wAAlwijkse en LAnqstRAAtse couRAnt
BRUIN tegen BLANK
Nood in landbouw eist snelle actie
Uwadtesmt
HET KERNSTOPVERDRAG
OP HET SPOOR
VAN K.K.
ftfcflt/aeer artikelen
GEEN DISSERTATIE IN
HET NEDERLANDS
Brabantse Boerenbond
Trein in Engeland overvallen
VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1963
85e JAARGANG No. 63
De tcho van het Zuióen
Uitgever
Waalwijksche Stoomdrukkerij
Antoon Tieler.
Hoofdredacteur JAN TIELEN
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2 x per week
Opgericht 1878
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal f 2.85
3.10 franco p.p,
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Contractadvertenties: speciaal tarief
Telegram-adres: „ECHO"
Er wordt in de Verenigde Naties
weer heftig geageerd tegen het Por
tugese bewind in het Afrikaanse
Angola en tegen de apartheidspoli
tiek van de regering van Zuid-Afri-
ka. Natuurlijk gaat die strijd hoofd
zakelijk uit van de jonge Afrikaan
se staten, die eens koloniën waren
van Engeland of van Frankrijk,
waarbij zich uit louter politieke
overwegingen andere landen aan
sluiten.
Het is nu eenmaal een moderne
rage om alle gekleurde volken te
„bevrijden" van z.g. blanke over
heersing en hen een souvereine
staat te laten vormen. De vraag of
dit het welzijn dient van dat land
en volk is daarbij niet eens in tel;
de staatkundige onafhankelijkheid
schijnt men veel belangrijker te
achten dan het economisch welzijn.
Dat laatste gaat na de onafhanke
lijkheidsverklaring in de meeste ge
vallen dan ook schrikbarend ach
teruit.
Een van de ergste voorbeelden
daarvan is wel Kongo. Toen de Bel
gen het nog bestuurden, was het
langzamerhand een vrij welvarend
land geworden, waar de negerbe
volking in de mijnen, op de planta-
ge's, bij de handel en bij het ver
voer en ook bij de overheidsdien
sten, werk en een behoorlijk be
staan vond. Dat behoorlijke bestaan
voor velen leidde (heel begrijpelijk)
tot het verlangen naar zelfstandig
heid. Niet echter langs wegen van
geleidelijkheid, doch plotseling in
een zeer snel tempo. Gevolg een
enorme chaos.
De kleine bovenlaag van de au
tochtone bevolking blijkt nog niet
in staat om alle facetten van een
staatsbestuur te kunnen uitoefenen.
Het wordt een rommeltje, er ont
staan binnenlandse oorlogen, er
wordt gemoord en geroofd.
De Verenigde Naties zullen eens
even te hulp schieten. Er komen
talloze functionarissen en soldaten
uit vreemde landen, die de toestan
den in dat Afrikaanse land niet
kennen en niet begrijpen. Ze mo
gen ook niet teveel ingrijpen in het
binenlands bestuur, want Kongo is
immers een zelfstandige republiek.
Men pompt er geld uit dat in het
niet verdwijnt, d.w.z. in de zakken
van enkele bevoorrechten en van
wat handige handelaars. Men laat
de vreemde militairen ook wat
schieten op eigenzinnige stammen,
die maar niet begrijpen wat men
van hen wil, net zolang tot er vol
doende doden gevallen zijn (bij die
volken) dat ze zich verder voorlo
pig rustig houden.
Zo lang de militairen er blijven
is het dus rustig in het land, maar
intussen zijn de plantages verlaten,
bedrijven over de kop gegaan,
heerst er een enorme werkloosheid
en een schreeuwende honger. Het
land beschikt over een officiële on
afhankelijkheidsverklaring, maar 't
landsbestuur is afhankelijker ge
worden dan ooit en de bevolking
komt, op enkele bevoorrechten na,
om van honger en ellende.
Die toestand moet nu ook zo no
dig in Angola geschapen worden.
