Houdt Bogaerts voor ogen volwaardige en aankomende krachten goede medewerkers Personeel TIMTUR N.V €sso 66 25 /it&Mtaa/wC'&nt tit Smit!je Verholen en de strijd tegen Mars EEN BEGRIP KWALITEIT SERVICE Grotestraat 220 Tel* 3560 Waalwijk voor allo afdolingcn 23.10 6 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 21 MEI 1965 HUWELIJK METROPA twee flinke Dl ENSTM EIS J ES Gemeente Waalwijk EEN KWESTIE VAN SERVICE I Even een telefoontje en wij halen uw wagen voor een vlotte en vakkundige doorsmeerbeurt H. Schoondermark en Zn. 95 Geef Uw ogen de rijkdom van een goede - Van Maaren - bril. Een bril uit de fabelachtige Van Maaren-collectie. Onver gelijkelijk in assortiment, kwa liteit, stijl en concurrerende prijzen. ^B M jK ifBHpB B Bh U HET GEHEIM VAN EEN NACHT Eenzaam zijn is een ondraag lijke last en Uw leven gaat doelloos en leeg voorbij. Wendt U zich daarom voor serieuze en betrouwbare be middeling tot ons. In ons twintig-jarig bestaan zijn reeds duizenden via ons kantoor in een gelukkig hu welijk geslaagd. Selecte re laties in alle beschaafde kringen en van elke geloofs overtuiging. Geheimhouding verzekerd. Ook voor U weten wij ongetwijfeld een geschik te levenspartner te vinden. Bemiddelingskantoor Mathenesserlaan 458 b Rotterdam Telef. 250613 Sinds 1945 Voor le klas MEUBELSTOFFEERWERK naar J. JANSEN EN ZONEN Grotestraat 275, Waalwijk Tel. 04160 -3381 voor en BOGAERTS' BRILLEN Het Protestants Ziekenhuis te 's-Hertogenbosch f» vraagt nog steeds o.a. voor de Polikliniek en een afdeling. Meisjes die zelfstandig en netjes kunnen werken, ontvangen een goed salaris. Zich na afspraak aan te melden bij de adjunkt-direktrice, tel. (04100) 24411 VERDIEN MEER! vraagt: voor haar afdeling SNIJDERIJ en STANZERIJ Voor de afdeling FINISH Waalwijk Coothstraat Aanmelden telefonisch, schriftelijk en mondeling dagelijks aan de fabriek van 9.00 tot 17.00 uur. Burgemeester en wethouders van Waalwijk maken bekend, dat vanaf heden gedurende drie maanden op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd het besluit van de raad dier gemeente van 13 mei 1965 tot wijziging der verorde ning, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, der winkel sluitingswet 1951 (aanwijzing van ten hoogste 21 uit zonderingswerkdagen Waalwijk, 21 mei 1965 Burgemeester en wethouders voornoemd, Teijssen, burgemeester Hagemans, secretaris Ook zaterdag is ons doorsmeerstation geopend. Servicenter Sprangseweg 4, WAALWIJK Telef. 04160 - 2316 3 Kleuren Sterk herenmontuu panesander. haM0^; Havanna en m Moderne /m 9ou^ers,eXn6re^^ll met cWQue Nederland. jBSj SB BB S£j| M BS S van MAAREN BREDA N. Ginnekenstraat 23 tel. 38370 DEN BOSCH TILBURG EINDHOVEN HELMOND VENLO COPYRIGHT STUDIO AVAN 24. Professor Drandalag legde de stethoscoop en de andere door hem gebruikte instrumenten weer weg en nodigde zijn bezoekers uit heer lijk bij hem te komen zitten in het park, dat zijn woning omgaf. Het was daar werkelijk een heerlijk zitje, vlak achter het drietal ston den de eerste bomen van het uit gestrekte en lieflijke woud, waar de oude Grurantrog en smid je Ver holen met de taxi overheen gevlo gen waren. Rondom hen heen ston den prachtige bloemen, terwijl dit schone beeld voltooid werd door fraaie vlinders, die zorgeloos over dit alles heendartelden. Smidje Verholen genoot intens van al dit heerlijks en hij luisterde met wel gevallen naar de duizenden vogels, die in bos en tuin hun lied zongen. - Professor Drandalag en de oude Grurantrog onderhielden zich in tussen op gedempte toon met el kaar. Blijkbaar was Grurantrog be. zig zijn vriend Drandalag te ver tellen waarom smidje Verholen nu precies naar de planeet Mars