No. m
Zaterdag 9 Juni.
1883.
Ni AKena.
üitffever: L. .T. YEEHMAN Iïeusdeii.
(pntti der
FEUILLETON.
Een Naamlooze.
7 1
3
1
I
VOOR
- B*Jr
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.Franco per post
verhooging.
zonder
prijs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote lette» naar plaatsruimte-
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Duizenden hebben gesidderd omstreeks
28 Mei met het oog op wat in het oosten
van ons werelddeel had kunnen gebeuren
en duizenden hebben voor en na de ge
vreesde kroning van Ruslands Czar, bij de
beschrijving van al die kostelijke toebereid
selen, bij dat wegwerpen bij handen vol
nuttig geld, bij dat schitteren en flikkeren
van een ontzaglijk aantal edelgesteenten de
handen van verbazing inéén geslagen en
gevraagd of 60 millioen gulden als feest
uitgave niet een ongehoord en onverant
woordelijk iets is voor 't waggelende, dooi
en door rotte Rusland?
Wat ons betreft, we hebben zonder ons
't. hoofd te breken rnet de vraag of Rus
land ook doet wat zoovele particulieren
ook onder ons doen, leven n.l. boven hun
stand, we hebben eenvoudig en letter
lijk onder al dat schoons de lichtpunten
opgezocht, zijn daarop aan 't snuffelen ge
trokken en bieden de uitkomst daarvan
onzen lezers aan.
Misschien zal 't velen hunner gegaan zijn
als ons toen we van een troon lazen en
een kroon en een scepter, versierd niet
zóóveel honderdtallen robijnen, smaragden,
saffieren, turkooizen, diamanten niet te ver
geten, konden we ja,wel eenigszins bevroeden
hoe al dat moois verbazend schoon moet
geweest zijn, maar 't rechte daarvan begre
pen we niet. Die edelgesteenten toch zijn
dingen, waarmee iemand, die werkt of schrijft
voor 't dagelijksch brood, niet zóó ver
trouwd raakt, dat hij bij 't lezen van zoo'n
opsomming zich terstond al die heerlijkheid
in haar kleuren kan voorstellen. We hebben
ons daarvan dus een voorstelling trachten
te maken door hier en daar wat rond te
zien en schrijven aldus toegerust een arti
keltje, schitterend van edelgesteenten.
Hierbij de eereplaats aan de d i a m a n t,
de schitterendste der broeders. De schoon
ste en dus ook de duurste, zijn helderwit
van zuiver water, luidt de term terecht
doch ze komen in vele kleurschakeeringen
voor, wit, geel, groen, rozerood, ook zijn
er donkergekleurde, doch allen hebben de
eigenschap van de lichtstralen in heerlijke
kleuren door te laten. De diamant is zeer
hard; de saffier volgt in hardheid op hem,
doch een slijper kan een half honderd saf
fieren slijpen tegen één diamant van dezelfde
grootte. Men weet thans dat hij geheel uit
kool bestaat, uit volkomen zuivere kool.
Newton vermoedde dat reeds en tegenwoor
dig is 't door middel der electriciteit zeer
gemakkelijk een diamant totaal te verbranden.
Het slijpen van diamanten is om de kost
baarheid der grondstof en de hardheid dier
stof, een echt kunstwerk. Van ouds is Am
sterdam in dat opzicht beroemd geweest.
De groote diamant welke zich in den scep
ter van Ruslands Keizer bevindt en die
194 karaat weegt, is in 1772 te Amsterdam
geslepen. Hoewel de roem onzer hoofdstad
in dat opzicht getaand is, zijn onze diamant
slijperijen nog van groote beteekenis. De
geslepen diamanten heeten naar gelang de
wijze van behandeling tafelsteenen, dikstee-
nen, rozetten of brillanten. De laatste vorm
is de meest geliefde. Het hangt natuurlijk
van den steen af, van zijn meer of mindere
helderheid, grootte en gedaante, in welken
vorm hij de beschaafde wereld zal intreden.
Van kleine diamanten geldt de regel dat
hun prijs bepaald wordt naar hun gewicht,
met dien verstande dat, wanneer 1 karaat
(ongeveer 2,06 gram) 25 kost, 2 karaat
4 x 25, 3 karaat 9 x 25 enz. kost.
Die regel gaat echter voor groote diamanteu
niet door. Reeds bij een gewicht van 9 of
10 karaat wordt de prijs onevenredig veel
hooger en van de zware, heldere brillanten
is geen prijs te bepalen. Het volk zegt dien
aangaande zeer juist, al is 't minder kiesch
ze zijn waard wat een gek er voor geven wil.
Bovengenoemde diamant in den scepter
van den Keizer van Rusland kocht Keizerin
Catharina II van een oosterling voor 12
tonnen gouds en een levenslange jaarwedde
van 12000 zilveren roebels (c. 8000 gld). Toch
werd die prijs zeer matig geacht. Om hem
te slijpen heeft men drie jaren werk gehad.
