wAAlwijkse en UnqstRMtse couRAnt van iY[ierlo GEWELDIGE VERHOGING DIRECTE BELASTINGEN Het bedrijfsleven weer de dupe - Schoenen betast x'eue cïlerenklecltnci WAALWIJK VRIJDAG 24 SEPTEMBER 1965 86e JAARGANG No. 73 De tcho vAn het Zuióen Uitgever Waal wij kse Stoomdrukkerij Antoon Tielen HoofdredacteurJAN TIELEN Gironummer 1069687 Dit blad verschijnt 2x per week Abonnement p. week (0.24 1 ct. inc.k.) 0.25 p. mnd. (100 5 ct. inc.k.) 1.05 p. kwrt. (3.00 -f 10 ct. inc.k.) 3.10 p. kwrt. p. post 3.35 bij girobetaling (bij incasso p. postkwit. 30 ct. extra) Advertentieprijs: 11 cent per mm. Contractadvertenties: speciaal tarief Opgericht 1878 Bureaux Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160-2621 Kaatsheuvel: Dr. van Beurdenstraat 8, tel. 04167 - 2002 Telegram-adres „ECHO" DE TROONREDE De volledige tekst van de Troon rede luidt als volgt: „Leden der Staten-Generaal, Met dankbaarheid denken mijn man en ik terug aan de ontvangsten, die wij dit jaar in uw midden mochten meemaken ter gelegenheid van de verlovingen van onze dochters Bea trix en Margriet. Beatrixx en Claus von Amsberg hopen in het komende voorjaar in het huwelijk te treden. Een officiële datum kan uiteraard pas worden vastgesteld wanneer de rijks wet, houdende toestemming tot het huwelijk, zal zijn tot stand gekomen, Het ontwerp wordt U heden aange boden. Een dergelijk wetsontwerp voor het huwelijk van Margriet met Pieter van Vollenhoven zal U in de loop van dit zittingsjaar bereiken. Het was mij een vreugde, dat Su riname en de Nederlandse Antillen bij de verloving van onze dochter Beatrix door hun ministers-presiden ten vertegenwoordigd waren. Ik ver heug mij op het bezoek, dat ik sa men met mijn man aan die landen ga brengen. De vriendschap die de delen van het koninkrijk op zo gelukkige wijze verenigt, geeft de regering ver trouwen in de toekomst. In geen land ter wereld is de be schikbare ruimte per inwoner zo ge ring als in Nederland. Bovendien groeit onze bevolking snel. Hierdoor en door de stijging van de welvaart die nieuwe behoeften schept, zien wij ons voor steeds grotere problemen geplaatst. Deze problemen doen zich in het bijzonder voor op het gebied van de woningvoorziening, het ver keer, het onderwijs, de recreatie en de volksgezondheid. De bouwnijverheid toont gelukkig een voortgaande groei vooral wat de woningbouw betreft. Op grond van de bereikte resultaten acht de rege ring het mogelijk en dus noodzakelijk dat in 1966 de bouw van 125.000 woningen wordt ter hand genomen, daarmede zal een beslissende fase worden bereikt in de strijd tegen de woningnood. De lange lijst van verkeersslacht offers herinnert er ons vrijwel dage lijks aan, dat de verkeersonveiligheid krachtig moet worden bestreden. Nu via het rijkswegenfonds voor 'n reeks van jaren meer middelen ter beschik king komen voor de wegenbouw zal, wanneer bovendien het ontwerp wet uitkeringen wegen zal zijn aanvaard, de versnelling van de wegenbouw bui ten de steden verzekerd zijn. Ook voor de problemen die het verkeer in en nabij de steden oproept, tracht de regering spoedig oplossingen te vinden. Zij zal vooral nagaan welke bijdrage het openbaar vervoer daar bij kan leveren. De regering ziet het als haar taak te bevorderen, dat het ondenyijs - mede door een verdergaande demo cratisering - zoveel mogelijk aan de veranderende inzichten en omstan digheden wordt aangepast. Een ver nieuwing van de lager onderwijswet 1920 zal worden voorbereid. In het thans aanvangende zittingsjaar zal het ontwerp van de overgangswet voor de wet voortgezet onderwijs worden ingediend. De snelle toene ming van het aantal studenten en de ontwikkeling van het wetenschappe lijk onderzoek dwingen de regering tot een voortvarend wetenschapsbe leid. De academische raad zal in 1966 