Smidje Verholen en de rare alchimist
1
DE SPIN
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 14 DECEMBER 1964
2
XV.
23)
Succesvolle viering jubilea Vakschool en TNO
Toen de besturen van de "Vak
school" en 't Leder-instituut T.N.O.
besloten een wat ongewone vorm te
kiezen voor de viering van de 50-ja-
rige jubilea van beide instituten,
hebben zij waarschijnlijk niet durven
dromen, dat daardoor deze herden
king zo'n massale trek naar Waalwijk
zou veroorzaken van oud-leerlingen
en vakmensen uit de Leder- en
Schoenindustrie.
De grote zaal het het "Lido" was
vele keren te klein om de feestvier
ders te herbergen. Deze wilden ken
nelijk niet alleen naar het "feest"
van 's avonds komen (dines met
dans), maar ook hun serieuze be
langstelling tonen voor de meer ern
stige herdenking van 't 50-jarig be
staan van de Middelbare Vakschool
voor Schoenen en Leder en 'het Le
derinstituut T.N.O. Deze ernstige
plechtigheid vond 's middags plaats.
Burgemeester Teijssen, voorzitter
van het Schoolbestuur, opende de bij
eenkomst met een welkomstwoord aan
het adres van de oud-leerlingen en
overige belangstellenden.
Een bijzonder woord van welkom
richtte de heer Teijssen tot de heren
J. L. van Heesbeen, N. van Loon,
oud-leden van het bestuur van Vak
school en T.N.O., drs. Schouten,
rector van het Willem van Oranje
College en de heer van Steenderen,
directeur van de L.T.S. Ook het ge
meentebestuur van Waalwijk, verte
genwoordigd door loco-burgemeester
J. J. M. van Heeswijk, deelde in het
welkomstwoord van de heer Teijssen.
De bijeenkomst werd vervolgd door
een uitvoerig historisch overzicht
door ir. Roelofs Heyermans, direc
teur van de Vakschool en het proef
station.
Deze historie werd door de heer
Roelofs Heyermans gedegen behan
deld van de eerste wensen van 1899
via de spannende uren in de, Tweede
Kamer in december 1909 tot de in
gebruikname van de gebouwen in het
najaar van 1914.
PRAKTIJKJAAR
Spreker schetste vervolgens de
werkzaamheid van beide instituten.
Wat de school betreft kwam hij tot de
conclusie, dat een tweejarige cursus
niet meer voldoet. Er moet een drie
jarige cursus komen, waarbij het
vraagstuk van het praktijkjaar weer
aan de orde komt.
'Ook de aanpassing aan de Mam
moetwet doet problemen rond 't leer
plan ontstaan.
Veel steun zei ir. Roelofs Heyer
mans te ondervinden van de V.A.S.-
commissie, die dit vraagstuk bestu
deert. Deze aanpassingen nemen ech
ter volgens spreker de waardering
voor de dagcursussen niet weg. Oud-
leerlingen van de Vakschool treft men
overal in de schoen- èn lederindustrie
aan, tot in de hoogste functies.
Ook het buitenland toont veel
waardering voor de opleiding. De
leerlingen kwamen uit 15 verschil
lende landen.
ZORGEN
Het aantal leerlingen op de dag
cursussen is snel teruggelopen en dat
brengt zorgen met zich mee. Wellicht
zal een nieuw leerplan ook nieuwe
aantrekkingskracht uitoefenen op de
jeugd.
De school heeft niet alleen voor
leidende functies opgeleid. Vakken
nis voor alle werkers in de bedrijven,
was het parool. De afdeling Machi
nale Schoenfabricage heeft deze ge
dachte het best gerealiseerd in de zg.
winteravondcursussen
De teruggang van deelname aan
deze laatste cursussen is een kwestie
van gemakzucht ook met een mi
nimum aan vakkennis is er toch wel
een loon te verdienen.
Voor de afdeling Lederbereiding
zijn deze bijzondere cursussen nooit
erg goed geslaagd.
Deze verzorgt wel het aanvullend
onderwijs voor het Leerlingenstelsel
in de Lederindustrie.
Al met al meende ir Roelofs-Hey-
ermans te mogen concluderen, dat
Leder- en Schoenindustrie erg veel
profijt hebben gehad van de oplei
dingen aan de Vakschool.
