No. 117.
Woensdag 8 November.
1882.
FEUILLETON.
UitgeverL. J. VEERMAN. Jleusden.
Eene Koningin, die op het punt
staat, onttroond te worden.
Uit den gulden jonglingstijd.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
A b o n neme n t s p r ij s per 3 maanden 1Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Advertentien 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentien worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur.
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Ingezonden
Onder de afdeeling ongelukken, die de
dagbladen voor een zeker soort van lezers
het meest lezenswaardig maakt, vonden wij
dezer dagen het bericht, dat in de Laurier
straat te Amsterdam een oud vrouwtje ster
vende op den drempel harer woning werd
gevonden met gedeeltelijk verkoold lig-
chaam. Zij bleek eene oude gebrekkige ge
weest te zijn, die zich in de koude dagen
boven een kooltje vuur had willen verwar
men half slapende had zij niet bemerkt
dat hare kleederen vlam hadden gevat en
zich zelve niet kunnende helpen, vond zij
een treurigen dood.
Het is het eerste ongeluk niet geweest,
dat door een warme stoof veroorzaakt is en
het zal het laatste ook wel niet zijn. De
wintertijd brengt ons geregeld jaarlijks be
richten van oude vrouwen, die verbrand
zijn, van kerken die gedeeltelijk in de asch
zijn gelegd, alles tengevolge van de warme
stoof. Wij weten er hier ook van mee te
praten. Hoeveel daar evenwel reeds over
gezegd is, hoe dikwijls er al op het scha
delijke is gewezen, niet alleen van veel,
maar zelfs van zeer weinig kolendamp in
een vertrek, hoe sterk de ongevallen ook
spreken, de warme stoof handhaaft hare plaats
en degene, die haar af zou willen schaffen,
zal een hevigen tegenstand ontmoeten bij
vele eerzame hofjesjuffrouwen, trouwe kerk-
gangsters en huismoedertjes in het algemeen.
De vreemdeling lacht om deze bijna uit
sluitend Hollandsche gewoonte, de dokters
preeken er tegen, de couranten melden met
prijzenswaardige nauwkeurigheid elk ongeluk
door de glimmende kool veroorzaakt, dat
alles helpt niet; de zolenverkwikker en
lichaamsstover heeft nog niet uitgediend en
telt nog een aanzienlijk contingent van
beschermsters en aanhangsters.
Toch zal zij eerlang een zvvaren strijd te
strijden hebben. Reeds hoeft zij een mach
tige mededingster gekregen in de waterstoven,
die wij langzamerhand in onze huizen haar
intrek hebben zien nemen en die ons zoo
kunnen foppen op de spoortreinen, als men
vergeten heeft ze op tijd met heet water
te vullen, maar die toch in de meeste ge
vallen een ware weldaad zijn voor onze
verkleumde ledematen. Maar die waterstoven
hebben het lastige gebrek, de andere
stoven trouwens ook, dat zij telkens weer
moeten voorzien worden en daarom is men
er reeds lang op bedacht geweest ze te ver
vangen door voorwerpen, die minder moeite
geven en de warmte langer behouden.
Zooals bij zoovele zaken moest ook hiel
de scheikunde te luilp komen, de scheikunde,
die de tonderdoos heeft verdreven en de
lucifer in de plaats gebracht, die ons wijn
verschaft zonder druivensap, die-ja, waar
zonden wij eindigen, zegt de redenaar van
professie de scheikunde dus moest
helpen.
Een jaar of vier geleden werd er in ver
schillende wetenschappelijke tijdschriften op
gewezen, dat men soorten van soda kent,
die de eigenschap bezitten, spoedig eene
groote hoeveelheid warmte op te nemen en
die gedurende betrekkelijk langen tijd in
kleine mate weer terug te geven.
De scheikundige Ancelin te Parijs nam
in het begin van 1878 octrooi voor Frankrijk
op alle mogelijke dergelijke stoffen.
Plet octrooi spreekt o. a. van vette, hars
achtige, teerachtige, aardharsachtige soda,
vermengd en opgelost; eene opnoeming van
eene halve bladzijde, zoodat er voor een
lateren octrooi-vrager niet veel kon «ver
schieten.
In September van hetzelfde jaar werd de
overtuiging bij den Heer Ancelin levendig,
dat azijnzure soda en potasch de beste be-
standdeelen waren hij nam toen nog een
supplement octrooi en uit alles wat hij vroe
ger had opgenoemd, koos hij voorloopig
deze twee.
De reeks octrooien, die de uitvinder later
nam, bewees dat hij met zeer vele zwarig
heden had te kampen en dat de azijnzure
soda nog niet omniddelijk gezind was voor
hem te worden, wat hij wenschte, namelijk
de onderdanige dienares.