advies uitbrengen over de structuur van het wetenschappelijk onderwijs en met name over de mogelijkheid tot verkorting van de studieduur. Ook op andere terreinen van de cultuur wil de regering door meer gelden ter beschikking te stellen meer mogelijkheden voor ons volk openen. Zij zal de culturele zelfwerkzaamheid bevorderen en de gelegenheid voor ontwikkeling en ontspanning van jeugdigen en volwassenen verruimen. Nauw verwant hiermede is haar beleid inzake de aankoop van natuur terreinen en de bestrijding van de toenemende verontreiniging van de lucht, water en bodem. Wettelijke maatregelen worden hiertoe voorbe reid. Voorstellen ter verwezenlijking van het voorgenomen beleid inzake onroerend goed zijn eveneens in voor bereiding. Al deze voorzieningen word mede uit een oogpunt.van ruim telijke ordening gecoördineerd in een doelbewust beleid, dat zowel op wet gevend als op bestuurlijk gebied gro te aandacht vraagt. Met deze voorzieningen, gericht op het welzijn van heel ons volk, en met haar plannen tot hervorming en mo dernisering van ons recht wil de rege ring voor iedere Nederlander de mo gelijkheden vergroten om zowel in materieel als geestelijk opzicht tot volle ontplooiing te komen. Dit geldt evenzeer op sociaal-economisch ge bied, waar de regering streeft naar een zo rechtvaardig mogelijke verde ling der bedrijfsresultaten en naar versterking van de plaats van de ar beid in de onderneming. De individu ele burger en zijn vrijheid in een goed geordende samenleving staan bij dit alles in het middelpunt. Het is duideiijk, dat de zojuist ge noemde voorzieningen, ook wanneer daarbij de noodzakelijke soberheid in acht wordt genomen, een belangrijke verhoging betekenen van de uitgaven van het rijk. Aan de financiën der gemeenten worden daardoor evenzeer hogere eisen gesteld. Reeds was het onontkoombaar dat de uitgaven voor 1965 aanzienlijk sterker stegen dan aanvankelijk was voorzien. De rege ring acht een verdere verhoging voor 1966 alleen verantwoord, indien door een samenstel van maatregelen een inflatoire ontwikkeling van binnen landse herkomst wordt voorkomen en de verhoogde lasten rechtvaardig worden verdeeld. Zij zal hierop haar beleid richten. De economische ontwikkeling van ons land is in vele opzichten bevredi gend. Produktie en uitvoer vertonen een redelijke groei, terwijl een hoog peil van werkgelegenheid wordt ge handhaafd. De betalingsbalans zal dit jaar waarschijnlijk een overschot op leveren. Niettemin geeft het voort duren van de opwaartse druk op de prijzen reden tot zorg. Het prijsbeleid zal daarom krachtig worden voortgezet, zowel ter bevor dering van een evenwichtige econo mische ontwikkeling als ter verdere verhoging van het levenspeil. In sa menhang hiermede acht de regering de totstandkoming van langlopende collectieve arbeidsovereenkomsten van grote betekenis. Zij verwacht, dat de sociaal-economische raad door het uitbrengen van een interimadvies in dit najaar, een bijdrage zal leveren tot een soepele overgang van de hui dige naar nieuwe spelregels voor de loonvorming. Teneinde inflatie tegen te gaan wil de regering de noodzakelijke uitga- venvermeerdering voor een belangrijk deel dekken door belastingmiddelen. Deze zullen zoveel mogelijk op min der noodzakelijke goederen betrek king hebben. De regering zal voor stellen o.a. de belastingen op alcoho lische dranken, tabak, personenauto's en minerale olieën te verhogen. Daar naast zullen de in 1954 en 1955 in gevoerde vrijstellingen van omzetbe lasting voor schoeisel geheel en voor textiel ten dele worden opgeheven. Tenslotte zullen de vennootschapsbe lasting en de vermogenbelasting - de latste tijdelijk - enigszins worden verhoogd. Tegenover deze. verhogin gen zal een verlichting van de loon- en inkomstenbelasting, grotendeels