1882.
Langs dezen meer en
FEUILLETON.
Maroussia.
Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden.
VOOR
«Hij zou ontzield zijn eer hij een poging zelfs tot
verraad doen kon. Een der onzen bewaakt hem van
nabij en zou ons zoodanige schande weten te be
sparen
De ataman zelte zich neer en nam pen en papier.
Tchetehevik wendde zijne blikken naar den kant van
Maroussia, die in angstige spanning dit belangwekkend
nachtelijk tafreel gade sloeg. Doch een glimlach van
haar tochtgenoot stelde haar volkomen gerust over
den loop der onderhandelingen.
Eindelijk had de ataman de acte van afstand ge
schreven en geteekend, blijkbaar niet zonder lievi-
gen strijd.
Tchetehevik betuigde hem zijne tevredenheid over
den inhoud, vouwde het stuk behoedzaam dicht cn
verbergde het in het gevest van een dolk, dien hij
onder zijn kleed droeg.
«Wannéér zult gij het ter plaatse zijner bestemming
te Gadiatch brengenvroeg de ataman. «Wanneer
zal die andere weten, hoe diep ik mij voor de eer der
Ukraine vernederd heb?»
«Ik zal geen dag, geen uur, geen oogenblik verliezen,
mijn ütaman; naaakt daar staat op. En wanneer de
zaak niet goed loopt, als ik besefte, dat uw brief zijn
doel zou missen, wees er gerust op, ik zou beur
vernietigen. Hij zou niet geschreven zijn.»
Bij die woorden was Tchetehevik opgestaan en nam
hij Maroussia van de bank. De ataman geleidde hen
tot aan den drempel zijneF deur en bij het afscheid
was het laatste woord: «Alles voor de Ukraine!»
Na Tchiguirine den rug te hebben toegekeerd, volgde
er voor den ouden muzikant en zijne jeugdige ge
leidster een langdurige en moeielijken zwerftocht, eer
zij het einddoel hunner reis in het oog kregen.
Het was op een Zondagmorgen dat zij de stad
Gadiatch, de residentie van den ataman die de be
scherming van den Russischen Czaar genoot, onder
het plechtig gelui der torenklokken binnentraden.
Zij namen plaats op de stoep van de kerk, die dezen
dag door de familie van den ataman zou bezocht werden.
Weldra naderde deze, met zijn vreuw cn dc weduwe
van zijn broeder, de schoonc Méphodieona, die door
haar minzaamheid en vorstelijke weldaden door de
bevolking als op de handen gedragen werd, en van
wien de oude Knieh indertijd zooveel goeds had ge
zegd. Zij ging dicht langs Maroussia voorbij en was
juist gereed het portaal binnen te treden, toen het
meisje haar hij den geborduurden mouw van haar
kleed tegenhield.
De jonge vrouw bleef staan, bezag eerst den rooden
doek en vervolgens het kleine meisje dat voor baar
stond, en antwoordde:
«Ik dank u zeer, lief kind; het zou mij zeer spijten
als ik dien doek moest missen. Ge zijt, dunkt mij,
niet uit dezen omtrek. Komt ge ver van hier? Uit
welk gedeelte der Ukraine komt gij
»Dat kleine hoofdje kan nooit de namen onthouden
van de steden die wij bezoeken,sprak de oude zanger
nu. Wij zijn de geheele Ukraine te voet doorgetrokken,
mevrouw, en onze oogen hebben zeer veel aanschouwd
goede en kwade dingen, slechte en brave menschen.»
«Wel, mijne vrienden,» hernam de minzame vrouw,
«ge moet u straks bij den groot-ataman aanmelden.
Mij kunt ge dan het een en ander van uw reis ver
tellen, en \oor hem uwe liederen zingen; dan zal elk
naar zijn smaak bediend zijn.
Zij liefkoosde de kleine Maroussia nog even, en
vervolgde toen haar weg in het kerkgebouw.
Toen dien avond de grijze zanger in den tuin ach
ter het paleis van den ataman zijn schoonste liederen
ten beste gaf, en deze met eenige gasten en een aan
tal dames, waaronder ook de schoone Mephodieona,
vol verrukking luisterde, wenkte zij Maroussia dat deze
naderbij zou komen. Toen haalde het kind een dolk
uit haar mouw en liet dien in den zak der schoonc
dame glijden.
Had deze dit opgemerkt? Op haar gelaat was er
niets van te bespeuren. Hare groote oogen staarden
peinzend in de verte en zij scheen geheel verdiept in
de muziek.
Maroussia had haar plaats weder ingenomen bij
haar grooten vriend, zonder dat iemand haar een
oogenblik gemist had.
