wAAlwijkse en LAnqstRAAtse couRAnt BRUIN tegen BLANK Nood in landbouw eist snelle actie Uwadtesmt HET KERNSTOPVERDRAG OP HET SPOOR VAN K.K. ftfcflt/aeer artikelen GEEN DISSERTATIE IN HET NEDERLANDS Brabantse Boerenbond Trein in Engeland overvallen VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1963 85e JAARGANG No. 63 De tcho van het Zuióen Uitgever Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tieler. Hoofdredacteur JAN TIELEN Gironummer 1069687 Dit blad verschijnt 2 x per week Opgericht 1878 Abonnement 22 cent per week per kwartaal f 2.85 3.10 franco p.p, Advertentieprijs: 10 cent per m.m. Contractadvertenties: speciaal tarief Telegram-adres: „ECHO" Er wordt in de Verenigde Naties weer heftig geageerd tegen het Por tugese bewind in het Afrikaanse Angola en tegen de apartheidspoli tiek van de regering van Zuid-Afri- ka. Natuurlijk gaat die strijd hoofd zakelijk uit van de jonge Afrikaan se staten, die eens koloniën waren van Engeland of van Frankrijk, waarbij zich uit louter politieke overwegingen andere landen aan sluiten. Het is nu eenmaal een moderne rage om alle gekleurde volken te „bevrijden" van z.g. blanke over heersing en hen een souvereine staat te laten vormen. De vraag of dit het welzijn dient van dat land en volk is daarbij niet eens in tel; de staatkundige onafhankelijkheid schijnt men veel belangrijker te achten dan het economisch welzijn. Dat laatste gaat na de onafhanke lijkheidsverklaring in de meeste ge vallen dan ook schrikbarend ach teruit. Een van de ergste voorbeelden daarvan is wel Kongo. Toen de Bel gen het nog bestuurden, was het langzamerhand een vrij welvarend land geworden, waar de negerbe volking in de mijnen, op de planta- ge's, bij de handel en bij het ver voer en ook bij de overheidsdien sten, werk en een behoorlijk be staan vond. Dat behoorlijke bestaan voor velen leidde (heel begrijpelijk) tot het verlangen naar zelfstandig heid. Niet echter langs wegen van geleidelijkheid, doch plotseling in een zeer snel tempo. Gevolg een enorme chaos. De kleine bovenlaag van de au tochtone bevolking blijkt nog niet in staat om alle facetten van een staatsbestuur te kunnen uitoefenen. Het wordt een rommeltje, er ont staan binnenlandse oorlogen, er wordt gemoord en geroofd. De Verenigde Naties zullen eens even te hulp schieten. Er komen talloze functionarissen en soldaten uit vreemde landen, die de toestan den in dat Afrikaanse land niet kennen en niet begrijpen. Ze mo gen ook niet teveel ingrijpen in het binenlands bestuur, want Kongo is immers een zelfstandige republiek. Men pompt er geld uit dat in het niet verdwijnt, d.w.z. in de zakken van enkele bevoorrechten en van wat handige handelaars. Men laat de vreemde militairen ook wat schieten op eigenzinnige stammen, die maar niet begrijpen wat men van hen wil, net zolang tot er vol doende doden gevallen zijn (bij die volken) dat ze zich verder voorlo pig rustig houden. Zo lang de militairen er blijven is het dus rustig in het land, maar intussen zijn de plantages verlaten, bedrijven over de kop gegaan, heerst er een enorme werkloosheid en een schreeuwende honger. Het land beschikt over een officiële on afhankelijkheidsverklaring, maar 't landsbestuur is afhankelijker ge worden dan ooit en de bevolking komt, op enkele bevoorrechten na, om van honger en ellende. Die toestand moet nu ook zo no dig in Angola geschapen worden. Ook daar een bevolking die nog in geen enkel opzicht toe is aan zelf bestuur voor het land en nog min der aan eigen exploitatie van plan tages en bedrijven. Toch poogt men Portugal te dwingen er zich in de kortst mogelijke tijd uit terug te trekken en die bevolking aan zich zelf over te laten. Geen overleg over geleidelijke ontwikkeling tot zelfbestuur, neen, er uit! Weg met de Portugezen, weg dus ook de deskundige beheerders van plantages, mijnen en andere bedrijven, alles overlatend aan die meest nog onderontwikkelde stam men uit de oerwouden, waarbij men enkele voormannen gevonden