was gekomen, want op een gegeven mo ment richtte de professor zich tot de smid. „Zo zo, ja ja zei hij. „U zijnt dus hiernaartoeheen ge- komd om ons 'te bevrijden van de oorlogdemon Mars. Kom kom dat is een edelgoed gebaar van U. Ja ja.het is nu eenmaal zulks. Wij hier kunnen onmogelijk onze hand opheffen tégen die schurk achtige oorlogdaemon. Gij kant dat wel, want gij is een tweehandige van de aarde. Het is jammer, maar waar. En als ik mijn vriend Gru rantrog goed heb begrijpsnapt, dan heeft u zegverteld, dat Mars een nieuwe oorlog voorbereidt-i „Ja," zei smidje Verholen bevesti gend. „Dat heeft hij gezegd en hij heeft erbij gezegd, dat die oorlog in elk geval bestemd moest zijn voor onze aarde." - „Dat is zulks," zei Drandalag. „Als er niet gauw ingrijipmaatregdlen worden geno-, er vast weer aang eloven. Doch eh men, dan moeten jullie op aarde wat ik u nu vertellen wou. Hoort gr deze vogeltjes hier wel? Wat denktmeent ge wel van hun ge- kwinfcelierlier?" FEUILLETON van „De Echo van het Zuiden" door A. ARNEFELT 15 „Dat is het nou juist! Ook zij moet ergens medeplichtig zijn, daar kan ik me niet in vergissen." Regius bleef voor haar staan. „Het komt natuurlijk vroeg of laat allemaal uit", troostte ze hem. „We moeten nu maar eens verge ten, dat jij rechter van instructie bent en net doen alsof .we niets an ders zijn dan twee lichtzinnige kin deren die genieten van hun beetje leven. Kom, schat, ga je omkleden. Ik doe het ook en dan gaan we er gens koffie drinken, waar muziek is. Doe je mee? Dan kom je eens op andere gedachten." Regius aarzelde nog even, maar Gretl wist zo handig te smeken en te vleien dat hij tenslotte toegaf. Een kwartier later liepen ze ge zellig te wandelen en gingen op een terras onder de schaduw van ka stanjebomen zitten, bij de muziek van een strijkje. Het terras was vol, zodat ze genoegen moesten nemen met een tafeltje aan de uiterste rand waar het licht van de lampen gering was. „Zeg", fluisterde Gretl plotseling, „daar in het prieeltje achter jou zit blijkbaar een paartje. Ik hoor ze tegen elkaar smoezen. Die zijn slimmer geweest dan wij, om in dat prieel te gaan. Daar kunnen ze tenminste rustig zitten." Regius keek vluchtig om. Tegen de muur achter het terras stonden aparte prieeltjes, die .echter niet bezet schenen te zijn, op dat ene na, waaruit fluisterende stemmen op klonken. „We zitten hier immers ook rus tig. Niemand let op ons", zei Re gius. „Ik zou je graag een kus geven." Hij zweeg plotseling, want Gretl had krampachtig zijn arm gepakt, terwijl zij over zijn schouder heen naar het prieeltje keek. „Kijk voorzichtig om, maar vlug!" fluisterde ze bijna onhoorbaar, „uit het prieeltje komen twee mannen en een van hen is Waldstaetten." Dr Regius draaide zijn hoofd om en zag de twee mannen nog juist even. Toen gingen ze snel, zonder groet uiteen, de ene liep de achter uitgang uit, de andere ging de an dere kant op. Toen de laatste op het verlichte middenpad liep kon Regius het gezicht duidelijk her kennen. Hij wist dat knappe, scher pe gezicht met de donkere, half dro merige ogen meteen thuis te bren gen: Het was Hans Fröhlich, de architect, die hij dezelfde dag ver hoord had. Waldstaetten kwam uit de spin nerij en liep langzaam over het kie zelpad naar zijn huis toe, toen hij plotseling achter zich stappen hoor de en zijn naam werd geroepen. Zich omdraaiend herkende hij z'n huurder Scapatelli, die zich alle moeite gaf hem in te halen. „Ja zeker. Ik zou u zeer dank baar zijn, als u een minuutje naar mij zou willen luisteren. Ah per bacco!" Hij draaide zich om en wierp een glurende blik door de lindenlaan, aan het einde waarvan nog een stuk straat