Een man is zo jong als
hij zich kledenjkan1
I
Zelfopblazend vlot heeft
al veel schipbreukelingen gered
Europa
over
schakelt langzaam
op atoomkracht
Waalwijk
NIEUWE COLLECTIE HERENKLEDING
M
KANT-EN-KLAAR REDDINGEN OP ZEE
ATOOM-TIJDPERK BINNENGETREDEN
14
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 10 FEBR. 1967
14
Begrepen
Makers en dragers
Jacques Esterel
Vlot komt vanzelf
naar
zee-oppervlakte
Landbouw
en veeteelt
Groot-Brittannië
heeft thans negen
kern-energie-
centrales
Geen reserves
Voordelen
Veiligheid
Waspik
Loon op Zand
Ingenieurs
40.000
AMSTERDAM De man, vooral
de jonge man, praat steeds meer
over mode. Hij laat zich niets meer
aanpraten. Hij is modebewust ge
worden. Hij vraagt om kleding die
past bij zijn levensstijl. Deze tijd
is nu eenmaal anders dan de tijd
van vader. Hij wil iets anders dra
gen dan dat wat hij tot nu toe in
de winkel vond: rekken vol met
kleding voor ouderen, in een klei
nere maat. Begrijpt u goed: het gaat
niet om nozem- of provomode. De
pas verdienende, hard werkende, of
studerende jongeman wil een kans
krijgen een eigen gezicht te tonen,
óók in zijn kleding.
Terlerika Young heeft dat begre
pen. In opdracht van de Algemene
Kunstzijde Unie heeft modekenner
bij uitstek: Gerard Dijkstra, meer
dan een jaar lang, gecoördineerd
en geïnspireerd bij de eerste ge
slaagde poging tot samenwerking
tussen industrie, handel en publiek.
In deze week komen de eerste Ter-
lenka Young kostuums uit de pro-
duktie. Zij zijn bijzonder. Want zij
zijn ontstaan volgens een geheel
nieuwe mode-conceptie: een schep
pend samenspel tussen de couture,
de konfektie-industrie en de gebrui
ker. Een unicum voor Nederland.
Van wever tot drager stond het ide
aal voor ogen: pakken maken met
het accent dat de jeugd ze waar
deert, omdat ze éven anders en mo
dieuzer zijn.
De kostuums werden getest op
wat de Nederlandse jongeman, de
„drager", er zélf van vond. Er wer
den forum-bijeenkomsten belegd
waar deskundigen met elkaar spra
ken, maar waar de jeugd gelegen
heid kreeg in te grijpen en te pro
testeren, wanneer zij het met die
deskundigen niet eens was. Er wer
den „open mouth parties" georgani
seerd: groepen jongelieden (meis
jes inbegrepen) mochten daar on
verbloemd hun mening geven over
de eerste Terlenka Young proefmo
dellen. Een test-show in het Am
sterdamse Hilton Hotel, voor he
renmode-pers en deskundigen, werd
tevens bijgewoond door vertegen
woordigers van scholen en school
bladen. Ook daar lieten zij de stem
uit de Gereld van de jeugd horen.
Beroemde Franse, Italiaanse en
Nederlandse mode-ontwerpers, on
der wie Esterel, Litrico, Louzac en
de Both werden uitgenodigd kos
tuums te ontwerpen voor de Terlen
ka Young kollektie. Tezamen met
meer dan 20 Nederlandse konfektio-
nairs schiepen zij het silhouet voor
dit voorjaar in een serie kostuums
met praktische eigenschappen en
mode-details.
Met andere zakindelingen en plaat
singen, met gesloten splitten in de
rug en opzij, met brede revers en
opengeknipte manchetten in de
mouwen werd iets werkelijk nieuws
en draagbaars bereikt. Doorgestikte
revers en kapnaden op de broeken
Jacques Esterel ontwierp het don
kerbeige sportkolbert van Terlenka
met wol voor de konfektie-industrie
Rocobé in Raalte (bovenste foto).
Oók in de Terlenka Young serie
werd het kostuum van de tweede
foto opgenomen. Salco in Raalte
maakt het. Het kolbert is vier-
knoops. Het heeft opgestikte klep-
zakken en een diep rugsplit.
AANWINSTENLIJST BIBLIOTHEEK
Alphen, H. van Kleine gedichten voor kin
deren.
Brecht, B De heilige Johanna van de
slachthuizen.
In dit toneelstuk heeft de auteur de Jean
ne d'Arc-geschiedenis geaktualiseerd door
het te laten spelen in de vleesfabrieken van
Chicago en door van Jeanne d'Arc een le
ger des Heils-soldate te maken.
