SPORT IN HET WEEKEND
KW M Kim Hl li
Certina
STASSAR
Smid je Verholen en de
tegen Mars
Natuurzuivere
6
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 12 MAART 1965
6
KLEDING-VERHUUR
bruidsjaponnen, bruidsmeisjesjaponnen,
Bossche kleding-service
HET GEHEIM
VAN EEN NACHT
frisse King Pepermunt,
het beste dagelijkse middel
ter opwekking en verkwikking.
28
O
enz. en een ruime sortering gelegenheidskleding voor
heren naar de laatste mode.
Vugterstraat 205 - Tel. 34580 (na 19 uur 37491)
's-HERTOGENBOSCH
BgaMW—lll- aaB—■IIIWII III w
WEDSTRIJDPROGRAMMA
BETAALD VOETBAL
VOOR ZONDAG 14 MAART 1965.
Ere-divisie
ADO - Telstar
Sittardia - MVV
DOS - Fortuna '54
NAC - Heracles
Feijenoord
23
17
1
5
35
60-26
DWS
23
12
8
3
32
43-20
Heracles
22
10
6
6
26
32-30
PSV
23
9
7
7
25
38-35
Sparta
23
10
5
8
25
34-33
Fortuna
22
10
4
8
24
31-32
Enschede
23
7
10
6
24
26-27
Ajax
23
9
4
10
22
49-42
GVAV
23
8
6
9
22
31-35
Telstar
22
7
7
8
21
22-26
MVV
22
8
5
9
21
32-42
ADO
22
7
6
9
20
27-30
DOS
22
6
8
8
20
37-42
Go Ahead
23
4
8
11
16
23-33
NAC
22
5
5
12
15
24-40
Sittardia
22
3
6
13
12
21-37
le
Divisie
Blauw Wit Veendam
Elinkwijk - Alkmaar
TOP
18
10
5
3
25
36-22
De Valk
18
11
2
5
24
39-20
Vlissingen
17
10
2
5
22
55-33
Helmond
17
9
4
4
22
37-30
Middelburg
17
8
4
5
20
31-26
De Spechten
18
7
1
7
18
29-30
Boxtel
16
6
4
6
16
31-31
RKC
18
6
3
9
15
40-42
Brabantia
16
6
2
8
14
29-36
Sparta
17
5
2
10
12
31-43
Valkenswaard
17
3
4
10
10
25-41
Hulst
17
3
2
12
8
16-45
2e
klas
A
Vlijmense Boys - Gemert
VOAB - Budel
Taxandria - Bladella
Blauw Wit
22
11
7
4
29
43-28
Volendam
23
12
4
7
28
51-37
Velox
23
10
8
5
28
41-32
Elinkwijk
22
12
3
7
27
35-27
Willem II
23
11
5
7
27
43-30
Eindhoven
23
9
8
6
26
44-37
NEC
23
10
6
7
26
47-42
Alkmaar
22
10
2
10
22
41-42
Volewijckers
23
7
8
8
22
39-36
Holl. Sport
23
7
7
9
21
38-39
RBC
23
8
5
10
21
36-39
VVV
23
7
7
9
21
39-45
DHC
23
8
5
10
21
36-48
Ensch. Boys
23
6
6
11
18
45-55
Excelsior
23
3
8
12
14
27-46
Veendam
22
3
7
12
13
31-53
2e Divisie A
Tubantia - Hilversum
Cambuur
AGOVV
RCH
Heerenveen
Tubantia
Zaanstreek
Wageningen
Vitesse
Zwartemeer
Haarlem
EDO
ZFC
Graafschap
Hilversum
PEC
Zwolse Boys
23 13
23 13
23 10
23 9
22 10
23 9
23 10
23 8
23
23
23
23
23
22
23
23
6 10
2 13
5 11
6 12
7 15
33 45-24
31 42-29
28 39 - 30
26 28 - 22
25 36 - 42
25 35 - 27
25 46-37
25 33 - 32
24 36-31
22 36 - 33
22 27-32
20 22-28
18 35-40
17 26-32
16 31-54
9 25-49
UNA
17
9
3
5
21
39-21
Reuscl Sport
16
8
4
4
20
29-21
Gemert
15
8
3
4
19
33-23
Taxandria
15
7
4
4
18
33-27
Budel
16
7
4
5
18
21-25
Geldrop
17
6
5
6
17
20-20
Best Vooruit
17
7
2
8
16
23-42
Vlijm. Boys
15
6
3
6
15
23-23
VOAB
16
6
3
7
15
32-38
Bladella
15
4
4
7
12
25-38
Tongelre
17
4
4
9
12
26-41
St. Michielsg.
