BINNENLAND. PLAATSELIJK NIEUWS. De buitengewone riviercorrespondentie langs het linkerboord der Maas van Cuijk tot hier is in werking gebracht. Ook zijn de stations tusschen Cuijck en deze plaats met inbegrip van den Baard- wijkschen overlaat door de Waterstaat bezet. GORINCHEM. Sedert Donderdag 28 tot Zater dag 30 December zijn aan de vischmarkt alhier afgeslagen: 6 zalmen van 20 tot 23 halve kiloX; prijs per halve kilo f 0.97 tot 1.17. Bij de 1.1. Donderdag gehouden stemming voor een lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, is met 51 stemmen gekozen de heer C. van Drooge Dz. Op den heer L. de Beer waren 30 stemmen uitgebracht. ALMKERK, 31 Dec. In de op 1.1. Zaterdag gehouden vergadering van de afd. Almkerk der Vereeniging nVolksonderwijs" is de heer fl. de Heus benoemd tot lid der Commissie van beheer over de Volksbibliotheek, in de plaats van den heer J. W. Kubus, die wegens vertrek naar elders, voor die betrekking beeft bedankt. GELDERMALSEN. Vrijdagavond trad voor het Nutdepartement alhier als spreker op de heer Helleman van Kinderdijk. Hadden we eenige jaren geleden al eens het genoegen spreker voor ons te zien optreden, nu weer toonde hij, dat zijn naam als declamator niet genoeg kan geroemd worden. De ernstige voordrachten van //De Werksta king", //Het doode Paard" en //Bach te Dresden" werden met de grootste aandacht en de diepste stilte gevolgd, en de komische voordrachten brach ten de lachspieren zoo in beweging, dat ook hierbij een herhaald applaus den spreker bewees, hoe hij aan het publiek was bevallen. Den 11 Juli 1882 werd de wet tot wijziging der wet op het zegel bekrachtigd, zoodat de Re geering bijna een half jaar tijd heeft gehad, om de noodige maatregelen te nemen voor een be hoorlijke uitvoering. Zij wist dat millioenen stuks van bet quitantiezegel nnodig zouden zijn op 1 Januarizij kon weten dat die zegeltjes van 5 cents op allerlei rekeningen en quitantien moeten worden geplakt, door tallooze menschen gebruikt en beschreven zouden moeten worden, dikwerf met veel haast. En toch, niettegenstaande er alle tijd voor beschikbaar was, heeft de Regeering het noodige ter uitvoering van art. 1 der wet op zoo bekrompen en onhandige wijze verricht, dat hare vermaning aan het publiek om toch trouw die nieuwe belastingbepalingen op te volgen van hare zijde werkelijk iets belachlijks heeft. De lust om de wet trouw op te volgen, is algemeenhet publiek is overtuigd dat deze belasting, die wei nig drukkend is, als zij eerlijk wordt opgebracht, een goede bate voor de schatkist kan opleveren. Maar nu men zich van de noodige zegels voor zien wil om zijn plicht behoorlijk te vervullen en aan de roepstem der wet en der Regeering ge- hooi te geven, blijkt het dat het onmogelijk is het noodige getal zegels dadelijk te krijgen. En de zegels, die men krijgt zijn zoo onpraktisch mogelijk, veel te groot en niet geperforeerd, zoo dat men ze moet afknippen, wat heel lastig is. Het schrijven over het zegel is heel moeielijk de pen haakt, terwijl de zegels iets vettigs hebben (misschien hebben zij wat dicht in de buurt van de nieuwe vette muntbiljetten gelegen) wat het beschrijven bijna onmogelijk maaktkomt de oppervlakte met een warme hand of met een vochtigen doek in aanraking dan verdwijnen kleur en stempel. Er zijn nieuwe zegels beloofd het is te hopen dat die beter zullen zijn. Weet men hier te lande niet hoe die dingen gemaakt worden, laat men dan even in Frankrijk of Engeland gaan zien hoe men goede plakzegels maakt. Ook spoed is een