Gourdon, F Zolang de vrees regeert.
Roman over het rassenvraagstuk in Ame
rika, waarin een Franse studente door een
uitzichtloze liefde voor een negerpredikant
tot het inzicht komt dat dit vraagstuk pas
opgelost kan worden als de haat en de
vrees van beide partijen overwonnen zullen
zijn.
Gijsen, Marnix Het boek van Joachim van
Babyion; het bevat het oprecht verhaal van
zijn leven en dat van zijn beroemde huis
vrouw Suzanne
Mauriac, F De huichelaarster.
Uitbeelding van een vrouwenfiguur, die in
een zichzelf voorgehuicheld streven naar
volmaaktheid, motivering vindt voor een
permanente inmenging in de levens van
anderen, waardoor zij veel onheil aanricht.
Moeschlin, F De romance van Axel von
Fersen en Marie Antoinette.
De ontwikkeling van de Franse Revolutie
gezien door de ogen van de Zweedse staats
man Hans Axel von Fersen (1775-1810)
die, gedreven door zijn liefde voor Marie-
Antoinette, een belangrijke rol speelde bij
de overigens mislukte vlucht van de Franse
koninklijke familie.
Richard, J De romaanse schilderkunst.
Zee, M. van der Vroeger is voorbij.
In dit vervolg op „Emigreren is voorgoed",
maken we kennis met de moeilijkheden,
die een geëmigreerd oer-Hollands gezin in
Canada ondervindt.
Gaskin, C. Een winter vol gevaren.
Een jonge vrouw gaat in gezelschap van 'n
„journalist" op zoek naar haar vader,
wiens vliegtuig het laatst is gesignaleerd bij
de Russische grens in Afganistan.
Boorsma, R. De jongste bediende.
Een jongeman met een blozend kinderge
zicht wordt ondanks zijn zesentwintig jaren
door niemand voor vol aangezien, waar
door hij voortdurend in vreemde en ver
wrongen situaties verzeild raakt.
Mans, A. De keten is gesloten.
Ondanks haar huwelijk met een psychiater
slaagt een jonge vrouw er niet in de gru
welijke gebeurtenissen die in het verleden
hebben plaatsgevonden te vergeten.
Wadman, A. De overwinning van Bjinse
Houtsma.
Een jong artistiek aangelegde dorpsschool
meester, die buiten zijn huwelijk om een
avontuur begint met een boerendochter
krijgt een populaire vrijgezel uit het dorp
als tegenspeler.
Habe, Hans. Mijne heren, leden van de
jury.
In de doolhof van de misdaad.
Nijhoff, A. H. Venus in ballingschap.
Een meisje, dat sterk doet denken aan een
mythologische Venusfiguur, komt op ge
heimzinnige wijze het leven der mensen in
een dorp beroeren.
Gerard de Both, bekwaam Nederlands ontwerper, gaf vorm aan deze
kostuums. Rechts een pak van Terlenka met wol, in battle-dress stijl.
Het heeft vier opgestikte zakken. De manchet is open en heeft een
kleine omslag. Het tweerij blazer kostuum van Terlenka is sterk ge
tailleerd. Het heeft gesloten rugsplitten. Ook hier open manchetten
Tijdens een nachtelijke storm in maart 1962 liep het 115 ton me
tende vissersvaartuig Marconia voor de kunst van het eiland Oenga
in de Aleoeten op een rif en begon onmiddellijk te zinken. Een
matroos wierp een ronde zeildoekse tas op het hellende dek en rukte
aan een lijn. De tas barstte open 'en binnen vijftien seconden was
het erin verpakte, overdekte reddingsvlot door middel van kool-
dioxyde opgeblazen. In volslagen duisternis zette men het gevaarte
overboord. Nauwelijks had de zee het vaartuigje beroerd of boven
de ingang en in het interieur begonnen lampen te branden op door
het zeewater geaktiveerde batterijen.
Zes minuten later was de Marconia
onder het wateroppervlak verdwenen.
Geen van de tien opvarenden kreeg
natte voeten. Men sprong tijdig een
voor een over op het dak van het
vlot. Daarna sloten zij de tentdeuren
om de ijzige poolkoude buiten te hou
den. Weldra zorgde hun eigen li-
aamsivarmte voor een behaaglijke
temperatuur van 21 graden. Met een
handpompje blies men de dubbele
bodem van het vlot op teneinde de
voeten tegen de koude van het water
onder hen te beschermen. Dit vlot
strandde tenslotte op de rotsachtige
kust van Oenga en verschafte de vis-
kenmerken het Terlenka Young
kostuum, dat soms ook op de battle-
dress geïnspireerd lijkt. De kolberts
zijn langer en slanker en sluiten
vaak hoog. Bijna alle broeken wor
den op de riem gedragen, de pijpen
zijn wat wijder geworden en heb
ben vaak brede omslagen. In het
nieuwe jonge modebeeld mogen de
ze/aan de voorkant open zijn. Het
vest blijft, in vele kostuums. Ook
dat sluit hoog of het wordt laag
rond weggesneden. Terlenka Young
■heeft een slank, mooi silhouet.