heeft die dat prachtig zouden vinden uit belustheid op macht. Wat er dan van het volk terecht zal komen, of Ier bestaanszekerheid voor gewaar borgd blijft, dat is allemaal minder belangrijk dan de onafhankelijk heid. Deze vreemde gedachtengang vindt steun bij grote groepen in het westen en natuurlijk bij de commu nistische landen, want het betekent verzwakking van het westen en zo'n jonge staat kan gemakkelijk worden beïnvloed. En ook in Zuid-Afrika moeten de Bantoe's niet meer apart worden gehouden van de blanken die er zich eeuwen geleden vestigden. Fei telijk moet ook dat een negerstaat worden; de blanken er uit, want 't is een deel van Afrika. Al dit streven komt in feite neer op rassendiscriminatie, echter nu niet van de zijde van de blanken, doch van de gekleurde bevolking tégen de blanken. Een begrijpelijke reactie misschien, maar laten we 't kind dan wel herkennen en het niet door laten gaan voor een volwas sene die uit hoofde van meerder jarigheid, opleiding en ervaring, op eigen benen wil staan. Deze zaken hebben een navrant politiek en machtsbelust tintje, waarbij het niet gaat om het wel zijn van de negerbevolking. Daar denkt men zelfs niet aan, ook niet bij de groepen hier en elders in 't westen, die voor deze zaken op de bres staan, maar dat bijvoorbeeld weer niet doen voor de vrijheid van de Oosteuropese volken, omdat die niet van een ander ras zijn Politiek houdt helaas geen reke ning met menselijkheid. De Raad van Europa maakt zich schuldig aan taai-discriminatie. Het is nl. voorgevallen dat deze Raad de publicatie van een in het Neder lands geschreven werk wilde finan cieren, op voorwaarde echter, dat het in het Frans vertaald wordt. Thans is deze Raad nog een stapje verder gegaan en heeft gesteld, dat een werk niet in het Nederlands mocht worden uitgegeven, wil de Raad zijn financiële medewerking verlenen. Te pijnlijker is dit, waar 't laat ste geval betrekking heeft op de dissertatie te Leiden van de 31-ja- rige mr. P. H. J. M. Houben van 1 januari jl. Promotor was prof. dr. I. Samkalden. De titel van de reeds in het Nederlands gedrukte tekst luidde: „De Raad van Ministers in de Europese gemeenschappen". Thans wordt dit werk uitsluitend in het Frans verspreid. In dit verband zij er aan herin nerd dat de vader van mr. P. H. J. M. Houben de commissaris van de koningin in Limburg is, dr. F. L. M. A. H. Houben, de man die zo enorm ijvert voor „Het land zonder gren zen". Het Brusselse dagblad De Stan daard gewaagt in dit verband van een „alleszins ergerlijke houding van de Raad van Europa". Een vroeger geschreven werk, al dus voorts De Standaard, van mr. P. J. G. Kapteyn, evenals Houben (wiens promotor prof. dr. I. Sam kalden was) een Nederlander, on derging hetzelfde lot en verscheen uitsluitend in het Frans als „L'As- semblée Commune de-la C.E.C.A.". BUDDEMEYER chemisch reinigen grotestraat 95 waa'wijk De Standaard neemt geen blad voor de mond en stelt het volgende: „Indien de Raad van Europa er zich aan houdt beschouwd te worden als een uitdrukking van alle aangeslo ten Europese volkeren en niet van één of twee relatief talrijkere taal gemeenschappen, dient hij zijn ge dragslijn terzake grondig te her zien. De Europese culturen en het Europese wetenschapsleven drukken zich niet uitsluitend in 't Frans uit, en het ware wel totaal anti-Euro pees indien de integratie er zou op neerkomen de kleinere taalgemeen schappen in hun ontplooiing te rem men ten gunste van het Frans. Dat zou betekenen dat 18 miljoen Ne derlands-sprekenden geen volwaar dige toekomst meer hebben en dat bijv. de Scandinavische volkeren, en ruimer gezien, de Polen, de Hon garen, Roemenen, Grieken enz., een soort geestelijk voogdijschap zou wachten. We zouden het op prijs stellen zo een Vlaams of een Nederlands poli ticus te Straatsburg een vraag stel de nopens de redenen die de Raad van Europa ertoe geleid hebben mee te doen aan een Franse politiek van taalimperialisme, die een van de verderfelijkste