eerste vereischte voor die verbetering. De Regeering heeft een half jaar gebruikt met iets heel slechts en gebrekkigs af te leverenlaat zij nu trachten in een paar maanden wat beters te geven. Vad. Een ambtenaar trekt een zeer juiste conclusie uit de nieuwe Zegelwet. Ieder doet zijn best om de overtuiging ingang te doen vinden, dat de wet stellig wil, dat het 5cents zegelrecht moet worden betaald door dengene, die de quitantie neemt, dus niet door den handelaar of leverancier, maar door den kooper. Xu hebben Rijk, gemeenten enz. tot dusver het zegelrecht der quitantiën wegens tractement enz. ten laste van de ambtenaren gebragt. De ambtenaar concludeert thans, dat Rijk en gemeenten, wel in de eerste plaats geroepen om de wet na te leven, dus in het vervolg die kor ting op tractementen enz. aan de ambteraren zullen kwijtschelden. Tegen de juistheid valt. niets te zeggen. D. v. Z.-ll. De Waalwijksche boot, die enkele dagen gele den in bet Ilollandsch Diep gezonken is, is ge licht en behouden te Waalwijk aangekomen. Nader blijkt dat, toen de kapitein bemerkte dat de boot lek gevaren was, een viertal schepen, die toevallig in de nabijheid waren, een groot deel der lading hebben overgenomen, dat dus ge heel droog gebleven is. Ook van de goederen, die na het zinken gelicht zijn, moeten verschil lende niet zoo erg beschadigd zijn, als men wel reden had te vreezen sommigen hebben zelfs in het geheel niets geleden. Door de uitgevers van ,/Het Vliegend Blad van Amsterdam," het bekende Volksblad, wordt eert eigenaardige premie voor den jaargang 1883 aartgeboden. Deze zal bestaan in een flinke, nette werkmanswoning, voor dat doel te bouwen in een van de nieuwe wijken van Amsterdam. Dit pand, ter waarde van omstreeks 10.000, zal in het laatste kwartaal van 1883, bij loting, in eigendom aan een der lezers van dat blad toege- wezen worden. Eene dame te Oldenzaal heeft, naar de ,/Tw. Ct." bericht, de nadeeligè gevolgen ondervonden van de thans heerschende mode om vogels tot versiering der hoeden te gebruiken. Een prachtige hoed, pas van de modiste ontvangen, werd even op de tafel neergezet. De gelukkige eigenares moest zich een oogenblik verwijderen, en in hare afwezigheid kon de huiskat haar roofzucht niet weerstaan. Met één sprong valt zij op den hoed, zet hare klauwen in den schoonen vogel en ver nielt alles, wat voor eenige seconden nog de b i- wondering en geheele goedkeuring wegdroeg. Een Duitscher, die Arnhem bezocht, wilde gaarne een tochtje op den Rijn doen en maakte zich daartoe meester van een aldaar vastgemeerde roeiboot. Te Ileteren aangeland, werd het vaartuig door hem ten eigen bate verkocht en bleef hij daar logeeren. Toevallig had de veldwachter dier plaats hem gezien, zoodat toen hij den volgenden dag naar Wageningen was vei .rokken, met liét doel zijne reis verder voort te zetten, hij op diens aan wijzing aldaar werd gearresteerd en aart de justitie te Arnhem overgeleverd. In den nacht tusschen 27 en 28 dezer onge veer 12 uur geraakte de schipper H. Cent, ko mende van Amsterdam met zijn vaartuig beladen met rogge en bestemd voor de heeren Van Laer te Zwolle, tengevolge van een defect aan het kom pas en het mistige weder, nabij Kuinre op het sthind. Na den geheelen dag met onderscheidene personen een gedeelte van de lading over boord eil met punters naar den wal gebracht te hebben, is het hem niet mogen gelukken zijn vaartuig vlot te krijgen. Naar men verneemt zijn schip en lading verzekerd. De minister van waterstaat enz. heeft aan den gemeenteraad