door toekenning van de belasting- spaarbrieven, worden voorgesteld. Deze verlichting zal leiden tot een aanzienlijke personen met een laag de laatste tijdelijk - enigszins worden beperking van de stijging van de be lastingdruk, vooral voor personen met een laag inkomen. De regering hand haaft de reeds vastgestelde verlaging van de loon - en inkomstenbelasting per 1 jan. '67 en zal voorstellen doen om met ingang van dezelfde datum de belastingdruk voor ongehuwden te verlichten. In de loop van dit zittingsjaar zal U een nota worden voorgelegd, waar in de grote lijnen van het economi sche structuurbeleid zullen worden aangegeven in het perspectief van de te verwachten economische ontwik keling tot 1970. Reeds thans zij erop gewezen, dat voor de economische groei een verdere verhoging van het kwalitatieve peil van onze industrie nodig is. Dit vereist een versterkte inspannng op het gebied van onder zoek en ontwikkeling. Binnenkort zullen de kamers wor den ingelicht over de maatregelen, die de regering nodig acht voor de aanpassing van de mijnindustrie en voor de wijzging van de industriële structuur van Z-Limburg. In overleg met het bedrijfsleven zullen regelin gen worden getroffen voor de ont wikkeling en sanering van midden- en kleinbedrijf. Het beleid van de regering blijft gericht op versterking van de econo mische positie van de landbouw en de visserij en op verbetering van de levensomstandigheden van de betrok ken bevolkingsgroepen. De begroting biedt daarvoor grotere mogelijkhe den. Met de invoering per 1 januari 1967 van de arbeidsongeschiktheids verzekering en van een volksverzeke ring tegen zware geneeskundige risi co's, streeft de regering ernaar in de resterende kabinetsperiode tot een voorlopig afronding te komen van 't sociale zekerheidsstelsel. De daar voor nog noodzakelijke wetsvoorstel len zullen zo spoedig mogelijk wor den ingediend. De regering is er zich van bewust dat onze levensbelangen onverbreke lijk verbonden zijn met de wereldsi tuatie. De toenemende onderlinge af hankelijkheid der volkeren dwingt tot verdieping van de internationale saamhorigheid, de verschillende vor men van Europese samenwerking, waaronder de Benelux, vervullen daarbij evenzeer een onmisbare func tie als het Atlantische Bondgenoot schap. De regering hoopt vurig, dat de gevechtshandelingen tussen India en Pakistan spoedig tot een einde zullen komen. Zij zal daaraan als lid van de Veiligheidsraad naar mogen bijdra gen. De toestand in Vietnam, waar nog steeds geen oplossing is gevon den, die zowel de vrede als de ge rechtigheid kan dienen, blijft zeer zorgelijk. Daar en elders in de wereld zal de regering haar medewerking geven aan iedere eerlijke poging tot het beslechten of voorkomen van ge schillen. Zij steunt het streven om in internationaal overleg de spreiding van atoomwapens tegen te gaan en te komen tot een verantwoorde beper king der bewapening. De waarborging van vrede, vrij heid en veilgheid vereist, dat ons de fensiegebied intussen onverminderd gericht blijft op het leveren van een passend aandeel in het Atlantisch verdedigingsstelsel. De Europese gemeenschappen ma ken een kretieke tijd door. De econo mische integratie van de zes landen wordt in gevaar gebracht door grote tegenstellingen binnen de E.E.G. over de politieke aard en bestemming van de gemeenschap. Tezamen met andere lidstaten houdt Nederland vast aan de opvatting, dat de opbouw van de Europese gemeenschappen moet worden voortgezet op suprana tionale en democratische grondslagen en dient te worden ingepast in de At lantische samenwerking. De regering zal daartoe alle pogingen in het werk stellen. In de hoop dat ook thans de de gerezen moeilijkheden overwon nen zullen worden. Ondanks de vele problemen die nog een