personeel
Blok van Heijst n.v.
voor alle afdelingen
Smidje Verholen en de strijd tegen Mars
ARBEIDSANALYST
Uw koS£ie, moeder!
Waalwijk
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 5 MAART 1965
Frits van deR Ven
HANDIGE VLOTTE
JONGE MEISJES
als
leerling verkoopster
HET GEHEIM
VAN EEN NACHT
COFVIIQHT S'UOO A VAX
Ja, het jonge gezin mag anders over de wereld
denken, dan de oudere generatie. Maar de koffie,
die moeder zet, is ook de koffie, die de dochter
schenkt. Lekkere koffie... dat is Douwe Egberts
Koffie. Het fijnste van de plantages, op speciale
maniergebrand. En, door de grote vraag, altijd vers
bij uw winkelier verkrijgbaar.
FIJNE DESSERT 250 g 2.06
ROODMERK 250 g 1.82
PAARS MERK 250 g 1.58
vraagt:
en voor de schoenen
en voor de lederwarenfabricage
Aanmelden tot 's avonds half zeven: Grotestraat 84
Waalwijk
WAALWIJK
De grote MODESHOW wordt ge
houden
MAANDAG 15 maart 1965
's avonds 8 uur en
DINSDAG 16 maart 1965
's middags 2.30 uur
en 's avonds 8 uur
in de grote zaal van „LIDO"
recreatieoord, Waalwijk.
Lady Speaker:
Mevrouw Maggy Sierenberg
Modelhoeden:
Maison van der Sanden
Hammondorgel:
Eric Chasseur
Kaarten a 3.inclusief consumptie, te verkrijgen:
in de zaak
telefonisch onder nr. 04160 - 2909, met vermel
ding middag- of avondshow. Telefonisch bestelde
kaarten s.v.p. afhalen aan de kassa in de zaak.
Iedere toegangskaart geeft bovendien recht op
gratis busrit vanaf de Markt naar „Lido" en te
rug.
Wij verzoeken U bij het afhalen der kaarten mee
te delen, of U van de busdienst gebruik wenst
te maken.
Vertrektijden der bus vanaf Markt 2 uur en half
acht.
Mogen wij U dringend adviseren Uw kaarten
vooral tijdig te bestellen?
MODEHUIS
vraagt voor direct
leeftijd 15 16 jaar
Wij zoeken meisjes die bij de hand
zijn, van aanpakken weten, goede ma
nieren hebben en vooruit willen ko
men.
Wij bieden 'n gezonde en prettige
werkkring, goede salariëring, vijf
daagse werkweek en levendig werk.
Sollicitaties schriftelijk of mondeling,
Markt 17, 's-Hertogenbosch
tel. 04100 - 37073
FEUILLETON
van
„De Echo van het Zuiden"
door A. ARNEFELT
De tuin was weer doodstil. Maar
de schreeuw was toch echt geweest,
want hij klonk tante Bertha nog schril
in de oren. Ze dacht even na, deed
zich toen een doek om het hoofd en
besloot zelf in de tuin te gaan kijken.
Misschien was een van de dienst
meisjes buiten, die iets overkomen
was. In elk geval moest worden na
gegaan wat er aan de hand was. Of
schoon tante Bertha alle paden van
de tuin afliep en zowel om het poort
gebouw als om het woonhuis heen
liep, kon ze toch niets en niemand
ontdekken. Ze was een energieke
vrouw en angst had ze nooit gekend,
maar nu kon ze toch in deze stilte
een gevoel van onbehagen niet kwijt
raken. Teruggekeerd in haar kamer
ging ze naar bed, maar kon de slaap
niet vatten.
Plotseling leek het alsof ze bene
den grind hoorde knarsen, alsof er
zachtejsiemand beneden langs haar
raam liep. Ze stond direct op en keek
omlaag. Werkelijk, daar liep iemand,
wel niet onder haar raam, maar langs
het bloemenperk, en dat was - tante
Bertha's ogen werden groot van ver
bazing - dat was haar broer Heinz!
Wat gek! Wat had hij op deze tijd
beneden in de tuin te maken? En ze
had tevoren immers de hele tuin af
gezocht, zonder iemand te zien. Ze
wilde de heer des huizes roepen, die
snel naar het 'huis toekwam, en toen
zag ze tot haar verbazing, dat hij met
een vertwijfelde sprong achter een
struik vluchtte. Daar bukte hij zich
en spande zich in om met behulp van
slingerplanten zich nog beter te ver
bergen. Tegelijkertijd bemerkte tante
Bertha op 't andere pad een man, die
van 't poortgebouw kwam en snel
verdween in de richting van het tuin
hek.