uitdrukkingen is van het soort nationalisme dat de Raad van Europa wil overwinnen met een ruimere, supranationale visie". Het hoofdbestuur van de Noord brabantse Christelijke Boerenbond heeft zich beraden over de ernstige moeilijkheden, waarin de landbouw bedrijven en in het bijzonder de ge mengde bedrijven zijn geraakt door de steeds verdere afbrokkeling der prijzen van verschillende landbouw producten en de voortgaande stij ging van de bedrijfskosten. Het overgrote deel van de bij de NCB aangesloten gemengde bedrijven verkeren in een noodsituatie. Het inkomen is zo laag, dat de gezinnen onvoldoende middelen van bestaan hebben en noodzakelijke uitbreiding of vernieuwing van bedrijf suitrus- ting achterwege moet blijven. Het hoofdbestuur van de NCB meent dat uitgebreide overheids maatregelen noodzakelijk zijn om te voorkomen dat zich in de landbouw een verdere verpaupering zal gaan voordoen, die funest is voor de eco nomische bedrijvigheid ten platte- lande. Verheugd is het bestuur over BUIT VAN ROVERS CIRCA 30 MILJOEN „De grootste en gewaagdste trein- roof in de geschiedenis". Met deze woorden betitelden de Engelse bla den van vrijdag een sensationele treinoverval, die donderdagmorgen door een bende bandieten werd uit gevoerd op een posttrein, die onder weg was van Londen naar Glasgow. De bestuurder van de trein en zijn assistent werden geboeid, nadat de overvallers eerst kans hadden ge zien de trein tot stilstand te bren gen door manipulaties met de sei nen, die zij op onveilig hadden ge zet. Toen de trein tot stilstand was gekomen, op ongeveer drie kilome ter ten noorden van Cheddington, stapte de assistent van de bestuur der uit om te zien wat er aan de hand was. Hij werd onmiddellijk besprongen en onschadelijk ge maakt. Daarna werd ook de be stuurder zelf overvallen. De rovers ontkoppelden vervolgens de diesel locomotief en twee verzegelde post wagens van de rest van de trein en reden daarmee nog anderhalve kilometer verder. Daar werd op nieuw halt gehouden, waarna de postwagens werden overgeladen op een vrachtauto. De Londense „Evening News" meldde dat spoor- en postambtena ren na een voorlopig onderzoek tot de conclusie zijn gekomen dat een bedrag van bijna een miljoen pond (bijna 10 miljoen gulden) moet zijn geroofd. Dit bericht werd later door de PTT bevestigd. De politie is er van overtuigd dat een groot aantal bandieten aan de overval moet heb ben deelgenomen, minstens twintig tot dertig man. De postambtenaren die in de bei de postwagens een rijdend post kantoor aan het werk waren, hadden niets in de gaten totdat plot seling de deuren werden openge smeten en zij werden overvallen. De rovers werkten in twee groepen: een groep overviel de bestuurder en zijn assistent en daarna de post ambtenaren, de andere groepen zorgden voor de ontkoppeling van het achterste gedeelte van de trein. In dit deel van de trein zaten enke le bewakers. Ook zij hadden niets in de gaten („er werd zo vaak ge stopt op deze route") totdat zij plot seling tot hun stomme verbazing 't voorste gedeelte van de trein zagen wegrijden. De buit van de rovers bestaat, naar verluidt, niet alleen uit een groot aantal aangetekende brieven, waar geld inzit, maar ook uit een zending diamanten, die was be stemd voor de Londense Hatton Garden Market, alsmede uit een grote partij geldige bankbiljetten die naar Londen werd gestuurd om daar te worden vernietigd. Alles heeft zich in een kwartier afge speeld. Er is een beloning van 300.000 uitgeloofd voor degene die aanwij zingen der daders kan geven. MANIAK DOODT KOEIEN IN EEMNESSERPOLDER Vele veehouders in de uitgestrek te Eemnesserpolder in het Gooi vra gen zich op het ogenblik angstvallig af, hoeveel stuks van hun puike vee nog het slachtoffer zullen worden van de maniak, die de laatste nach ten verschillende koeien op bestiale wijze vermoord heeft en nog steeds zijn terreur onder de beesten uit oefent. In tien dagen tijds zijn drie aanslagen gepleegd op koeien