oplossing vragen, is er twin tig jaar na de tweede wereldoorlog alle reden tot dankbaarheid voor de vooruitgang en de welvaart waarin wij ons mogen verheugen. Tegelijkertijd moeten wij echter vaststellen, dat vele landen steeds verder in welvaart bij ons achterblij ven. Niet slechts uit politieke nood zaak, maar vooral uit menselijke so lidariteit, moeten wij bereid blijven met die landen samen te werken voor hun verdere ontwikkeling en ons daarvoor financiële offers en per- persoonlijke opofferingen getroosten. Zowel binnen als buiten ons Ko ninkrijk hebben wij dus belangrijke taken te vervullen. De regering ver trouwt, dat ons gehele volk daartoe wil samenwerken, wanneer gij, leden van de Staten-Generaal, Uw instem ming aan de U voor te leggen plan nen kunt geven. Die instemming vraagt de regering niet alleen omdat de grondwet haar daartoe verplicht, maar vooral omdat zij een voortdu rend en intensief overleg met de volksvertegenwoordiging onmisbaar acht voor het levend houden der de mocratie. Zij zal er gaame aan me dewerken, dit overleg in grote open heid te voeren. In het komende jaar wacht U we derom een veelzijdige en verantwoor delijke taak. Moge het U gegeven zijn deze taak in het belang van ons Ko ninkrijk te verrichten met de wijsheid en de voortvarendheid, die onze tijd eist. Met de bede, dat God Uw arbeid en ons volk moge zegenen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Gene raal geopend. DE MILJARDENNOTA Minister Vondeling wijst in zijn no ta op het oordeel van het kabinet, dat het noodzakelijk is het stijgings tempo van de Rijksuitgaven tijde lijk te versnellen. Het bestedingspatroon kan daar door beter worden aangepast aan de bestaande behoeften. Met de groei van de produktiemogelijkheden neemt de omvang van de behoeften toe. In het algemeen zal een pro- duktie-apparaat, dat voldoende be zit, in staat zijn zich aan veranderin gen aan te passen zonder tot be langrijke evenwichtsverstoringen aanleiding te geven. De overheid raakte in de laatste jaren bij de vraagveranderingen be trokken. De vraag naar onderwijs en vooral naar de duurdere vormen van onderwijs groeit snel. Deze voorzieningen worden nagenoeg kosteloos ter beschikking gesteld. Er treedt dus niet vanzelf een be perking van de vraag in andere richting op. Wanneer dan ook de belangstelling zich structureel meer gaat richten op door de overheid betaald onderwijs en daarvoor ook voorzieningen worden getroffen, dan zijn tegelijkertijd maatregelen noodzakelijk om de particuliere vraag in andere richting te beper ken. De steeds grotere bevolkingsdicht heid wordt mede door de toenemen de welvaart, hoe langer hoe meer voelbaar. Ons land begint hier een grens te naderen die alleen zonder grote bezwaren kan worden over schreden wanneer ingrijpende maat regelen op het gebied van de ruim telijke ordening, de recreatie en van de bestrijding van lucht- en water verontreiniging worden getroffen. Ook hier een verandering in het be hoeftepatroon, waarbij door maatre gelen aan de middelwijze van de begroting moet worden bereikt, dat de relatief sterke uitbreiding van de bestedingen in de ene richting ook werkelijk gepaard gaat met een al thans relatieve beperking in andere richting. Soms is er een tussenvorm tus sen vraagverschuivingen binnen de privé-sfeer en verschuivingen naar echte collectieve voorzieningen. Wanneer een groter deel van het inkomen wordt besteed aan auto's dan groeit de vraag naar verkeers- voorzieningen. Ook hier moet weer corrigerend op het totaal van de bestedingen worden opgetreden, wil het evenwicht niet worden ver stoord. Een andere uitgavenpost, die een stijgende tendentie vertoont, ook relatief, is de hulp aan ontwikke lingslanden. Het kabinet staat, met een groot deel van het Nederlandse parlement, een