wAAlwijkse en UnqstRAAtse couRAnt Er bestaan gegronde redenen aan te nemen dat Nederlandse Schoenindustrie blnaitijd tegemoet gaat FLEXA Directie en personeel van Fedra-schoen fabriek huldigden veertig jarige jubilaris A. Schalken B. en W. van Sprang-Capelle staan niet volledig achter interim-rapport Streekraad Midden Brabant 0GEN Neem geen risico...verf met rv De verf met flexabiliteit* "extra speling voorde doe-het-zelver VRIJDAG 27 MAART 1964 86e JAARGANG No. 24 Uitgever Waal wij ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Gironummer 1069687 Dit, blad verschijnt 2x per week De vraag naar schoenen zal zich in Nederland en West-Europa de ko mende jaren uitermate gunstig blijven ontwikkelen. Ook de Nederland se schoenindustrie zal hiervan door een gezonde structuur profijt kun nen trekken. De cijfers betreffende de investeringen, als die over de produktiviteit, duiden in deze richting. Er bestaan daarom gegronde re denen om aan te nemen, dat bij gedegen marktverkenning en agressieve marktbewerking de Nederlandse schoenindustrie een bloeiperiode te gemoet kan gaan. Hoge produktie van schoenen in 1963 In het jaar 1963 zijn in de Neder landse schoenindustrie record-resul taten bereikt. De produktie steeg in totaal gemiddeld met 10 Bepalend voor dit gunstige resultaat is vooral de produktie van damesschoenen ge weest. De waarde hiervan maakt thans bijna de helft uit van de totale pro duktie van schoenen. In 1963 werden in totaal ruim 9,6 miljoen paar da messchoenen geproduceerd, hetgeen 15 meer is dan in het jaar daar voor. De produktiestijging van andere soorten lederen schoenen is minder groot geweest, al kan het resultaat van de belangrijke herenschoenen-in dustrie toch ook als uitermate gunstig worden beschouwd (6 meer dan in 1962). Opvallend is verder de snelle uit breiding van de pantoffelproduktie in de jaren 1962 en 1963. Het voortreffelijke jaar 1963 moet vooral gezien worden in het licht van de sterke vraag naar schoenen in Ne- vragen brillen per hoofd wordt het meest beïnvloed door de stijging van het verbruik van damesschoenen. Terwijl in 1953 door de Nederlandse dames gemiddeld 1,4 paar schoenen werd gekocht, bedroeg dit cijfer in 1963 2,8 - een verdubbe ling derhalve. Ook de prijzen hebben bij dit al les een belangrijke rol gespeeld. In de afgelopen tien jaar werden schoe nen slechts 7 duurder (door stij ging der grondstoffenprijzen) terwijl het gehele verbruikspakket in de zelfde tijd 30 meer ging kosten. Personeelsbezetting, pro duktiviteit en investeringen De nadelige gevolgen van de span ning op de arbeidsmarkt worden de laatste jaren in toenemende mate ge voeld door de schoenindustrie. In '63 heeft ze het met 2 a 3 minder per soneel moeten doen, dan in 1962. Men zou in dit verband de gedach te kunnen opperen, dat de produktie- groei nog sterker geweest had kun nen zijn, als niet de hevige arbeids- schaarste grenzen zou hebben ge steld aan de capaciteit. Had de schoenindustrie in ruimere mate over personeel kunnen beschikken, dan zou allicht een nog hogere produktie gerealiseerd zijn. De produktiviteit, gemeten als pro duktie van het aantal paren schoenen per personeelslid, is in 1963 zeer hoog geweest. Onder de faktoren, die hierbij een voorname rol spelen, noemen we de investeringen per arbeider. Blijkens de investeringsstatistieken van het C.B.S. viel de laatste jaren een ster ke groei waar te nemen van het be drag, dat per personeelslid in machi nes is geïnvesteerd, een stijging, wel ke hoger is geweest dan voor de lan delijke industrie als geheel. Hiermede komt tot uiting, dat de mechanisatie in de schoenindustrie toeneemt en dat deze bedrijfstak zich steeds meer ontwikkelt van het