Kaatsheuvelse pianist componeerde instructieve „Missa Moderna" Voor de feestdagen r r r n e a L B B H E B B &erstmtö Kook en bak met overleg „als ik ook eens zo mooi zou kunnen schitteren H VOOR DE FEESTDAGEN VEEL BELANGSTELLING VOOR LP. w w~ God Augustus DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 22 DECEMBER 1967 2 Drie kerkkoren en instrumentaal trio op de plaat Publiciteit buitenland 7 7 4 TT' UT 'f '7 T~ 19 m JT~ w ex 7 Ar 4 P P P P p F* 17 Z' 79 In een schuimige vla zonder gelatine, b.v. een ci troenvla, komt het wel eens voor, dat zich bij lang staan twee lagen vormen: een schuimige en een gladde. Dit kan het geval zijn wanneer het stijf ge slagen eiwit niet mee verwarmd is met de pudding massa. Wilt U enkele uren of een dag voor het ge bruik een dergelijke vla maken, kookt U dan de vla even door nadat U het eiwit erin hebt verwerkt. Zorg er bij een geleipudding met een vulsel van vruchten, koekjes, noten enz. goed voor dat U de pudding pas in de vorm doet wanneer het vulsel gelijkmatig in de drillige gelei verdeeld is. 9 Twee weken geleden bracht Phono gram een L.P. op de markt waarvan nu al is gebleken dat zij zeer grote kansen heeft de Nederlandse luthur- gieviering een geheel ander aanzien te geven. Dat was dan ook de bedoeling van Frans Kamp toen zijn „Missa Moderna" vaste vormen begon aan te nemen. Zes jaar geleden begon het plan te rijpen iets geheel nieuws te brengen. Twee jaar later nam het de juiste vorm aan. Toch duurde het nog even voordat hij enkele koren gevon den had, die er ook nog eens een jaar over deden om naast de eigen repe tities zijn mis in te studeren. Toen was het zaak een uitgever te vinden. Het werd Phonogram die er onmid dellijk iets groots in zag. Er werden proef opnames gemaakt en tenslotte was het zover dat men definitief be sloot de „Missa Moderna" op de LP op te nemen. Een bijzonder tragische bijkomstigheid was de dood van de vader van drummer Harry Smulders op de dag van de opnamen. Niette min besloot deze de opname af te ma ken, waarbij men eensgezind besloot de plaat aan Harry's vader op te dra gen. Op de langspeelplaat wordt de Mis sa Moderna uitgevoerd door de kerk koren van Helvoirt, Oisterwijk en Til burg-, o.l.v. Jozef van Gestel, terwijl het muzikale gedeelte voor rekening komt van het Trio van de komponist, bestaande uit gitarist Edwin Nijen- dorff, drummer Harry Smulders en hammondorganist Frans Kamp. Op de B-zijde staan een serie moderne religieuze liederen, die eveneens gro tendeels het werk zijn van Frans Kamp en welke gezongen worden door een meisjeskoor. Frans Kamp ziet zijn Missa Mo derna uitsluitend als een instruktieve mis, een mis die door het gemiddelde kerkkoor gezongen en door de gelovi gen meegezongen kan worden. In die zin wordt het dus een volksmis waar door de verwachtingen ervan hoog aangeslagen worden. Nog niets an ders dan fijne reakties heeft men, in de twee weken dat de plaat in de ver koop is, gekregen, 't Is duidelijk dat de mis beter wordt aangeslagen dan alle andere missen die in de loop van enkele jaren uitkwamen, om met de zang de liturgische vernieuwingen bij te houden. Het is voor iedereen een feit dat de paden van de tienermissen platgetreden zijn. Er moest een mis komen voor alle kerkgangers, precies zoals jaren geleden de Gregoriaanse gezangen de gangbare volksmis werd genoemd. Frans Kamp is voorzichtig in zijn uitlatingen. „Zes jaar geleden ben ik er met illusies aan begonnen. Ik wilde een verandering teweeg brengen, wat waarschijnlijk wel zal lukken. Toch taant er wel iets in het enthousiasme, waarmee je iets begint, naarmate je ouder wordt. Ondanks deze voorzichtigheid is het de mensen die de plaat al beluis terd hebben duidelijk dat de Missa Moderna van Frans Kamp aan de be hoefte die er is zal kunnen voldoen. Phonogram doet alles om de plaat een zo goed mogelijke publiciteit te ge ven. Radio en TV zullen hierbij wor den ingeschakeld om de