BINNEN- EN BUITENLAND
Aangrijpend relaas over
gruwelen in Auschwitz
lekker en gezond
Smidje Verholen en de rare alchimist
Jeugdpuistjes
UW GELUK
verlovingsringen
6
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 28 FEBRUARI 1964
6
Voor het zover is heeft Tarzan zijn
plicht in vaak gevaarlijke en moei
lijke omstandigheden gedaan.
Vrijdag, zaterdag en zondag.
Toegang 14 jaar.
DE KONINKLIJKE PIRAAT.
De koninklijke Piraat, was de bij
naam die kaperkapitein Drake droeg,
omdat hij zeer in de gunst stond van
koningin Elizabeth van Engeland.
Hij heeft geen al te blank straf
register, maar omdat hij op de zeven
wereldzeeën zoveel voor Engeland
had gedaan werd hem dit allemaal
kwijtgescholden. Drakes grootste
prestatie was de strijd, die hij met
zijn schepen, die wel notedopjes le
ken bij die van de tegenstander, aan
bond tegen de Armada van Philips II
Met het kleine aantal, wist hij deze
reuzenvloot nog te verslaan ook en
dit is het onderwerp waarover deze
film handelt.
Om de spanning tot het einde toe
te rekken zullen wij U slechts weinig
van de film zelf vertellen, doch deze
verzekering kunnen wij U geven
Drake zal U zeker gedurende IV2 u.
kunnen boeien.
Maandag en dinsdag om 8 uur.
Toegang 14 jaar.
BANKOVERVAL IN BRUSSEL
Drie gemaskerde mannen hebben
maandag op klaarlichte dag een over
val gepleegd op een bank in de voor
stad van Brussel. Hun buit bedroeg
ruim 60.000 gulden aan Belgisch en
buitenlands geld.
Zij ontkwamen in een auto, die in
de ochtend bleek te zijn gestolen en
maandagavond in een verlaten straat
werd teruggevonden.
De overvallers hielden het bank
personeel en omstanders met een
handmitrailleur in bedwang.
MIJNEXPLOSIE IN RUSLAND
KOST DODEN
In mijn 1 van de maaschappij "Ka-
pital" te Workoeta, in het noorden
van het Oeralgebergte, zijn een aan
tal arbeiders omgekomen tengevolge
van een methaangasexplosie.
Het nieuws over de ramp werd
bekend door de puhlikatie van een
condoleance-boodschap van het cen
trale partijcomité en de Russische
ministerraad aan de arbeiders van de
mijn. Daarin werd melding gemaakt
van de gasontploffing die „kostbare
mensenlevens in uw beroemde collec
tieve werkgemeenschap" eiste en
werd hulp toegezegd aan de families
der nabestaanden.
Wanneer de ramp gebeurde en
hoeveel mensen omkwamen werd niet
vermeld.
De stad Workoeta ontstond tijdens
de Tweede Wereldoorlog in het Toen-
dragebied in de Poolcirkel, waar des
winsters soms dagenlang geen zon
te zien is. De stad kreeg in de tijd
van Stalin een trieste reputatie van
wege de aanwezigheid van vele straf -
en werkkampen. Er omheen is het be
langrijkste kolenmijngebied van Nrd.-
Rusland geconcentreerd.
RIJNMOND AANGENOMEN
Het wetsontwerp „Rijnmond" is
met 104 tegen 19 stemmen door de
Tweede Kamer aangenomen.
DRANKWET AANGENOMEN
De nieuwe drankwet van minister
Veldkamp (Sociale Zaken) is dinsdag
langs de klippen van de Tweede Ka
mer gezeild. De manier waarop dit
gebeurde geeft echter te denken over
de vraag of de nieuwe wet, die in de
plaats moet komen van de verouder
de drankwet van 1931, ook de hin
dernis van de Eerste Kamer zal kun
nen nemen. De meerderheid van de
voorstanders in de Tweede Kamer
(72 tegen 52 stemmen)" was dinsdag j
zo gering, dat het nog een open
vraag is of in de Senaat, die veel con
servatiever is dan de Tweede Kamer,
wel genoeg senatoren bereid kunnen
worden gevonden het voorstel van
Minister Veldkamp te aanvaarden.
