PLAATSELIJK NIEUWSÏ
~BTNNENLANR
Brieven uit Amsterdam.
toond wat naar zijne opvatting de opera
zijn moet.
Wagner mag zich beroemen door woord
en daad zijn richting ingang verschaft te
hebben in de gansche beschaafde wereld.
Dat ging niet zonder strijd, want de anti-Wag*
nerianen zijn woedend om den voorrang aan
dezen musicus boven anderen geschonken.
We hebben er laatst in ons land een
staaltje van vernomen. Onze eerste compo
nist, de gevierde Verhulst, heeft steeds met
hand en tand zich verzet wanneer in den
muziekkring waarvan hij directeur is, sprake
was van 't bestudeeren van muziek van
Wagner of een zijner volgelingen. Toch
heeft de residentie doorgezet, maar Verhulst
wascht zijn handen in onschuld en zoo zal
zijn kunstbroeder Richard Hol de concerten
a la Wagner leiden. Voor een groot man
als Verhulst is, is deze hardnekkigheid niet
wel te verdedigen. Ook op muzikaal ter
rein immers mogen we alle dingen onder
zoeken, als we maar 't goede behouden?
Want 't goede zal eindelijk zegepralen.
Staat de geniale Wagner op een dwaalweg,
dan zal zijn werk, 't kan nog eeuwen duren
wellicht, maar 't zal heengaan. Wij durven
aan een voorspelling daaromtrent geen woord
wagen. Maar dit mogen we wel zeggen,
dat 't ons goed aan 't hart doet in geheel
Europa een strijd ontbrand te zien, onbloe
dig en meestal ridderlijk, maar toch een hef-
tigen strijd om uit te maken welk schoon
schooner is, dat van Mozart, Beethoven enz.,
of dat van Wagner, Glück enz.
Wanneer die strijd algemeen wordt, en
alle andere menschelijke en onmenschelijke
twisten van de aarde verdringt, dan zijn we
zeer na aan de /vrede op aarde'' waarvan
't Kerstfeest profeteerde.
HEUSDEN, 9 Januari.
f In do laatste dagen heeft het Land van Heusden
en Altena in zorg verkeerd en zeker niet ten onrechte.
Gepasseerden Vrijdagmorgen openbaarde zich een
dreigend gevaar aan den dijk te Hedikhuijzen, waar
van wij reeds met eon enkel woord in ons vorig
nommer melding maakten. Toen ten circa 5 uur in
den morgenstond een sterke afschuiving de helft
van den dijk over een zekere lengte wegnam, was
het oogenblik tot direct handelen aangebroken.
Dit begrepen dan ook de noodheemradeu Timmer
mans en Luijbeu, aldaar gestationeerd, die op eigen
gezag een nabijstaand huis onteigenden om aan den
dijk te gebruiken. Inmiddels was het Dijkbestuur
gewaarschuwd, dat met den heer Ingenieur derwaarts
toog om verder te handelen. En er viel nog
veel te handelen. De verzakking van het bin-
nentalud bleef aanhouden, terwijl door den ster
ken wind en golfslag over den dijk aan de
buitenzijde eenigen afslag was waar te nemen.
Krachtdadig 011 met beleid werd den geheelen dag
gewerkt en eeue bleoslaag aan de buitenzijde en
ophooging met puin en steeneu aan den teen van
het binneutalud aangebracht. Zoodra het gevaar
bekend werd, was in korten tijd het goheele dorp
ontruimd, zoodat do eerste werkzaamheden met
slechts enkele personen moesten worden begonnen,
waardoor het des to meer te verwonderen was, dat
bij het aanbreken van den dag de werkzaamheden
reeds zoover waren gevorderd. Van heinde en verre
kwam men later met kar en paard om materiëel
aan te rijden en 's avonds ten negen uur kon men
zeggen hot gevaar is op dit punt geweken. Op
denzelfden Vrijdag morgen werd een verzakking
van ongeveer een vierk. M. in den Wieldijk alhier
waargenomen. Direct werd ook hier voorziening
genomen en weldra was het ongeval geheel hersteld.
Zaterdag werd aan den dijk te Aalburg een af
zakking ontdekt over eone lengte van 13 M. en
ter diepte vau 1 M., waarbij ook eene wel ontstond.
