en 4 mil
jard fr.), in 1961 bereikte dit saldo
echter eenzelfde hoogte als voor
België in 1962, n.l. 21 miljard fr.
Luxemburg dat in 1960 nog een
overschot had, kwam in 1961 en '62
voor relatief belangrijke tekorten
te staan (resp. 1 miljard fr. en 0.8
miljard fr.).
Uit de indeling van de rijksuit
gaven en -ontvangsten volgens eco
nomische categorieën blijkt dat de
lopende uitgaven voor goederen en
diensten met als belangrijkste
post de lonen en pensioenen van
het rijkspersoneel de grootste
post uitmaakt. Hierop volgen de
inkomensoverdrachten tussen over
heidssectoren die in 1961 en 1962
in Nederland belangrijk hoger zijn
dan in België. Alvorens hier con
clusies aan te verbinden dient be
dacht dat structurele verschillen!
in de wijze van financiering hier
een rol spelen, evenals bij de di
recte inkomensoverdrachten.
In de onderverdelingen van deze
rubrieken komen dan ook belang
rijke verschillen tot uitdrukking.
Tevens wordt er op gewezen dat in
dit rapport alleen de uitgaven van
het rijk zijn opgenomen, waardoor
een onvolledig beeld van de over
heidsuitgaven wordt gegeven. Wat
de ontvangsten betreft maken de
belastingopbrengsten in de drie
landen meer dan 90 pet. van de to
tale ontvangsten uit.
In België en Nederland zijn de
uitgaven voor onderwijs, cultuur
en erediensten het grootst, resp. 19
en 18 pet van het totaal. In Luxem-
ben doorgegeven over de pas
in gebruik genomen anti-mag
netische onderzeeboten der
Zweedse marine
5. de volledige Zweedse mobili
satieplannen der strijdkrach
ten, bijzonderheden over ra
dar-, radiozend- en ontvangst
installaties van het leger, de
vloot en de luchtmacht en de
gebruikte geheime codes van
Zweden te hebben uitgeleverd;
6. de Russen geheime bijzonder
heden over de raket type „Fal
con" te hebben verschaft
7. de Russen op de hoogte te heb
ben gebracht met alle gegevens
en capaciteiten van de vuur
leidingen welke door Neder
land en door Frankrijk aan
Zweden werden geleverd
8. de Russen te hebben ingelicht
over de aan Zweden geleverde
„Fla"-raketten van het type
„Bloedhond", over de door En
geland geleverde gasturbines,
elektronische apparaten en
tenslotte over de vliegtuigen
van het „Hawker-Hunter"-
type.
In Zweden heeft men de zaak
Wennerström hoog opgenomen en
de beide Russische attaché's, gene-
raal-majoor Witaly Nikolsky en de
legatie-secretaris Georgy Bara-
nowsky te Stockholm moesten het
land verlaten. Zij waren de men
sen aan wie Wennerström zijn ge
gevens overhandigde door hen een
filmspoeltje in de hand te, drukken
als hij hen tijdens een receptie of
feest officieel „begroette". In de
woning van de gewezen kolonel
vond de recherche een volledige
apparatuur voor het vervaardigen
van micro-films, die hij jarenlang
gebruikte voor het fotograferen
van alle documenten die door zijn
handen gingen. Aan de sowjet-am-
bassadeur in Zweden werd inmid
dels een protest-nota overhandigd.
Ex-kolonel Wennerström ontving
van zijn Russische opdrachtgevers
jaarlijks een vergoeding van plm.
38.000.-.
Gelet op het een en ander komt
het bezoek van de Russische pre
mier, Kroestjef in de aanvang van
1964 aan Zweden op wel zeer losse
schroeven te staan.
1. verraad te hebben gepleegd
ten opzichte van Zweden, door
aan de Russen bijzonderheden
te hebben medegedeeld inzake
de Zweedse luchtafweer en
over het radarwaarschuwings
systeem in dat land, bekend
onder de naam „Stril 60"
2. de Russen bekend te hebben
gemaakt met de nieuwe anti
onderzee-boot-raketten in ge
bruik bij de luchtmacht van
zijn land
3. nadere bijzonderheden en te
keningen te hebben verstrekt
over de straaljagers „Draken"
en „Saab 37"
4. berichten en rapporten te heb-
STATIONSTRAAT 51*
i WAAIWVK
Tien dagen nadat hij opdracht
had gekregen een kabinet te vor
men, dat zich verzekerd kan achten
van een vruchtbare samenwerking
met de volksvertegenwoordiging,
heeft prof. De Quay om ontheffing
van zijn taak moeten .verzoeken.
De koningin heeft dit verzoek
maandagmorgen ingewilligd. De
moeilijkheden lagen in het zake
lijke en het persoon';ke vlak. Een
duidelijk beeld van de problemen
waarmee prof. De Quay te kampen
had, -biedt de verklaring, die de
formateur heeft afgelegd nadat hij
van zijn bezoek aan de koningin op
paleis Soestdijk was teruggekeerd.