ROKEN EN RIJDEN UITERLIJK
1 APRIL DUURDER
De prijsverhoging van sigaretten
met 25 percent en de verhoging van
de benzineprijs met 33A percent per
liter zullen uiterlijk 1 april van dit
jaar in werking moeten treden.
INBREKER LIGT ONDER
HET BED.
De 12-jarige Ria van den Brand
en haar 68-jarige grootmoeder heb
ben in de nacht van zondag op maan
dag de schrik van hun leven gehad.
Wat zij aanvankelijk voor verre aard
schokken hadden versleten, bleek
uiteindelijk een inbreker te zijn, die
zich twee-en-een-half uur lang had
verborgen onder het tweepersoons bed
dat oma en kleindochter delen.
Voordat ze tot de ontstellende ont
dekking kwamen hadden zich in het
gebouw waar ze sliepen - het ge
bouw EGMA van de Nijmeegse NVV
bestuursbond - reeds opwindende
dingen afgespeeld.
Omstreeks 2 uur 's nachts was de
grootmoeder wakker geworden door
geroep op de gang. Zij trof daar twee
agenten en een rechercheur aan, die
in het verenigingsgebouw op onder
zoek waren uitgegaan, nadat zij aan
de voorzijde een raam geforceerd
hadden aangetroffen, terwijl ook de j
voordeur open bleek te staan.
De politie was door een voorbij
ganger attent gemaakt op de vreemde
manier waarop iemand midden in de
nacht een auto voortduwde nabij het
gebouw EGMA. In de tuin van EG-
MA trof de politie een 27-jarige
schilder aan die de agenten niet on
bekend voorkwam. Achteraf is geble
ken dat hij 21 inbraken op zijn kerf
stok heeft.
De agenten gingen het gebouw
binnen om de concierge, de heer v. d.
Brand te waarschuwen. Deze was
snel bij de 'hand, evenals zijn moeder
en 12-jarige dochter Ria.
Na korte tijd werd de arrestant
naar het politiebureau gebracht, ter
wijl een van de agenten in een voor
kamertje nog wat bleef zitten napra
ten met de concierge. Oma en klein
dochter gingen weer naar bed, con
stateerden dat het naar benzine rook
en probeerden na alle opwinding de
slaap te vatten. Tevergeefs. Zij voel
den telkens kleine schokken, alsof er
ver weg een aardbeving was. Nadat
zij er nog even over hadden gepraat,
stapte de grootmoeder het bed uit
om een glas water te halen.
De schokken duurden met tussen
pozen voort. Na geruime tijd waag
de Ria het voorzichtig over de rand
van het bed te kijken. Uiteindelijk
trok Ria de stoute schoenen aan en
ontstak het licht. Oma keek onder het
bed. Het werd de schrik van haar le
ven er kwam een man onder van
daan, die er bebloed uitzag (door het
forceren van het raam) en die het
tweetal op het hart drukte niet te roe
pen. „Ik zal je niets doen, als jullie
mevlug naar buiten brengen", zei hij.
Oma, die meende dat de politie
nog in huis was, trok de man aan de
arm de slaapkamer uit, terwijl een
verdieping hoger andere kinderen
angstig begonnen te roepen. Eenmaal
op de gang keek de inbreker pal in de
loop van een getrokken revolver. De
achtergebleven agent kon hem zonder
meer inrekenen. Het was een 21-ja
rige vertegenwoordiger, die nog niet
eerder met de politie in aanraking is
geweest. Tijdens zijn verblijf onder
het bed had hij nog een poosje gesla
pen. Intussen heeft hij acht inbraken
bekend.
