waaLwijkse en UnqstRAAtse couraïu
Nederlander geeft nog steeds
weinig geld uit aan schoeisel
Derde wereld
waarheen
Concurrentie met buitenlandse
producenten is erg groot
R
W
VEEL SCHOENFABRIEKEN HEBBEN VORIG
JAAR HUN POSITIE KUNNEN VERBETEREN
van
I noendervangers
nerenmodeadviseiir
Zoeken naar midde
len om de concur-
rentie-positie te
versterken
Schoeisel
consumptie
Werkgelegenheid 4
ciuóieve
cJ-lerenklecllng
UUWiM V v
i 9
v>' "V
WAALWIJK
Produktie
Vooruitzichten
Geen politieke
enquête over Indo-
nesië-excessen
Autorijschool-
Komhinatie
VA-MO
Er dient een einde
te komen aan ont
luistering van plech
tigheden
Kies voor vrije
tijd en vakantie
DONDERDAGAVOND 10 JULI 1969
92e JAARGANG No. 55
VAD
Uitgever
Waalwijksche Stoomdrukkerij
Hoofdredakteur JAN TIELEN
Antoon Tielen
Gironummer 1069687
Dit blad verschijnt 2 x per week.
Losse nummers 20 cent
Brieven onder nummer 50 ct. extra
Opgericht 1878
jBureausj^Grotestraat 205, Waalwijk Tel. 04160-2621-2746 KaatsheuvelDr. van Beurdenstraat 8, Tel. 04167-
Abonnement
p. week (0,33+ 2 ct. inc.k.) 0,35
p. mnd. (1,45 10 ct. inc.k.) ƒ1,55
p. kwrt. (3,95+10 ct. inc.k.) ƒ4,05
p.kwrt. p.post 4,75 bij girobetaling
(bij incasso p.postkwit. 75 ct extra)
Advertentieprijs: 15 cent per mm.
Contractadvertenties: speciaal tarief
2002
Telegram-adres „ECHO"
Er worden weer ernstige pogin
gen ondernomen, om de zogenaamde
derde wereld, een grote groep'van
niet-gebonden landen nieuw leven
in te blazen. Het ziet er echter naar
uit, dat deze pogingen weinig suc
ces zullen hebben.
De derde wereld van nu is geen
flauwe afspiegeling meer van wat
zij was in 1961 toen in Belgrado
een bijeenkomst werd gehouden
Men is over het algemeen altijd
sterker geweest met woorden dan
met daden, maar indertijd ging er
toch nog wel enige invloed uit van
deze groep die wilde bewijzen, dat
de politiek in de wereld niet alleen
wordt bepaald door de grote mo
gendheden, maar dat ook de kleine,
ongebonden landen, wanneer ze sa
men optrekken een grote politieke
macht vormen.
In de loop der jaren is echter ge
bleken, dat er van het begrip on
gebonden-landen weinig over is ge
bleven. Veel landen hebben zich op
andere wijze gecompromiteerd.
Een der voornaamste redenen
waarom deze niet-gebonden staten,
ondanks hun groot aantal, zo weinig
invloed konden uitoefenen ligt hier
in, dat het ontbroken heeft aan een
overtuigende definitie van wat nu
eigenlijk „ongebondenheid" of
„blokvrijheid" is. Dat een land niet
•tot een pact behoort, zegt niets.
Egypte is inmiddels dermate nauw
aan de Sowjet-Unie verbonden, dat
aan het ongebonden karakter van
deze staat ernstig getwijfeld mag
worden. En omgekeerd voert Pa
kistan zijn buitenlands beleid, zon
der rekening te houden met het feit,
dat het ook nog lid is van de Cento
en de Seato.
Veel leden van de derde wereld
zien echter graag dat er over deze
kwesties niet wordt gesproken. Ze
ker staan zij niet open voor de re
denering dat, gezien de vele scheu
ren in de bestaande blokken, er echt
geen behoefte bestaat aan een blok
der ongebondenen. Vooral de jonge
Afrikaanse en Aziatische landen
blijken een sterke behoefte te heb
ben, hun eerst kort geleden ver
kregen onafhankelijkheid collectief
te gebruiken. En omdat het „kleine"
politieke werk met name dat in
eigen land maar matig bevredigt,
keert men zich naar de grote we
reldpolitiek, waar men succes hoopt
te hebben bij een' streven tegen de
hegemonie der supermogendheden.