Zoo werd het doel der reis bereikt en kwam het
gewichtige stuk in handen van hem voor wien liét
bestemd was
Meer dan een jaar lang kon de Ukraine nu de
hoop voeden, dat zij voor altijd van het dwangjuk
ontslagen zou worden. De eendracht was nu hersteld,
en als een eenig man was het gansche land in op
stand gekomen. De overweldigers, verbijsterd door zulk
een onverwachte, algemeene, gelijktijdige beweging,
hadden de bezette gedeelten ontruimd. Ieder had we
der bezit genomen van zijn veld, zijn hut, zijn hoeve
of zijn huis. En meer dan dat! Iedereen had weder
eens ais van ouds zijn oogst kunnen binnenhalen.
Voet voor voet, van meer tot rivier, van steppe tot
woud, had de vijand achterwaarts moeten trekken.
De ataman van Tchiguirine, die op heldhaftige wijze
de stad verdedigd en gered had, en bij die gelegen
heid wonderen van dapperheid had verricht, was ge
sneuveld, naar men zeide, maar gesneuveld als een
held, te midden van zijn triomfen. Een tot dusver
onbekend man, Tchetehevik «de leeuw,zooals de
volksstem hem spoedig algemeen genoemd had, stond
aan zijne zijde in het strijdgewoel van man tegen
man, waarin hij bezweken was. De onverschrokken
leeuw had het lijk van zijn hoofdman, overdekt met
roemvolle wonden, aan den vijand ontrukt, cn zich in
zijne plaats aan het hoofd der beweging in de ge
heele landstreek gesteld.
In den omtrek van Gadiatch had de andere ata
man, die nu als opperbevelhebber erkend was, zijn
oude veerkracht herkregen. Men had dikwijls aan zijn
rechterhand, en soms voor hem uit, een amazone ge
zien, zoo schoon als het daglicht, die geen bevelen
gaf, maar zich altijd in het heetst van den strijd
vertoonde, en wier tegenwoordigheid alleen in staat
was aller geestdrift op te wekken en aller moed aan
te vuren. Zij was overal, gevolgd door een soort van
kleine onverschrokken page, die haar tot vaandeldra
ger diende, en die, op een vurig, zwart paard geze
ten, met krachtige hand het vaandel zwaaide, te mid
den van den kogelregen, zonder zich om het gevaar
te bekommeren. De soldaten aanbaden dien kleinen
krijgsman, zoo schoon als een engel. Was hij wer
kelijk een engel, of slechts een kind, of, zooals som
migen beweerden, eenvoudig een klein landmeisje, be
zield door een goddelijke aandrift, een bovenmensche-
lijken rnoed, die door niets was terug te houden. Hij
was dat alles tegelijk. Dat alles was waar, want het
was Maroussia. Het was een kinderlijke Jeanne d'Arc,
in een land waar dc naam van Jeanne d'Arc vroeger
nooit anders dan ter loops was uitgesproken. Ver
plicht als hij was om overal tegelijk te zijn, had
Tchetehevik haar aan de hoede en de zorgen der
schoone Mephodieona toevertrouwd. Zij waren on
scheidbaar; wie de eene zag, zag ook de andere.
Trouwens, alle vrouwen namen aan de zaak des va
derlands deel: liet was werkelijk een heilige oorlog.
De Russen zelf konden hun bewondering niet onthou
den aan zoo ongelooflijke krachtsinspanning!
Doch het volgend jaar kwam de vijand terug, in
grooter aantal dan ooit te voren.
Tegen liet vallen van den avond, bevonden
Tchetehevik en Maroussia zich in een uitgestrekt,
somber woud, waar zij rust wilden nemen na het
afleggen
van een vermoeienden tocht. De voormalige
liederenzanger stond gereed, zich weder aan 't hoofd
zijner troepen te voegen. Een krans van seringen-
bloemen, aan den tak van een eikenboom gevonden,
was hem het tecken geweest dat die troepen in de
nabijheid waren.
«Zie Maroussia,» sprak hij, haar den krans toe
werpend; »u kan men alles zeggen. Die krans meldt
ons, dat wij niet lang meer alleen in dit boscli zullen
zijn. Onze vrienden zijn op marsch en de op verkenning
uitgezonden mannen zijn hier reeds voorbijgegaan.
Eensklaps weerklonk er achter in het bosch een
schel geluid, dat, naar Maroussia meende, niets anders
wezen kon dan het geluid van een vogel.
«Het is nog een jong beestje, dunkt mij,» sprak
haar groote vriend. «Zijn stem is nog niet ten volle
ontwikkeld. Een oudere vogel had zich beter laten
liooren. Luister, Maroussia, ik zal dien nieuweling
eens een lesje trachten te geven.»