16
3
3
10
9
24-42
2e kla<
B
Terneuzen - Internos
Steenbergen - Alliance
Veerse Boys - Sarto
DESK
16
11
4
1
26
45-16
Rood Wit
17
12
2
3
26
38-17
Zeeland Sport
16
8
5
3
21
25-27
Veerse Boys
16
6
5
5
17
27-24
Steenbergen
15
5
5
5
15
33-26
RKVVU
16
5
5
6
15
30 - 20
ODIO
16
4
7
5
15
24-33
Alliance
15
4
5
6
13
19-30
Internos
16
5
2
9
12
25-38
Terneuzen
15
4
3
9
11
33-36
Sarto
16
4
3
9
11
26-41
MOC
17
3
4
10
10
23-41
3e klas B
Zwaluw VFC-ODC
Concordia SVD-OJC
RWBOJC
DSC - Margriet
2e Divisie B
NOAD - Fortuno VI.
Roda JC-Longa
SSC - BW
Wilhelmina - Hermes
DVS
Helmondia
21
16
3
2
35
50-29
DFC
22
14
5
3
33
55-19
Xerxes
20
13
3
4
29
48 - 23
RODA JC
20
11
7
2
29
48-26
Limburgia
22
11
5
6
27
40-39
SVV
20
9
5
6
23
37 - 33
Baronie
21
8
7
6
23
38-30
BW
20
8
4
8
20
24-27
Wilhelmina
21
8
3
10
19
48-48
Fortuna VI.
20
6
4
10
16
27-42
NOAD
21
6
3
12
15
25-40
Hermes DVS
21
6
3
12
15
30-37
HVC
21
3
4
14
10
25-44
't Gooi
21
3
3
15
9
22-41
LONGA
21
2
5
14
9
28-67
AMATEURS
le klas E
Vlissingen - Boxtel
Sparta '25 - Middelburg
Brabantia - HVV '24
Valkenswaard - Helmond
RWB
Cone. SVD
Baardwijk
Blauw Geel
Zwaluw VFC
OSS
RKSVA
DSC
ODC
Margriet
OJC
WSC
15 14 0 1
16 10 5 1
17 8
17
16
16
16
15
16
15
13
16
3 11
28 51 - 15
25 43 - 22
19 31-27
19 33-27
15 40-38
15 24-24
14 22-29
13 20-24
13 20-26
11 32-48
9 22-32
7 12-36
3e klas C
Gloria UC-TAC
VES '35-WVO
SCO - Virtus
RKTVV - Gilze
Uno Animo
16
10
2
4
22
42-42
RAC
17
8
5
4
21
33-22
TAC
15
6
6
3
18
31-28
WVO
16
8
2
6
18
30-22
SCO
16
7
4
5
18
23 - 20
Dongen
17
5
8
4
18
27-24
Hilvaria
16
6
3
7
15
21-20
Virtus
16
5
4
7
14
24-34
RKTVV
16
6
2
8
14
30-34
VES
17
6
1
10
13
28-43
Gilze
15
4
4
7
12
24-36
Gloria UC
15
4
1
10
9
24-34
4e klas B
Zaltbommel - Den Dungen
RKOCS - Irene
Heusden - Linge Boys
Haarsteeg
17
13
2
2
28
44-17
TGG
17
11
1
5
23
41-31
OVH
16
8
3
5
19
37-30
Buren
17
9
1
7
19
48-38
GW
17
7
3
7
17
35-34
RKJVV
17
7
2
8
16
31-37
FEUILLETON
van
„De Echo van het Zuiden"
door A. ARNEFELT
4)
Het heft was kunstig ingelegd
met goud en zilver, en de smalle,
scherpe kling, was tot halverwege
bedekt met roudbruine vlekken, die
al op het eerste gezicht bloedvlek
ken bleken te zijn. Zonder twijfel
was dit het dodelijke wapen. De
agent hield het lemmet vast zonder
het heft aan te raken, waarop zich
misschien sporen van de moorde
naarshand zouden bevinden, als het
op vingerafdrukken werd onder
zocht.