Terstond werd ook hier op dezelfde wijze als te Hedik-
hujjzen gewerkt, zoodat men des avonds over dat
punt ook gerust den nacht kon tegemoet gaan.
Zaterdag middag verzakte weder eeuigszius de Wiel
dijk alhier, op dezelfde plaats. Ook dit punt werd
zoodanig voorzien, dat het tot den normalen toe
stand des avonds was teruggebracht.
Zondagmorgen kwam reeds vroeg een expresse mede-
deelen, dat de dijk te Hedikhuijzen, naast den vorigen
breuk weder aan het afzakken was. Hoewel nu niet
zoo gevaarlijk als Vrijdag 1.1. moesten toch direct
de handen aan het werk gesteld worden en begon
men weder met kar en paard, materieel aan te
voeren en verder op dezelfde wijze tc handelen als
den vorigen Vrijdag.
Er kwam daarbij spoedig gebrek aan steenen,
waarom de steeuweg van Hedikhuijzen tot de
Bernsche steeg opgebroken werd en als materieel
seringeboom de jonge Frans zijn liefje eens in den arin
houden, en dan zingt de nachtegaal even liefelijk als
vroeger.
«En Sahina Dressier was de naam van mijn groot
moeder,» zeide mijn vrouw, toen ik haar de bladen
terug gaf, «van haar geboorteplaats heeft zij nooit
gesproken, maar ik weet nu, waarom zij in haar
laatste uur, het uur, waarin gij mij van den ouden
Frans Hartlieb verhaaldet, onze handen in elkander
legde.
Er zijn sedert dien dag jaren verloopen; mijne kleine
Frans heeft gisteren zijn eerste broekje gekregen, dat
zijn oom Karei voor hem gemaakt heeft; voor den
anderen, die nog geen naam heeft en in de wieg ligt,
heb ik er voorloopig een bij broeder Gottlieb besteld,
en de kleine dikke Sabina heeft heden met haar ronde
handjes den eersten seringc-bloesem op het graf van den
onden Hartlieb gelegd.
Het huis van Dressier heb ik laten afbrekenonze
tuin is daardoor vergroot en op de plek waar Sabina's
werktafeltje voor bet venster stond, buigen thans witte
en blauwe seringe-boomen hun takken over de heining
naar de straat heen. CATHARINA.
(j&ar he t Hoo^d. van Waldemar.)
diende. Des avonds kon weder het werkvolk wor
den weggezonden en was ook dat gedeelte hersteld.
Zoowel om de orde mede te handhaven als om in
tijd van nood de handen mede aan bet werk te
slaan is een detachement infauterie, groot een offi
cier en 30 manschappen, uit 's Bosch naar Hedik
huijzen gezonden, alwaar het Zaterdag 1.1. aankwam.
Ook te Vlijmen is oen detachement aangevraagd om
in dezelfde hoedanigheid werkzaam te zijn.
Toen het Dijkbestuur Zondagavond terugkeerde
uit Hedikhuijzen was er juist een bericht aangeko
men dat er eene verzakking was ontstaan aan het
hulpgat no. 1, onder de gemeente Elshout, dat pas
twee jaren gevuld eu daarom zeer gevaarlijk was.
't Was geen gemakkelijke taak om direct weder bij
avond op dat terrein te gaan werken, wijl de dijken
aldaar bijna onbereikbaar zijn. Inmiddels had een
valsch gerucht de gemoederen algemeen verontrust,
toen men namelijk mededeelde dat de sluis aan de
zeedijk was bezweken. Direct was het Dijkbe
stuur met zijne werkzaamheden begonnen door het
met een kisting insluiten van do verzakking en
deze door zakken met zand te ballasten des nachts
was men ook dit onheil te boven gekomen. Niet
zonder angst ging menigeen den nacht van Zondag
op Maandag tegemoet, zich zelf afvragend: »Wat
zal het morgen weder zijn.»
De dag van heden brengt gelukkig geen nieuwe
bezwaren. Algemeen weet men geen woorden ge
noeg van lof voor ingenieur en dijkbestuur, die
zich direct van alle toestanden weten te overtuigen
en handelend op te treden.
Gelukkig is gisteren de rivier beginnen te vallen.