En nadat hij zijn vingers aan zijn lippen h.id ge
bracht, bootste haar vriend zoo doordringend het
getluit van een vogel na, dat de machtigste zanger
van liet woud het hem niet verbeterd zou hebben.
Die kreet, zonder twijfel tot op verscheidene mijlen
•f
Het Land van Slonsden en AStena,
Dl LAMST
LESWAARD
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maauden f 1.Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Advertentiën 16 regels 6U ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maatidag- en Donderdagavond 8 uur.
>Hot huweljjk is zulk eene oude instelling en
heeft ten allen tjjde zoo de algemeene belangstel
ling getrokken in do samenleving, dat, als wij het
publiek een weekblad aanbieden, exprcsseljjk gewijd
aan da bevordering van het huwelijksgeluk, wij ons
overtuigd houden, dat wjj niets anders doen dan
tegemoetkomen aan een volksbehoefte.
«»De beschaving, in verband met de koude for
maliteiten der maatschappij en de regels der eti-
kette, leggen aan beide seksen zulke beperkingen
op, dat er duizenden trouwlustige mannen en vrou
wen gevonden worden van den meest uiteenloo-
peuden leeftijd, die in staat zijn, elkander gelukkig
te maken, en die toch nooit de kans hebben elkan
der te ontmoeten, hetzij in de stad op de gezellige
bijeenkomsten, op concert of bal, in den schouw
burg of bij andore publieke vermakelijkheden, het
zij in het meer vrije buitenleven, op buitenpartij-
tjea of bjj ijsvermaken.
«Daarom behoeft het aangetoond noch bewezen
te worden, dat er groote behoefte bestaat aan het
een of ander orgaan, waardoor heeren eu dames,
die gaarne in het huwelijk willen treden, met elk
ander in briefwisseling kunnen komen, eu wjj hob-
ben dus besloten onze beste krachten te wijden aan
bet doel, dat wij ons hebben voorgesteld en dat
doel ia niets meer of niets minder, dan het belang
en het geluk van ouzo lezers en lezeressen te be
vorderen Wjj vertrouwen dat te kunnen doen door
het verspreiden van dit blad, dat wjj dan ook, met
goede hoop op uitstekenden uitslag, de huwelijks-
courant zullen noemen.*
Het bovenstaande is hot inleidiugsartikel van eon
blad van dien naam, dat ruim twaalf jaar geleden
voor het eerst verschenen is, eu dat zich sedert
dien tijd in een uitstekend debiet en een grootcn
bloei vei'heugen mag, en dus werkelijk in eene lang j
gevoelde behoefte schijut te voorzien, als wij dien
geijkten term eens mogen gebruiken.
Het blad zelf draagt den naam van «Huwelijks-
couraut, weekblad gewijd aan de bevordering en j
totstandbrenging van huwelijken en echtelijk geluk.
Dat het echter niet alleou pure menscheuliefde
is, die Redactie en Uitgever aangezet heeft het blad
uit te geven, blijkt ten duidelijkste uit de voor
waarden, verbonden aan het adverteeren en het
slagen.
Advertentiën (te goedertrouw) worden opgenomen
voor 60 cents do veertig woorden of voor 24 Stuivers
de veertig woorden, als de adverteutien driemaal
geplaatst worden.
Alle antwooi-deu worden in het blad opgenomen
tegen den prijs bovongeuoemd.
Alle Inlichtingen worden door de Redactie ver
strekt onder het uitdrukkelijk beding, dat de dame
en de heer elk eeue overeeu te komen som zullen
beschikbaar stellen ten behoeve vau de Reductie
binnen een maand nadat het huwelijk gesloteu is.
De uitgever zal alle vragen beantwoorden zonder
kosten in het weekblad, maar wanneer or per brief
een antwoord verlangd wordt, moet de vrager of
vraagster twaalf postzegels of de waarde daarvan
insluiten.
De uitgever kan persoonljjk geraadpleegd worden
tegen eene vorgoeding van drie guldon per consult.
Wanueer eeue Dame of Heer weuscht te corres-
pondeeren, moeten zij naam en adres (in vertrouwen)
zenden aan den uitgever als oen waarborg van
eerlijke bedoelingen en goede trouw en wanneer
de uitgever partijen wil laten correspoudeoren, zal
bij hun de gelegenheid geven, op voorwaarde, dat
zij of hij eeue vooraf te bepalen som te zijner be
schikking stellen.