Ook daar een bevolking die nog in
geen enkel opzicht toe is aan zelf
bestuur voor het land en nog min
der aan eigen exploitatie van plan
tages en bedrijven. Toch poogt men
Portugal te dwingen er zich in de
kortst mogelijke tijd uit terug te
trekken en die bevolking aan zich
zelf over te laten.
Geen overleg over geleidelijke
ontwikkeling tot zelfbestuur, neen,
er uit! Weg met de Portugezen, weg
dus ook de deskundige beheerders
van plantages, mijnen en andere
bedrijven, alles overlatend aan die
meest nog onderontwikkelde stam
men uit de oerwouden, waarbij men
enkele voormannen gevonden heeft
die dat prachtig zouden vinden uit
belustheid op macht. Wat er dan
van het volk terecht zal komen, of
Ier bestaanszekerheid voor gewaar
borgd blijft, dat is allemaal minder
belangrijk dan de onafhankelijk
heid.
Deze vreemde gedachtengang
vindt steun bij grote groepen in het
westen en natuurlijk bij de commu
nistische landen, want het betekent
verzwakking van het westen en zo'n
jonge staat kan gemakkelijk worden
beïnvloed.
En ook in Zuid-Afrika moeten de
Bantoe's niet meer apart worden
gehouden van de blanken die er
zich eeuwen geleden vestigden. Fei
telijk moet ook dat een negerstaat
worden; de blanken er uit, want 't
is een deel van Afrika.
Al dit streven komt in feite neer
op rassendiscriminatie, echter nu
niet van de zijde van de blanken,
doch van de gekleurde bevolking
tégen de blanken. Een begrijpelijke
reactie misschien, maar laten we 't
kind dan wel herkennen en het niet
door laten gaan voor een volwas
sene die uit hoofde van meerder
jarigheid, opleiding en ervaring, op
eigen benen wil staan.
Deze zaken hebben een navrant
politiek en machtsbelust tintje,
waarbij het niet gaat om het wel
zijn van de negerbevolking. Daar
denkt men zelfs niet aan, ook niet
bij de groepen hier en elders in 't
westen, die voor deze zaken op de
bres staan, maar dat bijvoorbeeld
weer niet doen voor de vrijheid van
de Oosteuropese volken, omdat die
niet van een ander ras zijn
Politiek houdt helaas geen reke
ning met menselijkheid.
De Raad van Europa maakt zich
schuldig aan taai-discriminatie. Het
is nl. voorgevallen dat deze Raad
de publicatie van een in het Neder
lands geschreven werk wilde finan
cieren, op voorwaarde echter, dat
het in het Frans vertaald wordt.
Thans is deze Raad nog een stapje
verder gegaan en heeft gesteld, dat
een werk niet in het Nederlands
mocht worden uitgegeven, wil de
Raad zijn financiële medewerking
verlenen.
Te pijnlijker is dit, waar 't laat
ste geval betrekking heeft op de
dissertatie te Leiden van de 31-ja-
rige mr. P. H. J. M. Houben van 1
januari jl. Promotor was prof. dr.
I. Samkalden. De titel van de reeds
in het Nederlands gedrukte tekst
luidde: „De Raad van Ministers in
de Europese gemeenschappen".
Thans wordt dit werk uitsluitend
in het Frans verspreid.
In dit verband zij er aan herin
nerd dat de vader van mr. P. H. J.
M. Houben de commissaris van de
koningin in Limburg is, dr. F. L. M.
A. H. Houben, de man die zo enorm
ijvert voor „Het land zonder gren
zen".
Het Brusselse dagblad De Stan
daard gewaagt in dit verband van
een „alleszins ergerlijke houding
van de Raad van Europa".
Een vroeger geschreven werk, al
dus voorts De Standaard, van mr.
P. J. G. Kapteyn, evenals Houben
(wiens promotor prof. dr. I. Sam
kalden was) een Nederlander, on
derging hetzelfde lot en verscheen
uitsluitend in het Frans als „L'As-
semblée Commune de-la C.E.C.A.".