Mocht die aanhouden dan ware een groote onrust
weggenomen. Op het oogenblik bestaat er geen
reden om zich direct te beangsten. Wij hopen dan
ook dat de dijk, die reeds zoo dikwijls water en
wind weerstand bood, ook thans weder zal toonen,
dat men niet ten onrechte zijn vertrouwen op hem
vestigde.
f Tot zetter der directe belastingen in deze
gemeente is beuoemd de heer C. J. de Jongh.
t BESOIJEN. Niet alleen staat het water in
den buitenpolder zeer hoog, ook de binnenpolder
staat geheel blank van het kwelwater, liet water
staat reeds in verscheidene huizen op den vloer,
zelfs in de kom der gemeente.
t Woensdag kwam een welgekleed man in
een huis en vroeg om eens ,/aan te steken". De
vrouw, die alleen thuis was, gaf hem een luciter.
Daar zij echter merkte, dat hij met geene goede
bedoelingen kwam, nam zij de pook en wilde de
deur uitsnellen om hulp te halen. Dit werd haar
echter belet door den indringer, die haar daaren
boven een klap en een trap gaf. De politie, die
er mede in kennis gesteld is, doet onderzoek.
Van den dader is echter tot nog geen spoor te vinden.
t Een jongeling die dezer dagen eene pijp
boven eene glasvlam wilden aansteken, moest zijne
onvoorzichtigheid met een geschroeid gezicht be-
koopen, terwijl zijn hoofdhaar vlam vatte. Tijdige
hulp voorkwam noodlottige gevolgen.
t Het nieuwjaar heeft zich hier ook geken
merkt door eene hevige vechtpartij. Het mes moest
hierbij ook weer zijn dienst doen.
t VLIJMEN, 6 Jan. De stand van het water
op het Bossche veld is zoo hoog, dat men voort
durend stoombooten aldaar ziet varen. Men spreekt
zelfs van een geregelde stoombootdienst tusschen
's Bosch en deze plaats, die morgen in werking zal
treden.
WAMEL, 6 Januari. Wat lang gevreesd werd,
is geschied. Gisteren nacht omstreeks 2 uur moest
het werkvolk, dat aan de Wamelsche en Leeu-
wensche noodkeering op den Zijvent werkte, de
vlucht nemen, doordien de noodkeering bezweek
voor het steeds wassende binnenwater. Diep ge
raakte daardoor een groot gedeelte van Wamel,
Alphen en Dreumel in het water, en moeten vele
gezinnen hunne woningen verlaten, om elders eene
verblijfplaats op te zoekendat daardoor armoede
en gebrek zullen toenemen, kan niet achterblij
ven. Gelukkig zijn de rivieren iets vallende en
de berichten van boven ook geruststellender, zoo
dat men hoopt het crisispunt van den waterstand
te boven te zijn. Ofschoon op enkele plaatsen
zorgwekkende verschijnselen zich voordoen, hou
den de Maas- en Waaldijken zich goed, en wordt
met zorg op de bedreigde punten gewerkt en
gewaakt, om rampen en doorbraken te voorko
men.
TIEL, 6 Jan. ('s avonds.) Er heeft zich heden
bij de reeds bestaande, eene nieuwe dijkverschui-
ving te Neerijnen geopenbaard, die 11/3 el van
de kruinbreedte van den dijk heeft medegenomen
en ontzettend veel zorgt baart. Met kracht is men
aan het werk om het dreigende onheil te keeren.
t DALEM. Over 1882 werden te Vuren gebo
ren 32 m. en 27 vr. totaal 59 zielen, terwijl
zich in de gem. vestigden 32 m. en 50 vr. totaal
82 z. In hetzelfde tijdvak overleden 15 m. en
12 vr. totaal 27 z., terwijl 57 m. en 79 vr.
totaal 136 z., de gemeente metterwoon verlieten.
De bevolking verminderde dus met 8 m. en 14
vr. totaal 22 z., en bedroeg alzoo op 31 Dec.
1882, 753 m. en 683 vr. totaal 1436 z. Het
aantal voltrokken huwelijken bedroeg 15.
t De kooiman te Dalem vangt buitengewoon
veel eenden. In eene maand tijds zijn 600 stuks
buit gemaakt, in het begin dezer week zelfs 126
op één dag. Voor f 1 per stuk werden ze gretig
van de hand gedaan. Sch. Ct.
t De prijs der aardappelen is in de Tielerwaard
zeer gestegen. Voor goede soorten wordt f 5 a
f 6 per H.L. besteed. Daar de oogst ongunstig
was, is er dit jaar echter weinig ter verkoop
voorhanden. N. R. Ct.
