No. 121. Woensdag 22 November. FEUILLETON. N Uitgever: L. J. VEERMAN. Ileusdcn. UE VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.Eranco per post zonder prijs verbooging. Advertentiën 1—6 regels 60 ct. Elke regel xAd verten tien worden ingewacht tot Maand stukken tot Maandag- en Donderdagavond f§ T\T\ 11 i" I H ss graaf Bradnitzky te Warschau .JIJ 1) In het paleis van had een groot bal plaats, waaraan niet alleen de aristocratie der Poolsche hoofdstad, maar ook de land adel uit den omtrek deelnam. Graaf Bradnitzkv be kleedde een hoogen post bij de regeering, maar niet alleen zijn invloed, dien hij tengevolge daarvan uit oefende, vulde zijne zalen met gasten het was ook niet de politieke beteekenis zijner positie te Warschau, die hem steeds met een schitterenden kring van R u s s i s c li-gezinden omgafpopulair was zijn naam door zijne twee dochters, die de erkende schoonheden van het seizoen waren. Men beweerde, dat wel meer dan eens de twee paar fonkelende oogen der bekoor lijke gezusters, de verstókts te Polen overgehaald hadden tot de Russische partij. De bals in het paleis Bradnitzkv waren beroemd dcor de waarlijk tooverachtige pracht, die daar ten toongespreid werd in decoratiën en toilletten, en men beijverde zich, zijne kaart in de groote marmeren schaal, die daar geplaatst was, te leggen, om dan dat kleine, naar muskus riekende billetje te bekomen, dat de sleutel was tot dit feeënrijk, en toch slechts cenige weinige gelithographieerde woorden bevatte woorden van uitnoodiging. De zalen van liet paleis Bradnitzky waren wijd en zijd beroemd om de kostbare stuc-plafonds, de spie gelwanden en kristallen luchters, waaruit duizende waskaarsen haar licht uitstraaldenberoemd echter wegens den zeldzamen rijkdom van sen er in zag geurden en al hoofdzakelijk heemsche gewassen, welke de zalen op kwistige wijze sierden. Daar strekten reusachtige waaierpalmen hare groote bladeren tot ..aan de zoldering omhoog daar groeiden varens in zeldzamen overvloed cji in .de won derlijkste variatiëndaar tusschcn bloeiden callaas in hunne eenzame, sprookjesachtige schoonheid cactus bloeiden, camelia's en rozen stonden den pracht hunner vormenkortom, men zich midden in den winter verplaatst in de bc- tooverende bedwelming der tropische gewesten, in de groenende lente der Noordsche Flora. En daarboven flikkerden de kaarsen,uitlokkende balmu- ziek deed zich hooren brillanton en edelgesteenten schit terden, zijde en atlasstreepen gleden over den par- quetvloer, goud- en zilvergaas klaterde van alle kan ten, de ordesterren en gestikte uniformen der heeren fonkelden met allerlei kleuren, een kruisvuur van geestigheden en bon-mots vloog over en wéér, schoone oogen straalden van opgewektheid, de waaiertaai sprak hare stomme, bevallige causerie, het was een tafereel voor een kunstenaarsoog, een heerlijk gestadig wisselend tafereel, het penseel van een Makart waardig. Te midden van dit lachende, schertsende, bewege lijke gewoel stonden graaf Bradnitzky en zijne gema lin, om nieuwe gasten te verwelkomen. De graaf was een goede, vijftiger, lang, rijzig en met scherpe, on doordringbare trekkenzijne gemalin eene middelmatig groote, weelderige figuur, door wier rijke haren reeds vele zilverdraden liepen, en wier edele trekken van vroegere schoonheid getuigden. En daar, niet verre van den heer en de dame des huizes, staan de dochters van het paar. De oudste een brunette, bloeiend als een Bourbonroos; de jongere licht blond en teeder, niet ongelijk aan de witte roos, wier kelk met een rooden gloed overtogen is. De vereerders 'der beide zusters verdeelen zich in de ridders van de roode en de witte roos; elke partij voert haar symbool in het knoopsgat. En de gravinnen Bradnitzky zijn beiden even beminnenswaardig, even goed als schoon; zij blijven zich altijd gelijk in hare vriendelijke goedhar tigheid en worden deswege geliefd door oud en jong. De zusters stonden te praten met de haar omringde personen; haar zilvcrhelder, vroolijk gelach klonk be- tooverend en drong nu en dan door tot de zuil, een hooge, kloeke manncngestalte in de der Circassiërs geleund stond. Zijne trekken en bleekzijne zwarte oogen van waartegen uniform waren onregelmatig eene demonische schoonheid. Een donkerzwarte ring baard bedekte de grootste helft van zijn gelaat. Deze man was de Circassische Vorst Grigor Feodorowitsch Voinesco. Voor hem was Warschau volkomen een terra incognita, een onontdekt land. Met een zijner bekenden eerst dienzelfden dag daar aangekomen, was hij door dezen terstond naar het bal gebracht en aan den graaf en de gravin voorgesteld geworden. Dezen had hij zijn compliment gemaakt; anders had hij voor niemand zijn uithecmsch klinkende namen en titels laten uitspreken. Zijne blikken rustten onafgewend op de betooverende gestalte der blonde gravin Vera het was als weefde zich uit haar zachtgolvende haren een net, dat hem met onweerstaanbare kracht voorttrok in haren tooverkring. De heer, die den Vorst geïntroduceerd had in het oogenblik later in paleis Bradnitzky, liep hem een haast voorbij. De Circassiër hield hem staande. «Slechts één vraag,sprak hij tot hem, «wie is die dame daar met dat lichte haar, in een kleed van zilvergaas en met rozen in de lokken Welke «Daar staat zij naast die dame met dat pur perkleurige zijden kleed.» De cavalier wierp den Vorst een verwonderden blik toe. «Men bemerkt, dat gij uit een ongastvrij land komt,« sprak bij, «deze dame is de gravin Vera Bradnitzky, de dochter des huizes.» «Gij moet inij aan haar voorstellen,zeidc de Vorst haastig. «Volonlièrement,» hernam de andere, kom mede! Gij vindt natuurlijk de gravin Vera zeer schoon!» «Betoovcrend is het juiste woord!» riep de Vorst in vervoering uit. «Ik houd van blonde vrouwen waarschijnlijk omdat ik zelf zoo zwart als een Neger ben. «Wel mogelijk,» hernam de cavalier; «ik geef aan de roode roos, aan gravin Feodora, de voorkeur. Zij stonden voor den kring, die de zusters omringde en men trad terug toen men bemerkte dat de Vorst wensehte voorgesteld te worden. «Mes dames vergunt mij: Vorst Grigor Feodo rowitsch Voinesco gravin Feodora en gravin Vera Bradnitzky ik heb tie eer!» De Vorst maakte een diepe buiging en bracht Vera's hand aan zijne lippen; toen hij weder opzag werd de gravin getroffen door een zoo zonderling vlammen- den blik, dat zij er ganse'u en al van ontsteld was. «Mag ik het genoegen hebben, een quadrille met u te dansen, gravin vroeg hij. Vera gaf hare toestemming en Vorst Voinesco ge- I leidde haar in de rijen der dansenden. Zij was buitengewoon verlegen tegenover hem, en zoo gemakkelijk zij ook anders de conversatie be- heerschte, zoo moeielljk viel het haar thans een thema te vinden de tegenwoordigheid van. dezen man benam haar bijna de spraak en drukte als een berg op haar ziel. t (Wordt wryolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1882 | | pagina 1