BUDDEMEYER
chemisch reinigen
grotestraat 95 waa'wijk
De Standaard neemt geen blad
voor de mond en stelt het volgende:
„Indien de Raad van Europa er zich
aan houdt beschouwd te worden als
een uitdrukking van alle aangeslo
ten Europese volkeren en niet van
één of twee relatief talrijkere taal
gemeenschappen, dient hij zijn ge
dragslijn terzake grondig te her
zien. De Europese culturen en het
Europese wetenschapsleven drukken
zich niet uitsluitend in 't Frans uit,
en het ware wel totaal anti-Euro
pees indien de integratie er zou op
neerkomen de kleinere taalgemeen
schappen in hun ontplooiing te rem
men ten gunste van het Frans. Dat
zou betekenen dat 18 miljoen Ne
derlands-sprekenden geen volwaar
dige toekomst meer hebben en dat
bijv. de Scandinavische volkeren,
en ruimer gezien, de Polen, de Hon
garen, Roemenen, Grieken enz., een
soort geestelijk voogdijschap zou
wachten.
We zouden het op prijs stellen zo
een Vlaams of een Nederlands poli
ticus te Straatsburg een vraag stel
de nopens de redenen die de Raad
van Europa ertoe geleid hebben mee
te doen aan een Franse politiek van
taalimperialisme, die een van de
verderfelijkste uitdrukkingen is van
het soort nationalisme dat de Raad
van Europa wil overwinnen met een
ruimere, supranationale visie".
Het hoofdbestuur van de Noord
brabantse Christelijke Boerenbond
heeft zich beraden over de ernstige
moeilijkheden, waarin de landbouw
bedrijven en in het bijzonder de ge
mengde bedrijven zijn geraakt door
de steeds verdere afbrokkeling der
prijzen van verschillende landbouw
producten en de voortgaande stij
ging van de bedrijfskosten. Het
overgrote deel van de bij de NCB
aangesloten gemengde bedrijven
verkeren in een noodsituatie. Het
inkomen is zo laag, dat de gezinnen
onvoldoende middelen van bestaan
hebben en noodzakelijke uitbreiding
of vernieuwing van bedrijf suitrus-
ting achterwege moet blijven.
Het hoofdbestuur van de NCB
meent dat uitgebreide overheids
maatregelen noodzakelijk zijn om te
voorkomen dat zich in de landbouw
een verdere verpaupering zal gaan
voordoen, die funest is voor de eco
nomische bedrijvigheid ten platte-
lande. Verheugd is het bestuur over
BUIT VAN ROVERS CIRCA
30 MILJOEN
„De grootste en gewaagdste trein-
roof in de geschiedenis". Met deze
woorden betitelden de Engelse bla
den van vrijdag een sensationele
treinoverval, die donderdagmorgen
door een bende bandieten werd uit
gevoerd op een posttrein, die onder
weg was van Londen naar Glasgow.
De bestuurder van de trein en zijn
assistent werden geboeid, nadat de
overvallers eerst kans hadden ge
zien de trein tot stilstand te bren
gen door manipulaties met de sei
nen, die zij op onveilig hadden ge
zet. Toen de trein tot stilstand was
gekomen, op ongeveer drie kilome
ter ten noorden van Cheddington,
stapte de assistent van de bestuur
der uit om te zien wat er aan de
hand was. Hij werd onmiddellijk
besprongen en onschadelijk ge
maakt. Daarna werd ook de be
stuurder zelf overvallen. De rovers
ontkoppelden vervolgens de diesel
locomotief en twee verzegelde post
wagens van de rest van de trein
en reden daarmee nog anderhalve
kilometer verder. Daar werd op
nieuw halt gehouden, waarna de
postwagens werden overgeladen op
een vrachtauto.
De Londense „Evening News"
meldde dat spoor- en postambtena
ren na een voorlopig onderzoek tot
de conclusie zijn gekomen dat een
bedrag van bijna een miljoen pond
(bijna 10 miljoen gulden) moet zijn
geroofd. Dit bericht werd later door
de PTT bevestigd. De politie is er
van overtuigd dat een groot aantal
bandieten aan de overval moet heb
ben deelgenomen, minstens twintig
tot dertig man.