Hij ondervond de grootste moeilijkheid,
dat hij niet in staat was, de gesmolten soda
weer in vasten toestand te brengen. Of h t
kristalliseeren ging te spoedig of in het
geheel niet. In het laatst van 1880 en
in het begin van 1881 nam hij nog vier
octrooien, telkens in de veronderstelling,
dat hij het geheim gevonden had. Zijn on
verdroten ijver wekte veel belangstelling en
ondervond groote waardeering. Het beste
bewijs daarvoor zijn de proeven, met graagte
genomen door de Fransche spoorwegmaat
schappijen steeds was de uitslag onbevre
digend, door het te vroeg overgaan van de
grondstof in den vasten toestand.
Te gelijkertijd werd ook in ons land
naar eene oplossing van deze moeilijkheid
gezocht en de uitslag was gelukkiger dan
in Frankrijk. Degene, die er zich in ons
land mede be«ig hield, was de fabrikant
H. J. Scholte te Amsterdam. De Holland
sche IJzeren Spoorwegmaatschappij veroor
loofde hem proeven te nemen, en die proe
ven hadden herhaalde malen het verras
sendste resultaat. Drie zijner stoven b. v.
brachten gedurende acht dagen geregeld
15 a 18 uren achtereen eene warmte voort
van 70 tot 72, en later nog van 44 tot 50
graden Celsius.
Het nut van deze uitvinding springt dui
delijk in het oog, men hoeft niet met be
wijzen aan te komen. Belangrijke voordee-
len zal zij geven aan spoor en tram maat
schappijen en groote inrichtingen. De heer
Scholte heeft in Duischland en in Frankrijk
octrooi gekregen, zoowel op het geheim
om de soda regelmatig te laten werken,
als op de sluiting der stoof zelve. Behalve
wat bij de vulling en vermenging in acht
genomen wordt, bestaat het geheim volgens
liet octrooi daarin, dat de inhoud zijne na
tuurlijke vrijheid behoudt om zich uit te
zetten en in te krimpen.
Door den fabrikant worden natuurlijk de
noodige pogingen in het werk gesteld, om
zijn fabrikaat zooveel mogelijk ingang te
doen krijgen. Het is evenwel zoo goed als
zeker, dat het zijn eigen weg toch wel
vinden zal waar de voordeelen zoo groot
zijn en gevaar en nadeel worden weggeno
men, daar is aanbeveling onnoodig.
Volgens een rondschrijven van den uit
vinder zou de verwarming van een stoom
tramwagen met vier groote stoven slechts
tien centen daags kosten. Men heeft er
gecne andere moeite mede, dan dat men
de stoven des morgens vóór het gebruik
ongeveer een uur in kokend water legt, dat
is voldoende om ze gedurende 15 a 18
uren tot verwarming te doen dienen.
Kerken, schouwburgen en andere open
bare plaatsen, waar zich vele menschen
verzamelen, kunnen van deze uitvinding
veel partij trekken. Met weinige kosten is
het mogelijk daarvan eene proef te nemen.
De kleine stoven voor huiselijk gebruik be
hoeven slechts een kwartier in kokend water
gelegd te worden om ze den geheelen dag
eene geregelde warmte te doen afgeven.
Binnen niet al te langen tijd zullen deze
stoven in de winkels van onze groote ste
den, tegen den prijs van ongeveer vijf gul
den per stuk verkrijgbaar zijn. Die prijs is
zeker niet hoog, als men bedenkt dat er
ROMANTISCHE HERINNERING
3)
Ethel echter zette de kaars op de tafel, en
zeide daarop nauwkeurig alles wat de grootmoeder
hem gezegd had, zonder eenige verandering in haar
woorden bij te brengen. Nu werd Ethel want
niemand herkende hem, zoo zeer was hij veranderd
uiterst beleefd ontvangen en onthaald, terwijl zij
nauwelijks den tijd konden afwachten, dat het avond
zou worden.
Er waren ook 'juist twee vreemde prinsen aan het
hof, die zeer nieuwsgierig waren naar het Bruid-
licht, want elk hunner meende, dat zijn beeltenis
in het kunstlicht zou te zien zijn, en dan kon hij
onmiddelijk de bruiloft vieren met het lieftallig Duizend-
schoontje. Toen zij nu echter de kaars aanstak, waren
zij allen verbaasd over de prachtige beeltenis, die uit
de vlam te voorschijn kwam, maar zij geleek in geenen
deele op een der beide prinsen, en zij vertrokken vol
wrevel den volgenden morgén. Ethel ontving de groote
belooning, een geheele wagenvracht met kledingstuk
ken, goud en edelgesteenten en trok daarmede naar
het huisje in het bosch. Daarna streek de grootmoeder
drie malen met de linkerhand over zijn voorhoofd en
wangen en hij ademde weder even vrij als vroeger,
want het was hij hem een gevoel, als of een zware
sluier van over zijn gelaat was weggegleden. Hij moest
grootmoeder alles vertellen, ook van de beide prinsen
en zij knikte slechts met haar hoofd en zeide
»De rechte'man zal spoedig komen, Ethel
Ethel had nu genoeg te doen om kisten en kasten
te vervaardigen om al die heerlijke geschenken in te
bergen en toen hij er een van gereed had en er die
prachtige stukken inlegde, zoo kon het wei niet anders
of hij moest om het liefelijk Duizendschoontje denken.