Op zich was hier nog niets tegen,
indien die druk op de giganten ge
lijkmatig werden verdeeld, maar
daarvan valt weinig te bespeuren.
Niet-gebonden was tot nu toe mees
tal identiek aan eenzijdige kritiek
op het westerse imperialisme en
neokolonialisme. Dat trad zelfs wel
duidelijk aan de dag na de invasie
der Russen in Tsjechoslowakije ver
leden jaar. Wat had meer voor de
hand gelegen, dan dat zij het voor
beeld hadden gevolgd van president
Tito van Joegoslavië en de agressie
en het neokolonialisme van de Sow-
jet-Unie hadden veroordeeld. Niets
daarvan. Het grootste deel der onge
bonden landen wist verschonende
woorden te vinden voor dit gebeu
ren en dat in schrille tegenstelling
tot het brandmerkende „agressie"
dat men over had voor de Ameri
kaanse interventie in Vietnam, wel
ke nog valt terug te voeren tot hulp
geroep van de regering te Saigon.
Sinds de invasie in Tsjechoslowa
kije is het meer dan ooit de vraag
°f de niet-gebonden landen die kwa
lificatie nog wel verdienen. Sinds
die tijd heeft ook het geloof aan een
positieve invloed van deze derde
wereld, een geduchte knauw gekre
gen. Voor de macht, vooral die van
het communistische blok, smelt de
zogenaamde „derde wereld" als
sneeuw voor de zon. Moskou staat
blokvrijheid toe, wanneer deze zich
niet tegen de Sowjet-Unie keert.
Nu zij hun eigen beginselen heb
ben verraden, moeten de landen
van de derde wereld nog wel wei
nig vertrouwen in de toekomst van
„hun blok" hebben. Waarschijnlijk
zijn de pogingen die nu worden aan
gewend om de derde wereld nieuw
leven in te blazen, vergeefse moeite.
Er is in wezen namelijk geen „derde
wereld" meer!
(Van onze verslaggever)
WAALWIJK - Het afgelopen jaar was voor de schoenindustrie een jaar waarin weer aan veel moeilijkheden
het hoofd moest worden geboden, doch ook een jaar waarin in verschillende opzichten veel werd gewonnen.
De ontwikkeling van de schoeiselconsumptie vertoont een nog steeds goed te verklaren, maar naar de Federatie
van Nederlandse Schoenfabrikanten aanneemt, tijdelijk stagnatie. In deze vooralsnog niet groeiende markt is
de concurrentie - vooral uit landen met lage lonen - bijzonder zwaar, zo lezen we in het jaarverslag van de
Federatie van Nederlandse Schoenfabrikanten dat dat deze week is verschenen. Het bestuur van de Federatie
vindt het moeilijk voorspellingen te doen. Als arbeidsinentensieve bedrijfstak moet de schoenindustrie hopen
dat de spanningen op de arbeidsmarkt zich niet verder zullen toespitsen, want dat zou er in toenemende mate
toe leiden dat bedrijven, die door veel inspanning de problemen aan de afzetkant hebben kunnen oplossen,
de daarmee geschapen mogelijkheden niet zouden kunnen realiseren door de onmogelijkheid het daarvoor no
dige personeel aan te trekken.
De Federatie vindt het verheugend
dat veel bedrijven hun positie hebben
kunnen verbeteren en kennelijk een
antwoord op de in de concurrentie
gelegen uitdaging hebben gevonden.
Helaas zijn er ook bedrijven die de
strijd in 1968 hebben moeten opge
ven. In het afgelopen jaar is in het
kader van de Federatie veelvuldig
overleg gepleegd over middelen en
wegen om de concurrentie-positie te
versterken. In een maatschappij, die
gebaseerd is op de ondernemingsge
wijze produktie en op het concurren-
tie-principe, is de kunst om de con
current - en ook de buitenlandse
collega is een concurrent, zo schrijft
de Federatie - net een slag voor te
zijn, nog steeds een belangrijke fac
tor.