De postambtenaren die in de bei
de postwagens een rijdend post
kantoor aan het werk waren,
hadden niets in de gaten totdat plot
seling de deuren werden openge
smeten en zij werden overvallen.
De rovers werkten in twee groepen:
een groep overviel de bestuurder
en zijn assistent en daarna de post
ambtenaren, de andere groepen
zorgden voor de ontkoppeling van
het achterste gedeelte van de trein.
In dit deel van de trein zaten enke
le bewakers. Ook zij hadden niets
in de gaten („er werd zo vaak ge
stopt op deze route") totdat zij plot
seling tot hun stomme verbazing 't
voorste gedeelte van de trein zagen
wegrijden.
De buit van de rovers bestaat,
naar verluidt, niet alleen uit een
groot aantal aangetekende brieven,
waar geld inzit, maar ook uit een
zending diamanten, die was be
stemd voor de Londense Hatton
Garden Market, alsmede uit een
grote partij geldige bankbiljetten
die naar Londen werd gestuurd om
daar te worden vernietigd. Alles
heeft zich in een kwartier afge
speeld.
Er is een beloning van 300.000
uitgeloofd voor degene die aanwij
zingen der daders kan geven.
MANIAK DOODT KOEIEN IN
EEMNESSERPOLDER
Vele veehouders in de uitgestrek
te Eemnesserpolder in het Gooi vra
gen zich op het ogenblik angstvallig
af, hoeveel stuks van hun puike vee
nog het slachtoffer zullen worden
van de maniak, die de laatste nach
ten verschillende koeien op bestiale
wijze vermoord heeft en nog steeds
zijn terreur onder de beesten uit
oefent. In tien dagen tijds zijn drie
aanslagen gepleegd op koeien in de
Eemnesserpolder, steeds weer op
andere plaatsen, door schotwonden,
hooivorken, enz.
De rijkspolitie staat voor de schier
onmogelijk taak de moordenaar van
het vee in de kraag te pakken. De
veehouders in de tweeduizend bun
der grote polder begrijpen dit maar
al te goed. Er is geen oog op te
houden wie de polder, die door vele
wegen wordt doorkruist, inkomt en
verlaat.
STATIONSTRAAT 5|A
WAALWSK
de belangstelling van de nieuwe re
gering voor de problematiek in de
landbouw. De NCB stelt vertrouwen
in de nieuwe minister van Land
bouw en hoopt dat een meer aan
gepast landbouwbeleid tot uitvoe
ring zal worden gebracht.
Gestreefd zal moeten worden, al
dus het hoofdbestuur, naar een zo
danig prijs- en loonbeleid, dat op
een goed geleid bedrijf een redelijk
en verdedigbaar inkomen kan wor
den gehaald. Sterke aandrang van
Nederlandse zijde op een snellere
en juistere doorvoering van ge
meenschappelijke regelingen voor
land- en tuinbouwproducten in het
kader van de Euromarkt, worden
van het grootste belang geacht.
Op sociaal terrein staat de NCB
een spoedige, tenuitvoerlegging van
de activiteiten van het ontwikke-
lings- en saneringsfonds voor. So
ciale hulp is nodig voor landbou
wers van middelbare en hogere leef
tijd, die het bedrijf door de omstan
digheden genoodzaakt hebben moe
ten beëindigen. Daarnaast wenst de
NCB het beschikbaar stellen van
middelen aan jonge ondernemers,
die buiten hun schuld met bijzon
dere financiële moeilijkheden heb
ben te kampen.
Het hoofdbestuur der NCB meent,
dat de ontevredenheid in de land
bouwersgezinnen terecht groot is.
De tijd tot het houden van protest
acties acht het nog niet gekomen.
Afgewacht dient te worden welke
maatregelen het nieuwe kabinet zal
treffen om de ernstige toestand van
de gemengde bedrijven te verbete
ren. Als verbeteringen mochten uit
blijven, zal de NCB op grootscheep
se wijze, wanneer de omstandighe
den daartoe dwingen, tot haar ove
rigens niet sympathieke acties moe
ten overgaan. Die acties worden dan
niet aan de conferentietafel ge
voerd. De boeren zijn er rijp voor,
aldus het hoofdbestuur van de NCB
in een speciaal communiqué.