Bijzonder bekend is de Regent, zoo
genaamd naar den hertog van Orleans, die
hem van den Engelsch-Indischen gouver
neur Pitt kocht voor 2,5 millioen francs. Die
steen heeft een lange geschiedenis. Zij weegt
136 karaat of ruim 272 gram.
Nog vermelden we de Kohinoor
(berg des lichts), om wiens bezit de Indische
Sultan Baboer de stad Agra in Eng.-Indië
van plundering verschoonde. Hij is thans
in bezit der Engelsche kroon en in 1854
te Amsterdam geslepen. Zijn gewicht daalde
daardoor van 186 op 102 karaatmen
schat haar op 3,5 millioen gulden.
Al deze diamanten zijn uit Indië afkomstig.
Ook Brazilië heeft fraaie exemplaren geleverd,
evenals Rusland.
Op den diamant volgt de r o b ij nvóór
men de kunst verstond de steenen te slijpen,
stond hij zelfs hooger aangeschreven dan deze.
Zijn kleur is rood in verschillende nuancen,
licht en donker wijnrood, rozerood en vleesch-
rood, doch meestal met een hemelsblauwe
tint, die vooral uitkomt wanneer men hem
dicht voor 't oog houdt. Hij wordt gevon
den op Ceylon, Achter-Indië en verder in
geheel Oost-Azië.
Met den robijn komen de spinel, de
topaas, ook rozerood kwarts en vl o ei-
spa a t h veel overeen en de eersten wor
den zeer dikwijls voor robijnen uitgegeven.
De spinel is bleek rozerood en staat
alleen in glans achter bij den robijn. De
prijs is veel minder exemplaren van 8 karaat
kosten c. 600 gulden, terwijl een robijn van
3 karaat reeds meer kost. De topaas
uit Azië heeft een zachte, wijngele kleur,
die uit Europa meestal een roode of blauwe,
soms ook een groene kleur. De gele en
oranjekleurige zijn het meest gezocht.
De smaragd heeft een fraaie,eigenaardige
groene kleurhij wordt gevonden in Peru,
Spanje, Frankrijk en Siberië. Keizer Karei V
heeft voor twee schoone smaragden eenmaal
200,000 goudguldens betaald. Men vindt
reeds in de vroegste tijden van dezen heer
lijk schoonen steen gesproken.
In den bijbel b.v. in Ezechiël XXVII16
en Exodus XXVIII18. In 't laatste hoofd
stuk worden twaalf edelgesteenten genoemd,
met welke de borstplaat des Hoogepriesters
moet versierd zijn, wanneer deze Gode een
offer brengt. De uitleggers zijn 't over de
namen niet eens. De statenvertaling geeft
voor den naam des vierden steen smaragd,
doch 't is niet zeker of de N o p h e c h,
gelijk de oorspronkelijke naam is, de robijn
of smaragd is.
De saffier heeft een schoone blauwe
kleur in verschillende tinten, van donker
groen tot bijna helder wit toe. De meest
gezochte zijn de indigo- of hemelsblauwe
saffieren. De kroon van Beieren is zeer rijk
aan schoone exemplaren.
De hyacinth is rood en komt uit
Ceylon. Tegenwoordig is hij minder geacht
dan vroeger, ook dewijl hij zoo licht ver
wisseld kan worden met granaat- en ander
rood steenzelfs wordt rood gekleurd glas
met succes als hyacinth verkocht.
Dit zijn de voornaamste edelgesteenten,
de echte. Daartoe rekent men ook nog
de amethyst (violetkleurig), de beryl
pp—mm
Met waardigheden overlaadt u onze vorstelijke heer,
laat mij u den naam geven, die u toekomt en dien
ge niet afwijzen zult om den wil van deze uwe moeder,
die den beproefde vergiffenis schonk, gelijk mijn vorst
mij naar ik hoop, zal toestaan, weer te herstellen wat
ik eens, voor 't grootste deel wel is waar onwetend
en zelf bedrogen, misdaan heb. Gij zijt mijn zoon George,
en deze edele vrouw is mijn eerste gade Anna.
Mijne ouders zij, tot wie mijn hart steeds ge
trokken werd nu geen naamlooze meer.
In verrukking breidde George zijne armen uit en sloeg
ze om zijn weergevonden ouders, terwijl de Keurvorst
in stomme verbazing dit aangrijpend tooneel gadesloeg.
Hier schijnt Gods beschikking wondere dingen
verricht te hebben* sprak hij, toen de Kanselier op
hem toetrad, ten einde zijnen gebieder eenige ophel
dering te geven. Doch de Vorst weerde hem lachend
af. «Ik wil uw geluk niet storen, waarin ik mij van
harte verheug, blijf rustig hier bij de weder gevon
denen, mijn oude trouwe vriend later zult ge me dit
alles uitleggen!»
Haastig nam Fredenk Wilhelm afscheid en had in
't volgende oogenblik, gevolgd door zijn geleide, het
kleine huisje verlaten.
Toen de Kanselier err Anna weer tot George terug
gekeerd waren, scheen deze aan pijnigende gedachten
overgegeven; een schaduw lag opzijn voorhoofd*.