Nauwelijks was hij weg, of Wald-
staetten kwam uit zijn schuilplaats te
voorschijn en ging vlug het huis in.
Tante Bertha streek zich over het
voorhoofd. Wat had dat te beteke
nen? Waarom wilde haar broer niet
gezien worden? En wie was er op de
ze tijd uit het poortgebouw gekomen.
De oude Johann kon het niet geweest
zijn, en Martin, de knecht, ook niet,
want die was veel groter.
Toevallig viel haar oog op het
doktershuis aan de overkant, en op-
11. Stomverbaasd keek smidje
Verholen naar het voorwerp, dat
door de werktuigkundige werd aan
gewezen. Het had wel iets van een
auto weg, maar dan van een héél
moderne en héél snelle. - „Mooie
wagen, hè?„ lachten smidje Verho
lens vrienden, toen ze zagen met
hoe grote ogen, de smid naar deze
wagen keek. „Nou!" zei de smid
uit de grond van zijn hart. „Jonge,
jonge, jonge, wat een pracht kar is
dat! Die rijdt wel 200 km. per uur!"
- „Kom nou! Dat is nou echt weer
zo'n opmerking voor iemand, die
slechts aardse snelheid gewoon is.,"
zei een van de mannekes. „Deze
wagen haalt vlot de 500 hoor!
Stapt U maar in en overtuigt u
uzelf." Smidje Verholen stapte in
en liet zich in de comfortabele kus
sens zakken van de ongewoon snel
le Marsauto. „Als deze auto zo
snel rijdt, hoeveel cylinders heeft
hij dan?" vroeg hij nieuwsgierig. -
„Alweer misgeraden!" lachte het
Marsmanneke, dat ging sturen. „De-
wagen wordt voortbewogen door 'n
hydrodynamische straalmotor. De
atoomsplitsing van water geeft hem
zijn voortstuwend vermogen. Op 1
liter water rijden wij ongeveer 50
kilometer. Dat is zuinig en gemak
kelijk want wij kunnen deze tank
op de gemeentelijke waterleiding
vullen. Héél gewoon." - Terwijl het
manneke dit vertelde, bracht hij de
straalmotor op gang en daar gin
gen ze al. Wie nu denkt, dat deze
straalmotor knalde en brulde, die
heeft het glad mis. Volkomen on
hoorbaar suisden ze over de weg
en het trof de smid diep toen hij
zag wat voor een prachtig wegen
net er op de planeet Mars was aan
gelegd. Binnen een tijdsbestek van
amper enkele minuten waren ze
aangeland in de stad Marsak en
stonden ze voor het paleis van de
meest wijze der wijzen de oude
Grurantrog. Eerbiedig liep smidje
Verholen de trap van dit paleis op
en hij besefte heel goed, dat hij de
eerste mens was, wie het vergund
was dit planetenpaleis te betreden
Een dienaar stond boven aan de
trap te wachten en salueerde voor
de smid.
nieuw schrok zij. De maan was in
tussen verschoven en de voorkant
van het huis lag in de schaduw. Zo
doende kon zij duidelijk zien, dat
achter de ramen nu en dan licht te
zien was. Iemand moest daar met een
lantaarn op en neer lopen, juist zoals
ze voor het naar bed gaan al gedacht
had. Het jonge paar sliep niet, er
moest iets onverwachts gebeurd zijn,
dat beiden uit de slaap hield en in
onrust bracht.
Was Rosemarie ziek geworden en
had Burghauser iemand naar haar va
der gestuurd?
Maar wie? Ze hadden daar toch
niemand. En dan zou Heinz haar
toch zeker gewaarschuwd hebben.
Trouwens Rosemarie zou dan ook
eerst naar haar gevraagd hebben,
dat wist tante Bertha zeker. Boven
dien zou Heinz ook niet de minste
reden gehad hebben zich voor ie
mand te verbergen, als hij van z'n
dochter terug kwam. Hij moest
dus ergens anders geweest zijn en
bepaalde reden dit geheim te hou
den.
Maar waar. Lange tijd pieker
de tante Bertha er over na, maar ze
kon geen antwoord bedenken. Pas
tegen de morgen viel ze in een on
rustige slaap, maar dat verhinder
de haar toch niet, precies om half
zes op te zijn en door de telefoon,
die naast haar bed stond, de twee
dienstmeisjes te wekken.
Op de klok al zeven uur ver
scheen ze toen, zoals elke dag, in de
glazen serre aan de buitenzijde van
het huis, waar ontbeten werd. Hein-
rich Waldstaeten zat bij haar bin
nenkomst al aan tafel en las ijverig
de krant.
„Goede morgen, Bertha", zei hij.