uitbreiding van deze hulp voor. Hoewel het bij de hulp althans bij ongebonden hulp niet om meer bestedingen in het binnenland gaat, ligt de zaak hier niet wezenlijk anders dan bij de eerdergenoemde voorbeelden. In laatste instantie komt meer hulp neer op het beschikbaar stellen van meer goederen en diensten, via schenkingen, leningen en technische bijstand. De ruimte daarvoor zal in het binnenland moeten worden vrij gemaakt. Zo niet, dan leidt dit na tionaal tot deviezenverlies en inter nationaal tot inflatie. In de nota wordt vastgesteld, dat een gedeelte van de belastingen, die in deze tijd worden geheven, over enige jaren waarschijnlijk niet meer nodig zullen zijn. De stijging thans is de weerspie geling van o.m. een groeiendende vraag naar vooral de duurdere vor men van onderwijs, de grote be hoefte aan woningen, de oorzaak van ingrijpende maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening de recreatie en de bestrijding van lucht- en waterverontreiniging en de noodzakelijke nieuwe verkeers- voorzieningen. Minister Vondeling zegt in zijn nota dat hij, gelijk zijn voorganger prof. Zijlstra en prof. Witteveen, een begrotingsbeleid wil voeren, dat in de eerste plaats is gericht op de ontwikkeling van de rijksuitgaven op wat langere termijn. Bij de ver deling van de ruimte die, gegeven de groei van het nationale inkomen, ter beschikking komt voor verho ging van uitgaven en wijzigingen van belastingen, doet deze minister echter een andere keus. Zijn voorgangers streefden, zo zegt hij, naar gebruik van beschik bare ruimte voor verhoging van uit gaven en verlaging van belastingen tegelijk, evenwijdig aan de gemid delde groei van het nationaal inko men. Tegen de achtergrond van de maatschappelijke ontwikkeling vindt deze regering het echter nodig de Rijksuitgaven tijdelijk sneller te laten stijgen, zodat de „ruimte" ge heel voor het verhogen der Rijks uitgaven moet worden gebruikt. Het noodzakelijk geachte gevolg hiervan is, dat de belastingen moe ten worden verhoogd om te berei ken, dat er een verschuiving op treedt in de verhouding van de be stedingen tussen de particuliere sector en de overheid. Indien de belastingen niet wor den verhoogd, dan zou de begroting 1966 een tekort van 1.674 miljoen gulden vertonen. De belastingver hogingen zullen 1966 ongeveer 600 miljoen gulden opbrengen. De regering heeft echter verzwa ring van de belastingdruk niet wil len aanvaarden. Daarom wil zij de loon- en inkomstenbelasting nog verder verlagen, dan waartoe reeds besloten is. Het eerste deel der ver laging ging in juli j.l. in. Een ver dergaande verlaging zou de meer dering van de inkomsten van het Rijk met 600 miljoen gulden weer grotendeels teniet doen (450 mil joen gulden) en een vergroting van particuliere bestedingen veroorza ken. In verband met de stijgende Rijksuitgaven moeten de particu- liere bestedingen echter lager wor den. In samenhang daarmee is ge kozen voor het systeem van de „be- lasting-spaarbrieven", die na vijf jaar met rente tot uitbetaling ko men. De extra gbelastingverlagin blijft dus grotendeels als bijzonder dekkingsmiddel voor het Rijk be schikbaar. Het resterende nadelige saldo van 1,1 miljard gulden kan op de voorinschrijfrekening door de Rijks fondsen en -instellingen (pensioen fondsen, Rijkspostspaarbank) voor plm. 900 miljoen gulden gedekt v/orden. In 1966 moet derhalve 200 miljoen gulden op de open ka pitaalmarkt worden geleend naast de 550 miljoen gulden die voor 1965 nog moeten worden geleend. De miljardennota (officieel: mil joenennota) van minister Vondeling meldt, dat de Rijksuitgaven in 1966 achttien miljard honderdvijftig mil joen gulden zullen vergen. Dat is 1,7 miljard meer, dan in het lopen de jaar door het nieuwe kabinet werd aangenomen en 3,1 miljard