am bachtelijke naar het industriële. Mede door deze sterkere toeneming heeft de produktiviteitsstijging in de schoenindustrie gelijke tred kunnen houden met die van de landelijke in dustrie en is deze in 1963 zelfs aan zienlijk hoger geweest. Uitvoer en invoer van schoeisel De uitvoerwaarde van alle soorten schoeisel lag in 1963 9 hoger dan Begrip voor samenbundeling in 1962, waarmede de opgaande lijn na de inzinking door de revaluatie, weer werd teruggevonden. Zoals reeds is gememoreerd, zullen capaciteitsgrenzen een snellere groei van de export hebben beperkt. Analyses tonen aan, dat een struc turele verschuiving plaats vindt van E.F.T.A.-gebied, met name Enge land, naar E.E.G.-gebied (vooral Duitsland). Door deze ontwikkeling nam het aandeel van Duitsland in de Neder landse export van lederen schoenen Gunstige ligging Meer lichte industrie en kleinere bedrijven toe van 13 in 1961 tot 28 in 1963 en daalde het aandeel van En geland van 25 in 1961 naar 13 in 1963. Duitsland is hierdoor, na België, de belangrijkste afnemer van Neder landse schoenen geworden. Wij ver wachten, dat in 1964 Duitsland de eerste plaats zal gaan innemen. Als consequentie van de Euromarkt en in samenhang met de zeer grote vraag naar schoeisel hier te lande, nam de invoer in 1963 opnieuw sterk toe. Sedert het in werking treden van het Verdrag van Rome is het aandeel van de import van lederen schoenen afkomstig van de E.E.G.-partners gestegen van 83 naar 91 Italië zag haar aandeel stijgen van 19 naar 40 In de laatste jaren neemt ook het aandeel van West-Duitsland en Frankrijk toe, terwijl België en het Ver. Koninkrijk hun relatieve afzet- positie op de Nederlandse markt za gen verslechteren. Tweede bezwaar C. VAN MASTRÏGT RIDDER NEDERLANDSE LEEUW Als ridder in de orde van de Ne derlandse Leeuw heeft voorzitter C. van Mastrigt dinsdag te Utrecht af- i scheid genomen van zijn CNV-top- i functie. De onderscheiding werd hem door staatssecretaris dr. J. de Meijer I uitgereikt. derland. De gunstige conjuncturele ontwikkeling, tot uiting komend in 'n stijgend reëel inkomen per hoofd, vormt de belangrijkste stimulans. Het Economisch Instituut voor 't Midden- en Kleinbedrijf, dat onge veer 75 van de totale Nederlandse schoenenomzetten in de detailhandel registreert, heeft berekend, dat ge middeld de omzetten van schoenen 13 hoger lagen, dan in 1962. Slechts de juweliers en de horlo- gers komen hier bovenuit. De stijging van de textielomzetten was bv, 2 lager dan van de omzetten in de schoenwinkels. Uit het verloop van de vraag naar schoenen in de afgelopen jaren, kan de conclusie worden getrokken, dat een meer dan evenredig deel van de additionele koopkracht door de stij gende welvaart zich richt op de aan koop van schoenen. Als het reële inkomen stijgt met 1 neemt de vraag naar schoenen toe met 1.3 In verhouding tot het buitenland blijkt het Nederlandse schoenverbruik nog niet buitensporig boog, zodat bij aanhoudende gunstige conjunctuur ook in de komende jaren schoenen erg in trek zullen zijn bij de consument. De stijging van het schoenverbruik Dinsdagmiddag hebben directie en personeel van Fedra-schoenfabriek in Drunen de heer A. Schalken (stanzmeester) gehuldigd met zijn veertig-jarig jubileum Tijdens deze huldiging werd hem door burgemeester mr. Stieger de bronzen ere-medaille verbonden aan de Orde van Oranje Nassau opge speld. De heer A. Schalken is vanaf het moment van de oprichting aan dit be drijf verbonden geweest. Op dinsdag 26 mei zal het veertig-jarig bestaan van het bedrijf worden herdacht. Namens de directie voerde de heer Louis van Drunen sr. het woord, die de beginjaren memoreerde. "Dat eer ste begin was bijzonder primitief", al