„We zullen Wolf lucht geven aan
het heft", zei de commissaris opge
wonden, „misschien vinden wij dan
het spoor van de dader."
De hond werd gehaald, snuffelde
eerst aan de dolk, toen aan de
grond en rende plotseling zo haas
tig weg, dat de man die hem aan
de lijn hield, bijna werd omgetrok
ken en de andere agenten hem
nauwelijks bij konden houden. De
hond rende het pad af, dat een eind
verder in de laan uitkwam. Hij
vloog naar het hek en rende naar
buiten. Daar gingh ij rechtstreeks
de straat op. Tante Bertha zag er
niets van. Sinds de dolk was ge
bracht, staarde zij er op neer. Al
het bloed was uit haar gezicht ge
trokken, ze kende het wapen dat
haar broer van een reis naar Ve
netië had meegebracht maar al te
goed. Het stuk hing al jarenlang in
zijn werkkamer aan een wapen
schild. Ze had de dolk eergisteren
nog in haar hand gehad en afge
stoft.
„Zullen we gaan, juffrouw?" De
commissaris raakte zachtjes haar
arm aan. Zwijgend liep ze naast
hem. Het was niet ver. Half ver
doofd van verdriet ging tante Ber
tha met de politiebeambte het dok
tershuis binnen. De hal was klein
en met kleden en planten huislijk
ingericht. Tegenover de voordeur
leidde de trap naar de eerste ver
dieping.
Commissaris Springer trok bij het
binnenkomen zijn wenkbrauwen op
en gaf met een kort geluid zijn ver
rassing te kennen. In de rechter
hoek van de hal stonden de twee
agenten met de hond. Wolf hield
trots de kop omhoog en liet zijn
slimme ogen van de een naar de
ander gaan, alsof hij vragen wilde
Linge Boys
16
6
3
7
15
30-30
Zaltbommel
16
4
6
6
14
34-25
Den Dungen
15
4
3
3
11
28-39
Heusden
14
4
2
8
10
19-32
RKOSC
14
3
4
7
10
18-32
Irene
16
4
2
10
10
29-46
4c
klas
E
Zigo - GSBW
Hieronymus - Oisterwijk
RKSSS - Velocitas '31
Gudok
16
12
3
1
27
38-16
RKDVC
15
8
2
5
18
37 - 23
Zigo
14
8
1
5
17
26-25
RKSSS
15
7
3
5
17
17-14
GSBW
14
6
4
4
15
42-33
Zundert
14
7
1
6
15
29-32
Ons Vios
15
6
3
6
15
26-27
SVG
16
6
0
10
12
33-42
Hieronymus
14
3
3
8
9
17-26
Velocitas
13
3
2
8
8
18-33
Oisterwijk
14
2
2
10
6
28-38
4e klas F
Madese Boys - Bavel
Raamsdonk - Sprundel
Right Oh - Waspik
Groen Wit - Advendo
VCW
15
11
2
2
24
33-13
Bavel
14
9
2
3
20
34-19
Right' Oh
14
7
5
2
19
33-26
Waspik
14
6
3
5
15
24-18
SET
15
6
2
7
14
24-31
Advendo
11
5
3
8
13
19-25
Raamsdonk
15
5
2
7
12
20-21
Sprudel
14
4
