No. 173.
Zaterdag 26 Mei.
FEUILLETON.
Een Naamlooze.
UitgeverL. J. VEERMAN Heusden.
J
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E R D X G.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1— Franco per post zonder prijs
verhoging.
"•"Va.
wm
Advertentiën 1—6 regels 60 ct. Elke regel meer 1
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
-O-O-Oc
15)
Kasper, daar verzinkt een mensch voor onze
oogen, een frisch, jeugdig leven wellicht sterft daar
in het vreeselijkste, walgelijkste graf,« zeide zij half
luid. «Kasper, waartoe zijn we hier? vraag ik thans
op mijn beurt.
»0m te helpen, te redden waar hulp en redding
mogelijk is. Al wilde ik zelf, het voorbeeld der moe
digen volgende, mijn leven wagen en de zwakke brug
betreden die hen droeg, hoe zou ik alleen in staat
zijn den ongelukkige uit den modder te halen? Zijne
zwaarte zou mijzelven, zoo sterk als ik ben, wanneer
mijn arm hem bereiken kon, mijn evenwicht doen
verliezen en mij nutteloos eveneens in den modder
trekken. En toch zou ik het beproeven zoo ik alleen
in de wereld stond, maar ik kan u niet alleen laten,
Anna, wie zou u beschermen, over u waken, wan
neer ik mij opofferde? De ongelukkige is verloren,
laat ons voor de redding zijner ziel bidden.
Moeder Anna's oogen schoten vuur; ze was in
vervoering en 't gevaar schonk haar een heldenmoed,
waarvan ze zich geen verklaring geven kon.
«Kasper, wanneer hij het eens ware, onze lieve
ling, en wij bleven hier staan alleen de hulp Yerlee-
nende, die ook de zwakste in staat is te geven
het gebedj? Wat mij betreft, zoo gij 'liét gaat, dan
zal ik gaan, volgen zult ge toch wel Met Gods hulp,
Kasper, we wagen het
Met jeugdige vlugheid, haar kleederen en den man
tel bijeen nemend, betrad zij de plank, die alsof ze
aan zwaarderen last gewoon ware en gewillig den
lichten last droeg, slechts weinig zonk. Het was
een onverklaarbaar toeval, dat juist hier door nie
mand gezien, onder de bovenvlakte van het moeras
een natuurlijke, smalle dam uit een verharde, taaie
massa steenen en moerasplanten ontstaan was, terwijl
aan beide zijden het moeras zooals overal onpeilbaar
diep was
Zonder een oogenblik zich op te houden, was Kas
per de moedige vrouw gevolgd, de lantaarn aan zijn
kleeren hangende om handen en armen vrij te heb
ben. Hij sprak geen woord, zijn lippen waren vast
gesloten, zijn kleur bleekhij geloofde niet aan den
goeden uitslag. Gelukte het, zonder van liet zwen
kende pad af te glijden, tot de plaats des veronge
lukten door te dringen, tot, het werk der redding
zouden wil en kracht te kort. schieten en drie
offers zouden vallen in plaats van een.
Meer dan eens gleed zijn voet uit, terwijl Anna
zoo zeker en rustig daar heen liep, als liep ze op
een vasten bodem. Slechts een enkele maal blikte ze
om, nu ze op weg was om redding te brengen, was
het of 't vertrouwen der jeugd over haar was geko
men, haar bang voorgevoel veranderde in zekerheid
van te zullen slagen het moest gelukken!
De maan was reeds lang weer achter 't wolken-
floers verscholen, daarentegen begon nu een gloeiend-
rood, dat den horizon kleurde, zijn licht ook over het
moeras uit te zenden. Het waren niet de gouden en
purpërenlfraleb, waarmee de nieuwe dag zijn komst
aankondigt, maar 't was 't licht van de brandende huizen
in Demmin, dat weerkaatste tegen den zwarten hemel.