„Heb je goed geslapen?" Hij keek
niet eens uit de krant op. Tante
Bertha schonk koffie in, smeerde
voor haar broodjes met honing en
merkte op, dat hij er opvallend
bleek uitzag en een harde trek om
zijn mond had.
„Waar ben je vannacht eigenlijk
geweest, Heinz", vroeg ze na een
ogenblik stilte. „Waar zou ik ge
weest zijn? Natuurlijk in bed. Ik
ben toch meteen gaan slapen, toen
de kinderen en de gasten weg wa
ren."
„Dan ben je toch later weer op
gestaan en naar buiten gelopen
want ik heb je in de nacht door de
tuin thuis zien komen."
„Mij? Je droomt, Bertha".
„Niets ervan, ik was even wak
ker als nu. Je hebt je nog verstopt
achter de struik naast het grindpad,
toen iemand uit het poordgebouw
de tuin uitliep."
Waldstaetten schaterde van het
lachen.
„Maar lieve Bertha, wie heb je
toch met mij verwisseld?"
„Ik kan me niet vergissen, Heinz,
ik heb je even duidelijk gezien als
nu. De maan scheen zo helder of
het overdag was."
„Toch vergis je je. Dat moet wel.
Want ik zeg je nog eens, ik ben
vannacht niet uit m'n bed geweest."
Hij had snel zijn kopje leegge
dronken, vlug een paar broodjes ge
geten en stond toen op om de
knecht te bellen, die meteen kwam.
„Heeft Johann de wagen klaar? Ik
heb hem gisteren gezegd, dat ik
om half acht naar de stad moest."
„De auto staat in de garage, mijn
heer, en Johann heeft zich nog niet
laten zien."
„Dan heeft hij zich verslapen.
Maak hem alstublieft meteen wak
ker. Hij moet opschieten."
Juist wilde tante Bertha het afge
broken gesprek weer opnemen, toen
de deur van de serre werd openge
rukt en de keukenmeid en het ka
mermeisje binnenvlogen. Ze waren
doodsbleek en beefden van opwin
ding.
„Mijnheer, mijnheer - lieve hemel-
kom toch gauw", stamelde de keu
kenmeid, naar adem snakkend.
„Mijnheer Burghauser - hij is - hij
ligt - een verschrikkelijk ongeluk.
Waldstaetten schrok en keek hen
boos aan.
„Wat voor een ongeluk?" vroeg
hij; „schiet een beetje op, Treesje.
Wat is er met mijn schoonzoon aan
de hand?"
De keukenmeid beegon te huilen.
„Ze hebben hem vermoord! In on
ze tuin. Hij ligt daar doodstil en
ijskoud op het pad bij het bosje -
doodgestoken - De slagersjongen
heeft Kern daarnet gevond,en - O
arme juffrouw - gisteren getrouwd
en vandaag al weduwe, dat over
leeft ze niet."
De politie moet direct gehaald
worden. Bertha, ga jij alstublieft
naar Ro:semarie. Ik zelf blijf bij 't
lijk tot de politie komt. Betty, ga
zeggen, dat ze de auto binnen la
ten, nu kan ik niet naar de stad
natuurlijk".
Waldstaetten sprak rustig en be
slist. Hij was opmerkelijk kalm bij
dit voor zijn dochter zo schokkend
bericht. Hij liep de serre uit. Zijn
zuster ging hem achterna. Bij het
eerste woord van de meid had ze
nauwelijks een kreet kunnen on
derdrukken, en als gehypnotiseerd
in het krijtwitte gezicht van haar
broer gekeken.
(wordt vervolgd)
vraagt voor spoedige indiensttreding een
Deze moet in staat zijn om na een periode van oriëntering,
geheel zelfstandig de verantwoordelijkheid te dragen voor.
- tijdstudies en werkmethodeverbetering;
- de verdere ontwikkeling van de tarifiëring;
- het adviseren van de bedrijfsleiding ten aanzien van pro
ductie-organisatie.
VEREISTEN:
vooropleiding op M.U.L.O. B of U.T.S.-niveau;
theoretische en praktische kwalificatie tot arbeidsanalyst.
Kennis van de schoenindustrie is niet noodzakelijk.
Geïnteresseerden worden uitgenodigd hun schriftelijke collicitatie
met uitvoerige inlichtingen, onder letters G.V.K. binnen een week
na verschijnen van dit blad te zenden aan het
GEMEENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOOR TOEGEPASTE
PSYCHOLOGIE - WILHELMINAPARK 25 - TILBURG
Gemalen
vacuum koffie
in blik verpakt
Handig als reserve
voor onverwachte
situaties.
Blik 250 g 2.06
VESTERS SCHOENFABRIEKEN N.V. KAATSHEUVEL
producent van dames- en meisjesschoenen