2
8
10
26-39
Groen Wit
14
2
6
6
10
18-33
Madese Boys
13
2
5
6
9
17-18
Breda
15
2
4
9
8
25-39
Res. 2c klas B
WSC 2-Willem II 3
DESK 2-RKC 2
NOAD 3-RKTVV 2
NAC 4 - Uno Animo 2
Res. 3e klas B
RKDVC 2-VOAB 2
ODC 2 - Dongen 2
TOP 2-Oss '20 2
JUNIOREN-COMPETITIE
Programma zaterdag 14 maart
1 A 6
WSC 6 - Baardwijk 5
Sprang 5 - Desk 6
RKDVC 7-Uno Animo 6
RKC 8 - Berkdijk 5
2 A 7
WSC 8 - Desk 11
SSC 4-RKC 14
HNC 4-RKDVC 9
Berkdijk 6 - Sprang 7
B 6
Baardwijk 9 - Sprang 8
RKC 15-DESK 13
RKDVC 10 - Uno Animo 8
B 7
RWB 8-WSC 10
Baardwijk 10-Wit Zwart 5
2 A 6
RWB 7 Baardwijk 7
Uno Animo 7 - RKC 13
RKC 11-RKDVC 8
RKC 12-WSC 7
B 7
DESK 15-RKC 18
RKC 17-RKDVC 11
en Prisma horloges
Stationsstraat 88, Waalwijk
BRIEF VAN DRIEK
VAN DE MOPPENHEUVEL.
Beste Lui,
Nou, ik heb deze keer ies 'n stukske ge
schreven, soame mee Jantje de Rijmeear.
En dè zal ik oew ies vertelle hoe dè ies ge-
kome.
't Was zondag 's oavonds mee de carna
val, dè 'k mee oons Kee over den optocht
en zo zat te proate, toen Jantje de Rijme-
lear binne kwaam.
"Zedde ok noar den optocht gewiesf,
Driek?" zeetie, "ze motte nog veul lere,
wèr Kee, dan konne wij in oonze jonge tijd
toch nog wel aanders plezier moake, wèr."
En zo begon 't wèr en terwijl dè oons Kee
de fles veur den dag hai gehoald en veur
te man 'ne goeie kejak ingeschonken hai,
zee ze
"Och Jantje, ik geleuf dè ze niet weten
wè carnaval eigenlijk ies En dè zalle ze hier
in Wolluk wel nooit begrijpe ok. 't les hier
ammcl groote tijd jongen. Ze willen of wei
de kaant op van 'ne modesjouw, 't goat der
dan om wie 't mooiste en 't duurste pak oan
hee, of wel ze denke dè carnaval drie doagen
losbaandig plezier ies.
Mèr dè carnaval 'n feest ies dè uitbundig
deur alleman, mèr dan toch nog netjes ge
vierd mot worden, doar kanne ze meer der
groot verstaand hier in Wolluk nie bij."
"Verrekt Kee", zee Jantje, "dè hedde
mooi gezeed, meid. Ze moake meer kepot
es dèsse opbouwen. Kèèk mèr ies noar de
kermis en noar de mert en vroeger noar de
veemert, verdomme. Wè was 't doar toch
gezellig war Driek."
Jè, ik heb al zo dikwijls tegen Drieke
gezeed dat tie doar ies 'n stukske van mos
schrijve, zee Kee laachende weg, "mèr
Driek wit dè ommers nie oan mekoare te
krijge war. 't Is en blijft nen boer, Jantje",
zee ze laachend.
Nou Jantje mos ter ok om laache war.