van Zalt-Bommel, op haar deswege gedaan verzoek geantwoord, dat de regeering geen voornemen heeft, om voor rekening van het rijk vlugthavens langs onze groote rivieren te maken. Als een bewijs van de hooge waarde, die men tegenwoordig hecht aan Delftsch aardewerk diene, dat deze week een klein potje, 't welk geheel zwart en gekleurd was, verkocht werd voor ƒ3.25 aan een rondventer, die het overdeed aan een Belgisch koopman voor 350. De eerste had dus enschen. Wanneer slechts de helft ver duld wordt, zal er nog genoeg goeden wil, geestkracht en vertrouwen oveiblijven, om iet door de moeilijke dagen, die voor de deur staan, heen te brengen. Er is zooveel op wetgevend terrein wat om herziening vraagt, dat we onze overheid nooit genoeg vc;stand en overleg kunnen toewenschen. Maar er is meer noodig. Zal het rader werk van Staat bij voortduring vlot loopen, dan moet ieder burger, onverschillig van wat rang of stand hij zij, overtuigd wor den, dat dit zonder de hulp van allen niet mogelijk is. We hopen dat het jaar 1883 zal zien sterven alle onverschilligheid, alle gemakzucht, alles en alles, wat tot leuze voert ,/wat gaat 't mij aan" fc Ten slotte wenschen \ve alles goeds toe aan onze Gemeente, dat ze bloeie en dat het al hare ingezetenen welga! Dat zij ook onze wensch voor alle lezers van ons blad in 't bijzonder. Het ga hun goed dit jaar in hun beroep, de schat der gezondheid blijve hun bij en we zeggen van harte een welgemeend //amen" op iedere zegening, die ze voor zichzelven noodig oordeelen. Zoo worde 1883 voor Land en Volk, voor Vorst en Onderdanen een jaar rijk aan vrede, aan welvaart, eensgezindheid, onderling ver trouwen en groote werkzaamheid en vinde een volgend nieuwejaar ons wakende op onzen post, als trouwe strijders voor 't al-* gemeene welzijn Dat zij zoo PARIJS, 1 Januari. Gambetta mid dernacht overleden. HEUSDËN, 1 Januari. Tengevolge van liet wassende wuter is de dili gence-dienst op 's Bosch weder gestaakt. tliet water is alhier sints onze vorige op gaaf sterk gewassen, zie de rivierberichten. De buitengewone riviercorrespondentie treedt in het waterschap den Iloogen Maasdijk van Stad ph /Land van Heusden in werking. tTIEL, 28 Dec. Bij de heden alhier gehou den opening van stembriefjes, ter benoeming van een lid van de Prov. Staten in deze provincie, ontstaan door het overlijden van den heer M. J. Verstcegh, verkreeg geen der candidate!) de vol strekte meerderheid. Er zal dus eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren mr. P. Rink, die 307 en J. A. Versteegh die 226 stemmen op zich vereenigd zagen van de 647 ingeleverde stembr. tANDEL, 28 Dec. Tot ouderling herbenoemd de heer C. van Merkom, en tot diaken de heer C. Mout liaan. fNIEUWKUIJK30 Dec. De kwelkade om de wiel alhier is doorgebroken, zeer ten nadeele van den aannemer. Herstellingen worden direct aangebracht. Gelukkig heeft dit voor het oogen blik geen verontrustende beteekenis. t 's HERTOGENBOSCH. 30 Dec. De Boklio- vensche overlaat werkt met gemiddeld 0.27 M. overstorting over 200 Meters. knielde een slank meisje en verborg snikkend het gelaat. Bij mijn eerste woorden, die van hoop spra ken, hief zij het hoofd, op, en zag mij door haar tranen heen aan, doch hij de flaauwe verlichting van de kamer kon ik haam trekken niet onderscheiden. Toen mijn geneesmiddel de zieke eenige verlichting aanbrachten, de pijnlijke stijfheid van haar gelaats trekken verdween en de doodelijke bleekte voor de natuurlijke kleur plaats maakte, kwam het gezicht van de oude dame