In het jaarverslag wordt ook gewezen
op samenwerking, omdat collectieve
aanpaik eten middel is dat er toe kan
bijdragen de concurrentiepositie te
genover de buitenlandse aanbieders
te verbeteren. In het verslag wordt
uiteraard ook aandacht geschonken
aan het struktuuronderzoek, waarvan
het vooronderzoek vorig jaar is afge
sloten. De onderdelen waartoe hot
onderzoek zich in 'hoofdzaak zal be
palen worden gediept uit een enquête
die begin van dit jaar is gehouden.
Als de enquête verder is uitgewerkt
zal samen met de beleidscommissie
worden vastgesteld welke onderwer
pen prioriteit verdienen.
De sdhoeisel-consumptie vertoont de
laatste jaren weinig of geen groei.
Dit is zo lezen we in het jaarver
slag - een merkwaardig verschijn
sel, dat tevoren niet te voorspellen
was, omdat voordien het schoeisel-
verbruik een trendmatige stijging ver
toonde in 'n zodanige orde van groot
te dat bijvoorbeeld over de periode
1950-1960 dit verbruik verdubbelde.
Ir is reden om aan te nemen, dat de
toename van de welvaart, die in het
bijzonder sedert 1964 aan brede la
gen van de Nederlandse bevolking
ten deel is gevallen, de preferentie-
schaal van de consumenten ingrijpend
heeft gewijzigd. De bestedingen aan
auto's, elektrisohe apparaten etc. heb
ben kennelijk bestedingen aan kleding
schoeisel en dergelijke artikelen tij
delijk verdrongen.
Men mag aannemen dat het stijgings
ritme in het schoeiselveiibruik zich na
kortere of lagere tijd wel meer zal
herstellen. Het feit dat in de VS waar
neh (-6%) opmerkelijk tegenover 'n
stijging (plus 8) van de posten heren
en jongensschoerien en kinderschoe
nen. De categorie beroeps- en sport
schoenen heeft onder invloed van dt
importen uit Oost-Europese landen
weer opnieuw een veer moeten laten.
Wat de personeelsbezetting betreft
gaven de cijfers van de schoenindus
trie als geheel een daling te zien met
7% aan het einde van 1968, in ver
gelijking met 1967. Deze daling be
trof zowel het productiepersoneel als
de beambten. De teruggang is behalve
aan de sluiting van enkele bedrijven
toe te schrijven aan een aanzienlijke
toename van de produktiviteit in ve-
'j "1 ',V
•;+„f iV -
f
'cj y
A/ A A
Ook al is de presentatie van de dames-, kinder- en herenschoenen nog zo
aardig, het Nederlandse publiek koopt maar beperkt schoeisel. Uiteraard
ondervindt de schoenindustrie hier de weerslag van.
voor
uw
verlichting
Kolperstraat 19-21
DEN BOSCH
tel. 44962
de welvaartsontwikkeling verder is
voortgeschreden, de uitgaven aan
schoeisel per hoofd van de bevolking
ruim 50% hoger liggen dan in ons
land, wettigt deze verwachting. Ove
rigens zullen ziöh in de schoeisel be
stedingen wel verschuivingen voltrek
ken. Bepaalde tendensen bijvoorbeeld
in de richting van een grotere vraag
naar vrijetijds-schoeisel zijn reeds
merkbaar. Het zal zaak zijn voor de
Nederlandse schoenindustrie met de
ze nieuwe ontwikkeling rekening te
houden.
De uitvoer van schoeisel is in 196S
3% hoger geweest dan in 1967. De
Nederlandse uitvoer naar W.-Duits-
land heeft zich niet geheel hersteld
van de daling die in 1967 is opge
treden. Ook de export naar Rusland
was iets lager dan in 1967, toen de
Russische aankoopinstanties in ons
land voor het eerst grote orders plaat
sten. Niet minder dan 21% van de
totale produktie werd geëxporteerd.