Men ziet, alle mogelijke voorzorgen worden ge
nomen, dat de zaken zoo voordeelig mogelijk zijn
voor Redactie en uitgever, (die twee zullou wel
synoniem zijn, maar toch worden ook alle mogelijke
maatregelen genomen, dat alles, zooals het blad
het uitdrukt, bona-fvle geschiedt, eu dat niemand
opzettelijk om den tuin geleid wordt.
b. v. art. 2. Elke advertentie moet bevatten den
leeftijd, het uiterlijk en de maatschappelijke positie
van deu inzender of van de inzendster, on ook
min of meer eene omschrijving van den Heer of
van de Dame, naar het valt, waarmede correspon
dentie wordt gewenscht.
Zooals wij boven zeiden, telt het weekblad reeds
een bestaan van twaalf jaren, en elk nommcr is
overvol van advertentieu op het huwelijk betrek
king hebbende, zoo zelfs, dat de gelegenheid om
ook andero annonces te plaatsen, door dien over
vloed bijna geheel illusoir wordt gemaakt. Elk
uominer van het weekblad telt acht bladzijden, het
blad, dat naast ons ligt, telt 315 seriouse advertenties,
huwelijks advertenties, wel te verstaan, zoowel van
Dames als van Heeren.
No. 5101. «Alfred, 22 jaar, van gemiddelde lengte,
hulpprediker, tegenwoordig salaris 1200 gulden
(100 wenscht in correspondentie te komen met
eene jonge dame, liefst eeue wees, tusschen do 18
en 21 jaar, met een goed voorkomen, wel opgevoed,
beminnelijk, en in goede kringen verkeerende, met
ongeveer hetzelfde iukomen. Do uitgever bezit hot
adres.*
No. 5096. «Een handelaar van den eersten rang,
oud 36 jaar, vijf voet drie duim lang, met donker
bruin haar en bruine knevels, flink, met ruime
middelen, deelgenoot in een groote zaak, spreekt
verschillende talen, g3looft zelf een beminnelijk
karakter te hebben en in staat te zijn, eeue geschikte
echtgenoote gelukkig te makon. Ik zou gaarne in
briefwisseling treden met eene dame, iets jonger
dan ik, de nummers (hier wordeu er vau vorige
advertentiën opgegeven) zouden mij misschien wel
lijken. Do uitgever bezit het adres.*
No. 5134. Oprechtheid! Zes voet lang, naar evenre
digheid schoon gebouwd, een gentlemau iu do echte
beteekenis vau het woord, donker, bevallig met
mooie tanden, zeer liefderijk in den omgang, 26
jaar oud, maar zonder middelen, daarom moet de
dame geld bobben, onder de 35 jaar. Eeue weduwe
is ook goed, maar zij moet gee ie kinderen hebben.
De uitgever enz.*
Zoo vindt men ze iu elk nummer bij tientallen,
elke stand is vertegenwoordigd, de handelsstand,
de geestelijke stand, officiers iu dienst of gepen
sioneerd, laudbouwers, letterlijk alles.
Ook do dames zijn goed vertegenwoordigd, en als
zij zich zeiven niet flatteereu dan moet het Engelsche
volk eene zonderlinge natie zijn, dat er zoovele
liefelijke, huiselijke, bevallige, rijke blondines en
brunettes en andere dames van allerlei klour rond-
loopon, die op zulk eene slootende wijze tot een
huwelijk moeten komon.
No. 5146. «Eeue dame, oud 23 jaar, groot, eene
lieve brunette, wel opgevoed, van goede familie,
beminnelijk, huiselijk, wenscht te trouwen, eu zou
gaarne iu correspondentie treden mot een goed
hartig mau vau goeden stand, die eene goede vrouw
noodig heeft. De uitgever heeft hot adres.*
No. 5035. «Eeue dame, oud 35 jaar, een eenig
kind, groot, schoon, allerzorgvuldigst opgevoed, zeer
aangenaam vau uiterlijk eu van voorkomen, niet
nukkig, zeer beminnelijk en huiselijk, eu die na den
dood barer ouders in het bezit zal komeu van eeu
aanzienlijke bezitting, wenscht in correspondentie
te komen met een heer van middelen tusschen de
veertig en vijftig jaar. De uitgever enz.*
No. 5116. Eene jonge dame, 19 jaar oud, vijf
voot ééu duim lang, gewoon in aanzienlijke kringen
te verkeereu, zeer schoon, zeer zorgvuldig opgevoed,
zeer verstandig, met een zeer warm hart en be
minnelijk eu die in het bezit van eigendommen
zal komen, zou gaarne correspondoeren met een
heer tusschen de veertig en vijftig jaren, met het
doel tot den huwelijken staat te geraken. Do uit-
DOOR
P. J. STAHL.
35)
k Mevrouwsprak zij «ge hebt dezen zakdoek
laten vallen», en tegelijkertijd bood zij haar een rooden
zijden doek aan, die de dame waarschijnlijk uit haar
hand had laten glippen.-