Vertegenwoordigers van 60 landen
en van allerlei politieke systemen
zijn begonnen zich als mede-onder
tekenaars te scharen achter het be
perkte kernstopverdrag, dat afge
lopen maandag in Moskou als eer
ste drie door de Sovjet-Unie, de
Verenigde Staten en Groot-Brittan-
nië werd ondertekend.
In Washington was het de Au
stralische ambassadeur in de V.S.,
Harold Beale, die als eerste zijn
handtekening plaatste, gevolgd door
Mexico en Canada. De onderteke
ningen volgden elkaar op met tus
senruimten van 10 minuten. In to
taal zullen 60 landen te Washington
het verdrag tekenen. Soortgelijke
plechtigheden als in Washington
vonden plaats in Moskou en in Lon
den.
In Londen gingen vertegenwoor
digers van 22 landen naar het mi
nisterie van Buitenlandse Zaken om
hun handtekening te plaatsen. De
eerste daar was de Canadese hoge
commissaris in Groot-Brittannië,
George Drew, die werd gevolgd
door zijn Australische collega, sir
Eric Harrison. In Moskou hebben
vertegenwoordigers van 21 landen
hun handtekening onder het ver
drag gezet.
Slechts zes landen hebben laten
weten dat zij het verdrag niet zul
len tekenen. Dit zijn communistisch
China, Noord-Korea, Noord-Viet-
nam, Albanië, Frankrijk en de re
publiek Malagasia (Madagascar).
STRAFCOMMISSIE K.N.V.B.
De Strafcommissie van de K.N.
V.B. heeft het in het seizoen 1962-
1963 aanmerkelijk drukker gehad
dan in voorgaande jaren. Werden
in 1960-1961 1460 en in 1961-1962
1660 strafzaken behandeld, afgelo
pen seizoen werd een record-aantal
van 1711 bereikt. Vooral na de
vorstperiode moest de commissie
veelvuldig optreden. De toen ver
zonden circulaires, waarin op de
clubs een beroep werd gedaan zich
sportiever te gedragen, hebben wei
nig effect gehad.
Vooral de jeugdvoetballers heb
ben zich op de velden ernstig mis
dragen. Reden, waarom de KNVB
zich zorgen maakt over de toe
komst van het nationale voetbal.
Van de 1711 strafzaken betrof 't
in 53 gevallen jeugdspelers en in
151 gevallen betaalde voetballers.
Totaal werden in de 21.361 voor de
KNVB gespeelde wedstrijden 2886
personen geschorst of beboet, ruim
driehonderd meer dan twee jaar
geleden.
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden"
door Douglas Grey
Vertaling Herman Antonsen
21
De Japanner trok zijn mouw nog
wat hoger, zodat zijn bruine arm
tot de schouder zichtbaar was. En
daar stond in loodkleurige omtrek
ken het grijnzend gelaat van een
sater en daaronder in vurige rode
letters „K.K."
„K.K." riep Kitura uit en zijn
stem werd opeens helder en wraak
zuchtig, toen hij Van Duyle recht
aankeek en zei: „K.K. is de moor
denaar. Hij is de man, die eens in
San Francisco gezworen heeft dat
hij: me de dood in zou jagen. Hij
dacht dat ik dat niet wist. Maar al
is K.K. ook een duivel, hij weet
toch niet alles. Overal loert verraad
en zelfs hij kan er niet zeker van
zijn, dat zijn slaven altijd te ver
trouwen blijven. Hij vermoordt hen
zodra hij hun diensten niet meer
nodig heeft. Dat was de reden,
waarom hij die slangendolk giste
renavond in de Grand Street ge
bruikte".
„Was het dus werkelijk K.K.?"
vroeg Van Duyle, zich opgewonden
naar hem toebuigend.