TE WEINIG DESKUNDIGEN
De combinatie van de school met
het Lederinstituut (vroeger proef
station) had volgens spreker onmis
kenbare voordelen. Hij signaleerde
echter een duidelijk nadeel er zijn
veel minder deskundigen bij de werk
zaamheden betrokken dan wanneer
School en Lederinstituut gescheiden
waren.
"De tegenwoordige bezetting is
eigenlijk te klein om het totale uit
gebreide terrein van leder en schoe
nen te kunnen (bestrijken", aldus de
heer Roelofs Heyermans.
CAESUUR
In de geschiedenis van het Leder
instituut T.N.O. maakte de directeur
een caecuur in 1942, toen het insti
tuut onder de Centrale Organisatie
voor Toegepast Natuurwetenschap
pelijk-onderzoek werd geordend.
In de lederindustrie is de bereid
heid tot samenwerking op het terrein
van Research zeer groot, blijkens de
activiteiten in de "Research-vereni
ging Lederindustrie".
De schoenindustrie is pas veel la
ter dan de lederindustrie tot de con
clusie gekomen, dat speurwerk be
langrijk moet worden geacht, zodat
ook de samenwerking tussen die in
dustrie en het instituut zich nog veel
meer in een aanvangsstadium bevindt.
Misschien waren daardoor de ver
wachtingen bij sommige bedrijven wat
te 'hoog gespannen en werd daar het
speurwerk teveel als panacee voor
alle problemen beschouwd, in plaats
van als, wat het in werkelijkheid is,
een moeizaam zwoegen om temidden
van de snelle technische ontwikkeling
bij te blijven met de kans op hier en
daar een meer of minder belangrijke
uitschieter in gunstige zin. In alle
geval heeft een groep van schoenbe-
drijven, welke tezamen de Research-
vereniging voor de Schoenindustrie
vormen, enige tijd geleden de samen
werking met een veel groter Engels
instituut verkozen boven die met het
Waalwijkse instituut, vooral omdat zij
van die samenwerking de toestroming
van een veel groter aantal rapporten
konden verwachten. Voor de indu
strie blijft daarnaast ook het werk van
het Nederlandse instituut van be
lang, hetgeen zich uit in de groeien
de verbinding met het Bedrijfschap
Schoenindustrie en vooral door de
verbinding met vele schoenbedrijven
afzonderlijk. Het onderzoek en het
advieswerk, dat het instituut voor de
bedrijven uit de schoenindustrie ver
richt, is in de laatste jaren voortdu
rend toegenomen en belooft in de
komende tijd nog veel sterker toe te
nemen door de maatregelen, welke 't
instituut heeft getroffen, om de ver
binding met de bedrijven afzonderlijk
gemakkelijker te doen zijn en veel-
vuldiger te doen plaatsvinden. Ir.
Roelofs Heyermans meende ook hier
met recht te kunnen zeggen, dat het
instituut veel nuttig werk voor deze
industrie, de schoenindustrie dus, ge
daan heeft en doet.
SLOTWOORD
Tot slot zei ir Roelofs Heyermans
het volgende
„Dames en Heren, hiermede ben ik
vrijwel aan het einde van mijn over
zicht gekomen, Ik heb dat misschien
in een beetje andere vorm gegoten
als normaal bij dergelijke gelegenhe
den gebruikelijk is, d.w.z. dat ook in
verband met de mij toegemeten tijd
vrijwel alleen over de inhoud van de
verschillende werkzaamheden van
school en instituut in het verleden en
nu heb gesproken en daarbij de ge
bruikelijke cijfers en aantallen ach
terwege heb gelaten.
Ik heb dus bijvoorbeeld niet ge
sproken over het aantal leerlingen,
dat de school bezoekt, en daar zou
ik ook niet over kunnen juichen,
want ik heb U immers verteld, dat er
op het ogenblik door de school ver
schillende vormen van onderwijs wor
den gegeven, waarbij wij de kursus-
sen gaarne wat zwaarder bezet zou
den zien.
Wanneer men zich echter afvraagt
of er in die 50 jaar nogal wat men
sen door dat onderwijs zijn geholpen,
dan kan ik U toch wel één getal ge
ven, n.l. dat het totaal aantal perso
nen, dat in die tijd door deze school
in de een of andere vorm georgani
seerd onderwijs volgde, de 17.000
voorbij gaat.