Moeder Anna's oog behoefde dat licht echter niet.
zelfs niet het schijnsel van Kaspers lantaarn. Plotseling
hield ze stand. Hier,zei ze, voor zich heen wijzend.
Ook haar geleider stond als op kommando stil. Licht bij.
Werktuigelijk strekte zich Kaspers hand uit, waarin
hij de lantaarn genomen had. Ze wierp een matten
schijn over de onbewegelijke, verstijfde massa; alleen
een hoofd was nog zichtbaar, de stalen helm was
den ongelukkige afgevallen, slechts een enkele sekonde
kon het duren of het graf sloot zich boven hem.
Anna wilde roepen, doch zij kon niethet schouw
spel greep haar te zeer aan, ofschoon de verongelukte
zijn aangezicht naar de andere zijde gewend had en
hun licht hem maar zwak bestraalde. Naast haar staande,
boog Kasper voorover. «Er komt hulp,riep hij,
«kunt gij ons hooren?«
Wel vernam George den klank eener menschelijke stem,
zijn oor vernam die althans, doch zijn geest nauwelijks
meer, niet door laffe moedeloosheid, maar de bedwelmende
dampen uit het moeras hadden zijne zinnen beneveld
en zijn geest verstompt.
Hij schijnt reeds bewusteloos,zeide Kasper neer
slachtig, «kan hij niet medewerken tot zijn redding,
zoo is iedere verdere poging dwaselijk.
Anna nam het licht uit de hand van haren makker
en nederhurkend op den smallen weg, zich aan de
plank met de vrije linkerhand vastgrijpend, strekte zij
den lantaarn vooruit, zoo ver ze kon.
'■m
mrz-
Georgeen nogmaals daar de eerste roep zonder
gevolg bleef, op luiden toon, den toon der vlijmendste —en dan bidt, zooals gejn uw
zoudt. <i
geen drhóm was het, geen begoocheling der zinnen;
met een heftige beweging, als schudde hij de stijfheid
des doods van zich af. bewoog hij het hoofd en keerde
zijn doodsbleek aangezicht naar het pad heen.
«Moeder Anna!*
De hoogste vreugde, maar de grootste schrik tevens
in 't bewustzijn van 't gevaar waarin de lieve vrouw
verkeerde, spraken uit de woorden, die aan zijne lip
pen ontvloden.
«Stil, Kasper is bij mij; we zijn hier om u te
redden. God zal ons bijstaan. Verzamel al uwe krachten,
George, en let op wat Kasper u raadt.
Redding! leven! Als een gloeiende vonk schoot hem
die gedachte door den geest. Zijn kracht, dc plotseling
gedoemde, niet vernietigde jongelingskracht hernam hare
rechten, hij gruwde van den dood, dien hij een oogen
blik te voren als een gewillig olfer tegemoet ging,
wederom trad hem het leven tegemoet in den glans
eener schoone toekomst!
«Hebt ge de armen vrijvroeg Kasper.
George antwoordde niet terstond. De tanden op elkaar
kleinm end, raapte hij al zijn krachten bijeen. Met een
ruk bevrijdde hij zijn armen van het modderige element,
dat ze reeds voor de helft bemagligd haddoor die
beweging echter zonk hij nog dieper in 't moeras.
«Strekt ze uit,beval Kasper, «zoover ge kunt.
De hemel geve dat ik ze grijpen kan.
«Ik strek ze uit« was 't antwoord, «het is hoog
tijd ik zink
«Moeder Anna, blijft op de knieën liggen,voer
Kasper voort, «en houd u op den rand der plank met
uw gansche zwaarte als tegenwicht voor de mijne
doodsuur bidden
Historisch.
zielesmart «George
Als een bliksemstraal trof hem de welbekende klank
der lieve stem die hij nimmermeer dacht te hooren
Behoedzaam zette zich nu ook Kasper op de kniecn
en op zijde tegen Anna aanleunend om bij haar skjjJJ
I
mmm