PAUSELIJKE MISSIE-ACTIE u HELPT TOCH OOK MEDE Is de toenemende vraag om meer priesters te beantwoorden? HULDE EN DANKBAARHEID NATIONAAL BUR EAU LAAN COPES VAN CATTSNSURCH 127, DEN HAAG GIRO 8725 TELEFOON 070-1123 43 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN DINSDAG 29 DECEMBER 1964 Al hetgeen ge niet zult verdeeld hebben vóór uw dood, zal dóór uw dood verdeeld worden." De opbrengst van de kollekte op de Wereldmissiedag heeft het prachtige resultaat van vorig jaar nog overtroffen. Betekende de opbrengst in 1963 van 1.690.000,reeds een ongekend hoogtepunt, een voor uitgang nl. van een y2 miljoen gulden, met Wereldmissiedag van 1964 heeft katholiek Ne derland opnieuw getoond dat het voor zijn missionarissen graag offert: een opbrengst van méér dan 1.700.000,was het resultaat. Dank aan allen die geholpen hebben om dit resultaat te be reiken. Dank aan allen die zo royaal hebben gegeven. En bij dit woord van dank de stellige zekerheid dat met dit bedrag veel, zeer veel goeds tot stand gaat komen! aan de opleiding van priester studenten in de missiegebieden door uw gezinsbijdrage aan de Pauselijke Missiewerken, waar door U lid bent van het P.M.P. door het schenken van eeri bij zondere gift voor de bouw van seminaries; door met een jaar lijkse bijdrage van tenminste 500,een bepaalde student te steunen; door een blijvende studiebeurs te stichten, waar van de jaarlijkse rente gebruikt wordt voor steun aan een be paalde student; door het schen ken van minstens 25,-per jaar en dan tezameh met an deren een bepaalde student te steunen; door het schenken van een bedrag onder voorwaarde van een jaarlijkse uitkering tij dens het leven; door het P.M.P. per testament als erfgenaam van uw nalatenschap te benoe men, of met een legaat te ge denken (s.v.p. vermelden: Priesteropleiding) van GÉÉN STUDIEBEURS. GÉÉN PRIESTERS Wij vertellen niets nieuws als wij schrijven dat in zeer snel tempo in Azië en Afrika de normale kerkelijke hiërar chie is opgericht: de „missie-bisschoppen", die werkten en leiding gaven namens en in directe opdracht van de Paus, werden tot „gewone" bisschoppen, d.w.z. wij werken en geven leiding in eigen persoonlijke verant woordelijkheid en zelfstandigheid, uiteraard in mede verantwoordelijkheid met heel het wereldepiscopaat in eenheid met de Paus. Snel ook is toegenomen het aantal bisschoppen uit deze werelddelen zelf. De discussies in de Concilie-aula heb ben ons doen zien hoe zij zich op deskundige wjjze mee hebben ingezet voor de Wereldkerk. Met name de bisschoppen van Afrika hebben vaker verrast om hun open blik voor het wel en wee van héél de Kerk. Baganda-spreekwoord AMAKATH JAMES seminarist van het Bisdom Patna in India en student op het groot-seminarie van Mangalore PUDYAMADOM MATHEW seminarist van het Bisdom Patna in India en student op het groot-seminarie van Mangalore. KUZHUPPIL GEORGE seminarist van het Bisdom Visak-! hapatnam in India en student op het groot-seminarie van Mangalore. Het teruglopen van de roepingen in opze landen lijkt niet binnen afzienbare tijd om te keren in een toenemen. Laat 't waar zijn, dat onze landen nog meer priesters kunnen vrijmaken voor andere delen van de Wereldkerk, hèt antwoord dat de nood aan mensen beëindigen zal, zal vanuit de jonge kerken zelf moeten komen. De 38 groot-seminaries in Afrika, voorzover afhankelijk van de Propaganda Fide, telden in het schooljaar 1963—1964 samen 1877 leerlingen; het aantal wijdelingen bedroeg 178, terwijl 444 nieuwe candidaten binnenkwa men. Voor de 29 groot-seminaries in Azië waren deze cijfers resp. 2.812 230 en 615. Wellicht dat deze cijfers tegenvallen Eerlijkheidshalve moeten wij schrij ven, dat de toename van het aantal priesters in een aantal gebieden minder wordt, in enige gebieden zelfs tot stilstand is gekomen. Zoekend naar de factoren, die samen een verklaring hiervoor kunnen geVen, vinden wij er één, die wij hier kunnen wegnemen nl. het gebrek aan financiële middelen om geschikte candidaten, die vragen om priester te mogen worden, te kunnen opleiden. Terwijl de zorg in onze landen geldt: tekort aan roepingen, geldt in vele landen in Azië en Afrika de