Ik heb ook de ontwikkeling van 't
Lederinstituut T.N.O. nergens in cij
fers uitgedrukt en laat ik U daarom
nog gauw even zeggen, dat er in 1940
10 personen aan het instituut waren
verbonden en in dit jaar 38. Verder
heb ik ook geen enkele naam uit het
verleden of het heden naar voren ge
bracht van personen, die zich bijzon
der voor school en/of instituut heb
ben ingespannen of door him kun
digheid hebben uitgeblonken. Dan
zou ik er velen hébben moeten noe
men, want school en instituut hebben
steeds voor véle van hen, die daar
werkzaam waren, een aantrekkelijke
werkkring gevormd, waarvoor men
zich gaarne inspande en waardoor
men ook steeds over kundige krach
ten kon beschikken. Op het ogenblik
is dat eigenlijk nog zo; nog steeds
zijn ook nu vele van de medewerkers
enthousiast voor hun werk. Daardoor
is het mogelijk met weinigen veel
werk te verzetten. Zij vormen werke
lijk een groep van kundige mensen,
die van hun vak houden, en daardoor
zijn alle faktoren aanwezig, waardoor
goed werk kan worden geleverd.
Van harte hoop ik, dat dit in de
komende jaren zo zal blijven en dan
zeker niet alleen in het belang van
de beide instellingen zelf, maar voor
al in het belang van de Nederlandse
leder- en schoenindustrie, welke door
deze instellingen worden gediend."
Na de enthousiast begroete rede
van ir Roelofs Heyermans werd de
bijeenkomst even onderbroken.
De tweede helft van de middag -
ingeleid door Prof. N. L. Troost -
werd besteed aan problemen in Le
der- en Schoenindustrie.
Deze werden ingeleid door ir. A.
E. Hueber en de heer E. v. d. Pol.
BANDRECORDER AANGEBODEN
Tijdens de herdenkingsbijeenkomst
in het „Lido" heeft de heer J. Gom-
pen namens een zestal organisaties
aan ir. Roelofs Heyermans, direc
teur van beide jubilerende instellin
gen Vakschool en Lederinstituut
- een bandrecorder aangeboden.
De heer Gompen deed dit in een
geestige speech, waarvoor hij van
Prof. Troost 5 minuten spreektijd had
gekregen.
De organisaties namens welke hij
sprak waren
Research-vereniging voor de Le
derindustrie,
Research-vereniging voor de
Schoenindustrie,
Bedrijfsschap Schoenindustrie,
Federatie v. Nederlandse Schoen
fabrikanten,
Federatie van Nederlandse Leder
fabrikanten
en de V.E.R.I.S.
DRUKBEZOCHTE RECEPTIE
Was het Lido overvol, in de ge
bouwen van de Vakschool en het Le
derinstituut T.N.O. waren tijdens de
receptie zoveel mensen aanwezig, dat
men nauwelijks kon onderscheiden
wie er zoal waren.
De Wethouders Van Heeswijk, Van
Laack, Van den Hoven en gemeente
secretaris mr. F. Hagemans, verte
genwoordigden het gemeentebestuur
waren op deze deceptie.
Loco-burgemeester Van Heeswijk
zei in zijn korte toespraak aan het
adres van de beide besturen, dat het
College van Burgemeester en Wet
houders "bijna voltallig" was, omdat
de Burgemeester "andere bezighe
den" had.
Die andere bezigheden bestonden
voor Burgemeester Teijssen (voorzit
ter van het Schoolbestuur van de M.
V. L. S.) o.m. uit het aanhoren van
de toespraak van de heer Van Hees
wijk, die de, betekenis van beide ju
bilerende instituten schetste voor de
voor Waalwijk zo belangrijke indu
strieën.
Prof. ir. L. Troost dankte loco
burgemeester Van Heeswijk voor de
uitgesproken goede wensen.
Op de receptie verschenen o.m. tal
van prominenten uit de Schoen- en
Lederindustrieën en vertegenwoordi
gers van andere instellingen in Waal
wijk.
