1883. TTit<rever: L. .T. VEERMAN Hensden. FEUILLETON. In Noodweêr. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E It I) A G. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post verhooging. zonder prijs- Advertentiën 1G regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote lette* naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Het Keizerlijk manifest van den Russi sche» alleenheerscher, de aankondiging zij ner plechtige kroning bevattende, is ver schenen. In den aanhef wordt verklaard, dat de noodlottige omstandigheden waar onder zijne troonsbestijging plaats greep, toenmaals niet toelieten tot de kronings daad over te gaan, dat rustiger en kalmer tijden moesten worden afgewacht, en dat hij vermeende, dat die tijden nu waren ge komen. Het feest der kroning zal plaats hebben in de maand Mei a.s. Zoo voorzichtig en behoedzaam de Kei zer zich vroeger gedroeg, zich als het ware met een muur van gewapenden omringende, zoo roekeloos trotseert hij heden het ge vaar. Dagelijks rijdt hij uit zonder escorte, zonder voorkennis van de politie. Nu en dan wordt er zelfs stapvoets gereden, zoo dat zijne onderdanen de Keizerlijke persoon op hun gemak kunnen waarnemen. Soms ook weder vliegen de paarden in razenden galop voort en verdwijnt de equipage met buitengewone snelheid in eene zijstraat om in een ander gedeelte van de stad weer te voorschijn te komen. Tusschenbeide laat de Keizer voor de militaire school halt houden en woont daar gedurende eenige oogenblikken de lessen bij. De kroning zal, als naar gewoonte, plaats hebben in de oude Czarenstad, in Moskou, in het hart van het Europeesche Rijk ge legen. Peter de Groote begreep, dat zoo lang de hoofdstad van zijn Rijk in het midden lag, geheel buiten aanraking met het Westelijk Europa, hij te vergeefs be proeven zou van zijn Aziatisch Rijk een Europeesche» Staat te maken. Daarom moest er een nieuwe hoofdstad komen, die gemeenschap kon hebben met het overige Europa, en daarom stichtte hij Petersburg, dicht aan de Oostzee en gemeenschap heb bende te water met een groot gedeelte van het Rijk. En zoo werd Moskou onttroond in 1712, en de jongere zuster werd de residentie der in Keizers gemetamorpho- seerde Czaren. Moskou bleef echter de stad bij uitnemendheid, de heilige stad voor de Oud-Russen, en de groote plechtigheden, waaronder de kroningen behooren, moeten daar plaats hebben. Moskou is met zijne 370,000 inwoners nog de rijkste stad van Rusland, de eerste fabriekstad van het Keizerrijk en de hoofd stapelplaats van den Europeesch-Aziatischen handel te land. Men telt er meer dan 600 fabrieken. Herhaalde malen werd Moskou verschrikkelijk geplunderd en verwoest door Aziatische horden, die tijdens en tegen het einde der middeneeuwen het tegenwoordige Russische Rijk overstroomden. De zwaarste slag trof de stad evenwel in 1812, toen, gedurende het verblijf van Napoleon, aldaar een zevendaagsche brand woedde. Sedert is Moskou met nieuwen glans uit hare asch verrezen. Het voornaamste gedeelte van de stad is het Kremlin of Kreml. Kremlin, dat vestïnt/ beteekent, is de Russische naam van de versterkte stadswijken, die men in verschil lende steden van Rusland vindt, o. a. te Kasan, Smolensko, N. Nowyvior en andere. Het Kremlin van Moskou is meer bijzon der onder dezen naam bekend. Het heeft een half uur in omvang en is door zware muren omgeven. Men vindt er een Keizer lijk paleis, een arsenaal, de schatkamer van het Rijk, het paleis der heilige Synode, twee kloosters en een menigte kapellen en kerken. Vóór het arsenaal staan 875 ka nonnen, in het jaar 1812 op de Franschen veroverd. De voornaamste der kerken in het Kremlin is de Maria-Hemelvaartskerk, daar zijn de Keizerlijke grafsteden, daar moet ook de kroning gebeuren. Verder be vindt er zich de Iwan-Weliky-toren (de toren van Iwan den Groote). Aan den voet van dien toren staat de kolossale klok van 400,000 pond, een andere van 120,000 pond hangt in den toren en wordt nog ge bruikt. De koepel van dien toren is zwaar verguld en schittert en fonkelt op uren afstands. Ook die gebouwen zijn in vroe ger eeuwen afgebrand, maar schooner weer opgebouwd; onder Napoleon in 1812 heb ben zij niet veel geleden, de vlammen heb ben ze niet bereikt. Wel hebben de Fran schen toen pogingen gedaan om het Krem lin in de lucht te laten springen er kwam slechts