zorg: waar de middelen vandaan te halen om de jongens die zich geroepen voelen, te -kunnen opleiden. Hier ligt onze mogelijkheid, onze persoonlijke mogelijkheid mee te helpen aan de oplossing van da nood aan mensen. Het is het Pauselijk Missiewerk voor eigen priesters (P.M.P.), hetwelk jaar lijks grote subsidies geeft voor het levensonderhoud der seminaristen, voor de instandhouding van de seminaries. Het is zo gemakkelijk een priester student in de missie te helpen: met een jaarlijkse bijdrage van 500,aan het P.M.P. Dan krijgt u naam en foto van de student, die elk jaar een brief aan zijn weldoener schrijft. Laat men zijn bijdrage voor tenminste drie jaar vastleggen in een notariële schenkingsakte, dan mag het gehele jaarlijkse bedrag voor het inkomen wor- den afgetrokken. Wilt u ook een adoptief priesterzoon? Een van de studenten, wiens foto hier staat? Schrijf dan s.v.p. aan het Nationaal Bureau P.M.P., Laan Copes van Catten- burch 127, Den Haag (giro 8725, telefoon 1123 43). Heeft dit alles eigenlijk veel veran derd in de gewone dagelijkse gang van zaken van het missionerings- werk? Het antwoord op deze vraag is: „nee". Met name de zorg om en de handicap door de nood aan men sen en middelen zijn gebleven. Voor die eerste nood, de nood aan mensen, willen wij u daadwerkelijke belang stelling vragen. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat met name de bis schoppen uit Azië en Afrika zelf met grote bewogenheid en vasthoudend heid om priesters vragen. Een;hun ner, mgr B. Gantin, de Afrikaanse aartsbisschop van Catonau in Daho mey vertolkt de gevoelens van vele collega's als hij in een brief schrijft: „Afrika zal nog lang zijn Europese en Amerikaanse broers nodig heb ben. Dit geldt op het zuiver menselij ke, maar nog meer op het christe lijke vlak. Onze behoeften kunnen niet verminderd zijn van vandaag op morgen. Integendeel! Een talrijke, deskundige en edelmoedige clerus is nodig voor onze kerkgemeenschap pen, die voor de opgave staan zich te meten met alle problemen, die voortvloeien uit de aanpassing aan een wereld, die zich in snel tempo moderniseert Hiervoor en voor nog veel meer be hoeven wij de edelmoedige en be langeloze assistentie van onze chris telijke broeders uit de gehele we reld." Wordt hun bewogen vraag om pries ters bevredigend beantwoord Het aantal uitzendingen van nieuw' priesters vanuit onze landen naar de gebieden die vallen onder de Propa ganda Fide, loopt terug, getuige het volgende overzichtje (ontleend aan Berum Ecclesiae, aug. 1964): kelijke hiërarchie is beslist niet af gelopen de periode van het oprichten van nieuwe missie-gebieden, gebie den waar nog bijna alles moet ge beuren. Een enkel voorbeeld uit vele is de pas opgerichte apostolische pre fectuur van Same in Tanganjika: een gebied ongeveer eenderde van ons land, bewoond door rond 130.000 mensen, waaronder 9.400 katholie ken. Als eerste apostolisch prefect werd benoemd onze landgenoot mgr H. J. Winkelmolen, die voor het pioniers werk dat hem werd opgedragen, de hulp heeft van slechts 10 pries ters Is het te verwonderen dat de aposto lische prefecten van pas opgerichte gebieden ook met de grootste nadruk om priesters vragen. IRUMPANATH THEOPHILUS seminarist van het Bisdom Bhagal in India en student op het groot-seminarie van Mangalore. EDAVAKANDOM THEOPHILUS seminarist van het Bisdom Patna in India en student op het •groot-seminarie van Mangalore. ÈUSEBIUS KOMBA seminarist van het Bisdom Peramiho in Tanganjika en student op het groot-seminarie van Peramiho. EDMUNDUS MPANGARA seminarist van het Bisdom Peramiho in Tanganjika en student op het groot-seminarie van Peramiho. JOHNSON R. seminarist van het Bisdom Trivandrum in India en student op het groot-seminarie van Alwaye. JOSEPH JOHN seminarist van het Bisdom Trivandrum in India en student op het groot-seminarie yan Alwaye. JOHN BOSCO D. SOPHRONIUS SSAJJABI seminarist van het Bisdom Trivandrum seminarist van het Bisdom Kampala in India en student op het in Tanganjika en student op het groot-seminarie van Alwaye. groot-seminarie yan Ggaba.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1964 | | pagina 12