„Ja", antwoordde de Japanner
met omhoog geheven ontblote arm,
terwijl zijn bleke gelaat een akelig
dreigende uitdrukking kreeg. „Het
was K.K. en zijn doodvonnis staat
reeds opgetekend in vurige letters.
Ik zwoer dat bij het heilige ge
beente van mijn Samurai-voorou
ders!"
Hij schreeuwde het wild en schril
uit. Het was geen geestengefluister
meer. „Kijk!" gilde hij, naar een
donkere hoek van het vertrek wij
zend, „K.K.! Daar! Ah! Nou heb ik
je.Nou heb ik je!.
Uit zijn jas haalde hij een lange
dolk te voorschijn, die gloeiend in
het rode licht fonkelde als een
slang Hij sprong vooruit, als
om een onzichtbare vijand te tref
fen. En op datzelfde ogenblik, toen
de verdwaasde Japanner naar de
donkere hoek toesprong, sloeg Ba
sil van Duyle de rode lamp van
haar kettingen af, zodat ze in de
andere hoek van het vertrek te
recht kwam.
Alles was opeens stikdonker.
HOOFDSTUK XVI.
Judson's nieuws.
De daad van Basil van Duyle
verraste Judson en Norton zozeer,
dat ze stokstijf achter de deur ble
ven staan wachten op wat verder
gebeuren zou. Ze waren beiden van
mening, dat Kitura op een of an
dere mysterieuze wijze tot 't leven
teruggebracht, nadat ze hem beiden
schijnbaar dood hadden zieii lig
gen zo opgewonden was geweest
dat hij iemand of iets had gemeend
te zien, wat er niet was. De hoek,
waarheen hij met zijn dolk ge
sprongen was, was leeg geweest.
Daar viel niet aan te twijfelen. Ki
tura had een denkbeeldige vijand
Aangevallen.
„Wat is dat nou voor een krank
zinnige geschiedenis!" zei Norton.
„Kom mee, Frank!" We hoeven ons
nu niet meer schuil te houden.
Waar is Van Duyle gebleven?"
„Een ogenblik, Roy", zei Judson,
die zich beter beheerste dan zijn
driftige kameraad. „Waar is je zak
lantaarn? De mijne werkt niet
meer".
„En ik kan de mijne niet vin
den", antwoordde Norton spijtig.
„Grote goedheid, waar heb ik dat
ding nou gelaten? Ik hoor iemand
in het donker rondscharrelen, maar
er zal wel niemand meer te vinden
zijn tegen dat ik het ding gevonden
heb! Ha.daar heb ik het!"
Hij haalde de elektrische lan
taarn uit een achterzak, waarin hij
het ding nooit stak en knipte het
aan. Het vertrek was leeg. Basil
van Duyle, zowel als de geheim
zinnige Japanner, waren verdwe
nen.
„Grote goedheid! Nou dat weer!"
riep Norton, naar het andere einde
van de kamer rennend. Hij rukte
aan een deur, die goed gesloten
was, hoewel hij nergens een slot
zag zitten. „Die is aan de andere
kant gegrendeld! Of er moet een
veer te vinden zijn. De andere deur
ging ook met een veer open!"
„Laat mij eens kijken!" zei Jud
son. Judson bekeek het paneel en
vond werkelijk een knopje, waar
op hij echter zonder enig resultaat
herhaaldelijk drukte.
„Er zitten grendels op", zei hij,
toen hij merkte dat hij de deur niet
zonder onnodig leven te maken,
forceren kon. „Daar is die Japan
ner vast en zeker doorgeglipt. Maar
waarom is Van Duyle er zo ineens
van door gegaan?"
„Voor mij blijft de hele zaak een
raadsel", verklaarde Norton gela
ten „ik heb nog nooit zoiets
vreemds meegemaakt, als die her
rezen schijndode, die beweert, dat
hij de schaal weet te vinden. Ik
weet niet eens zeker meer, of ik
die Japanner hier wel levend ge
zien heb
„Toch is dat zo", viel Judson hem
in de rede, „want ik heb hem ook
gezien. Hij was werkelijk in dit
vertrek. Maar hoe ze hem weer le
vend gemaakt hebben, terwijl de
baas en die dokter toch verklaar
den dat hij dood was, dat gaat mijn
begrip te boven. In elk geval was
hij hier, daar valt niets tegen te
zeggen".