Die verklaring luidt aldus: „Mij
stond in de aanvang een oplossing
voor ogen waarbij ik dacht aan de
mogelijkheid, dat de leiding van 't
kabinet zou worden toevertrouwd
aan de huidige minister van Finan
ciën, prof. dr. J. Zijlstra. Ik zou
dan zelf bereid zijn geweest desge
vraagd op te treden als vice-minis-
ter-president, minister zonder por
tefeuille. Deze oplossing bleek op
dat moment echter niet realiseer
baar.
burg zijn dit steeds die voor socia
le voorzieningen (20 pet.) Terwijl
in België de sociale voorzieningen
(15 pet.) op de tweede plaats ko
men, gevolgd door de uitgaven
voor landsverdediging (13 pet.) en
verkeer en waterstaat (9 pet.), is
het in Nederland de landsverdedi
ging (18 pet.) die op grote afstand
gevolgd wordt door sociale voor
zieningen (9 pet.) en verkeer en
waterstaat (8 pet.) In Luxemburg
komt deze categorie op de tweede
plaats (13 pet.) waarna onderwijs
(13 pet.) volgt.
Berekend per inwoner, liggen de
cijfers voor sociale voorzieningen
(door het rijk gefinancierd) in Bel
gië en vooral in Luxemburg veel
hoger dan in Nederland. Hier speelt
echter het verschil in structuur van
de finanicering van de sociale ze
kerheid in de drie landen een be
langrijke rol. Een dergelijke oor
zaak ligt ook ten grondslag van het
verschil in de uitgaven voor volks
huisvesting, waarvoor het Neder
landse cijfer belangrijk hoger is
dan in de beide andere landen. De
woningbouw wordt in Nederland
n.l. door het rijk sterker gesubsi
dieerd.
Vastgesteld werd dat Nederland
en Luxemburg de begrotingsbeta
lingen, gemiddeld, in meerdere
mate uit belastingmiddelen en ove
rige ontvangsten financieren dan
in België, waar de schuldvermeer
dering relatief groot is. Terwijl Bel
gië, gemiddeld over de periode
1951-1960, 19 pet. van de begro
tingsbetalingen buiten de begroting
financiert, is dit percentage voor
Nederland 1 pet. en voor Luxem
burg 2 pet.
Kleren maken
de man
Mannen kopen
bij
voor
KWB rn Gr B BUT HERENKLEDING
WAALWIJK Grete.traat 192 Tel. 2507
KONINGIN NOG NIET OP
VAKANTIE
Prins Bernhard en de prinsessen
Beatrix en Margriet zijn maandag
morgen per vliegtuig van Soester-
berg naar het vakantieverblijf van
de koninklijke familie in Italië ver
trokken. De koningin en prinses
Christina hopen zich later bij de
andere leden van het koninklijk ge
zin te voegen, in verband met de
kabinetsformatie.
TWEE DODEN
Op de Elburgerweg te Epe even
voorbij het kruispunt Tongeren, is
zondagnacht een motorongeluk ge
beurd dat aan twee personen het
leven heeft gekost, terwijl een der
de zwaar gewond werd.
De in 't Harde gelegerde en uit
Enkhuizen afkomstige dienstplich
tige militair W. S. Brouwer reed
op zijn motor met grote snelheid
door de bocht en verloor daarbij de
macht over het stuur, waardoor de
motor in de berm raakte en over
de kop sloeg. Op de motor zaten
nog twee dames uit Nunspeet, de
23-jarige J. Dekker en de 24-jarige
P. B. Alle drie werden ze eraf ge
slingerd. Mejuffrouw Dekker was
op slag dood. Beide andere berij
ders werden met zware verwondin
gen naar het Juliana-ziekenhuis te
Apeldoorn overgebracht, waar de
heer Brouwer in de loop van de
nacht is overleden. Het gezelschap
was naar een dansavond in Epe
geweest en was op weg naar huis.
,fA4 -«1'
De eerste zitting van het kern-
stop-overleg in Moskou, dat, naar
verwacht wordt, ongeveer tien da
gen zal duren, is maandag in een
buitengewoon ongedwongen en
hartelijke sfeer verlopen. Dat is
vooral te danken aan het zonnige
humeur van de Russische premier,
Kroetsjef, die deze zitting presi
deerde.
Zoals te verwachten was is er,
nadat de eerste oriënterende ge
sprekken bijna vier uur hadden ge
duurd, een weinig zeggend com
muniqué uitgegeven, waarin slechts
werd gesteld, dat er „gesproken is
over kwesties die verband houden
met het stopzetten van kernproeven
en over andere zaken van weder
zijds belang". Journalisten in Mos
kou zijn het er al over eens, dat de
communiqués van de komende zit
tingen even weinig „nieuws" zullen
melden, tenzij men kans ziet om
meteen spijkers met koppen te
slaan.