weinig schade, die gemakkelijk her steld werd. Is Moskou de heilige stad van de Oud-Russen, het Kremlin is het heilige der heiligen. Behalve de koepel van den groote» toren ziet men in het Kremlin een woud van vergulde koepels en blinkende torens. Komt men het Kremlin binnen, dan gaat men dooi de heilige poort. Voor aan den toren staat het beeld van den Heiland. Bij Keizerlijke ukase is aan ieder, die deze poort binnen komt bevolen voor het beeld zijn hoofd te ontblooten. Vroeger stond er een schildwacht om iedere» onwillige te grijpen en hem te dwingen vijftigmaal een voetval voor het beeld te doen. Voor dit beeld prevelen de ter dood veroordeelden hunne laatste gebe den. De overlevering verhaalt, dat bij eene belegering van het Kremlin door de Tar taren dit wonderdoend beeld al de vijanden blind maakte, en dat het in 1812 dooreen Franschen kanonskogel geraakt, dezen deed terugspringen en op die manier hen doodde, die het stuk bedienden. Nog verhaalt men, dat toen Napoleon met gedekten hoofde daar wilde binnengaan, een hevige wind vlaag zijn steek deed afwaaien. In het Kremlin is ook de Keizerlijke schatkamer. De schatkamer is een afzonder lijk gebouw met groote koperen deuren. Een opsomming van hetgeen daar al is te vinden, doet denken aan een tooversprookje, aan een verhaal uit de duizend en één nacht. Aan den troon van Alexis Micha- elowich telt men niet minder dan 876 dia manten en 1228 robijnen. De gouden zetel door den Schach van Perzië aan Iwan IV ten geschenke gezonden, bevat meer dan 2000 kostbare steenen en die van Boris Godonnof, een geschenk van een ander Oostersch Vorst is met 2254 steenen let terlijk als bezaaid. De diadeem van Keizerin Anna lvanova bestaat uit sterren door 2500 diamanten en eene groote hoeveelheid robij nen gevormd, waarvan de grootste, die boven het kruis is aangebracht, alleen eene waarde van meer dan 100,000 gulden moet verte genwoordigen. In den gouden rijksstaf van Wladimir Monomachos zijn 268 diamanten, 300 robijnen en 15 smaragden zeer kunstig aangebracht. Eene zaal is geheel gevuld met het tafel zilver van vroeger czaren dat voor een deel in koffers is gepakt en voor een ander deel op met fluweel bedekte planken en tafels is uitgestald. De Aartsbisschop Arsenius, die tegen het laatst der zestiende eeuw den patriarch van Konstantinopel naar Moskou vergezelde, stond toen reeds verbaasd over de ontzaggelijke weelde van het gouden en zilveren vaatwerk in het paleis van het Kremlin, Ik zou geene kans zien," schreef hij, weene beschrijving te geven van de schatten van dit hof." Onder het groot aan tal gouden vaten van allerlei afmeting en vorm, bevindt er zich een, dat ter nauwer- nood door twintig personen kan worden op- E. VEE Y. -oo- 12) «Ik geloot' dat het iemand droefgeestig kan ma ken, dat eeuwige staren op de golven,» sprak zij weder bij zich zelf; «Hendrik moest toch hier zijn; of tante Nanne; iemand die iets vertelde of,« zij verbeeldde zich een licht geritsel gehoord te heb ben; zij keerde zich bliksemsnel om en zag Detlev von Brink op korten afstand voor haar staan. «Stuurt ge mij wegriep hij haar lachend toe, terwijl hij smeekend zijn handen samenvouwde. Zij schudde het hoofd, lachte eveneens en zeide toen met nederhuigende goedheid: «Neen, gij moogt kotnen!* Met een paar geweldig groote stappen stond hij naast haar. «Vergeef mij!» sprak hij; «het is mijn gewone morgenwandeling en ik bemerkte u niet eer, dan toen lik op die plek stond. In het vervolg zal ik deze richting mijden. Zij merkte ondertusschen op, welk mooi zwart haar hij had en hoe goed het stond toen hij zijn hoed even afnam en de wind om zijn hoofd liet spe len maar zij had toch ook gehoord wat hij. zeide. «Wat wilt ge daarmede zeggen, mijnheer von Brink?