De eerste arrestant, de schilder,
bleek lid te zijn van de Algemene
Bouwbedrijfsbond, die enkele tien
duizenden guldens in de kluis van
EGMA had liggen. Ria v. d. Brand
kreeg gisteren vrijaf van sohool om
van de schrik te bekomen.
OGEN
vragen
brillen
van
Een joodse overlevende van het
dodenkamp van Auschwitz heeft een
gruwelijk beeld geschetst van het da
gelijks leven in het kamp. Dr. Otto
Wolken, de eerste getuige die ge
hoord werd in het proces tegen 22
mannen, zei, met een trillende vin
ger wijzend naar de beklaagdenbank:
„Zij gedroegen zich als dieren in
het stenen tijdperk, dieren die plot
seling bloed hadden geproefd en 'het
lekker vonden".
drogen in met Purolpoeder.fi.6Qmfl.-
De verdachten 21 vroegere le
den van de Gestapo en een ex-ge
vangene die hen geholpen zou hebben
2,5 tot 4 miljoen mensen te vermoor
den wendden hun gezichten af en
schoven op hun stoelen heen en weer.
Werner Hummerich, een der negen
rechters legde een hand op zijn hart
toen Wolken zei dat „Auschwitz een
hel was" en vertelde waarom. De
grijze rechter liet eerst de zitting on
derbreken en liet het proces vervol
gens verdagen tot donderdag. „Zijn
hart kon het niet hebben", zei een
ambtenaar van de rechtbank. Zelfs
de Amerikaanse toneelschrijver, Ar
thur Miller, die met zijn vrouw tussen
het publiek zat, volgde het verhaal
van de Joodse arts uit Wenen met een
trek van afgrijzen en afschuw op zijn
gezicht.
Wolken wees op een der verdach
ten - kampwachter Stefan Baretzki
(44) - en zei dat Baretzki met de
gevangenen „hazenjacht" placht te
spelen. Baretzki en een andere kamp
wachter lieten de gevangenen voor
hen knielen, vertelde Wolken. „Dan
riepen zij „loop, loop". Wanneer de
gevangenen begonnen te rennen,
schoten de SS-mannen hen gewoon
neer. Zij hadden pret", aldus de ge
tuige.
Baretzki staarde naar de grond.
De voormalige hoofdwachter Fr.
Hofmann, die ervan verdacht wordt
Joodse kinderen te hebben uitge
zocht voor verbranding, beet op zijn
lippen toen de kleine arts zei dat
„Gestapo-mannen niet konden slapen
als zij niet enkele slachtoffers door
geslagen hadden."
De zaal luisterde vol afschuw naar
het verhaal van de 60-jarige Weense
arts, waarvan hier enkele details
volgen
„De sfeer was het ergste en wis
selde van dag tot dag. Zij hing af van
de stemming v. d. kampcommandant,
de gril van de hoofdbewaker. Als de
oorlog slecht ging, voelden wij dat
onmiddellijk aan den lijve."
„Ik was arts van de quarantaine-
afdeling. we hadden praktisch geen
geneesmiddelen.eens toonde ik het
gebrek aan medicijnen aan een SS-
man door een asperine aan een touw
tje te hangen met een kaartje waarop
stond „gevangenen met temperatu
ren tot 100 graden één keer likken,
met temperaturen boven de 100 twee
maal likken."
„Het lot van degenen die direct
na aankomst naar de gaskamers wer
den verwezen, was verschrikkelijk.
Maar de moeders en kleine kinderen
en degenen die te ziek om te werken
waren, wisten niet wat er met hen
ging gebeuren, en als zij het ontdek
ten, was het slechts kort voor de dood
kwam. De anderen, die dachten dat
zij geluk hadden, waren nog slechter
af. Voor de meesten van hen kwam
uiteindelijk ook de dood, naar nadat
afschuwelijke dingen waren ge
beurd."