te zien was. „Daar hangt die kerel weer rond, buiten. Ik zou wel eens willen we ten, of dat nu voor mij was of voor u?" Hij knipoogde vertrouwe lijk tegen Waldstaetten. Deze deed bevreemd een stap achteruit. „Mijnheer Scapatelli!" De Italiaan lachte. „Och windt u zich maar niet op. We worden im mers allemaal bewaakt en gevolgd, weet ik veel. De politie weet in elk geval niets, want 's nachts zijn alle katten grauwalhoewelde maan scheen, dat is waar!" Dat kan wel eens vervelend zijn, zo'n belichting. Zelfs moedige mensen moeten dan dekking zoeken voor nieuwsgierige ogen nietwaar. Jammer dat in de moderne siertuinen, zo als deze, zo weinig dingen staan, waar je achter kunt kruipen. Maar ja, er staan bij- tenminste toch iets! Ik zou bijvoor beeld, als ik niet gezien wilde wor den, daar achter die struiken krui pen, die tenminste een behoorlijk gordijn vormen." Hij lachte, maar in zijn zwarte ogen danste vreemde vonkjes. Was het haat of spot? Of triomf? Wald staetten wist het niet. Hij voelde alleen, dat de woorden van de Ita liaan zijn bloed tot ijs deden stol len, en zijn keel in zinloze angst dichtknepen, zodat hij bijna niet kon ademen. Scapatelli had hem dus die nacht gezienHij wist Meer kon hij op dat ogenblik niet denken; toen beheerste hij zich echter weer. „Ik dacht dat u mij iets wilde vragen, mijnheer Scapatelli," merk te hij koel op. „Si, si, signor, maar heb ik u dan niet al heel wat gezegd?" „Zeker, maar u zult me het wel niet kwalijk nemen Ik heb geen belangstelling voor uw privé-aan- gelegenheden. Wilt u misschien ter zake komen?" „Zoals u wilt. Het gaat over mijn kamer daarginds in het poordge- bouw. Over een paar dagen is het de eerste van de maand. Ik zou wil len verhuizen. We hadden afgespro ken, dat er met de maand zou worden opgezegd, nietwaar?" „Ja." „Bene! Hier heeft u de huur voor de volgende maand." Hij haalde 'n paar bankbiljetten voor de dag en gaf ze aan Waldstaetten. „De zaak zit zo," ging hij vlug verder, „ik zou liever hebben, dat niemand in huis te horen krijgt, dat ik heb op gezegd, voordat ik vertrokken ben. Dat geeft maar gevraag, waarop ik echt het antwoord niet graag zou geven., ter wille van u! Ik zal er dus voor zorgen, dat mijn vertrek niet in de gaten loopt. Laat u me dan mijn gang maar gaan. Zo is de zaak afgehandeld, nietwaar?" „Wat mij betreft wel," zei Wald staetten schouderophalend, want er was hem niets aan gelegen de hem onsympathieke en zelfs griezelige Italiaan bij zich te houden. „Maar wilt u ook tegen mij de werkelijke reden niet zeggen?" „U, o zeker, met genoegen! Ik hou er niet van, dag-in dag-uit door de tuin te lopen, waar men plotse ling tegen een lijk oploopt. En ik hou er evenmin van een voorwerp van bespionering te zijn voor de politie, omdat die alle mensen over één kam scheert." Mijnheer, u wordt onbeschoft!" riep Waldstaetten woedend; „wat verbeeldt u zich wel? Wat bedoelt u met uw insinuaties? „O niets, helemaal niets. Ik praat wel eens graag. Dat is alles. Goede avond, signor!" Hij boog met ironische beleefd heid en ging weg. In sprakeloze opwinding staarde Waldstaetten hem na. Scapatelli had haast met ver dwijnen. Hij was weg voordat ie mand wist, wanneer en hoe hij de kamer had verlaten. Op de tweede morgen na zijn vertrek zeiden de keukenmeid en het tweede meisje de dienst op. En ditmaal slaagde de overredingskracht van tante Bertha er niet in de keukenmeid tot blijven te bewegen. „Ik vind het erg genoeg om weg te gaan," verklaarde de meid onder tranen. „U weet wel, hoeveel ik met U op heb, en tien jaar in één familie is geen kleinigheid. (wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1965 | | pagina 6