"Kee", zeetie, "doe nou niej zo rot en
schink veur Drieke en veur mijn nou ies 'n
bitterke in en dan zal ik Drieke wel efkes
helpen, want aanders kantie nog niet op
tijd noar bed mee jouw. En 't ies nog te
koud om alléén te goan, ge mot nou nog
vierenveertig kanne goan liggen, dès werm".
Nou en zo ies 't gegoan war. Mèr Jantje
schreef 't weer wel zo op dè 'n 'ne rijm
wier, dè witte veruit war en toen 't kloar
was, zeetie: "Nou kanne ze 't nog zinge
óók Driek, net es vroeger op school, witte
wel
Holland, je bent al zo dikwijls bezongen,
Land van 't water, de wind en de wei.
En 't kwaam verdomme nog uit ók, lees
de gullie 't zelf mèr ies.
Wolluk ge bent al zo dikwijls bezongen
Stadje van 't Iear en de schoenmoakerij.
En al ben ik mer 'n klein nuchter boerke
'n Liedje van mijn kan ter ok nog wel bij.
Wolluk, zo veulen die hebben al bezongen
Oewe St. Janstoren en oew stadhuis mee
z'n plein,
Ik bluf nie van Wolluk, want ik ben mer
'n boerke,
Die altijd geleerd hee eenvoudig te zijn.
Wolluk ge bent nou zo welig aon 't tieren
De tijd dè ge durp waart ies lang al verbij,
Jou meensen die krijge al stadse menieren
Dé heurt bij de trots van oons stadje zo bij.
Mer ik vraeg jou, waor ies oew fierheid
gebleve
Ginnen tram of gin spoor ziede bijnao mir
gaon
En al hè de jou mert ók mooi kettingskes
gegeven
Oew veemert ies al lang naor Den Bosch
tóegegaon.
Wolluk ge hed nou zo'n mooi wandelpark
Plantsoenen en stroate die er maage zijn
Mer ik vraog jou, wil de ok esteblief
goan kijken
Noar 't oostelijk gedeelte van jou eerste zein
Hoe de auto's doar spettelen deur al die
plassen
Zo det waoter bij de meense in de gang
komt te staon
Dan vraog ik me aaf, zijn die sukkelears
vergete
Of hebbe daor die meense jou soms iets
misdoan.
Oew Vredesplein ies doar zo prachtig
gelegen,
Ge docht wel, daor komt Wolluk vaast
mee veuroan
Ik mot zegge ge hed 'r al héél we mee
verkregen
Kermis en mert zijn der al noar den
donder gegoan.
Jou mooi ouwe gevels in de Stationsstraot
Waor ik nog altijd mee weemoed naor kijk
Daor zie de nou juinen en dooi modepoppen
Bij gruunteboer Klein en tcxticlzaok v. Dijk.
Zo moakte alles mooi, mer zo stijf es
den donder
De pracht en de pronk, die komt altij
veuroan,
Veur de leut ies gin plek, doarom ies
't ok gin wonder
Dè de carnaval nie gevierd wordt spontaan.
Joa meense, die motte den hoogmoed
verdrijve
Rijk en erm, die motte mekoare verstoan,
De road mot op klompe durve verschijne,
En de Heren es boer in den optocht
mee goan.
Wolluk, ik schaai 'r nou uit mee mijn liedje
Haauw toch jou meense van hoogmoed
bevrijd,
Bewoar es 't kan toch de eenvoud 'n bietje,
Dan gun ik jou van harte 'nen betere tijd.
Dè burgers en boeren mekoare warderen
Dè rijk en erm hier zal goan haand in
haand.
Dan kan 'n aander van Wolluk iets leren,
Dan pas ies Wolluk 't Schoenmoakers-
laand.
Jantje en Driek.
J. v. L.
COP'BlGMT STUDIO
13. Toen smidje Verholen in gezel
schap van de oude en wijze Gruran-
trog het museum binnenkwam, ste
vende er meteen een vierhandige
suppoost op hen af. De man was
juist als op aarde gekleed in dat
aardige suppoostenuniform en voor
zien van het speciale suppoosten
petje. De brave borst boog eerbie
dig voor de oude Grurantrog en
zei: „Gegroet, o wijze der wijzen.