mensen via de beste media kennis te laten nemen van de nieuwe mis. Daarnaast vertelde Frans Kamp ons dat met de plaat ook op het bui tenland gemikt wordt. Met name Amerika, waar iemand met de plaat zal gaan „rommelen" in de hoop dat i J f 6 A> H Ti 1 /f JU 7 is If t.'9 JO a ji Je Js M V' vv 9S ei e/ê 4.9 fo Si yj fi 60 6, ji Jy 66 jj ~3c~ S/ JX 1. lomp, zwaar 1. soort steen 3. dwaas 2. pers. voornaamwoord 5. ondier 3. netto (afk.) 10. europeaan 4. kleur 12. bid (lat.) 5. plaats in Utrecht 13. nakomelingschap 6. deel van een breuk 14. hetzelfde (afk.) 7. zangnoot 16. Indische winkel 8. drabbig 18. vlaktemaat 9. mannelijk zoogdier 19. familielid 11. hemellichaam 21. in orde 15. gesloten 23. rivier in Duitsland 17. fris 25. insekt 20. vreemde munt 26. vrouwelijk zoogdier 22. gebogen 28. exotisch dier 24. insekteneter 30. soort mandje 26. tam 32. water in Zeeland 27. zijrivier van de Donau 34. regel, systeem 29. windrichting 36. leesteken 31. ontkenning 39. deel van een school 33. kleurstof 41. plant 35. beschaafde vrouw 43. behoeftige 37. boom 45. niet kunnende spreken 38. korf 47. het zij zo 40. levenslucht 49. jongensnaam 42. eveneens 51. rij 44. moeder 54. plaats in Noord-Holland 46. plaats in Afrika 56. meisjesnaam 47. Alpenweide 58. laag 48. alleen 60. ongemak 50. klein beetje 62. doortrapt 52. reus 65. zoogdier 53. rekenkundige opgave 66. het zijn 55. zonder gezellen 68. filmmaatschappij (afk.) 57. meisjesnaam 69. spoedig 59. europeaan 70. aanzien 61. glazen uitbouw 71. bez. voornaamwoord 63. jongensnaam 73. pers. voornaamwoord 64. algemene ouderdomswet 75. gegroet (lat.) 67. water bij Denemarken 77. deel van een kippenhok 69. soort bij 78. meisjesnaam 72. deel van een broek 80. liefdesgeschiedenis 74. klein twijgje 81. klap 76. vanaf (afk.) 82. kern 79. waterstand (afk.) FRANS KAMP er tenslotte een uitgever interesse voor krijgt. Ook daar immers worden allerlei vernieuwingen doorgevoerd, maar de juiste vernieuwing, 'n volks mis heeft men ook daar nog niet. Dat zijn de ogen die Frans Kamp en Phonogram gooien. Hoge ogen welis waar, maar ieder die de plaat eenmaal beluistert wordt enthousiast en dat is de allereerste verwachting van Frans Kamp, bescheiden als hij is over zijn eigen prestaties. God Augustus had gesproken vanuit Rome's tempelstad. Zijn bevel werd opgetekend, plechtig, op verzegeld blad: „Allen, die mij toebehoren, waar m'n scepter reikt, staat op! Gaat op reis en laat u tellen, man voor man en kop voor kop" Niemand, die zich durft onttrekken aan dat keizerlijk bevel. En zij togen langs de wegen. God Augustus roep dus snel God Augustus heeft de volken van de wereld in zijn hand en zijn woord is wet voor ieder, tot in 't verst gelegen land. Geen op aarde is zo machtig ieder mens zijn onderdaan. God Augustus heeft gesproken. Er is slechts één antwoord: Gaan Mannen, vrouwen, rijken, armen, allen horen naar zijn stem. Daarom trekt een schamel echtpaar op bevel naar Bethlehem Onaanzienlijke onderdanen, stippen op de wereldkaart, mensen, voor wie nergens plaats is, niemands zorg en aandacht waard, wie geen dak zelfs wordt geboden in het volle Bethlehem. God Augustus heeft bevolen. Alle volken! hoort zijn stem! God Augustus, ginds in Rome, vaardigt strenge wetten uit. God Augustus slechts de schrijfstift van Gods eeuwig raadsbesluit. „Want terwijl 'n diepe stil te alles omgaf en de nacht was voortgeijld tot de helft van zijn baan, sprong uw alvermogend woord van uw koningstroon uit de hemel" Deze woorden spreken over het mysterie van de mens wording. Zij brengen ons 't grote wonder van het ge beuren in de kerstnacht. De oneindige stilte die er in rondwaart, spreekt er zich wonderbaarlijk in uit. In de stilte immers gebeu- ren de grootste dingen. Niet i in het rumoer en in 't ver- |i toon van de uiterlijke ge- beurtenissen, maar in de stille beweging van het be slissen, in het geheime offe ren en overwinnen. Wan neer het hart door