mij zeer bekend voor, maar in het eerste oogenblik wist ik mij niet te herinneren, op welk punt van mijn levensweg ik dit gelaat, dat, in weerwil van den hoogen leeftijd, nog schoon was, ontmoet had. Den geheelen nacht verliet ik mijn zieke niethet jonge meisje was zooveel zij kon be hulpzaam, doch toen de eerste morgenuren de oude een rustigen sluimer aanbrachten, bood ook zij niet langer weerstand, en viel aan het voeteneind van liet bed, op een lage voetbank gezeten, in een diepen slaap, ik waakte bij de beide slapenden, omdat ik voor een terugkeer van den gevaarlijken aanval vreesde, maar de zieke sluimerde voort en toen de eerste stra len der morgenzon door liet venster drongen, stond ik zachtjes op, luisterde nog eenmaal naar haar regel matige ademhaling en boog mij over liet meisje heen. Nu angst en smart het jonge gelaat niet meer ken- nekemien, herkende ik in haar mijn aangebedene overbuurvrouw uit mijn studententijd. Ik had, oprecht gesproken, in de laatste jaren ter naauvvernood meer aan baar gedacht, niettemin verheugde ik mij haar thans weer te zien en haar van dicHst te kunnen zijn. Zij had toenmaals den schralen blonden student, die tegenover haar dicht onder de wulken woonde, wel nimmer opgemerkt, doch den jongen doctor, die het leven van haar 1 grootmoeder gerejj had, behandelde zij met groote vriendelijkheid. Ik vernam dat Margaretha's ouders, die te dien tijde met liaar naar een andere stad verhuisd waren, in dien tusschcntijd gestorven waren, zonder haar in zulke schitterende omstandigheden achter te laten, als waarin zij was opgegroeid. Zij leefde nu hier met haar grootmoeder van het weduwe-pensioen en liet overschot van het vermogen van dezedoch ik leerde de oude weduwe van den geheimraad Wild- liosen als een zeer trotsche, ongenaakbare dame ken nen, en het ongeluk dat haar getroffen had was niet in staat geweest haar karakter te buigen. Ik kwam weken lang dagelijks in haar woning, omdat de oude dame mij nog noodig had, en ook, omdat de bruine oogen van haar kleindochter mij in het eerst zoo vriendelijk welkom heetten, doch hij mijn latere bezoeken ontweek zij beschroomd de mijne en kleurde een hoogrood haar wangen. Zoo geschiedde het op zekeren dag, dat de weduwe van den geheimraad ons overviel, toen mijn arm om Margaretha's schouder en haar hoofd tegen mijn horst lag. Wij schrikten wel een weinig bij haar onver wacht binnenkomen, maar ik hield mijn geliefde nog steviger vast, terwijl ik mij tot haar grootmoeder wendde en om haar zegen over onze verbindtenis smeekte. De oude dame zag mij koud en uitvorschend aan, alsof zij verbaasd was over mijne vermetelheid daarop vroeg zij mij koel, wat ik, behalve mijn hart, aan haar kleindochter kon aanbieden. Dat was waarlijk wel al te veel, als zij liet vooruitzicht op een betere betrekking niet wilde laten gelden. »En nog eens, mijn jonge doctor,* zeide zij ten slotte spottend, die zoo vol vertrouwen aanzoek doet om mejuffrouw Van Bhoda alsof gij haar daar mede een eer bewees, van welke familie stamt gij af?