Smidje Verholen en de rare alchimist
SPAARREKENING:
RENTE VERHOOGD TOT il2 /O
NIEUWE VORM VAN SPAREN:* 0/
SPAARDEP0SIT0, RENTE *#/0
BANK
NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, N.V.
HET LIJK
IN DE MAND
4
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 24 FEBRUARI 1964
4
MINIMUM
TEGOED
MAXIMUM
TEGOED
DIRECT
BESCHIKBAAR
OPZEGGINGS
TERMIJN
verlaagd tot ƒ100
verhoogd:
voor particulieren tot
ƒ50.000
voor verenigingen en stich
tingen tot ƒ100.000
500 per week (tot ƒ1.000
per maand) en onbeperkt
bij effectenaankoop en be
lastingbetaling
voor bedragen t/m ƒ5.000
1 maand; voor bedragen
boven ƒ5.000 2 maanden
MINIMUM
TEGOED
MAXIMUM
TEGOED
OPZEGGINGS
TERMIJN
voor particulieren ƒ1.000
voor verenigingen en
stichtingen 5.000
voor particulieren 50.000
voor verenigingen en
stichtingen 100.000
voor bedragen t/m ƒ5.000
3 maanden; voor bedragen
boven ƒ5.000 6 maanden
De nieuwe regeling voor Spaarrekeningen en Spaardeposito's is ingegaan op 16 februari. Reglementen zijn verkrijgbaar bij alle N.H.M.-kantoren.
REGERING WENST
JUISTE GEGEVENS
OVER NATIONALITEIT
VAN DON CARLOS
SCHELDE-RIJN-
VERDRAG
IN TWEEDE KAMER
de
NHM
maakt
sparen
nog
aantreRkel ijker
WAALWIJK,
Grotestraat 180
NHM
SPRANG-CAPELLE,
v. d. Duinstraat 67
De regering wenst over enig juiste
gegevens te beschikken inzake de na
tionaliteit, de naam en de paspoort
faciliteiten van don CarlosDaartoe
zijn het ministerie van Buitenlandse
Zaken en dat van Justitie druk bezig
met een nauwkeurig onderzoek.
Langs verschillende kanalen moeten
de gegevens binnenkomen. Ze zijn
vereist bij het vervullen van de for
maliteiten rond 't huwelijk van prin
ses Irene.
De regering kan geen enkel risico
lopen dat de officiële huwelijksgege-
vens onjuist of onvolledig op papier
komen te staan. Dat geldt vooral voor
eventuele gegevens met een bepaalde
politieke geladenheid. Ook in Den
Haag hebben de berichten over de
onduidelijke nationaliteit en voorna
men van de prins De Bourbon, nogal
bevreemding gewekt.
Het gaat om de vraag of don Car
los juridisch gesproken over een
dubbele nationaliteit kan beschikken.
Hij is geboren en gedoopt in Frank
rijk en volgens de regering in Parijs
is hij Fransman. Zelf verklaart de
prins ook de Spaanse nationaliteit te
bezitten. Bij het ministerie van Jus-
itie wordt nagegaan of deze constuc-
tie volgens de inemationale wetge
ving mogelijk zou kunnen zijn. Over
de naam van de prinselijke verloofde
wordt uitgezocht, hoe hij oorspron
kelijk bij de burgerlijke stand en in
het doopregister werd ingeschreven.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot goedkeuring van
het Schelde-Rijnverdrag, dat 13 mei
1963 werd gesloten tussen Neder
land en België. De overeenkomst
voorziet in het graven van een kanaal
tussen Antwerpen en het Hollandsch
Diep langs Bergen op Zoom. De
vaarweg tussen Antwerpen en Dord
recht wordt hierdoor verkort van 125
tot 85 kilometer. De vaartijd wordt
vijf ot zes uur korer.
De Belgische regering legde het
verdrag op 17 februari aan het par
lement ter goedkeuring voor.
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden"
>33
Ik had het natuurlijk bij het
rechte eind gehad: Het was een ver
schrikkelijke schok voor haar ge
weest toen ze hem de Ritz had zien
binnenwandelen. Hij was nu wel
de laatste die ze had verwacht hier
binnen te zien. Ze had net gedaan
of ze hem niet zag, maar hij was
zo brutaal geweest om naar haar
toe te komen en haar er aan te her
inneren dat ze elkaar jaren gele
den hadden ontmoet, en hoe ge
weldig het was haar nu zo ver van
huis weer te zien en al dat gedoe
meer. Ze had hem proberen weg
te krijgen voordat ik kwam, maar
toen dat niet lukte had ze maar ge
daan of er niets aan de hand was,
om te voorkomen dat er herrie tus
sen ons zou komen."