BUDDEMEYER
chemisch reinigen
grotestraat 95 waajwijk
GROOT DEEL VAN DE GEROOF
DE JUWELEN UIT AMSTERDAM
TERECHT
Bijna de hele buit van de roof
overval op de juwelierszaak van de
firma Schipper aan de Heiligeweg
in Amsterdam is terecht. Ruim elf
weken na deze spectaculaire, gewa
pende actie, hebben Duitse politie
mannen onder een boom langs het
Rijn-Hernekanaal bij Bottrop in 't
Duitse Roergebied 39 in dameszak
doeken, zeemleren lappen, nyloni
kousen en kranten gewikkelde ju"
welen opgegraven. De gevonden
edelstenen vertegenwoordigen vol
gens de raming van een Duitse ju.'
weiier een gezamenlijke waarde'
360.000 gulden. De kostbaarste steen
juwelier Schipper had die in
consignatie van een relatie weegt
5,11 karaat en is 112.500 gulden
waard.
TWEE-EN VEERTIG BLANKEN
IN KONGO GERED
Blanke huurlingen hebben weer
42 blanken uit handen van Kongo,
lese rebellen gered, voornamelijk
geestelijken, en hebben ontdekt dat
er nog twee nonnen zijn vermoord
aldus gezaghebbende zegslieden ui
Leopoldstad.
Van de slachtoffers is tot dusver
alleen bekend dat zij zuster Marie
Antoinette, een Amerikaanse, en
zuster Marie Frangoise, een Belgi-
sche, werden genoemd.
SPAAK VERDEDIGT MET KLEM
BELGISCH OPTREDEN
Een minister Spaak op-z'n-felst
heeft in de Veiligheidsraad harde
woorden gesproken aan het adres
van diegenen onder de Afrikaanse
afgevaardigden, die „gedurende 2
kwade dagen een stortvloed van be
ledigingen en onjuistheden" in het
Kongo-debat hebben gespuid. „In
hun verklaringen klonken", aldus
de Belgische minister van Buiten
landse Zaken, „sterke elementen
van rassenhaat door. En wat mij 't
meest schokte en beangstigde, was
dat uit sommige redevoeringen een
gevoel sprak van argwaan, ik zou
haast zeggen: van haat, dat pijnlijk
veel lijkt op dat soort racisme, dat
wij zo fel hebben afgekeurd en
waartegen wij zo krachtig hebben
gestreden". Spaak wees uiteraard
de beschuldigingen van de Afri
kaanse landen, dat België zich aan
agressie had schuldig gemaakt, van
de hand en verdedigde de actie der
para's. Onder meer met deze op
merking tegelijk een wijze les
voor de sprekers die hem voorgin
gen: „Er zijn nimmer schuldige ras
sen of volken geweest; alléén ver
achtelijke mensen, die van hun zin.
nen waren beroofd. Hitler was zo
iemand en het spijt me dat ik 't
moet zeggen óók opstandelingen
leider Gbenye behoort tot hen".
In Afrika gaat men de niet-blan-
ken tegenover de blanken opzetten:
ERNSTIGE AUTO-ONGELUKKEN
Bij Hattum kwam een personen
auto in botsing met een vrachtwa
gen met aanhanger. Twee personen
in de auto werden gedood en drie
ernstig gewond. De chauffeur van
de vrachtauto kwam met de schrik
vrij.
Elders in het land kwamen auto
ongelukken voor, waarbij 2 doden
waren te betreuren.
151. „Nou? Werkte het systeem?"
vroeg Frans Bulle, toen hij van z'n
ritje was teruggekeerd. - „Fantas
tisch," antwoordde smidje Verho
len. „Precies de twee lampjes, die
jij had aangewezen, begonnen te
branden." - „Knap werk, mannen,"
prees Harry Hommeles. „We heb
ben nu de zaak bijna rond. Ik wil
nu alleen nog wel eens zien waar
zich al dat gestolen goed bevindt."
- Ik zal het U wijzen," zei smidje
Verholen. „Maar laten we dan hier
eerst nog even in de garage gaan
kijken, waar Nosco zijn wagen heeft
staan. Als de boel tenminste niet
op slot is." --„Nog niet zo erg," zei
Harry Hommeles. „Mijn dienstrevol
ver is er goed voor. Ik schiet zo het
slot van de deur." - En dat deed hij
ook. Het was toen een kleine moeite
voor de smid om de resten van de
deur aan de kant te wringen. Hij
werd daarbij natuurlijk goed ge
holpen door Harry en Frans en
weldra schoven de stalen garage
deuren dreunend open. „Nou! Wat
heb ik gezegd?" riep de smid uit.