dus de heer van Drunen. "De heer Schalken ging bijna dagelijks op de fiets naar Waalwijk om de schoenen weg te brengen die daar doorgenaaid moesten worden. Wij zijn in de af gelopen veertig jaar dicht naar elkaar toe gegroeid en vooral de eerste ja ren waren wij elkaar tot steun". De heer van Drunen herinnerde er aan dat de jubilaris nagenaeg nooit te laat op zijn werk was verschenen. Hij betoogde, dat steeds een beroep op de jubilaris gedaan kon worden, ook al was dat midden in de nacht. "Hiervoor is de directie U bijzon der erkentelijk", zo zei hij. De heer Schalken mocht uit handen van de heer van Drunen een cadeau onder couvert in ontvangst nemen. Mevr. Schalken kreeg bloemen aangeboden. Burgemeester mr. Stieger meende dat de jubilaris terecht deze dag in de bloemetjes werd gezet. Hij wees er op, dat het bedrijf zich op een bij zondere wijze ontwikkeld had. Burge meester Stieger toonde zich bijzonder verheugd over het feit de jubilaris voor zijn langdurige plichtsbetrach ting de bronzen medaille op te kun nen spelden Namens het personeel voerde de heer Muskens het woord. Hij over handigde de jubilaris een kristallen asbak en bloemvaas. De jubilaris bracht na afloop dank voor de wijze waarop directie en per soneel hem met zijn 40-jarig jubi leum hadden gehuldigd. Ook toonde hij zich bijzonder erkentelijk voor de ontvangen koninklijke onderschei ding. Ontwikkeling van gemeente zou worden aangetast door achterwege blijven van uitbreiding industrie Zuióen De echo van het Opgericht 1878 Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160 - 2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdensstraat 8 Tel. 04167 - 2002 op de voet ...AjitAfAk-'a-*.* OPTIC IÉN WAALWIJK Burgemeester van Prooijen. enige kanttekeningen Het college van B. en W. van de ge meente Sprang-Capelle heeft te kennen ge geven het interim verslag van de Streek- raad Midden-Brabant, met betrekking tot de opstelling van een structuurplan, op en kele punten niet te kunnen onderschrijven. Een gelijksoortig geluid heeft eveneens het collége van B. en W. van de gemeente Gilze-Rijen laten horen. Burgemeester en Wethouders van de ge meente Sprang-Capelle geven te kennen dat ook zij volledig staan achter het werk en de doelstellingen van de streekraad, ook al zou dit meebrengen, dat bepaalde gemeentelijke belangen zouden moeten wijken. "Maar", zo wordt hier aan toegevoegd, "dit mag niet zover gaan, dat de ontwikkeling van de eigen gemeente wordt aangetast". Het college zegt vooral voor dit laatste ernstig bevreesd te zijn. Het voornaamste bezwaar van het college tegen het interim rapport is, dat aan een industriële functie voor de gemeente Sprang-Capelle niet ge dacht wordt. Een tweede bezwaar - maar van veel minder betekenis - ds, dat de ge meente Sprang-Capelle ontbreekt in de op somming van gemeenten die in aanmerking zouden moeten komen voor een eigen zwem bad. Ten aanzien van de industriële functie wordt door B. en W. gesteld, dat het noor delijk gebied van Noord-Brabant als één in dustriegebied moet worden beschouwd, met Waalwijk als hoofdkern en de subkernen Drunen, Kaatsheuvel en Sprang-Capelle. Het college van B. en W. heeft bij het inbrengen van de bezwaren, nadrukkelijk gesteld, begrip te hebben, dat voor het ver krijgen van een harmonisch leef- en werk- millieu een samenbundeling van krachten nodig is. "Wij moeten er oog voor hebben", zo wordt gesteld, "dat streeksgewijze voor zieningen moeten worden getroffen, omdat zij het belang - maar ook de capaciteit - van de individuele gemeente te boven gaan". Hierbij wordt gesteld, dat het be hartigen van boven gemeentelijke belangen, mee kan brengen, dat in de eigen gemeen telijke sfeer offers