En als ik het vragen mag, wat voert
daar dan voor een zonderlinge,
tweehandige met U mee! Moet de
ze ook in het museum komen te
staan!" „Welnee, suppoost," zei
Grurantrog. „Deze hier is een twee
handige man van de aarde. Wij
hebben hem zojuist met een van
onze ruimteschepen opgehaald. Ik
hoop en verwacht, dat hij ons zal
verlossen van de moeilijkheden,
waarin wij met heel ons nijvere,
vredelievende en vriendelijke volk
terecht zijn gekomen. Wil ons dan
nu de weg wijzen naar de zaal van
de technische vooruitgang op Mars.'
De suppoost ging het tweetal voor
en opende een grote deur, die toe
gang gaf tot de bedoelde zaal. „La
ten wij eerst naar de fossielen gaan
kijken," zei Grurantrog wijs. „Dan
zijn we verkeerd," merkte de smid
op „Ik zie hier een soort brom
fiets staan en goeie help, wat 'n
grappige auto is dat? Zulke karre
tjes lopen er bij ons op aarde ook
nog wel rond. Maar waar zijn de
fossielen nu!" „Ik geloof, dat er 'n
misverstand gerezen is," glimlach
te Grurantrog. „Ge zult er nog even
aan moeten wennen, mijnheer Ver
holen, maar zoals ge U zonder twij
fel herinnert, hebben wij beiden al
vastgesteld, dat wij hier op Mars de
aarde der tweehandigen vér voor
uit zijn. Wat jullie daar nu modern
noemen met de auto's en je brom
fietsen, och. dat is voor ons reeds
eeuwenoud. De fossiele overblijf
selen van dat soort prapjasserij
vindt ge bij ons alleen nog maar
in het museum van oudheden. Daar
is niets aan te doen. Wij zijn jullie
nu eenmaal zo ver vooruit." „Nou
goed dan," merkte smidje Verho
len op, terwijl hij de fossiele brom
fiets eens nauwkeurig bekeek. „Jul
lie zijn ons een héél eind vooruit,
maar heeft die vooruitgang nu wer
kelijk zo bijzonder veel te beteke
nen!"
of hij dat er niet goed had afge
bracht. Snel liep de commissaris op
de beide mannen toe, terwijl tante
Bertha vlug de trap opliep; ze dacht
alleen maar aan Rosemarie.
Het bevreemde haar, dat ze de
jonge vrouw nergens zag. Zou ze
dan werkelijk nog slapen? Zachtjes
klopte tante Bertha aan de deur
van de slaapkamer. Toen ook na
harder kloppen alles stil bleef, werd
ze ontzettend bang. Er zou Rosema
rie toch niets overkomen zijn! Met
haar vuisten bonsde ze tegen de
deur en riep Rosemarie's naam.
Vergeefs. Met twee treden tegelijk
vloog de commissaris de trap op.
„Is de deur op slot?" vroeg hij
ademloos.
„Ja, en mijn nicht geeft geen ant
woord. Ik ben bang dat haar iets
overkomen is".
Een van de agenten was de com
missaris nagekomen.
„We moeten geen tijd verliezen,"
zei Springer opgewonden: „Breek
met Winckler die deur hier open.
Het slot zal zo sterk niet zijn".
Dat was ook zo, en al gauw vloog
de deur open. Op het vloerkleed lag
een jonge vrouw buiten kennis en
nog geheel gekleed in haar bruids
japon. Alleen haar krans en haar
sluier had ze afgelegd. Haar handen
waren als in kramp tot vuisten ge-
I knepen en haar jonge gezicht was
vertrokken toteen masker van
smart en pijn. In de kamer leek al
les precies op zijn plaats te staan,
het bed was onbeslapen en er stond
geen stoel van zijn plaats.