Het is gebleken dat nog veel personen raee-
nen, dat er voor quitanties van f 50, f 100 enz.
een hooger zegel noodig zou zijn dan voor een
quitantie van b. v. f 11. Wij brengen daarom
in herinnering, dat quitanties boven de ƒ10 aan
een vast recht van 5 cent onderworpen zijn,
onverschillig het bedrag.
O
Op het zegel moet geschreven worden de naam
van hem die quiteert, terwijl dag- en jaarteeke-
ning op het zegel geschreven of gestempeld moet
worden.
Ook zijn sommigen van meening, dat er geen
zegel noodig is, wanneer de quitantie een reke
ning van vroegere jaren betreft; die meening is
onjuist; alle quitanties zijn sedert 1 Jan. aan
het zegel onderworpen.
Het voornemen bestaat om het nieuwe plakze-
gel, dat in de maak is, ongeveer van hetzelfde
formaat te maken als het bestaande, en daarop
deze aanwijzing te drukken:
Gebruikt den
18
Deze aanwijzing behoort echter, naar des Mi
nisters inzien, niet aan den bovenkant maar aan
den onderkant van het zegel voor te komen. Het
bovenste gedeelte, dat vrij blijft, kan dan dienen
voor het stellen der handteekening.
Statistiek. In 1882 werden door de firma
Albert Heijermans geleverd:
In Nederland 12047 stempels; in Groot-Brittan-
nië en Ierland 16220, verdeeld als volgt: in Londen
5600, overige Engelsche plaatsen 6250, Schot
land 4100, Ierland 270 in België p.m. 3000;
in Italië 2400, waarbij 900 dateurs; in Portugal,
van af 10 Juli, 490 in de Kaapkolonie, door
tusschenkomst van den heer S. de Haas te Lon
den, 1800 in Duitschland, Luxemburg, Frank
rijk, Spanje, Zwitserland en Denemarken, door den
agent Vautour, 1400 a 1500. Ilet corps agenten
en sub-agenten telde op 31 Dec. 840 man, ver
deeld als volgtNederland 245, Engeland 384,
overige landen 111. Zijnde verkocht een totaal
van 37457 stempels of 0,214 stempel per dag,
per agent, tonnende een vooruitgang gelijk aan
16 Per j^ar. Aan provisie werd uitbetaald
f 47,000 aan reis- en verblijfkosten f 7000
aan adverteeren p. m. f 2200. (Ingez.)
Te Schijndel had een landbouwer, zekeren Y. G.,
die zijne dienstmeid het hof maakte, op onzachte
wijze te verstaan gegeven, dat hij daarmede niet
gediend was. De 18-jarige jongeling wreekte zich
daarover door den landbouwer 's avonds op eene
eenzame plaats op te wachten en met een mes
aan hoofd en gezicht zwaar te verwonden.
Een 150-tal ingezetenen van VHertogenbosch
heeft zich aangesloten bij het dezer dagen ver
meld verzoek aan den Raad dier gemeente, om
de Vastenavond-schandalen te verbieden.
Het hoofdbestuur der Eriesche Maatschappij van
Landbouw heeft besloten, f 500 toe te kennen
aan die afdeeling of vereeniging, die zich wil be
lasten met de expeditie van een verzameling
Friesch melk- en fokvee, op de in Juli 1883 te
Hamburg te houden internationale tentoonstelling
en de deelneming aan den alsdan te houden
melk wedstrijd.
In het gehucht Valom, in de gemeente Dan-
tumadeel, ontstond dezer dagen, tengevolge van
het drogen van ongebraakt vlas op de kachel,
brand in het braakhok van J. R. J., waarbij dat
gebouw, alsmede de aangrenzende woning, dooi
de vlammen werden vernield.
Uit Walsoorden schrijft men: Bij de op 3 Ja
nuari alhier gehouden aanbesteding bleek, dat de
nieuwe zegelwet reeds tot vergissing aanleiding
gegeven had, doordien van de 10 ingeleverde in
schrijvingsbiljetten er 3 van het oud-model zegel
voorzien waren en daardoor als onwettig niet in
aanmerking konden komen.
Daar de inschrijvingsommen op deze biljetten
hooger waren dan op het laagste wettige inschrij
vingsbiljet, was deze vergissing van geen invloed
op den afloop der aanbesteding, en veroorzaakte
zij alzoo geene teleurstelling. Het geval kan ech
ter anderen tot waarschuwing dienen.