De schoeiselproduktie in 1968 geeft
het volgende beeld: dames- en meis
jesschoenen 44%, heren- en jongens
schoenen 26%, kinderschoenen 14%
beroeps- en sportschoenen 4% wat 'n
totale produktie aan lederen schoe
nen van 88% betekent. Het overige
schoeisel en pantoffels maakte 12%
van de produktie uit. In vergelijking
met 1967 is de vrij sterke teruggang
van de post dames- en meisjesschoe-
le bedrijven. Daarnaast mag niet uit
het oog worden verloren, dat de
schoenindustrie in toenemende mate
gebruik maakt van toeleveringsbedrij
ven die gespecialiseerde werkzaamhe
den verrichten, welke voorheen in de
schoenfabrieken zelf plaatsvonden
personeel dat in deze bedrijven te
werk is gesteld, wordt in de perso-
neelsstelling van de schoenindustrie
niet opgenomen. Het personeel van
de bedrijven die tot sluiting moesten
overgaan, werd in het algemeen vlot
door de andere bedrijven opgenomen.
Aan het einde van 1968, en vooral
in het begin van 1969 kregen vele
schoenfabrieken te kampten met een
nijpend tekort aan geschikt personeel
en verschillende bedrijven zagen zich
zelfs in de expansiemogelijkheden die
de markt bood, beknot dooi het acu
te personeelstekort.
Het valt te betreuren dat het Neder
landse belastingsysteem voor de ge
huwde vrouw een belemmering vormt
om in de bedrijven te werken. Juist
in de arbeidsintensieve schoenindus
trie zijn vele werkzaamheden te vin
den die de vrouw met haar vinger
vaardigheid perfect kan uitvoeren,
hetgeen de kwaliteit van het eind-
produkt ten goede zou komen en
thans moeten deze werkzaamheden
veelal worden uitgevoerd door man
nen en jongens. Het is te hopen dat
in deze situatie spoedig verandering
komt", aldus de Federatie in het jaar
verslag.
Het is voor het bestuur van de NFS
moeilijk om over de vooruizichten in
de schoenindustrie voorspellingen te
doen. De conjuncturele ontwikkeling
in de EEG-landen en op andere bui
tenlandse afzetmarkten, biedt gunsti
ge perspectieven. De stagnatie in hei
binnenlands schoeiselverbruik kan
niet van blijvende aard zijn, en er is
dan ook reden om aan te nemen dat
het verbruik per hoofd weer zal gaan
stijgen. De vraag, in hoeverre deze
gunstige perspektieven voor de Ne
derlandse schoenindustrie vruchten
zullen afwerpen, is in belangrijke ma
te afhankelijk van de ontwikkeling
van de concurrentiepositie en van de
ontwikkeling op de arbeidsmarkt.
Indien de lonen blijven stijgen met
percentages die niet alleen aanzien
lijk boven de produktiviteitstoename
uitgaan, maar ook de stijgingspercen
tages van de concurrerende landen
overtreffen, zal de concurrentieposi
tie, die door de bestaande toonver
schillen al zo moeilijk is, verder ver
slechteren en zal het een schier on
mogelijke taak zijn voor de onderne
mers in de schoenenindustrie het ver
schil te overbruggen.
De schoenindustrie heeft er dan ook
het allergrootste belang bij dat de
loon- en prijsontwikkeling in ons land
in rustiger vaarwater komt. Daarnaast
moet de schoenindustrie als arbeids
intensieve bedrijfstak hopen dat de
spanningen op de arbeidsmarkt zich
niet te zeer verder zullen toespitsen,
want dat zou er in toenemende mate
toe leiden dat bedrijven, die door veel
inspanning de problemen aan de af
zetkant hebben kunnen oplossen, de
daarmee geschapen mogelijkheden
niet zouden kunnen realiseren door
de onmogelijkheid het daarvoor no
dige personeel aan te trekken.