„Auschwitz was een hel en de
helpers van de duivel waren de rat
ten. Zij waren overal. Zij stalen niet
alleen de broodkruimels uit de zak
ken der gevangenen, maar zij knaag,
den ook aan de dode lichamen en aan
de stervenden en zieken. Dan waren
er de vliegen, miljarden en miljar
den. In de barakken lagen de gevan
genen opeengepakt als haringen in
een ton..."
„De honger in het kamp was on
voorstelbaar. Als degenen die ons de
soep bradhten na een regenbui uitgle
den, wierp een horde gevangenen, ge
wapend met lepels zich op de soep,
om deze met modder en al op te lepe
len,"
GARAGE VAN MOSSEL
VERHUUR VAN
- Franco zal een regent aanwij
zen volgens de opvolgingswet 1947,
zo verwachten politieke waarnemers
in Madrid. Hij volgt het stormach
tige meningsverschil tussen Carlisten
en aanhangers van Don Juan Carlos
zonder partij te kiezen.
iéMil
78 "Dat is de sneltrein! Voor
uit, vlug van de rails af!" jubelde de
smid en hij trok de rare alchimist mee,
die zich angstig aan hem had vast
geklampt. Nog geen tien tellen later
daverde de trein langs 't tweetal heen.
Sissende rook en wolken van gloei
ende stoom ontsnapten aan de krach
tige locomotief. Voor de raampjes
zaten de rustige reizigers, die heel
goed wisten dat ze op deze wijze vei
lig, vlug en voordelig op de plaats
van bestemming zouden aankomen.
De oude alchimist begreep er kenne
lijk nog niet veel van en keek met
troebele blikken de wegsuizende
trein na. - "Dat gaat sneller dan de
trekschuit en de postkoets, hè?" lach
te smidje Verholen. - "Ja..., véél
sneller dan de treckcoets en de post-
schuyt, of hoe al dat langsaeme
tuijgh oock heeten mag...", mom
pelde de oude baas en volkomen we
zenloos wandelde hij even later weer
naar het Knekelwoud terug, in ge
zelschap van zijn vriend smidje Ver-
len. En toen ze een tijdje later weer
in een van de kamers van het oude
kasteel zaten, trilde hij nog van door
gestane emoties, „Nou, hoe vond U
de trein?" vroeg de smid. "Héél mooi,
heel snel en héél sterk", antwoordde
de oude baas bedachtzaam. "Doch
gaerne sou ick begrypen, waerom
Vosmaer my seght, dat hy met de
coets naer der steede gaet, nu ick
weet datter sulcke fyne treynen sijn."
"Er rijdt al in geen eeuwen meer
iemand met de postkoets", vertelde
de smid. "Dat weet U toch wel? Of
komt U nooit buiten 't kasteel?" -
"Ach neeen;", zuchte de alchimist.
"Als vroolyck ende sorghe'loos cnaep-
jen hebbe ick wel een enckele keer
buyten 't casteel gespeelt. Doch van
mijn veertiende jaer af hebbe ick my
uytsluytend beesigh gehouden met de
wetenschap de vrije consten ende de
alchimistery. Ernst ende geen luym
dat was de wapenspreuck, woer-
onder ick leefde..."
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden"
HET LIJK
IN DE MAND
Ze zegt dat ze geschaduwd wordt en
dat die lui natuurlijk niet kunnen
weten dat ik de politie er niet in
gehaald heb voor die dreigbrief.
Daarvoor alleen al zouden ze haar
kunnen doden. Ik heb toen nóg eens
geprobeerd haar over te halen met me
mee te gaan, naar mijn familie op het
platteland, waar ze zo veilig zou zijn
als wat, omdat iedere vreemdeling
ogenblikkelijk in het dorp zou wor
den gesignaleerd."
„Ze zou ook gewoon naar huis
kunnen gaan", opperde ik.