„Ze is dood!" stamelde tante Ber
tha, die alle hoop opgaf. De com
missaris, die naast de jonge vrouw
was neergeknield en naar haar
haar hartslag luisterde, schudde 't
hoofd.
„Nee. Mevrouw Burghauser is al
leen buiten bewustzijn. Winckler,
haal eens vlug de politiedokter".
„Laat u mij alstublieft met haar
alleen", zei tante Bertha, nadat zij
haar nicht op een divan had neer
gelegd; ze zou te veel schrikken als
ze bij het bijkomen een vreemde
man naast zich zag".
Tot haar verbazing weigerde de
commissaris ernstig en beslist:
„Dat kan ik tot mijn spijt niet
toestaan, juffrouw. Ik moet er in
elk geval bij zijn als mevrouw Berg-
hauser bij kennis komt. Haar eerste
woorden zijn van het grootste be
lang. De moord op haar man is niet,
zoals we eerst dachten in de tuin
gepleegd, maar hier in huis".
„Hierinhuis?" stamelde
tante Bertha ontzet.
„Ja, de hond heeft het spoor van
de moordenaar tot beneden in de
hal gevolgd. Daar is de moord ge
pleegd. Er liggen nog bloedvlekken.
Aangenomen kan worden, dat me
vrouw Burghauser getuige was van
de daad, daarom zijn haar eerste
woorden zeer belangrijk. Ik kan me
dus niet verwijderen. Maar ik wil
natuurlijk graag ergens gaan zitten,
waar ze me niet kan zien".
Hij zette een stoel in een hoek en
nam er op plaats. Tante Bertha zei
niets meer; ze wreef mechanisch de
ijskoude handen van haar nicht en
keek verward voor zich uit. Getuige
van de daad! Rosemarie! Nu be
greep ze waarom de jonge vrouw
bewusteloos was.
„De rechter van instructie ver
zoekt de dames in de hal te komen.
Hij zal daar alle huisgenoten ver
horen".
Een agent bracht deze boodschap
naar tante Bertha, die bij Rosema
rie op haar vroegere kamer in het
ouderlijk huis zat. Enkele minuten
geleden waren ze uit het andere
huis daar aangekomen. Rosemarie
in volledig apathische toestand,
waarin ze kort na het bijkomen uit
de bewusteloosheid vervallen was.
Tante Bertha was nog altijd volsla
gen verbijsterd.
Toen in het andere huis de jonge
vrouw met de hulp van de politie
dokter eindelijk bij kennis was ge
komen en tante Bertha haar wilde
omarmen, was Rosemarie sidderend
van haar teruggedeinsd.
„Raak me niet aan", had ze wild
uitgeroepen. „Er kleeft bloed aan
mijn handen! Ik heb hem vermoord
ik! En toch heb ik ooit van hem
gehouden!"
Een glimp van waanzin had in
Rosemarie's ogen gestraald, zodat
tante Bertha bijna bang voor haar
werd. Het waren de enige woorden
geweest die Rosemarie sprak. Direct
daarop verzonk zij in een toestand
van ongeïnteresseerdheid, gaf geen
antwoord meer en liet alles met zich
doen. Toen vroeg tante Bertha de
heren de kamer te verlaten, zodat
haar nicht zich kon verkleden. De
jonge vrouw kon niet in haar
bruidsjurk blijven en zo over straat
gaan. Maar ook tegen haar alléén
zei Rosemarie geen woord. Er was
geen verklaring uit haar te krijgen.
Tante Bertha begreep er niets van.
Wat moesten die woorden van Ro
semarie in 's-hemelsnaam beteke
nen? Een moordenares? Het was
toch niet mogelijk, dat Rosemarie
Burghauser vermoord had? Het
ergste was echter, dat de politie
dokter en de commissaris de ver
schrikkelijke woorden gehoord had
den.
(Wordt vervolgd)