meer, dan de oorspronkelijke be groting 1965 aangaf. Van deze stijging is het grootste schotten (600 miljoen gulden, on deel bestemd voor woningwetvoor- derwijs (800 miljoen gulden), ver keer en waterstaat 400 miljoen gulden), ontwikkelingshulp (15^ miljoen gulden) en salarismaatre gelen sedert 1 jan. 1965 (600 mil joen gulden). Het gevolg hiervan is, dat vooral in de indirecte sfeer belastingen zullen moeten worden verhoogd. Voorgesteld wordt de vermogenbe lasting van 5 op 6 percent te bren gen en het normale tarief van de vennootschapsbelasting van 45 op 46 percent. In de indirecte sfeer wil het kabi net de alcoholaccijns van 1.193 op 1.400.per hectoliter ad 100 pet brengen. Een liter jenever zal daar door ongeveer f 1.50 duurder wor den. Het bieraccijns moet van 19 naar 22 cent per liter gaan, en de accijns op sigaretten en kerftabak zou met plm. 4 punten moeten stij gen. Waarschijnlijk zullen dan de prijzen van sigaretten per pakje van 20 van 1.25 naar 1.50 gaan en zal een half ons pakje pijp- of shagtabak, dat nu een gulden kost, een kwartje duurder worden. De omzetbelasting op personen auto's en televisietoestellen moet, zo stelt de regering voor, van 18 naar 25 percent, die op radiotoe stellen van 10 naar 18 percent, op sportvliegtuigen van 5 naar 25 per cent, op pleziervaartuigen, kampeer wagens (caravans), bromfietsen, platenspelers, bandrecorders e. d. van 5 op 18 percent. De accijns op benzine dient van 28 op 29 per hectoliter te wor den gebracht, hetgeen neerkomt op een prijsverhoging van een cent per liter. De accijns op minerale oliën dient te worden verdubbeld hetgeen voor petroleum en gasolie verhoging van resp. 1.40 en 1.10 per hectoliter betekent en voor stookolie en andere minerale oliën 70 cent per honderd liter. Op textielprodukten moet 3 per cent omzetbelasting komen, op schoenen 5 percent en op schoenre paraties 4 percent. De loon- en inkomstenbelasting zal verder ter compensatie met f 450 miljoen worden verlaagd. Daar staat echter een heffing van 425 miljoen aan belastingspaarbrieven tegenover. Zij, die nog geen 100 gulden per jaar belasting moeten betalen, krijgen vrijstelling. Van anderen zal het jaarbedrag met 100 worden verminderd. Men krijgt deze verlaging van 1966 tot en met 1969 uitgekeerd in de vorm van een „belasting-spaarbrief". Deze belas- tingspaarbrief kan niet beleend of vervreemd worden. Na verloop van vijf jaar wordt er 130 op uitge keerd aan hoofdsom en rente. Een speculatiebelasting van vijf percent wordt in het vooruitzicht gesteld. De regering wil de loon- en in komstenbelasting verlagen om stij ging van de toch al hoge belasting druk te beperken. Men hoopt in de komende periode een zodanig bud getair beleid te voeren, dat in een wat verdere toekomst de uitgaven stijging in de overheidssector een veel rustiger beeld geven, dan thans noodzakelijk wordt geacht. In de toekomst wordt een rijker vloeien van andere middelen (aard gas) verwacht. PAUS ONTMOET JOHNSON President Johnson zal paus Pau- lus ontmoeten op 4 oktober, wan neer de Heilige Vader een bezoek brengt aan het UNO-hoofdkwartier in New York. Dit is de eerste keer, dat een paus een Amerikaans staatshoofd in diens eigen land ontmoet. Wilson Eissenhower en Kennedy hebben, toen zij president waren, de paus opgezocht in het Vaticaan; de eerste op 4 januari 1919, de tweede op 6 december 1959 en de derde op 2 juli 1963. Als plaats van ontmoeting wordt de ambtswoning genoemd van de tegenwoordige afgevaardigde van Amerika bij de UNO, Arthur Gold berg. Het bezoek van de paus aan de UNO zal over de communicatie-sa telliet „Early Bird" in Europa te zien zijn. Tijdstip van de uitzending voor Europa is 's avonds van 10 tot 11 uur.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1965 | | pagina 1