« Op kalmen toon, dat is te zeggen, zoo kalm als een minnaar in zulk een oogenblik zijn kan, gaf ik haar ten antwoord, dat mijn vader en mijn broeders het voorbeeld van hun voorouders volgden en liet eerzame kleèrmakersvak uitoefenden en dat ik door de goedheid van mijn peet slechts een meer ontwik kelde opvoeding had genoten. Doch waarom zal ik langer bij dit gesprek stil staan Genoeg dat de vrouw van den geheim raad mij met harde woorden het huis ontzeide en ik mijn lieve, schreiende Margaretlia verlaten moest. Ik was jong eu vol moed, bouwde vast op de trouw van mijn geliefde en ging vol hoop de toekomst tegemoet. Toch zou mijn vertrouwen op een zware proef worden gesteld. Het was op een dag in November toen de oude dame mij de deur weesde winter verliep, de zomer volgde hem het werd weer herfst en weer winter, on de vervulling van den wensch mijns harten scheen mij nog even onbereikbaar ver af. Mijn vader deelde mij meê, dat de geneesheer te Wiesenheim liet plan koesterde naar een groote stad te verhuizen cn verzocht mij den wensch van de ge heele familie te vervullen en naar mijn vaderstad terug te keerenaan practijk zou liet mij als geboren Wiesenheimer, die bovendien met de aanzienlijkste burgers van de plaats door banden des hloeds, zwa gerschap of peetschap verbonden was, nog minder ontbreken dau aan mijn voorganger. Bij mijn diep gewortelde gehechtheid aan de mijnen en de oude kleine stad, zou ik niets wenschelijker geweten heb ben, als liet veranderen van woonplaats mij niet een volkomen scheiding van mijn beminde Margaretlia voorspelde. Al had ik ook na dien herfstdag haar woning niet meer betreden, toch zag ik haar somtijds voor het een aanlig winstje, inaar nog meer won de laatste, daar hij het aan liefhebber voor fr. 3000 1490 verkocht. Men verzekert, dat het nog meer waard is. Twee gem.-veldwachters van Laren zijn, door den kantonrechter te Zutphen, veroordeeld wegens openbare dronkenschap. .Als 't nu nog eens in verkiezingsdagen ware geweest, dan had men kunnen laten passeeren dat zij een borreltje zetten op het succes van hun candidaat en dien van Burgemeester. Maar nu D. V., vrouw van 8., te Zevenaar, zal den 4n Jan. a. s. voor het Hof te Arnhem terecht staan wegens opzettelijke vergiftiging fan haar stiefkind. Bescli. was, sinds zij in 1881 de tweede vrouw van S. werd, zeer slecht voor haar zes stiefkinde ren, maar vooral voor een 4-jarig knaapje. Des vaders liefde voor de kinderen nam daardoor ech ter te meer toe, hetgeen nu meer eu meer de ijverzucht van besch. opwekte, die ten slotte een aftreksel van roode phosphorluciferskoppen in meel mengde, daarvan een pannekoek bakte en die (25 Oct.) aan den kleine voorzette, die er gretig van at. Brakiugen volgden, waarbij. volgens ver klaring eener buurvrouw een sterke pliosphnr- luclit het huis vervulde, het braaksel licht gaf en in duister damp uit de keel van het kind opsteeg; den volgenden dag was het knaapje heter; maar eenige dagen later herhaalden zich de brakingpn met hevige pijnen en het kind stierf eer de raiïe- looze vader een geneesheer had gehaald. De doctoren, die de lijkschouwing hebben ver richt, zijn van oordeel dat hier aan chronische vergiftiging moet worden gedacht en dat het phos phor niet eens, maar ineermaleu aan liet kind inoet zijn toegediend. J). v. Z.-ll. De gebroeders Brandei en de Gorkummer Chris ten, in zake de millioenenjuffruuw-quaestie gevan gen genomen, zijn weder op vrije voeten gesteld. Onder Naaldwijk is een boerenwoning afgebrand. Twee paarden en een koe kwamen daarbij om. De kat werd levend onder het halfverbrandde lijk van een der paarden teruggevonden. Te Leiden is een dienstbode gevangengenomen, die ten huize van een mutsenwaschter goederen had ontvreemd en die in de dakgoot had verborgen. Op het bouwterrein van de vereeniging //Concordia" te Kralingen storite Vrijdag een gedeelte van het gemetselde verwulf in, met het gevolg dat twee werklieden daaronder geraakten. Een hunner werd gekwetst. De wedunaar Wilhelmus Tits, tim merman, heeft (Ten lOn Dec. zijn woning te Nijmegen verlaten, met achterlating van drie hulpbehoevende kinderen. Jacques Leon, kan toorbediende te Amsterdam, heeft de echtelijke woning verlaten. Uit eenige brieven, welke hij aan zijn vrouw en patroon verzonden heeft, blijkt, dat hij van voornemen was om zich van het leven te berooven. Te Rotterdam heeft een man, die ter eere van een jong gehuwd paar een pistool schot loste daarbij zijn linkerhand half afgeschoten. 