de liefde wordt aangeraakt, de vrij heid van de geest tot de daad wordt bewogen. Op de stilste van alle ge beurtenissen, op datgene wat van God uit stil is en ontrukt aan alle aandrang, willen wij ons in de komen de dagen gaan bezinnen. Het zal ons vrede brengen en een diep innerlijk geluk. Vrede in onze harten, om dat wij opnieuw tot Hem mogen komen, die ons van de overweldiger heeft ver lost. De vrede in het innerlijk geluk; wij wensen het u graag toe in de komende kerstdagen. Wie de komende feestdagen wat extra werk wil maken van de maaltijd en er een eer in stelt gerechten, die zij op tafel brengt, te verfijnen, kan misschien nut hebben van de volgende wenken. - Wilt U een saus, soep of nagerecht verfijnen met ei, roer dan eerst het ei of de eierdooier los én breng hem op temperatuur met een beetje warme saus, soep of vla, vóór U hem bij de saus of der gelijke in de pan voegt. Om een schuimige pudding of vla te maken met stijf geslagen room en eiwit, kunt U het best room en eiwit apart stijf kloppen. De room dient goed koud te zijn; het eiwit op kamertemperatuur. In de room kunt U meteen de suiker meekloppen, eiwit moet eerst stijf geslagen worden, waarna de suiker op het laatst even wordt meegeslagenKlop eiwit vooral in het begin niet te krachtig. - Maakt U de schaal, waarop U een pudding wilt storten, altijd een beetje nat. Komt de pudding niet op de goede plaats, dan kunt U hem daardoor nog verschuiven. - Houd een gelatinepudding voor het storten even in heet water. Nu iets over het bakken in ruim vet, hetgeen U zult willen doen met oliebollen, beignets, croquetten- e.d. - Gebruikt U olie, haal de fles dan bijtijds - de dag tevoren uit de kou. De olie moet door en door doorzichtig zijn als U hem gaat gebruiken. Doet U zoveel vet of olie in de pan, dat datgene wat U er in bakken wilt, er ruim in kan zonder de bodem van de pan te raken. Zorg er wel voor, dat dé pan niet geheel vol is met olie - slechts voor ongeveer 2/3 deel - en bak niet teveel tegelijk. - Begin niet te bakken voor het vet heet genoeg is, laat het na iedere lading gebak zo nodig weer op de goede temperatuur komen. - De temperatuur van het vet kunt U keuren met een dobbelsteentje brood. Gaat dit niet meteen bakken, dan is het vet niet heet genoeg. Is het in een paar tellen bruin, dan is het vet goed om er croquetjes, bitterballen en andere gare spijzen in te bakken, maar te heet voor oliebollen. Hiervoor moet een stukje brood in een wat langere tijd bruin worden. - Het gebak kunt U laten uitlekken in een vergiet of op een deksel, dat in een grotere pan is gezet. Bakt U appelbeignets, dan kunt U de appelschijven beter na het bakken met suiker én kaneel bestrooien dan ervoor. Om onvolprezen patates frites te krijgen moet U de aardappelen in twee étappes bakken: de eerste keer niet te heet, waarbij ze wel zacht van binnen worden maar niet bruin, de tweede keer heet, zodat ze vluglichtbruin worden. En dan natuurlijk niet in een schaal of pan met deksel laten staan. In een net vol schelpen was zij meegesleurd, die kleine zeester. Kleumend lag ze uit te drogen, gnder aan de hoop schelpen. Ge lukkig spoelde er af en toe een verrollend golfje over haar heen. •Pas toen de vloed wat hoger kwam, was het gevaar voor uit drogen geweken. Toch lag de zeester te ver op het strand verder dan zij ooit was geweest om weer meegetrokken te Maar dat was nog niet genoeg. Haar verbazing werd nog groter toen er iets zachts en wits boven op haar viel en ook rondom naast haar. Sneeuw. Nooit van gehoord, maar leuk was het wel. Er lag nu al een heleboel. Alles was wit. De zeester rekte zich om er boven uit te blij ven. Zij ging op haar punten staan en begon te rollen, op de manier van een tandrad. Snel dat het ging. Voor de wind. Beangstigend ge woon. Toen zij eindelijk tegen een verhoging neerplofte, zat ze onder de sneeuw, die zelfs een beetje be vroren was. De oplossing wordt in de volgende