in de Eemnesserpolder, steeds weer op andere plaatsen, door schotwonden, hooivorken, enz. De rijkspolitie staat voor de schier onmogelijk taak de moordenaar van het vee in de kraag te pakken. De veehouders in de tweeduizend bun der grote polder begrijpen dit maar al te goed. Er is geen oog op te houden wie de polder, die door vele wegen wordt doorkruist, inkomt en verlaat. STATIONSTRAAT 5|A WAALWSK de belangstelling van de nieuwe re gering voor de problematiek in de landbouw. De NCB stelt vertrouwen in de nieuwe minister van Land bouw en hoopt dat een meer aan gepast landbouwbeleid tot uitvoe ring zal worden gebracht. Gestreefd zal moeten worden, al dus het hoofdbestuur, naar een zo danig prijs- en loonbeleid, dat op een goed geleid bedrijf een redelijk en verdedigbaar inkomen kan wor den gehaald. Sterke aandrang van Nederlandse zijde op een snellere en juistere doorvoering van ge meenschappelijke regelingen voor land- en tuinbouwproducten in het kader van de Euromarkt, worden van het grootste belang geacht. Op sociaal terrein staat de NCB een spoedige, tenuitvoerlegging van de activiteiten van het ontwikke- lings- en saneringsfonds voor. So ciale hulp is nodig voor landbou wers van middelbare en hogere leef tijd, die het bedrijf door de omstan digheden genoodzaakt hebben moe ten beëindigen. Daarnaast wenst de NCB het beschikbaar stellen van middelen aan jonge ondernemers, die buiten hun schuld met bijzon dere financiële moeilijkheden heb ben te kampen. Het hoofdbestuur der NCB meent, dat de ontevredenheid in de land bouwersgezinnen terecht groot is. De tijd tot het houden van protest acties acht het nog niet gekomen. Afgewacht dient te worden welke maatregelen het nieuwe kabinet zal treffen om de ernstige toestand van de gemengde bedrijven te verbete ren. Als verbeteringen mochten uit blijven, zal de NCB op grootscheep se wijze, wanneer de omstandighe den daartoe dwingen, tot haar ove rigens niet sympathieke acties moe ten overgaan. Die acties worden dan niet aan de conferentietafel ge voerd. De boeren zijn er rijp voor, aldus het hoofdbestuur van de NCB in een speciaal communiqué. Vertegenwoordigers van 60 landen en van allerlei politieke systemen zijn begonnen zich als mede-onder tekenaars te scharen achter het be perkte kernstopverdrag, dat afge lopen maandag in Moskou als eer ste drie door de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en Groot-Brittan- nië werd ondertekend. In Washington was het de Au stralische ambassadeur in de V.S., Harold Beale, die als eerste zijn handtekening plaatste, gevolgd door Mexico en Canada. De onderteke ningen volgden elkaar op met tus senruimten van 10 minuten. In to taal zullen 60 landen te Washington het verdrag tekenen. Soortgelijke plechtigheden als in Washington vonden plaats in Moskou en in Lon den. In Londen gingen vertegenwoor digers van 22 landen naar het mi nisterie van Buitenlandse Zaken om hun handtekening te plaatsen. De eerste daar was de Canadese hoge commissaris in Groot-Brittannië, George Drew, die werd gevolgd door zijn Australische collega, sir Eric Harrison. In Moskou hebben vertegenwoordigers van 21 landen hun handtekening onder het ver drag gezet. Slechts zes landen hebben laten weten dat zij het verdrag niet zul len tekenen. Dit zijn communistisch China, Noord-Korea, Noord-Viet- nam, Albanië, Frankrijk en de re publiek Malagasia (Madagascar). STRAFCOMMISSIE K.N.V.B. De Strafcommissie van de K.N. V.B. heeft het in het seizoen 1962- 1963 aanmerkelijk drukker gehad dan in voorgaande jaren. Werden in 1960-1961 1460 en in 1961-1962 1660 strafzaken behandeld, afgelo pen seizoen werd een record-aantal van 1711 bereikt. Vooral na de vorstperiode moest de commissie veelvuldig optreden. De toen ver zonden circulaires, waarin op de clubs een beroep werd gedaan zich sportiever te gedragen, hebben wei nig effect gehad. Vooral de jeugdvoetballers heb ben zich op de velden ernstig mis dragen. Reden, waarom de KNVB zich zorgen maakt