moeten worden gebracht. Bij de functie toewijzing van de gemeente voorziet de Streekraad voor Sprang-Ca pelle de volgende functie: "woonfunctie eigen aanwas en ontwikkeling tuinbouw. Aan een industriële functie wordt dus voor de gemeente niet gedacht. Met deze functie toewijzing is het col lege van B. en W. het niet eens In Sprang-Capelle, zo wordt gezegd, is van oudsher een industriële ontwikkeling aanwezig, terwijl de bevolking industrie- minded is. Bovendien is Sprang-Capelle wel een landelijke maar geen agrarische ge meente. Alleen in Capelle vindt men tuin bouw. Volgens de mening van het college had de gemeente gerangschikt moeten wor den in de categorie van gemeenten, waar industrialisatie tendenzen duidelijk aanwe- zig zijn en waar traditionele industrie do mineert. Sprang-Capelle telt op het ogen blik 24 bedrijven waarin 500 personen werk zaam zijn. Blijkens de volkstelling van 1960 werken van de totale mannelijke beroepsbevolking van 1836 personen, er 330 in de agrarische sector, 815 in industrie en ambacht, 274 in de bouwnijverheid, 8 in openbare nutsbe drijven, 189 in handel, bank- en verzeke ringswezen, 64 in vervoers- en communica tiebedrijven en 156 in de dienstverlenende sector. Er is een uitgaande pendel van 718 personen, waarvan 607 naar aangrenzende gemeenten en 111 naar overige gemeenten. Tegenover deze uitgaande pendel staat een inkomende pendel van 232 (195 uit aangrenzende gemeenten en 37 uit de ove rige). Na 1956 is de uitgaande pendel, on danks de uitbreiding van het aantal werk nemers niet toegenomen. Het college van B. en W. danktdit aan de gevoerde indu striële vestigingspolitiek d.m.v. de aanleg van industrieterrein aan de Dick Flemmdng- straat. Vervolgens voert het college van B. en W. aan, dat de ligging van Sprang-Capelle - gelegen tussen de industriekernen Waal wijk en Kaatsheuvel - het voor de hand liggend maakt dat ook hier industrialisatie plaats vindt. Het uitbreidingsplan van Waal wijk geeft een zodanige uitbreiding te zien, dat over enkele jaren het industrieterrein zich gaat uitstrekken tot de woonkern van Sprang-Capelle. Vervolgens grenst het in dustrieterrein van Kaatsheuvel aan dat van Sprang-Capelle. Het eigenaardige vindt hat college van B. en W., dat Sprang-Capelle, hoewel gelegen in hetzelfde industriële kli maat, niet in aanmerking komt een indu strie-kern te zijn. Het motief, dat industrievestiging in Sprang-Capelle overbodig is, omdat zowel in Waalwijk als Kaatsheuvel werkgelegen heid aanwezig is, raakt volgens het college van B. en W. de kern niet. Het college meent, dat op de duur de pendelaars tooh gaan wonen in de werkge- meente, hetgeen verlies voor Sprang met zich mee (brengt. Bovendien zal de pendel in Sprang-Capelle nog gaan toenemen ten gevolge van de afvloeiingstendenties in de agrarische sector. Het gevaar is niet denk beeldig, dat Sprang-'Capelle straks als een leeggebloede en weinig aantrekkelijke ge- isoleerde protestantse enclave achterblijft. Nieuwe industrievestigingen daarentegen zullen de kansen ook voor de plaatselijke middenstand gunstig beïnvloeden, terwijl 't culturele leven in de gemeente nieuwe in jecties krijgt, hetgeen inhoudt een verbete ring van het woon- en leefklimaat. In schrille tegenstelling met de conclu sies van de Streekraad Midden Brabant staan de conclusies van het Economisch Technologisch Instituut in Tilburg dat in juli 1962 een rapport heeft uitgebracht over de demografische en sociaal-economische ontwikkeling van Sprang-Capelle. Het E.T.I. concludeert, dat, wil men voor de ge meente voldoende levenskansen scheppen, de nodige industrie aangetrokken zal moeten worden! Tot slot wijst het college van B. en W. op het