Deze kollektie is er één voor men
sen die jong durven zijn, die hun
kleren met zwier willen dragen.
Voor mannen die inzien dat mo
dern zijn en goed gekleed gaan pri
ma samenvallen. Voor de man bo
vendien, die weet dat hij zo jong
is als hij zich kleden kan
ZIEKTENBESTRIJDING
In ons land bestaan terwille van
de veehouders op het gebied van de
dierenziektenbestrijding, zeer goe
de gezondheidsdiensten; ze worden
door de veehouders bestuurd en ge
financierd. Door 'n hechte samen
werking ook met de overheid is al
veel bereikt. Wanneer wij denken
aan 'n ziekte, als dundertuberculose,
abortus Bang, kan men wel zeggen
dat deze kwaal thans bijna geheel
is uitgeroeid. Ook de bestrijding
van de runderhorzel is een prachtig
voorbeeld van georganiseerde die
renziektenbestrijding, waar men
trots op kan zijn
Het zo gevaarlijke mond- en
klauwzeer, wordt door jaarlijkse
voorbehoedende enting van onze
veestapel binnen de perken gehou
den.
Maar nu de mastitis of uieront
steking; de bestrijding van deze
ziekte is nog lang niet opgelost en
meer dan ooit zal men ook aan dit
vraagstuk aandacht moeten schen
ken.
Uierontsteking komt nog zeer
veelvuldig voor, dit tot grote schade
van onze veehouderij.
In hoofdzaak ontstaat mastitis
door grote of kleinere wonden aan
uier of tepel, maar ook zeer dik
wijls als gevolg van slecht melken.
Het is noodzakelijk om de veehou
ders hierop bij voortduring te wij
zen, want slecht melken veroorzaakt
veel meer uierontsteking dan goed
melken. Ook een te hoog vacuum,
versleten tepelvoering zijn belang
rijke factoren bij het optreden van
deze ziekte.
Iedere veehouder kent mastitis.
Bij acute vorm vooral zien wij, dat
het ontstoken kwartier vergroot is,
rood van kleur en vaak hard en
pijnlijk.
De melk is afwijkend van samen
stelling, er zitten vlokken in.
Maar nu de bestrijding. Grote
verbeteringen zijn vastgesteld, wan
neer net vóór of tijdens de droog-
stand, penicilline in de uier werd
gebracht. Dit moet wel een lang
durige werking hebben, als het kan
de gehele droogstandduur, dus wel
tot 2 maanden.
Ergens in Schotland steekt een knutselaar de steker van zijn electri-
sche boor in het stopcontact; Signora Maria Mortara in Zuid-Italië
doet dat met de steker van haar espressomachine om deze op tempe
ratuur te brengen. Duizenden kilometers naar het noorden, in het
Zweedse plaatse Farsta, steekt Lars Olson de steker van zijn electri-
sche autoverwarming in een contactdoos, zodat zijn motor de volgende
ochtend gemakkelijk zal aanslaan. Allemaal doorgewone handelingen
dus, met als markante bijkomstigheid, dat al deze stopcontacten elec-
triciteit leveren uit een nucleaire bron.
Zonder bazuingeschal zijn wij na
melijk het atoomtijdperk binnenge
treden. Sinds 1955 is de hoeveelheid
uit kernenergie verkregen electri-
citeit 1700 maal zo groot geworden.
Vragen, die logischerwijze opgeko
men zijn: is atoomenergie noodza
kelijk, veilig, kostbaar en heeft zij
bijzondere voordelen?
Laten wij eerst even kijken naar
de behoefte aan electrische energie.
Door het steeds stijgende bevol
kingscijfer is aan de behoefte aan
electriciteit vrijwel niet meer te
voldoen. De behoefte verdubbelt
elke tien jaar. Pakistan gebruikt
bijvoorbeeld twintig keer zoveel
energie als in 1947. Inmiddels is
wel duidelijk geworden dat de we
reldvoorraad minerale brandstoffen,
zoals kolen, olie en aardgas bepaald
niet onuitputtelijk is. Atoomenergie
vormt voor dit vraagstuk de beste
oplossing. Groot-Brittannië heeft
thans negen kernenergiecentrales,
die met de twee in gebruik zijnde
proefstations meer atoomenergie
produceren dan de rest van de we
reld tezamen. Dat andere landen
spoedig op een dergelijke wijze
moeten gaan denken en handelen,
laat zich gemakkelijk raden.