„Daar staan ze hoor! Die ene is een
snelle personenauto en die andere
is de vrachtauto, waarmee de
schurk de kostbaarheden uit de mu
sea naar huis reed. Dat spul zal
daar wel allemaal in die kist zitten.
Nou, nou, hij heeft het netjes inge
pakt hoor. Er staat „voorzichtig" en
„niet kantelen" op." - „En is dat
alles wat hij gestolen heeft?" wilde
de inspecteur weten. - „Welnee,
lang niet," antwoordde de smid.
„Ginds in het kasteel staat nog
veel meer. We moesten er maar
naartoe gaan, vind ik." - Inspecteur
Hommeles had intussen alwéér een
ontdekking gedaan. „Moet je nou
'es kijken!" riep hij uit. „Een lift!
Zullen we eens kijken waar hij uit
komt?" - Dat hoefde hij geen twee
keer te vragen en even later zoef
de de drie mannen al naar beneden.
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
door
JOHNSTON McCULLEY
Vertaling
Herman Antonsen
TOGO HEEFT ZORGEN.
Warwik was nog geen drie straten
van zijn huis vèrwijderd, toen drie
mannen elkaar daar ontmoeten en
langzaam naar de volgende straathoek
wandelden, als drie vrienden, die sa
men gingen dineren.
„En?" vroeg een hunner.
„Er moet daarboven iets misgelo
pen zijn. We hebben het signaal van
Brown niet gekregen en daar gaat die
Warwik in zijn auto er van door."
„En Brown is er nog niet met die
andere uitgekomen. Wat moeten we
in dat geval doen?"
„Bij Warwik naar binnendringen
en zien, wat er gebeurd is. Er is al
leen een Japanse bediende in huis.
Misschien zitten onze twee kamera
den gevangen. Het zal niet lastig zijn,
want we kennen dat huis door
door."
en
„Ja, zijn kamers liggen op de der
de verdieping," zei de eerste man.
„Een van ons moet gewoon naar bo
ven gaan en daar aankloppen. Als die
Japanner zich vertoont, zegt hij een
boodschap te hebben voor Brown, die
naar hij weet bij Warwik op bezoek
is. Twee anderen begeven zich naar
het balcon op de derde verdieping.
Langs dat balcon kunnen we de gla
zen deuren van Warwik bereiken.
Het is zo donker dat niemand ons zal
zien en mochten we iemand ontmoe
ten, dan zullen ze ons nog niet ver
denken. De bewoners gebruiken dat
balcon vaak genoeg om van de ene
naar de andere kamer te gaan."
De drie mannen keerden terug en
gingen brutaalweg met de lift naar de
derde verdieping. Een hunner ging
naar de deur van Warwik en twee
anderen begaven zich door de gang
naar het langs het huis lopende bal
con.
Togo hoorde iemand aankloppen,
maar lette daar niet op. Na het ver
trek van Warwik had hij beide ge
vangenen een prop in de mond ge
duwd, omdat hij vreesde, dat er ge
klopt zou worden en dat zij dan om
hulp zouden schreeuwen. Toen het
kloppen herhaald werd, keek hij de
beide woedende mannen grijnzend
aan. En wel voor de tiende maal
kwam hij naar de divan toe om te
kijken, of hun boeien nog wel goed
vast zaten.
Er brandde slechts één lamp in een
hoek van de kamer. Het was dan
ook half duister in het vertrek en zo
kwam het, dat Togo de schaduw der
beide mannen niet op het balcon
voorbij zag glijden. Ze gluurden tus
sen de gordijnen door en zagen de
twee mannen gebonden op de divan
liggen en Togo kaarsrecht op een
stoel zitten. Hij zat ©en sigaret te
roken met de ogen dicht, maar hij
sliep niet.
Geruisloos wisten de twee mannen
de deur open te krijgen met eén
daartoe geschikt instrumentje. Intus
sen had de derde man, toen zijn klop
pen onbeantwoord blééf, zich bij hen
gevoegd.
„Ga jij terug naar de, gang en be
waak de deur", werd hem bevolen.
„Die Jap kon wel eens tradhten te
ontsnappen, als we binnenkomen. Dan
kun jij hem daar opvangen. Hij mag
niet bij de telefoon kunnen komen.