* «Dat ik u in het vervolg op uwe morgenwande lingen niet meer storen zal. »0,« lachte zij, «gij zult u toch niet in uwe hut opsluiten? Want of ik steeds dezen kant uit zal gaan, is nog zoo zeker niet en ge zoudt mij dus overal kunnen ontmoeten. Bovendien dacht ik zoo even dat het wel aardig zou zijn, als ik hier iemand had met wien ik wat kon praten. Hij boog. «Het denkbeeld dat ik het middel zou mogen wezen tot zulk een doel, maakt mij gelukkig.» Zijt gij nu waarlijk gelukkig?» vroeg zij daarop, hem vlak in het welgevormde gelaat ziende. «Ik? Mijn waarde mevrouw, ik zou mij liever niet dadelijk gehaat bij u willen maken en mij een man noemen die de wereld moede is. Laten wij liever over u zelve spreken. Gij zijt altijd opgeruimd, ver genoegd; gelukkig.» Een vluchtige plooi van ontevredenheid speelde om haar schoonen mond. Hij behandelde haar toch eigen lijk meer als een kind, waarom wilde hij haar niet voor ernstiger gevoelens vatbaar achten? «Altijd!» sprak zij norsch. Nu kwam er een spottende trek om haar lippen. «De uitdrukking van uw gelaat was met uwe woorden geheel in tegenspraak toen gij mij zoo even met uw antwoord wildot bestraffen, mevrouw. Ge kent de minder aangename gemoedsaandoeningen beter dan ge bekennen wilt.» Nu werd zij wrevelig. «Welke vrouw kent ze niet?» riep zij driftig. «Ze gelijken allen op elkaar, de- oogenblikken dat we slecht gehumeurd zijn, zooals zij oök allen in het leven geroepen worden door dezelfde oorzaak: een costuum dat ons niet bevalt, een coiffure dat niet goed staat, een verzoek dat mijnheer onze echtgenoot niet wil toestaan, of iets van dien aard.* «Ah zoo!« sprak von Brink, «juist door zulke be wijzen aan te voeren, hebt gij mij bewezen, mevrouw, dat al die zaken u niet uit uw humeur brengen. En het doet mij genoegen dat gij mij gelegenheid geeft om deze ontdekking' tè doen. Zij werd nog meer geërgerd door zijne bedaardheid en zijne kalmte plotseling zette zij haar parasol op en onttrok hem zoo haar gelaat. «Ik geloof dat tante Nanne op mij wacht. «Nu al?« vroeg lüj verwonderd; «nauwelijks heb ik mij de moeite gegeven uw spoor te volgen, of gij wilt mij reeds hoosaardig verjagen?» «Gevolgd?» vroeg zij met plotselinge verbaasdheid. «Nu ja, ik heb mij nu toch eenmaal verraden, hernam hij. «Ik kwam aan de villa en zag sporen in het zand en toen ik die kleine, licht ingedrukte voetstappen volgde Zij lachte. «Eigenlijk moest ik me nu houden of ik boos was «Dat zult ge niet doen,» sprak Detlev, «want ge zijt natuurlijk en kunt u niet anders dan natuurlijk voordoen. Haar toorn was reeds weder gaande gemaakt. Hij wist dus, dat zij nog niet in de groote wereld geleefd had, dat ze nog niet had leeren schijnen, maar ditmaal was zij vertoornd op zich zelve: zij hield zich voor dom en onhandig. Hij moest haar wel voor een kind aanzien en Hen drik uitlachen om zijn keus. HendrikHet bloed steeg haar naar het hoofd: was zij om zijnentwil niet verplicht, zich meer als dame voor te doen, te toonen dat zij veel geleerd had en veel wist? Doch de" heimelijke overmacht van den ander maakte liet zoo moeielijk, dit te beproeven. «Ik verlang altijd,» begon zij weêr, «dat ik Hen driks schip niet mijn oogen kon volgen!» «Zooals men datgene wat men bemint, met zijn gedachten volgt, waar het ook heengaat.* Weêr werd zij ongeduldig. Nu hield hij haar voor een verliefd kind, dat anderen verveelt met haar ein deloos' gebabbel- over haar éénigenen zij, zij was toch verstandig, zij dacht aan zoo veel buiten Hen drik, en, ja, dikwijls dacht ze uren lang in het geheel niet aan hem. «Hendrik heeft mij niet gezegd of gij getrouwd zijt, mijnheer von Brink!» «Neen, ik ben niet getrouwd.» «Hebt gij dan een afkeer van het huwelijk?* «Ik heb er geen afkeer van, maar ik beschouw het van een zóó verheven standpunt, dat ik niet licht of niet lichtvaardig er toe zou overgaan. Zij deed haar parasol néér en leunde op den knop. Nu was hij ernstig, nu wilde zij hem toonen dat zij het óók kon wezen. «Wilt ge u niet nader verklarenIk stel er waar lijk veel belang insprak zij met waardigheid. Hij staarde naar de golven der zee.. «Als ik begon met u te zeggen dat ik nog nooit bemind heb, me vrouw, dan zou ik eene onwaarheid uitspreken. Men wordt niet zes en dertig jaar, zonder dat de stem des harten zich doet hooren. Ook heb ik zeer dik wijls liefde genoemd, wat slechts een vluchtige aan doening was. Maar eene vrouw, welke ik de vrijheid had mogen ontnemen, en mijne eigene daarvoor prijs geven, die vond ik nog niet. Geheel voor, geheel in elkander te leven, ziedaar wat het huwelijk voor mij beteekent; veel geduld hebben met elkander, ieder veel kunnen opofferen voor zich zelf.... erkennen dat het zóó zijn moest, dat men zonder elkander on gelukkig is. Ik beminde een meisje Hij aarzelde. «Ga voort, bid ik u!« sprak zij vriendelijk. (Wordt vervolgd DE Altai WAARD NOVELLE VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 1