„En dat was alles?" vroeg Schmit
ty-
„Dat was ales".
„Wanneer gebeurde dat?"
„Gisteren. Gisteren rond lunch
tijd."
„Heb je hem daarna nog gezien?"
„Nee."
„En zij."
„Nee."
„Heb je het haar gevraagd?"
„Daar heb ik zelfs niet aan ge
dacht, inspecteur.
Toen ik hier wegging na die scène
met Martinez ben ik direct naar
het Floridahotel gegaan en probeer
de haar te spreken te krijgen, Ze
wilde me niet ontvangen, maar ik
heb toch zo ver gekregen. Ik ver
telde haar waarom ik niet naar
Londen terug ging en ik vertelde
haar ook wie de dode man was. Ik
legde haar voorzichtig uit dat ik
net gedaan had of ik de man niet
kende, omdat ik haar niet in onge
legenheid wilde brengen, zeker niet
voordat ik haar alles had verteld.
Ik wist dat het niet eenvoudig zou
zijn, maar ik was toen al besloten
naar Martinez terug te gaan om
hem te vertellen dat ik de man
maar eens gezien had en dat de
kleren die de man droeg me in de
war brachten, totdat ik me later
realiseerde dat het zijn eigen kle
ren niet waren."
„Dat moet je zeker doen," zei
Schmitty met overtuiging. „Maar
eerst wil ik nog iets over vroeger
weten. Je zei dat het meisje de man
niet meer heeft gezien sinds jullie
ontmoeting gisteren. Maar je zei
ook dat je het haar zelf niet ge-
V*
77. Toen het tweetal aan de rand
van het Knekelwoud was gekomen,
zei smidje Verholen: „En nu opge
past, goede vriend. Doe net als ik
en werp U plat op de grond. Kruip
dan achter mij het bos uit." „Kan
men een trein alleenlyk kruypend
benaderen?" vroeg de oude geleer
de. „Ja, zo hoort het," legde
smidje Verholen uit, die niet wist
hoe hij de oude baas zo gauw moest
uitleggen, dat het alleen maar dien
de om veilig onder de stralen van
het alarmsysteem door te komen.
„lek hebbe het graeg oover voor
een colomotief," vond de oude baas,
en hij kroop lustig voort. „Sta
nu maar weer op," zei de smid.
„We zijn ver genoeg. Eerst gaan we
dit pad in, dan slaan we links af
en zo komen we vanzelf aan de
spoorlijn, die van Aerpelo naar de
stad voert." „lek hoop, dat we
er gauw sijn, want ick stick haest
van nieuwsgierigheid," zei de al
chimist.„Kijk dan maar eens
goed wat hier op de grond ligt,"
legde smidje Verholen uit. „Ziet U
vraagd hebt. Weet je nu zeker dat
het waar is, of wil je dat liever
maar geloven.?"
„Ik hoefde het haar niet te vra
gen. Zo gauw ik de kerel noemde
en zei wat ik zou gaan doen, kreeg
ze het op haar zenuwen. Ze wilde
er niet van horen. Ze zei dat ze die
man nauwelijks kende. Ze had hem
toevallig weer ontmoet en ze had
hem sinds niet meer gezien, en nu
hij dood was, wilde ze zéker niets
meer met de zaak te maken heb
ben." i
„Zei ze ook waaróm niet?"
Horsham verklaarde dat Sally
daar meer dan één reden voor bleek
te hebben. Ter illustratie diste hij
nog eens het relaas op wat er in
de „keiler" gebeurd was de epi
sode met het oestermes en haar
bekentenis later over de ontvangen
dreigbrief. Toen had hij haar voor
gesteld dat ze met hem mee naar
Engeland zou gaan, maar dat stond
niet netjes vond ze. Toen had hij
haar voorgesteld de ambassade of
de politie in de arm te nemen, maar
dat idee werkte nog meer op haar
zenuwen. Ze had hem ervan be
schuldigd dat hij haar vermoord
wilde zien en zo meer, want in die
dreigbrief stond de gebruikelijke
passage omtrent contact met politie
of autoriteiten. Toen had ze zelf 'n
ander plan geopperd.
Schmitty keek zuinig. „Ze wilde
zeker zelf je rekeningen hier beta
len!"
„Nee, want ze wist wel dat ik
daar .niets van zou willen weten
Haar voorstel was dat ik naar Gi
braltar zou vliegen, Britse bezittin
gen dus. In Gibraltar zou ik net zo
veel ponden kunnen opnemen als
ik wilde."
„Om in Gibraltar te besteden!"
onderbrak Schmitty hem. „Wat zou
dat jou of haar helpen?"
„Dat is het hem juist. Sally be
grijpt geen snars van zulk dingen.