Op het vasteland van Europa
slinken de minerale brandstofreser
ves snel. Hoe urgent de situatie is,
blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat
Zweden geen reserves meer heeft.
Italië, dat reeds tachtig procent van
zijn energie betrekt van zijn hydro-
electrische hulpbronnen, moest op
kernenergie overschakelen. Uit
Franse kernenergiecentrales vloeit
reeds de atoomkracht voor commer
ciële doeleinden; aan vier nieuwe
installaties wordt hard gewerkt.
Zelfs in de Verenigde Staten, waar
men voor tenminste een honderdtal
jaren voldoende voorraden minera
le brandstoffen meende te hebben,
is men druk bezig om de kernener
gieproductie op gang te brengen.
Dat is overigens ook wel nodig,
aangezien de behoefte aan electrici
teit in Amerika tegen 1980 verdrie
voudigd zal zijn.
In de plaats Trawsfynydd in Nrd_
Wales staat een kernenergiecentra
le van het energiebedrijf van de
Central Electricity Generating Bo
ard. Uit een basishoeveelheid van
zeventig ton splijtstof, wordt vol
doende electriciteit gewonnen voor
een stad van een half miljoen men
sen. Het bedrijf produceert geen
vlammen, geen rook en geen roet.
Het glinstert van de witte verf en
is schoon en stil als een ziekenhuis.
Een conventionele centrale met 'n
gelijk vermogen zou bijna een mil
joen ton kolen per jaar verstoken.
Bovendien heeft men voor de aan
voer treinen, vrachtwagens, kolen-
schuiten enz. nodig, terwijl men
bergen vol sintels overhoudt.
Hoe staat het met de kosten, die
het atoomtijdperk met zich brengt?
In 1950 schatte men, dat deze ont
stellend hoog zouden worden. De
technologische vooruitgang heeft dit
pessimisme ontzenuwd. Thans zijn
de bouwkosten per kilowattuur-ca
paciteit 360 gulden voor een con
ventionele centrale en van 'n kern
energiecentrale 1.240 gulden, dus
meer dan driemaal zoveel. Volgens
het eerder genoemde C.E.G.B. zal
echter tegen 1970 dit laatste cijfer
tot 920 gulden zijn gedaald, terwijl
dat van de conventionele centrale
tot 430 gulden zal zijn gestegen. In
dat jaar zal dat instituut een twee
de kernenergiecentrale in de plaats
Dungeness in bedrijf stellen, die
electriciteit voor de prijs van 1,9
cent per kilowattuur kan leveren,
tegen 2% cent door een conventio
nele centrale.
Helaas roept het woord atoom
energie bij veel mensen beelden op
van paddestoelwolken en massale
dood. Men dient echter te beseffen
dat atoombommen en atoomcentra
les twee volkomen verschillende
zaken zijn. In tegenstelling tot de
atoombom, bevat een kerncentrale
slechts een geringe hoeveelheid
splijtstof, terwijl door haar totaal
verschillende constructie atoomex
plosies onmogelijk zijn. In het in de
aanhef van dit artikel genoemde
Zweedse plaatsje Farsta, leeft men
zonder vrees op drie kilometer af
stand van een reactor. In de ko
mende tien tot vijftien jaar zal dat
op vele honderden plaatsen van on
ze aardbol het geval zijn.
AMUSANT KINDERKARNAVAL
Daar was het dan plotseling tóch nog
Als een volkomen verrassing, maar daarom
niet minder welkom, was er voor enkele
uren een carnavaleske sfeer in Waspik, dat
ophield Maoneblusserslaand te zijn op een
moment dat het haar 11-jarig bestaan zou
moeten vieren. Het initiatief ging uit van
de stichting jeugdraad, welke 's-morgens
middels de brandweerwagen haar bedoelin
gen aan de jeugd kenbaar maakte. Er wa
ren vele leidsters en leiders die zich spon
taan meTdden om het kinderkarnaval in
goede banen te leiden. Daar was bovendien
een lofwaardig initiatief van de heer A. v.
d. Wassenberg die de deelnemers aan de
karnavalsmiddag tracteerde op frites en ijs.