feit, dat gemeenten met een gerin gere industriële ontwikkeling wel als indu striekern zijn aangewezen. Uit cijfers over het 2e kwartaal van 1963. ontleend aan de algemene industriestatis tiek, blijkt, dat bijvoorbeeld de gemeente Raamsdonk, die wel voor industriële ont wikkeling in aanmerking komt, slechts 7 in dustriële bedrijven telt met een totale per soneelssterkte van 226 en Geertruidenberg Abonnement p. mnd. (1.00+ 5 ct. inc.k.) ƒ1.09 p. kwrt. (3.00 10 ct. inc.k.) 3.10 p. week (0.24+ let. inc.k.) ƒ0.25 p. kwrt. p. post 3.35 bij girobetaling (bij incasso p. postkwit. 30 ct. extra) Advertentieprijs: 11 cent per mm. Contractadvertenties: speciaal tariel Telegram-adres: „ECHO" 11 bedrijven met een totale personeelssterk te van 511, de PNEM daarbij niet inbe grepen. Het college van B. en W. zegt zich af te vragen, waarom Sprang-Capelle, met in het tweede kwartaal 1963 18 bedrijven met een totale personeelssterkte van 427, dan niet als kleinere industriekern kan wor den aangemerkt. Met name denkt het col lege aan de aantrekking van meer lichte industrie en kleinere bedrijven. Inmiddels is de afspraak gemaakt, dat Waalwijk, Kaatsheuvel en Sprang-Capelle tot een samenspraak over de industrialisatie van de gemeente zouden komen. Dit heeft in zoverre tot iets positiefs ge leid, dat burgemeester van Erp van Loon- opzand, er mee in kan stemmen, dat Kaats heuvel en Sprang-Capelle als één industrie kern kan worden beschouwd. "Wij menen", zo zegt het college, "dat dit reëel is, omdat de industrieterreinen van Kaatsheuvel en Sprang-Capijelle aan elkaar grenzen en om dat inwoners van Kaatsheuvel in Sprang Capelle werken en omgekeerd". Een tweede bezwaar van het college, ech ter veel minder van betekenis, omdat het de ontwikkeling van de gemeente niet aantast, is gericht tegen het feit, dat Sprang-Capelle eveneens ontbreekt in de opsomming van gemeenten waar een zwemgelegenheid moet worden aangelegd. Wanneer Sprang-Capelle geen eigen zwembad zou mogen aanleggen, zouden de bewoners van de gemeente aangewezen zijn op zwembaden in De Efteling, in Waalwijk en op een in Waspik aan te leggen bad. De Efteling heeft het grote bezwaar, dat dit zwembad overvol is en de leerlingen van de scholen in Sprang-Capelle er al jaren niet meer kunnen schoolzwemmen, terwijl 't zwembad in Waalwijk eveneens steeds druk bezet is en het bad amper voldoende capa citeit 'heeft voor de bewoners van Waalwijk. Sprang-Capelle (6400 inwoners) zou dus moeten afwachten of Waspik (3700) er in de toekomst nog toe over gaat een zwem bad aan te leggen, waar ook de bewoners van Sprang-Capelle terecht kunnen. Met 't oog op het vorig jaar geopende bad in Raamsdonk blijft dit een grote vraag. B. en W. menen, dat nu de ontwikkeling van de techniek er toe heeft geleid dat prefab plastic zwemboden binnen het fi nanciële bereik van ook de kleinste ge meenten zijn komen te liggen, de Streek raad zijn standpunt zal dienen te herzien. Het gemeentebestuur van Sprang-Capel le is de mening toegedaan, dat het rapport in grote lijnen bij wijze van gentleman's agreement, geaccepteerd kan worden, even wel onder de uitdrukkelijke voorwaarden, dat bij de opsomming van kleinere kernen met industriële ontwikkeling wordt ver meld "Kaatsheuvel - Sprang-Capelle" en tot slot dat hij het stichten van zwemgele- genheden met een lokale functie eventueel wordt geadviseerd voor alle gemeenten van het streekgehied, of wel die een inwonertal hebben van tenminste 5000 zielen, maar in ieder geval dat Sprang-Capelle aan die ge meenten wordt toegevoegd. Burgemeester mr. Stieger speldt de jubilaris de koninklijke onderscheiding op.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1964 | | pagina 13