„Ze zegt dat niets van dat alles mo
gelijk is. In die dreigbrief werd ze ge
waarschuwd dat ze niet moest pro
beren er tussen uit te knijpen, want
vlieguigen konden worden opgebla
zen en treinen en auto's konden ver
ongelukken en al dat fraais meer."
Ik vond het eigenlijk nogal ver ge
zocht, maar inspecteur Schmidt leek
die mogelijkheid te erkennen. Hij
gooide het over een andere boeg.
„Over die brief gesproken," zei
hij. „Ik heb zo 't gevoel dat ze je die
brief net als medicijn heeft ingege
ven elk uur een paplepel. Elke keer
als je wat nieuws voorstelt, ontdekt
zij er weer wat bij in de brief wat 't
onmogelijk maakt. Had ze dat van die
treinen en vliegtuigen al eerder ver
teld?"
Kennelijk had ze dat niet. Horsham
gaf geen direct antwoord op die
vraag. „Ze heeft me eigenlijk nooit
precies verteld wat er in die brief
stond", zei hij. „Telkens krijgt zij de
zenuwen en ik verlies m'n kalmte en
dan weet ik nog niets meer."
„Missohien zou ik 't varkentje
beter kunnen wassen", stelde
Schmitty voor. Waarom zouden we
niet eens met z'n allen bijeen komen?
Dat zou op 'n heel vriendschappelijke
manier kunnen gebeuren een lunch
of zoiets. Ik wordt niet zo gauw
kwaad en met zenuwachtige meisjes
heb ik meer te maken gehad. Ik heb
er beroepshalve ondervinding van,
nietwaar?"
„Maar daar wil ze evenmin iets van
weten. Ze zegt dat als ik u bij haar
breng, dat meteen haar doodvonnie
betekent. U hoort tot de politie en de
brief..."
„Die zei toch niets over een poli
tieman op vakantie vroeg Schmitty.
„Werkelijk, inspecteur, ze is in
zo'n staat van overspanning, dat ze
het zou besterven van schrik al u
haar probeerde te benaderen."
„Ik ben expert in plotselinge sterf
gevallen", spotte Schmitty, „en ik
durf te beweren dat angst maar heel
zelden doodsoorzaak is."
„Ik hou vol dat ze u niet zal wil
len ontvangen."
Schmitty probeerde het weer eens
op een andere manier. „Die dode
man", zei hij, „werd door haar aan je
voorgesteld. Hoe heette hij eigenlik?"
Horsham kreunde. „Inspecteur",
zei hij, „ik weet dat ik de grootste
stommeling ben die op de aardbodem
rondloopt. Twee minuten na het voor
stellen was ik z'n naam al weer ver
geten. Zo ben ik altijd namen gaan
bij mij het ene oor in en het andere
weer uit."
„Heb je haar nog naar zijn naam
gevraagd?"
„Dat had ik natuurlijk moeten doen
voordat ik haar vertelde dat hij dood
was. Maar ik dacht er niet aan, en
later wilde zij z'n naam niet meer zeg
gen. Ze vertrouwt me niet.
„Goed dan", zei Schmitty, „dan
zult u het aan mij moeten overlaten."
Heeft u een plan?" vroeg Hors
ham gretig.
„Ik kan 't wel fiksen. Ik vertel het
gewoon aan Martinez."
„Over Sally? De hele bliksemse
boel?"
„Dat is de beste oplossing. Denk
je dat ook niet?"
Horsham woelde met zijn handen
door zijn haar. Hij zag er vertwijfeld
uit.
„Ik wéét 't niet, inspecteur",
kreunde hij. „Ik weet het heus niet.
Van de ene kant lijkt het me het bes
te wat we kunnen doen maar van de
andere kant.'t Is niet zozeer omdat
ze het niet wil, maar als er eens iets
met haar zou gebeuren, zou ik het me
nooit vergeven."