Pak hem niet ruw aan, maar houd
hem beleefd met smoesjes tegen.
Iemand mocht je eens zien. Als wij
maar eenmaal binnen zijn, is het met
een paar minuten voor elkaar."
De man haastte zich naar de gang
terug en de 'beide anderen 'bleven aan
het werk. Eindelijk waren de dubbele
deuren open en stonden de mannen
op het punt naar binnen te sluipen,
net als Togo kort te voren gedaan
had. Zachtjes gleden ze naar 'binnen.
Togo bemerkte blijkbaar hun aan
wezigheid niet. Ze slopen omzichtig
naar de rechtopzittende Togo toe, in
de hoop, hem te 'kunnen overrompe
len, voordat hij alarm kon maken.
Een der gevangenen op de divan
zag hen aankomen en verried door
de uitdrukking van zijn gezicht hun
aanwezigheid. Togo keek op dat mo
ment juist naar hem. En ogenblikke
lijk scheen hij te voelen, dat er iets
niet in de haak was. Maar hij sprong
niet op om zijn mogelijke vijanden
tegemoet te treden.
Hij keek in een grote spiegel boven
de divan en zag de beide donkere
schaduwen naar zich toekomen. Togo
kneep zijn ogen tot spleetjes dicht en
bleef zijn sigaret roken. Maar zijn
ene hand zakte als onwillekeurig naar
zijn zak omlaag en greep het pistool
beet, dat hij 'bij zich had.
In de spiegel bleef hij de gedaan
ten bespieden. Ze slopen steeds na
der en een van de twee schoof in de
richting van de deur, om Togo het
ontsnappen te beletten.
Toen maakte de voorste aanstalten
om zioh op Togo te werpen. Togo
rookte rustig door, maar omklemde
zijn pistool vaster. Toen deed de man
'n sprong vooruit. Togo kwam tege
lijkertijd in actie. De man greep in de
lucht en in plaats van de Japanner
bij zijn keel te pakken, struikelde hij
tegen de stoel aan en viel er mee on
dersteboven.
Togo was opzij gesprongen en
wendde zich nu onmiddellijk om, zo
dat hij hen beiden met zijn' pistool in
bedwang kon houden.
„Erg, erg onhandig!" merkte To
go op. „Ik heb in spiegel gekeken. Ik
u moet verzoeken tegen muur te gaan
staan".
De man bij de deur vloekte met de
handen in de lucht. De andere krab
belde overeind, maar deed geen aan
val op de Japanner.
„Erg onhandig", 'herhaalde Togo.
„Wat willen de heren?"
„Ik geloof, dat je jezelf als heel
handig beschouwt", zei de man bij
de deur. Waarom bemoei jij je hier
mee?"
„Een van deze twee heren binnen
gekomen en heeft revolver op mijn
vereerde meester gericht. De andere
mij trachtte neer te slaan. Ik hem ge
bonden 'en mijn meester geholpen.
En mijn meester bevolen, ik deze
twee bewaken moet tot hij terugkomt.
Ik dat doe. Dat is alles."
„Misschien kunnen we zaken doen",
zei de man bij de deur.
„Zaken?"
„Hoeveel betaalt je meester je?"
„Een heel behoorlijk loon elke
maand."
„Als je ons laat weggaan, zullen
we hier niet meer terugkomen en je
er veel geld voor geven. We geven je
honderd dollar, als je ons dadelijk
laat gaan".
„En wat dan zeggen tegen mijn
vereerde meester?" vroeg Togo.
„Zeg, dat die twee ontsnapt zijn
en verder niets."
„Maar hoe zij moeten wegkomen?
Zij gebonden en Togo op wacht.
Mijn vereerde meester zeker zou zeg
gen, Togo kan wel twee gebonden
mannen bewaken. En wat ik dan zeg
gen moet?"
„Zeg, dat een van de twee zich
losgewerkt heeft en je overrompeld
heeft, toen je de andere kant uit
keek."
„Dan mijnheer Warwik denken
zal ik erg, erg dom. En (bovendien
mijn vereerde meester zelf heeft tou
wen vastgeknoopt."
„Maar wat wil je dan doen? Ons
de halve nacht blijven bewaken?"
„Ik denk, ik politie telefoneren
zal".
(Wordt vervolgd)