In de Bloemstraat te Amsterdam is een kind
door kokend water zoodanig gebrand, dat de moe
der het bij haar tehuiskomst dood op den grond
vond liggen. Bij het afladen van een hijsch-
machine aan het Rhijnspoorstation te Amsterdam
is door het kantelen van een wagen een man
onder het werktuig geraakt en zwaar gewond.
Te Zwolle zijn twee vrouwen in het water geval
len, doordien een plank^ brak, waarop zij zich be
geven hadden om goed te spoelen. Zij werden ge
red door een 14-jarig meisje, dat den moed had
om zich te water te begeven, omdat zij van den
wal geen hulp kon bieden. Op de rivier voor
's Gravendeel is een roeiboot met 8 personen om
geslagen. Een verdronk.
Op 2 Jan. heeft Elisabeth Nijhof, oud 19 jaren,
de ouderlijke woning in de gemeente Hellendoorn
verlaten. Zij is vertrokken in gezelschap van ze
keren Jan Vorenhout, die korten tijd geleden het
land afliep met een harmonica, maar die nu (re
genachtige tijden!) koopman is in parapluies.
Dezer dagen werd gemeld, dat de Amsterdam
mer Consenheiin, gearresteerd in zake de milli-
oenenjuft'rouw, in de gevangenis te Rotterdam
getracht heeft zich van het leven te berooven.
Hij zat a la pistole en trachtte tusschen een bank
zijn nek te breken. Hij werd echter door den
bewaker verrast, die hem verhinderde zijn voor
nemen te volvoeren. Reeds had hij een brief ge
reed gemaakt waarin hij verzocht te Muiden be
graven te worden.
Tot straf is hij thans in een gemeenschappelijk
vertrek geplaatst met het gewone gevangenispakje
aan eu met den gewonen gevangenkost.
Nog zegt men, dat Van Zutphen, bij wien de
brillanten in de bottines gevonden zijn, reeds een
goede kennis van Jannetje Struik was uit den
tijd dat zij nog een boerinneke was. Van Zutphen
moet toen veldwachter geweest zijn te uren,
doch op weinig eervolle wijze van dit postje ont
heven zijn geworden. In de uitoefening van zijn
ambt zegt men werden hem destijds klee
deren van epidemische zieken ter vernietiging ter
hand gesteld, doch zou hij deze ten eigen bate
hebben verkocht en daarvoor reeds eenige jaren
tuchthuisstraf hebben ondergaan.
In het huis van arrest te Rotterdam zitten
thans nog gevangen Jannetje Struik zelf, Consen-
heim en de 76-jarige Israëliet Joolsde andere
gearresteerden in deze zaak bevinden zich allen
in de cellulaire gevangenis.
De inillioenenjuffrouw zelf zat tot voor 14 daag
nog op eigen kosten, doch toen scheen haar geld
op te zijn, want sedert dien tijd deelt zij met de
andere gevangenen mede.
In de zaak der millioenen-juffrouw werden uit
Gorinchem dezer dagen weder eenige personen
naar Rotterdam ontboden, om door den rechter
commissaris te worden gehoord.
Eene jonge dame, die 11. Vrijdag met den laat-
sten trein van Haarlem naar Amsterdam wilde
terugkeeren, was bijna het slachtoffer harer roeke
loosheid geworden. Niettegenstaande de trein reeds
t O 1
in beweging was, snelde zij, onder den uitroep:
ik moet mee!" eu voor de stations-chef of de
beambten haar konden weerhouden, naar den trein
en sprong op de loopplank, waar zij meende dat
een besteller die haar zag aanvliegen nog pogingen
aanwendde om het portier van een der wagens te
openen. Deze echter scheen daar geen kans toe
te zien, hij verliet althans onmiddelijk de loop
plank en daar stond zij nu, beladen met mof,
parapluie en pakjes, met fladderend kleed, terwijl
de sneltrein met al grooter vaart zich voortbewoog,
zich vastklemmende aan een der koperen hand
vatsels van den wagen.