over de toe komst van het nationale voetbal. Van de 1711 strafzaken betrof 't in 53 gevallen jeugdspelers en in 151 gevallen betaalde voetballers. Totaal werden in de 21.361 voor de KNVB gespeelde wedstrijden 2886 personen geschorst of beboet, ruim driehonderd meer dan twee jaar geleden. FEUILLETON van „De Echo van het Zuiden" door Douglas Grey Vertaling Herman Antonsen 21 De Japanner trok zijn mouw nog wat hoger, zodat zijn bruine arm tot de schouder zichtbaar was. En daar stond in loodkleurige omtrek ken het grijnzend gelaat van een sater en daaronder in vurige rode letters „K.K." „K.K." riep Kitura uit en zijn stem werd opeens helder en wraak zuchtig, toen hij Van Duyle recht aankeek en zei: „K.K. is de moor denaar. Hij is de man, die eens in San Francisco gezworen heeft dat hij: me de dood in zou jagen. Hij dacht dat ik dat niet wist. Maar al is K.K. ook een duivel, hij weet toch niet alles. Overal loert verraad en zelfs hij kan er niet zeker van zijn, dat zijn slaven altijd te ver trouwen blijven. Hij vermoordt hen zodra hij hun diensten niet meer nodig heeft. Dat was de reden, waarom hij die slangendolk giste renavond in de Grand Street ge bruikte". „Was het dus werkelijk K.K.?" vroeg Van Duyle, zich opgewonden naar hem toebuigend. „Ja", antwoordde de Japanner met omhoog geheven ontblote arm, terwijl zijn bleke gelaat een akelig dreigende uitdrukking kreeg. „Het was K.K. en zijn doodvonnis staat reeds opgetekend in vurige letters. Ik zwoer dat bij het heilige ge beente van mijn Samurai-voorou ders!" Hij schreeuwde het wild en schril uit. Het was geen geestengefluister meer. „Kijk!" gilde hij, naar een donkere hoek van het vertrek wij zend, „K.K.! Daar! Ah! Nou heb ik je.Nou heb ik je!. Uit zijn jas haalde hij een lange dolk te voorschijn, die gloeiend in het rode licht fonkelde als een slang Hij sprong vooruit, als om een onzichtbare vijand te tref fen. En op datzelfde ogenblik, toen de verdwaasde Japanner naar de donkere hoek toesprong, sloeg Ba sil van Duyle de rode lamp van haar kettingen af, zodat ze in de andere hoek van het vertrek te recht kwam. Alles was opeens stikdonker. HOOFDSTUK XVI. Judson's nieuws. De daad van Basil van Duyle verraste Judson en Norton zozeer, dat ze stokstijf achter de deur ble ven staan wachten op wat verder gebeuren zou. Ze waren beiden van mening, dat Kitura op een of an dere mysterieuze wijze tot 't leven teruggebracht, nadat ze hem beiden schijnbaar dood hadden zieii lig gen zo opgewonden was geweest dat hij iemand of iets had gemeend te zien, wat er niet was. De hoek, waarheen hij met zijn dolk ge sprongen was, was leeg geweest. Daar viel niet aan te twijfelen. Ki tura had een denkbeeldige vijand Aangevallen. „Wat is dat nou voor een krank zinnige geschiedenis!" zei Norton. „Kom mee, Frank!" We hoeven ons nu niet meer schuil te houden. Waar is Van Duyle gebleven?" „Een ogenblik, Roy", zei Judson, die zich beter beheerste dan zijn driftige kameraad. „Waar is je zak lantaarn? De mijne werkt niet meer". „En ik kan de mijne niet vin den", antwoordde Norton spijtig. „Grote goedheid, waar heb ik dat ding nou gelaten? Ik hoor iemand in het donker rondscharrelen, maar er zal wel niemand meer te vinden zijn tegen dat ik het ding gevonden heb! Ha.daar heb ik het!" Hij haalde de elektrische lan taarn uit een achterzak, waarin hij het ding nooit stak en knipte het aan. Het vertrek was leeg. Basil van Duyle, zowel als de geheim zinnige Japanner, waren verdwe nen. „Grote goedheid! Nou dat weer!" riep Norton, naar het andere einde van de kamer rennend. Hij rukte aan een deur, die goed gesloten was, hoewel hij nergens een slot zag zitten. „Die is aan de andere kant gegrendeld! Of er moet een veer te vinden zijn. De andere deur ging ook met een veer open!" „Laat mij eens kijken!" zei Jud son. Judson bekeek het paneel en vond werkelijk een knopje, waar op hij echter zonder enig resultaat herhaaldelijk drukte. „Er zitten grendels op", zei hij, toen hij