Dat liet zich smaken na zoveel doldrieste
en spontane uitingen van zo'n kleine 400
jongens en meisjes. Hoe die kinderen in
zo'n korte tijd het klaar kregen om hun
fantasieën uit te beelden zodat er 's mid
dags nog een indrukwekkende maar vooral
ook spontane optocht kon worden gefor
meerd was een raadsel. Overigens waren
de improvisaties van de leidsters en leiders
niet minder van gehalte. Zij bezorgden de
jeugd een bijzonder plezierige middag,
compleet met gezelschaps- en' volksspelen,
muziek, dans, prijsuitreiking, tractatie en
wat al niet meer. Kortom er was een sfeer,
feest, carnaval; daar was het dan plotseling
tóch nog.
DOKTERSDIENST
Het weekend zaterdag 11 en zondag 12
februari zal de doktersdienst, alhier, wor
den waargenomen door dokter P. Wijten-
burg, Hoofdstraat 4 te Kaatsheuvel, telef.
04167-2550.
RECTIFICATIE
In ons artikel over de werkloosheid
in Brabant, elders in dit blad, staat
vermeld dat in Tilburg 21.149 werk
lozen zijn; dit moet zijn 2.149.
sers een comfortabele verblijfplaats
tot zij werden opgepikt.
Het vlot, dat deze tien mensen het
leven redde, is een combinatie van
frappante vondsten. Ook wanneer 't
schip mocht zinken met de vlotten
nog in hun tassen aan dek, komen zij
vanzelf vrij van hun sjorrings en gaan
drijven. Een korte ruk aan de ven-
tiellijn is voldoende om de vlotten uit
hun verpakking te halen, die zich dan
vervolgens vanzelf opblazen. Sterker
nog, wanneer een schip dieper dan
dertig meter zou zinken, geeft het
zelf een ruk aan deze lijn, die nog
met het schip is verbonden. Het vlot
komt dan vanzelf naar het zeeopper
vlak. Teneinde opsporingswerkzaam
heden zoveel mogelijk te vergemak
kelijken, zorgt een speciaal drijfanker
er voor, dat het vlot bij een windsnel
heid van 40 knopen niet sneller dan
één knoop per uur van de laatste per
radio opgegeven positie. Men heeft
dit reddingsvlot uit drie lagen uiter
mate stevige kunststoffen vervaar
digd. Het is in twee compartimenten
verdeeld; zou één ervan worden be
schadigd, dan blijft het vaartuig nog
drijven. De veiligheidsfactor be
draagt 100 pCt. Een vlot, dat voor
twintig personen is bestemd, kan zon
der gevaar 40 of meer personen op
nemen. Het vaartuig is voorzien van
regengoten om de schipbreukelingen
aan drinkwater te helpen. Verder zijn
er noodpaketten, geneesmiddelen, pil
len tegen zeeziekte aan boord, even
als visgerei.
Hoewel het prototype van het zich
zelf opblazende reddingsvlot kort
voor de tweede wereldoorlog ont
stondverdronken 40.000 mannen
van de Royal Navy in de oorlogsja
ren, nadat zij veilig hun zinkende
schepen hadden weten te verlaten.
Daarentegen brachten honderden bo
ven zee neergeschoten vliegers het
levend er van af.
Een door de Britse regering be
noemde commissie kwam achter de
ooraak, namelijk, het opblaasbare
rubberbootje, waarover de luohtmacht
beschikte. Fabrikanten van reddings
materiaal kwamen uiteindelijk tot 't
hierboven genoemd zich zelf opbla
zende vlot, zij het dat er natuurlijk
verschillende tussenstadia waren. In
de jaren 50 gebruikten de Britse, Ca
nadese en Australische marine reeds
het zelf opblazende vlot. Het is dui
delijk, dat dit vlot vele voordelen
biedt, ook enkele nadelen overigens,
ten opzichte van gewone reddingsbo
ten, die soms vanwege zware slagzij
niet gestreken kunnen worden. Van
wege de internationale overeenkom
sten, bepaald door de International
Convention for Safety of Life at Sea,
bekeek de koopvaardij de vlotten met
argwanende ogen. Gedurende 'n de
cennium eiste de zee elk jaar gemid.
65 mensenlevens, alleen al van de
Britse trailers verplicht gesteld. Het
1956 op één dag 112 zeelieden ver
dronken, werden de vlotten voor de
Britse treilers verplicht gesteld. Het
resultaat was, dat gedurende de drie
hierna volgende jaren niemand op de
zee het leven liet.
Nochthans is het zich zelf opbla
zende vlot geen concurrent van de
reddingssloep geworden, die zich im
mers bij scheepsbranden uit de geva
renzone kan manoeuvreren. Beide
vaartuigen hebben hetzelfde doel: de
veiligheid van zeelieden en passa
giers op zee te waarborgen.