„Weet je, wat we naar mijn me
ning nog het best kunnen doen?"
vroeg Norton. „We moeten het aan
de baas gaan vertellen. Hij zal er
wel wat op weten. Misschien is van
Duyle naar hem toe".
„Het zou kunnen dat hij langs
ons heengelopen is", gaf Judson
ongaarne toe, „maar waarschijnlijk
vind ik dat niet. Er moeten nog
meer deuren zijn dan deze hier en
die aan de andere kant van dit ver
trek. Ik zal dat, voordat ik hier
vandaan ga, toch eerst nog even
onderzoeken. Geef me je lantaarn
eens, Roy".
Judson doorzocht het vertrek in
alle hoeken en gaten. Hij kon geen
andere deur vinden, behalve de
twee die hij al kende en er was
ook geen enkel venster. Van Duyle
en de Japanner moesten dus of door
de deur aan de andere kant zijn
weggegaan, of langs de beide de
tectives heen zijn geslopen in de
verwarring, ontstaan door het stuk
slaan van de lamp.
„Maar waarom deed hij dat?"
Norton stelde die vraag, als was er
geen antwoord op te geven. Maar
eindelijk meende Judson een op
lossing gevonden te hebben.
„Ik weet er geen andere verkla
ring voor, dan dat hij misschien
plotseling krankzinnig is geworden
bij het besef, dat hij met een dode
sprak", zei hij. „Dat zou me niets
verbazen, want ik voel mezelf ook
versuft en draaierig door wat hier
is voorgevallen. Kom, Roy, laten
we maar naar beneden gaan. De
chef is toch de enige, die er raad
op kan weten".
Ze lieten de kamer precies in de
zelfde toestand en kwamen bene
den zonder iemand te ontmoeten.
„Roy, ga jij nu naar Matsu en
Shorty toe, als die nog in de ka
mer van de butler zijn. Dan ga ik
weer naar de salon en zie een ge
legenheid te vinden, om het aan de
baas te vertellen".
„Hij zal je voor krankzinnig ver
slijten", voorspelde Norton, toen
Judson de deurknop van de salon
omdraaide. „Het zal je heel wat
moeite kosten, hem ervan te over
tuigen dat we die Kitura hebben
horen praten, na hem gisterena
vond met een dolk door zijn hart
te hebben gezien".
„We hebben hem immers allebei
gezien!"gromde Judson, terwijl hij
zonder verder op antwoord te
wachten de salon binnen ging. Een
enkele blik overtuigde hem ter
stond, dat Basil van Duyle niet
aanwezig was. Flint stond nog bij
de piano en sloeg de muziek om
voor Mary, die een salonstukje aan
het spelen was. Mevrouw Farring-
ton zat met haar rug naar de deur
toe te haken en de bankier zelf
was, royaalweg en zonder te trach
ten het feit te verbergen, op zijn
stoel in slaap gevallen.
Hij sliep gewoonlijk als zijn doch
ter een tijdje piano gespeeld had.
Hij hield wel van muziek, maar
als hij er meer dan een uur naar
luisteren moest, kreeg hij altijd
slaap. In de opera had zijn vrouw
steeds veel moeite om hem wakker
te houden.
Mary Farrington was aan de
laatste maten bezig en bij het slot
akkoord werd haar vader wakker,
maar wist zich uitstekend te hou
den, alsof hij helemaal niet gesla
pen had.
„Als u het goedvindt, mijnheer
Farrington", stelde Flint voor, „zou
ik met mijn assistent nu wel graag
aan het onderzoek beginnen waar
voor we toch eigenlijk hier geko
men zijn, al hebben we ook bijzon
der van uw gastvrijheid genoten.
Het is al over elven en de dames
zullen zich wel wensen terug te
trekken". (Wordt vervolgd)