merkte dat hij de deur niet zonder onnodig leven te maken, forceren kon. „Daar is die Japan ner vast en zeker doorgeglipt. Maar waarom is Van Duyle er zo ineens van door gegaan?" „Voor mij blijft de hele zaak een raadsel", verklaarde Norton gela ten „ik heb nog nooit zoiets vreemds meegemaakt, als die her rezen schijndode, die beweert, dat hij de schaal weet te vinden. Ik weet niet eens zeker meer, of ik die Japanner hier wel levend ge zien heb „Toch is dat zo", viel Judson hem in de rede, „want ik heb hem ook gezien. Hij was werkelijk in dit vertrek. Maar hoe ze hem weer le vend gemaakt hebben, terwijl de baas en die dokter toch verklaar den dat hij dood was, dat gaat mijn begrip te boven. In elk geval was hij hier, daar valt niets tegen te zeggen". „Weet je, wat we naar mijn me ning nog het best kunnen doen?" vroeg Norton. „We moeten het aan de baas gaan vertellen. Hij zal er wel wat op weten. Misschien is van Duyle naar hem toe". „Het zou kunnen dat hij langs ons heengelopen is", gaf Judson ongaarne toe, „maar waarschijnlijk vind ik dat niet. Er moeten nog meer deuren zijn dan deze hier en die aan de andere kant van dit ver trek. Ik zal dat, voordat ik hier vandaan ga, toch eerst nog even onderzoeken. Geef me je lantaarn eens, Roy". Judson doorzocht het vertrek in alle hoeken en gaten. Hij kon geen andere deur vinden, behalve de twee die hij al kende en er was ook geen enkel venster. Van Duyle en de Japanner moesten dus of door de deur aan de andere kant zijn weggegaan, of langs de beide de tectives heen zijn geslopen in de verwarring, ontstaan door het stuk slaan van de lamp. „Maar waarom deed hij dat?" Norton stelde die vraag, als was er geen antwoord op te geven. Maar eindelijk meende Judson een op lossing gevonden te hebben. „Ik weet er geen andere verkla ring voor, dan dat hij misschien plotseling krankzinnig is geworden bij het besef, dat hij met een dode sprak", zei hij. „Dat zou me niets verbazen, want ik voel mezelf ook versuft en draaierig door wat hier is voorgevallen. Kom, Roy, laten we maar naar beneden gaan. De chef is toch de enige, die er raad op kan weten". Ze lieten de kamer precies in de zelfde toestand en kwamen bene den zonder iemand te ontmoeten. „Roy, ga jij nu naar Matsu en Shorty toe, als die nog in de ka mer van de butler zijn. Dan ga ik weer naar de salon en zie een ge legenheid te vinden, om het aan de baas te vertellen". „Hij zal je voor krankzinnig ver slijten", voorspelde Norton, toen Judson de deurknop van de salon omdraaide. „Het zal je heel wat moeite kosten, hem ervan te over tuigen dat we die Kitura hebben horen praten, na hem gisterena vond met een dolk door zijn hart te hebben gezien". „We hebben hem immers allebei gezien!"gromde Judson, terwijl hij zonder verder op antwoord te wachten de salon binnen ging. Een enkele blik overtuigde hem ter stond, dat Basil van Duyle niet aanwezig was. Flint stond nog bij de piano en sloeg de muziek om voor Mary, die een salonstukje aan het spelen was. Mevrouw Farring- ton zat met haar rug naar de deur toe te haken en de bankier zelf was, royaalweg en zonder te trach ten het feit te verbergen, op zijn stoel in slaap gevallen. Hij sliep gewoonlijk als zijn doch ter een tijdje piano gespeeld had. Hij hield wel van muziek, maar als hij er meer dan een uur naar luisteren moest, kreeg hij altijd slaap. In de opera had zijn vrouw steeds veel moeite om hem wakker te houden. Mary Farrington was aan de laatste maten bezig en bij het slot akkoord werd haar vader wakker, maar wist zich uitstekend te hou den, alsof hij helemaal niet gesla pen had. „Als u het goedvindt, mijnheer Farrington", stelde Flint voor, „zou ik met mijn assistent nu wel graag aan het onderzoek beginnen waar voor we toch eigenlijk hier geko men zijn, al hebben we ook bijzon der van uw gastvrijheid genoten. Het is al over elven en de dames zullen zich wel wensen terug te trekken". (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1963 | | pagina 13