editie van De Echo van het Zuiden gepubliceerd. worden naar de diepere zee. Het was koud, maar het was dan ook winter. Het vroor zelfs. De lucht was helder. De zeester keek naar boven. Daar heel hoog zag zij wat zij van zee uit nooit eer der had gezien, sterren. Geen zeesterren! Luchtsterren? He- melsterren? De zeester wist niet wat voor sterren, maar 't waren wel schittersterren. Zeesterren fonkelden niet zo mooi. „O", de zeester zuchtte. „Als ik ook eens zo mooi zou kunnen schitteren"Ze draaide zich eens om. Daar zag ze langs de hoop schelpen nog meer sterren. Die leken groter, ze bewogen, ze glin sterden ook. De zeester vond het maar raadselachtig. Maar ze had dan ook nog nooit van kerst sterren gehoord. De zeester wist niets van Kerstmis af en ook niet dat dè kerststerren hingen te wiegen in de kestbomen, die op het plein stonden. De zeester vroeg zich verbaasd af y waar ze was. De zee was nergens meer te zien. Wel was ze vlak bij de grote wiegende sterren, die ook al met dat witte goedje bedekt wa ren. Daar ging zij weer een eindje. Ze lag nu vlak onder 'n kerstboom. Ze hoorde vreemde geluiden, die ze niet herkende als stemmen en het gezoef van autobanden. Vlak bij, op een tak van de kerstboom, zat een vogeltje. Vogels kende de meester wel, die kwamen ook langs de zee. Het vogeltje zat heel stil. „Kun jij je niet bewegen, of ben je verkleumd van de kou?" vroeg de zeester. „Neen, koud heb ik het niet", ant woordde de vogel. „Ik ben van glas en dus vanzelf wat stijf. Alleen m'n vleugels, die zijn van nylon-weefsel gemaakt en die kunnen bewegen. Vliegen? Neen, dat kan ik niet. Ik zit vast. Maar dat vind ik niet erg hoor, want iedereen vindt me mooi". „Ja, geen wonder", antwoordde de zeester. „Je glanst ook zo mooi. Ik wilde dat ik ook zo schitterde. Ik zou ook wel in de boom willen zijn". „Dat zou gezellig zijn", sprak het vogeltje. „Alleen weet ik niet hoe je er zou moeten komen". Op dat moment werd het sterretje opgepakt. „Kijk nu eens, een zeester! Kom, dan zal ik je in de boom leggen", hoorde zij zeggen. „Je bent toch al verdwaald". Daar lag toen de zee ster ineens op een mooie, volle tak, naast het vogeltje. „Glans ik nu?" vroeg de ster. „Nou, als ik het eerlijk mag zeggen, niet", antwoordde de vogel. „Hé, da's nou jammer", pruilde de zeester. „Maar ik ben toch ook wel mooi? Zeg, waarom glinstert alles zo en waarom zijn al die lichtjes er eigenlijk?" „Wel, oh ja", antwoordde het vogel tje, „omdat kerstmis het feest van het licht is. En omdat de allermooi ste ster boven de stal stond, waarin het kindje Jezus werd geboren". De zeester had nog veel meer wil len vragen, maar ze verloor haar evenwicht en viel weer uit de boom. Ze was verdrietig. Het was haar wel duidelijk dat zij niet kon glinsteren. „Jij moet niet treuren", sprak het vogeltje. „Jij kunt wel stralen, al leen niet nu. En dat is juist nog' beter. Denk nu maar niet dat de mensen aleen met kerstmis behoefte hebben aan licht. Het is toch al zo somber en donker in de wereld". De zeester luisterde verbaasd. „Wat bedoel je?" vroeg zij. „Ik zal het je uitleggen, maar dan moet je igoed luisteren. Heb je wel eens gehoord van het lichten van de zee?" „Ja", fluisterde de zeester. „Goed", vervolgde het vogeltje. „Dat gebeurt alleen 's zomers als 't een warme dag is geweest. Dat komt door de zeevonkjes; dat zijn zulke kleine diertjes, dat je hen nauwelijks kunt zien. Als mensen dan in zee zijn, is het net of hun badpak verlicht is. En ook de af drukken van hun voetstappen zijn licht. En de golfjes hebben allemaal verlichte krullen. Als jij dus zorgt dat je dan langs het strand ligt, ben jij een prachtige, lichtende ster". „Ja, je hebt gelijk", zuchtte de zee ster", maar hoe kom ik ooit weer terug?" „Och", fluisterde 't vogeltje, „maak je daar nu niet bezorgd over. De wind behoeft maar te draaien En de wind draaide

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1967 | | pagina 2