Die laatste had echter geen rust meer sedert dien
avond, voor en aleer den volgenden avond was neerge
daald. Toen stak zij de kaars weer aan en staarde
op de beeltenis, die dagelijks in levendigheid voor haar
toenam, en zij gaf er de schoonste namen aan, de
een al fraaier dan de andere, zoodat die ook duizend
namen had, en zeide toen
»Nu zijt gij mijn lieve, beminnelijke Duizendschoon
en ik uw Duizendsehoontje
Er was echter een prins uit Magonië, die ook onder
het getal der vrijers was, welke alle hoop nog niet
opgegeven had om eindelijk nog Duizendsehoontje tot
vrouw te zullen hekomen. Hij had de kamenier om
gekocht, welke hem het verbod van de kaars verraden
had, van niet voor het bepaalde uur ontstoken te
mogen worden en de geliefde daardoor uit haar oog
zou verdwijnen. Daarop bouwde hij zijn plannen en
beloofde aan de kamenier een kleed zoo prachtig als
de maan, een snoer paarlen daarboven als de zon en
een sjerp er over heen als der sterrenmelkweg. En
op zekeren dag zeide de kamenier tot Duizendsehoontje
»'t Is toch vreemd, dat uw geliefde alleen te zien
zou zijn, als het donker begint te worden mij
dunkt de dag is zoo lang en de liefde zoo groot
De prinses zweeg en zuchtteMaar wat de kamenier
gesproken had, was sedert geruimen tijd een denkbeeld
geworden, dat in haar "binnenste woelde en «vooreen
enkele keer zal het geen schade doensprak zij bij zich
zelf »ik doe het enkel en alleen, omdat ik mijn
Duizendschoon zoo innig, hartelijk beminentoen
zij alleen was, stak zij de kaars aan, smeekte haar
geliefde, dat hij niet boos op haar zou worden en gaf
hern nog veel meer en nog liefelijker namen dan
vroeger. Dc kamenier had haar echter bespied en
dreef haar steeds tot hernieuwing en wederhernieuwing
aan, en Duizendsehoontje stak de kaars al meer en meer
aan en zag dat de beeltenis hoe langer zoo zwakker
en treuriger te voorschijn kwam. Nu begon zij berouw
te gevoelen en zij werd zoo bleek als de beeltenis
en liep waggelende door de kamer, even zoo als dc
vlam van de kaars zich heen en weer bewoog. De
j koning zag zijn kind langzaam wegkwijnen en deed
i alle geneesheeren uit zijn koningrijk bij haar komen,
j maar niet een van hun allen vermocht iets tot haar
1 verbetering.
Op zekeren avond zeide de grootmoeder tot Ethel
«Ethel! mijn kind! Morgen moet gij naar het
burchtslot gaan en u bij de prinses laten aandienen.
Als zij u vraagt, wat gij zijt moet gij antwoorden,
dat gij de rechte geneesheer zijt. Trek echter het
fraaiste kleed aan, omgord u met den fraaisten degen
en bestijg het schoonste paard uit den stal wat
nog meer moet geschieden, zult gij later vernemen.
Als het dan begint donker te worden moet gij beiden
alle personen uit het paleis bijeen doen komen en
steekt dan de kaars aan. Ga nu slapen, Ethel, mijn
kind
E:i Ethel ging naar bed, maar even als alle avon
den dacht bij aan Duizendsehoontje, en haar beeld
wilde maar niet verdwijnen. Eu toen hij eindelijk
insluimerde, droomde hij van vader cn moeder en van
een schitterende zaal en hoe vader cn moeder Duizend
sehoontje bj dc hand namen en haar naar hem toe
geleidden cn de grootmoeder kwam ook en de koning
nu ontwaakte hij weder en kou niet meer in slaap
geraken, zoo schoon en helder was die droom ge.-
wecst.
Bij het krieken van den dageraad begaf hij zich in
het bosch. De vinken en meerlen hadden ook pas hun
kopjes uit de veeron gehaald en die met de snavels
glad gestreken.
(Slot volgt.)
DE
---
uw
UOamftansMVfaRCflKBi
■PIIWH—
iT>
VAN
E. SCHNELLENB ACH.