„Dat is dan afgedaan", zei Schmit
ty-
„Ik begrijp het. Ik zal met Mar
tinez gaan graten en haar er helemaal
buiten houden".
„Zou u dat kunnen?" vroeg Hors-
ham hoopvol, zonder het eigenlijk
zelf te geloven.
„Niets is gemakkelijker", verze
kerde Schmitty.
„En ik? vroeg hij. „Wat moet ik
doen?"
„Je gedekt houden", zei Schmit-
tij. „Probeer het met 't meisje op een
of andere manier weer in het reine
te brengen. Probeer met haar te pra
ten zonder kwaad te worden. Als je
er nu eens precies achter kon komen
hoe 't eigenlijk met die brief in el
kaar zit, zou dat van groot nut kun
nen zijn".
„Ik zal 't proberen", zei Horsham
berouwvol. „Maar dat neem ik me
elke keer al voor, en dan komt ze
weer met een of ander gék idee, zoals
dat van die geldsmokkelarij, en dan is
de boot weer aan!"
Ik riep de kelner voor de rekening
en Horsham wilde met alle geweld
betalen. Ik wilde er echter niet van
horen.
„Laat me dan tenminste de wijn
voor m'n rekening nemen", hield hij
vol.
Ik stemde maar toe, doch toen de
rekening kwam stond er geen wijn op.
„Die Amerikaanse heer", verklaar
de de kelner, „die heer die zijn diner
hiernaast gebruikte heeft uw wijn be
taald, mijnheer."
Ik vertaalde het voor Schmitty, hij
lachtte.
„Die Roscoe Webb, zei hij, „die
was je nog een rondje schuldig. Dat
heeft hij handig ingepikt!"
Ik probeerde mee te lachen maar
dat ging me niet goed af. Ik had
Webb wel een dienst bewezen, maar
ik had hem eigenlijk toch ook bedro
gen en nu betaalde hij mijn wijn. Ple
zierig vond ik het allesbehalve.
Na Horsham aan het Florida-hotel
te hebben afgeleverd gingen we recht
door naar ons eigen hotel. Toen we
onze sleutels in ontvangst namen,
vroeg Schmitty of kolonel Martinez
nog in het hotel was.
De kolonel was echter weggegaan
en Schmitty vroeg de portier hem te
bellen. Toen we met de lift naar boven
gingen, keek ik op mijn horloge.
Het was laat genoegeen heel eind
over tweeën. Ik was doodop na al
die gebeurtenissen en toen ik dat aan
Schmitty zei erkende hij dat ook hij
naar bed verlangde.
Het gesprek dat we onder het uit
kleden van kamer tot kamer voerden,
was weer bestemd voor eventuele op
name ten behoeve van de kolonel.
Juist trok ik mijn pyama aan, toen de
telefoon ging in de kamer van de in
specteur. Ik maakte dat ik er bij was
want ik wilde niets van het gesprek
missen.
Inderdaad was het de kolonel en
Schmitty maakte excuus dat we hem
nog op zo'n ongelegen uur stoorden.
Maar de kolonel bleek dat helemaal
niet erg te vinden.
Ik had het licht in mijn eigen ka
mer getemperd en had de vensters
open gezet. Terwijl nu Schmitty met
de kolonel sprak deed ik hetzelfde
met zijn vensters.
Schmitty hield woord tegenover
Horsham. Hij verklaarde, hoe langer
hij er over nadacht, dat hij voelde dat
hij de man al eens eerder had gezien.
(wordt vervolgd)
Onze ringen dragen
moderne
van STASSAR
STATIONSSTRAAT, WAALWIJK
1
OPTICIEN WAALWIJK
WAALWIJK TEL. 04160 3678
m
PERSONENWAGENS
KAMPEERWAGENS
8 PERSONEN BUSJES
20 cent per rol
COPYRIGHT STUDIO AVAN
34