In de bovenstaande beschouwing zijn
de problemen van de schoenindustrie
op langere termijn en met name de
vraagstukken van strubturele aard
goeddeels buiten beschouwing gela
ten. Dit houdt verband met de om
standigheden dat er zoals we al
schreven een enquête gehouden is on
der de leden, om een beter zicht te
krijgen op de strukturele problema
tiek en op de visie die de enderne
mers en hun naaste medewerkers
daarop zelf heiben. De resultaten
van deze enquête worden momenteel
uitgewerkt en bediscussieerd. Er zal
binnen afzienbare tijd zeker aanlei
ding zijn daarop terug te komen.
De Tweede Kamer heeft het de
bat over de nota excessen-Indone-
sië gesloten. Er komt geen politieke
enquête, zoals door enkele kamer
leden was voorgesteld, omdat het
hier gaat om een reeds lang afge
sloten politieke periode. Het woord
zal in de naaste toekomst zijn aan
de historici, die ongetwijfeld op ob
jectieve wijze hun licht zullen kun
nen laten schijnen over deze perio
de uit onze geschiedenis.
Ook premier de Jong sprak even
als de meeste Kamerleden zijn af
keuring uit over het standrecht, dat
in Zuid-Celebes in opdracht van het
gezag in het voormalige Batavia
werd gehanteerd.
De Nederlandse militairen, die in
de jaren 1946-1949 naar Indonesië
waren gezonden, treft naar blijkt in
het algemeen geen blaam, want de
excessen waren uitzonderingen.
Het is nu na twintig jaar ondoen
lijk nog politici uit deze periode ter
verantwoording te roepen. De poli
tieke verantwoordelijkheid dient op
een bepaald moment te eindigen.
De morele verantwoordelijkheid
'blijft. Daarom komt er geen politie-
ke-enquête, maar een onderzoek
wan historici.
De Autorijschool voor U
Waalwijk:
Grotestraat 358
tel. 04160 -3678-3920
Kaatsheuvel:
Jan de Rooystraat 47
tel. 04167 -3422 -3430
gemakkelijke kleding, b.v.
een coll-pull of polo,
„dragen-wassen-dragen"
15.90 tot 45.
'n Sportief jack vanaf 29.75
Een gebreid jasje voor in de
auto vanaf 59.75
Bleyle jacks vanaf 99.50
„Iets" van badstof, b.v.
pull, jack, badset enz.
Tientallen modellen en
kleuren vanaf 12.90
Zomerpantalons, zwemslips
Zomerhoeden en petten
Door specialisatie meer keus.
Heuvelstraat 133 Tilburg
Parkeren voor de deur.
Bij velen in het land heeft het ge
beuren van enige weken geleden
toen jongelui een krans, gelegd door
Canadese oud-militairen bij het Na
tionaal monument op de Dam, ver
nielden, ernstige wrevel hebben ge
wekt. Een deel van de jeugd geeft
blijk geen respect te hebben voor
dat wat voor anderen heilig is en
dat is een ernstig tekort. Reeds be
sloten bezoekende delegaties van
oud-strijders Amsterdam te ontlo
pen en werden de plechtigheden el
ders gehouden.
Een en ander heeft er nu toe ge
leid, dat de voorzitters van de Ne
derlandse Vereniging van ex-poli
tieke gevangenen, van het Vetera-
nenlegioen Nederland en van de
Nationale-federatieve raad van het
voormalig verzet, in een gesprek
met minister-president P.J.S. de
Jong gevraagd hebben om een snel
en doeltreffend ingrijpen van de re
gering, teneinde verdere besmeu
ring van het Nationaal Monument
te voorkomen. Ook prins Bernhard
heeft zich als oud-commandant van
de Nederlandse Binnenlandse Strijd
krachten met mr. I. Samkalden, bur
gemeester van Amsterdam over de
ze kwetie verstaan. De Amsterdamse
burgemeester heeft beloofd doeltref
fende maatregelen te zullen nemen
Opdat in de toekomst het Nationale
Monument op de Dam gevrijwaard
zal blijven van bekladding en ande
re vormen van ontluistering.