Het duurde eenige minuten eer haar hache
lijke toestand door de drie heeren, die in de
coupé waaraan zij zich vastgeklemd hield gezeten
waren, werd opgemerkt. Het raampje werd daarop
nedergelaten, en terwijl de eene haar stevig bij
den arm hield en de dame daardoor gelegenheid
had door de opening haar pakkage naar binnen
te werpen, beproefden de beide anderen haar door
het geopende raam naar binnen te krijgen.
De vrees echter dat zij, door de horizontale
houding die zij aan moest nemen, met het een of
ander voorwerp in het voorbijrijden in aanraking
zou komen, deed hun van dat voornemen afzien,
en daar het na eenige inspanning gelukte om het
nog al klemmende portier, waartoe reeds door de
dame de buitenhaak was afgelicht, open te krijgen,
trok men haar naar binnen en was zij gered.
Dit alles geschiedde in vliegende vaart, en men
siddert bij de gedachte dat, wanneer haar flad
derende mantel hier of daar aan ware blijven
haken, zij onverbiddelijk van den wagen ware
gesleurd en zoo wellicht een vreeselijk einde had
gevonden.
Het woord dageraad is een zeer schoon woord,
dacht ik zoo bij mij zeiven toen ik een paar
weken geleden door dik en dun heeniaveerde en
een reis van een half uur maakte om Odéon te
bereiken, waar dien avond de Dageraad zou
vergaderen. Dageraad aankondiger van een
nieuwen, schoonen dag, 't begin van frisch leven
na 't nachtelijk duister, licht, liefde en leven na
duisternis, koude en dood. Ja, 'tis een schoon
woord, eu misschien deed die schoonheid er wel
't hare toe, mijn huiselijkon haard voor dien avond
te doen ontvluchten om de opkomende zon te be
groeten. Den lozers, die eenige jaren meer tellen
dan schrijver dezes heugt 't uog wel, welk een ver-
bazeuden roep er indertijd uitging van de toenma
lige Dageraad en hoe de Dageraadsmannen met
vingers werden nagewezen. Ik heb dat maar van
hooren zeggentoen ik ecnigszius op de hoogte
kwam van de besprekingen der wereldsche en andere
raadselen was de dageraad reeds voorbij en de dag
aangebroken. Of die dag nu toch eigenlijk nog
nacht is en we weer behoefte hebben aan een
nieuwen dag, zal de tijd moeten leeren. Dat is
zeker, er bestaat weer een vereeniging de Dage
raad, die een tijdschrift uitgeeft eu vergaderingen
houdt en 't was om een der laatste bij te wonen
dat ik me naar Odéon spoedde.
Voornamelijk deed ik dat om den heer Meng te
hooren, den Rotterdamschen scepticus, die over
twijfel zou spreken. Bij dat onderwerp kwam 's heeren
Mengs bijbelkennis uitstekend te pas. Hij hield een
preek naar aanleiding van een drietal teksten,
waarin twijfel ontraden of verboden wordt. Een
preek nu ja, niet meer op de wijze zooals hij
dat vroeger gewoon was, maar in een anderen zin,
tot opbouwing in 't ongeloof. Ik heb de handen
van verbazing ineengeslagen, niet echter om den
inhoud zijner rede, want wat hij zeide was volstrekt
niet nieuw, maar om iets anders. De heer Meug
n.l. schermt met Grieksch en Latijn, dat 't een
lust om te hooren is, vooral voor een schare die
zooals ik, geen woord Grieksch kent. Het woord
twijfel werd ons in drie Grieksche termen weer
gegeven en de heer Meng ontleedde die termen en
vertaalde ze voor ons en nam ze dan tot tekst
voor een korte uitweiding. Doch wat gebeurt er?
Na zooveel Grieksch gedebiteerd te hebben als
onze magen ternauwernood konden verdragen
de mijne althans liet alles glippen kwam de
spreker tot het Hollandsche woord twijfel en
wie zou 't kunnen gelooveu, daar hoorden we dat
een vriend van hem bij een taalkundige van naam
gevischt had naar de herkomst van dit voor ieder
eenigszins belezen mensch gemakkelijk ontleeibaar
woord. Hoe is 't nu toch mogelijk dat iemand
die zonder iemands hulp groote Grieksche woorden
slacht eu ze weer in elkaar zet, bij een ander te
rade moet gaan om de wetenschap op te doen dat
twijfelen en twee, woorden van éénen stam zijn?
Op welke hoogeschool de heer Meng zijü oude talen
geleerd heeft is me onverschillig, maar ik zou er