Ik heb het haar proberen uit te
leggen, maar ze vond dat ik ouder
wets en koppig was. Ze vond dat ik
best het geld in Spanje kon binnen
smokkelen, net zoals ze dat deden
bij haar thuis aan de Canadese en
Mexicaanse grens. Dat vond ze he
lemaal niet onbehoorlijk. Dat doe
je voor de sport, zei ze."
„Dat zijn beroepssmokkelaars,"
legde Schmitty uit. „Natuurlijk zijn
er wel amateurs ook die het probe
ren, maar als ze de federale politie
hen te pakken krijgt, worden ze be
hoorlijk aangepakt."
„Maar Sally hield vol dat ik het
best kon doen, zonder gevaar gegre
pen te worden."
die twee stalenn staven, die vast-
teitten op die houten dwarsliggers?
Dat is nu de baan, waarover de
trein voortsnelt. De locomotief gaat
snuivend voorop en sleept pijlsnel
een hele sliert wagens mee." De
alchimist bekeek de spoorstaven
wantrouwend en mompelde toen:
„Ick en geloof er geen enckele clap
van! Niemand kan my wijsmacken,
dat sulke swaere treynen tussen
sulke smalle ysertjens blyven ry-
den! Daer coomen ongelucken van
alst so hard gaet!" „Niks hoor,"
stelde de smid hem gerust. „Let
maar goed op. Daar ginds komt al
wat aan, geloof ik. Ik hoor tenmin
ste wat snuiven en briesen. En ik
hoor ook duidelijk het regelmatige
rollen van de wielen over de rails.
Ta-dom, ta-dom, tadom, ta-dom!"
De alchimist werd bleek van
schrik en zei: „Ay my! Ick hoor het
oock! Dat gaet ons de cop costen,
maet!" In panische angst staarde
hij over de rails voor zich uit en
duidelijk zag hij de koplichten snel
naderbij komen.
„Misschien is ze zo overstuur door
haar eigen moeilijkheden, dat ze de
jouwe niet meer ziet, opperde ik.
Horsham schudde het hoofd.
„Nee," zei hij. „Eigenlijk heeft ze
volkomen gelijk. Als het er op aan
komt is het een fluitje van een cent.
Je neemt een wagen in Gibraltar
en je rijdt gewoonweg terug naar
Spanje. In La Linea zijn ze ver
schrikkelijk gemakkelijk. Ze zetten
je daar heus niet in je hemd om te
kijken of je ergens geld hebt ver
borgen. Maar de zaak is dat ik het
niet kan doen: smokkelen is geen
sport voor mij, het niks voor mij."
Ik voelde wat hij bedoelde, en
ik vond het nogal ver gezocht van
het kind om niet mee naar Enge
land te willen gaan. Een vliegtuig
laat heus geen ruimte open voor
intimiteiten. En waarom ze hem
niet toestond naar de politie te
gaan begreep ik evenmin, en dat
zei ik hem ook.
Maar Schmitty zag de zaak nog
anders. „Dat heeft er nu allemaal
heel weinig mee te maken," zei hij.
Maar nu je hier blijft, zonder ge
smokkeld geld, moet dat toch voor
haar hetzelfde blijven?"
Horsham zuchtte. „Dat blijft het
niet," zei hij, „want in de dreigbrief
stond juist dat ze over de brug
moest komen, wilde ze haar veilig
heid niet in de waagschaal stellen."
„Aha", riep Schmitty, daar komt
de aap uit de mouw. Dus jij zou
moeten zorgen voor dat geld! De
reinste oplichterij. Als je ook maar
één cent zou betalen, volgde er zó
een andere dreigbrief. Je veiligheid
koop je op deze manier nooit: Je
kunt blijven betalen tot in het on
eindige!"
Horsham knikte. „Zover heb ik
nog niet eens gedacht," erkende hij,
„maar hoe dan ook, ik vertikte het
en toen was de kous af. Daarom
ben ik ook hier naar het hotel ge
komen om U te vragen een oogje
in het zeil op Sally te houden in
de tijd dat ik naar Engeland ging
om mijn zaken te regelen."
„En dat geval met de dode heeft
je toen van gedachten doen veran
deren," zei Schmitty. „Toen bfen
je weer naar haar hotel teruggegaan
om alles nog eens met haar door te
praten."
„Ja," zei Horsham treurig. „Maar
alles wat ik bereikte was een gede
cideerd „nee". Ze wilde haar naam
niet genoemd zien in een zaakje
over die dooie kerel. Ze bleef alleen
maar hameren op de Gibraltar-mo-
gelijkheden. Nu is ze helemaal
overstuur omdat ik in aanraking
ben gekomen met de politie.
(wordt vervolgd)