'Jannetje Coruelia Struijk, zegt. het G. P. N., werd don 25st.en Juli 1847 te Vuren bij Goriuchem goboron uit burger ouders, die echter iu hnn stand een zekere welvaart genoten. Zonder juist voor den dienstbaren stand te worden opgeleid, werden haar niet die zegeningen van het onderwijs doelachtig, die wellicht voor vele dwaasheden hadden kannen behoeden. Grillig van karakter, roods als kind mot eigenaardige gedachten bezield omtrent sommige zaken en toestanden, konden haar een zekere juist heid en gevatheid niet ontzegd worden, eigenschap pen waarvan zij, helaas, op treurige wijze later ruimschoots gebruik heeft gemaakt. Een erfenis, naar men zegt van 25,000, haar ten deel geval len, zou de eerste aanleiding zijn geweest tot het roekeloos omgaan met en verkwisten van geld. Onder die omstandigheden werden haar meerma len huwelijksvoorstellen gedaan, doch Jannetje ge voelde voor geen der aanbidders sympathie. Doch wat gebeurde er? Op zekeren dag te Go- rinchem zijnde, ziet zij in de uitstalkast van den horlogemaker Antoon Hoetin k eenige horloges, die zij mooi vindt. Zij gaat den winkel binnen, koopt voor een zeker bedrag, doch ze heeft niet genoeg geld bij zich. Dit is echter geen bezwaar; de galante horlogemaker had een overweldigenden indruk op haar gemaakt, hij was zoo vriendelijk, zoo bereid- raam, of gelukte het mij op straat of hij een aan ons beiden bekende familie een paar woorden met haar te wisselen, wanneer zij niet door haar groot moeder vergezeld werd. En nu zou ik ook dezen laatsten kalen troost van mij wijzen Onmogelijk En toch het was een nioeielijke troost waarvoor ik stond. Gelukkig liet men inij tijd tot nadenken. De ge neesheer, wiens opvolger ik moest worden, was voor nemens eerst in het voorjaar te verhuizen, en tot dat jaargetijde konden de Wiesenheimers zich nog zeer goed een tijdlang met den ouden heelmeester behelpen de plaats was, zooals ik reeds zeide, zeer gezond, en de meeste ziektegevallen vertoonden zich daar bij dé kinderen in den herfst, als de vruchten begonnen rijp te worden. Maar juist nu, dat ik zoo vurig naar een onderhoud met Margaretlia verlangde, gelukte het mij niet haar ergens te ontmoeten en ik vernam, dat een nieuwe ongesteldheid van haar grootmoeder haar aan huis geketend hield. Het arme meisje, hoe zou zij mijn hulp, mijn troost noodig hebben! De toestand van haar grootmoeder verergerde en ten laatste overwon Margaretha's angst haar vrees voor den toorn van de zieke. Zij liet mij roepen. In het begin waagde ik mij niet aan het bed der lijderes, uit vrees door ontroering haar gevaarlijken toestand nog te verergeren, doch spoedig volgde er een hevige koorts en een geheele bewusteloosheid, zoodat ik haar helpen kon, zonder door haar herkend te worden. Het krachtige lichaam van de oude dame bood langen tijd weerstand aan de ziekte, en nadat ik reeds alle hoop op haar herstel had opgegeven, kwamen er nog altijd dagen waarop zij het weer scheen op te halen. (Wordt vervolgd.) o O O O

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 2