»En hij» zijn stem stokte in de keel«Elimar
mijnmijn broeder?*
Moeder Anna keerde terstond naar de andere ka
mer terug, greep Elimars hand en trok den jonker als
een kind voort tot bij George's bed. Als door zwakte
neergebogen, zonk de ontroerde jongeling op de knieën.
«Broeder!* zeide hij zacht en slechts voor Georges
oor verstaanbaar, vergeving
George sloeg beide armen om Elimars hals cu kuste
O-O-O:
19)
Verjongd door de zoetste vreugde ijlde moeder Anna
naar de aangrenzende kamer, sloeg de deur wijd
open en de blik der beide heeren Raudnitz viel op een
sneeuwit door de zon beschenen slaapplaats en daarop
rustte, zorgvuldig toegedekt, in een vasten slaap, het
bleeke aangezicht met een zachten gloed van weer-
keercnde jeugdige kracht overtogen George, de
«Eenentwintigste*.
Trots hare waarschuwing moest Anna door gebaren
den kreet bezweren, die bij dezen aanblik aan vader
en zoon dreigde te ontsnappen. Tusschenbeide tredend,
nam zij gelijktijdig beider handen en zeide zacht:
«Waar God zijne liefde schenkt, zullen menschen
daar toornen en oordeelen? Vergeten en vergeven zij
het offer der dankbaarheid, voor de vreugde ons bereid.
Intusschen was 't voor moeder Anna's huisje leven
dig gewordenpaardengetrappel en 't geluid van ver
scheidene stemmen drong tot haar stil vertrek binnen
daar kwam Kasper ingeloopen, opgewonden, buiten adem.
«Groote eer, de Keurvorst komt; hij stijgt af en
wil u spreken* stamelde hij bij de deur.
Van een tal ridders begeleid betrad Frederik Wil
helm in krijgstenue deze nederige woning. Goedgunstig
liep hij op moeder Anna toe, die hem in eer
biedige maar waardige houding te gemoet trad.
Ik wilde niet van deze streek scheiden,* zei hij
vriendelijk, «zonder mijne hoogachting en mijnen dank
betuigd te hebben aan de edele vrouw, die door mijne
soldaten als hun helpster vereerd wordt en wier lof
ik daareven nog op het slot Ebersburg hoorde ver
kondigen. En gelijk ik zie* viel hij zichzelf in dè
rede, «vraagt op dit oogenblik reeds weder een mijner
braafste officieren heeling van u voor zijne in den
dienst bekomen wonden. Jonker Elimar, gij hebt u
waardig getoond den naam Raudnitz te voeren, laat
voorloopig de druk dezer hand de dank uws Keurvor
sten zijn.«
Frederik Wilhem trad in fiere houding op den jon
gen man toe en gaf hem de rechterhand, Elimar echter
waagde 't niet ze te nemen.
«Niet mij komt die eer toe*, stotterde hij, «niet
mij een ander
Een weemoedige trek speelde er op 't gelaat van
den vorst. «Dien ander omkransen schooner overwin
ningsteekenen dan een aardsch vorst vermag te schen
ken*, antwoordde hij, «trouw aan zijn eed ging hij
zonder geluid de eeuwigheid in, de edele man, aan
wiens raad ik, zooals mij eerst zooeven door uw vader
medegedeeld is, het bezit der vesting te danken heb.
Zijn gedachtenis zal bij mij in hooge eere blijven, nu
ik hemzelf niet ineer danken kan.*
«Gij kunt het, genadige heerviel Anna hierop in;
«uit de duistere diepte heeft hem deze trouwe oude
zij wees op Kasper, die zich bescheiden terugtrok,
met gevaar van zijn eigen leven gered. De liefde tot
den naaste schonk hem reuzenkracht een edel mcnsch
is voor u en zijn vrienden behouden, daar rust hij
in een versterkenden slaap.*
Met haastige schreden betrad de Keurvorst het ziek-
kenvertrek. Vriendelijk hlonk zijn oog. «Bij God, hij
is 't, de «Eenentwintigste*, riep hij onwilkeurig on
luiden toon uit.
Door den helderen klank dezer stem gewekt, richtte
George zich op en staarde verward een oogenblik om
zich heen't volgende herkende hij de schoone ge
stalte zijns gebieders.
«Groote God mijn Keurvorst!*
De Vorst trad aan 's jongelings leger.
«Blijf liggen*, zeide hij zacht, «ik bid, ik beveel
het u
George legde zich neer en de Keurvorst vervolgde:
«Trouwe vriend, ik zal u kronen met de reinste,
schoonste bloesems der vreugde. Niet de lauwerkrans
alleen zal uw loon zijn, dien zult ge met uwe mak
kers deelen ik voeg er de myrthe, het heilige symbool
der liefde bij-de liefde van liga von Ebersberg!«
Een geluid als een gesmoorde zucht klcnk uit de
nevenkamer, terwijl George, door 's vorsten woorden
overweldigd, den Keurvorst sprakeloos aanstaarde.
«Ik was op Ebersberg voer deze voort,* om voor
een ander de hand der jonkvrouw van haren vader te
te vragen. liga, in rouwkleeren gehuld, daarbij geroepen,
wees mij af. Met maagdelijken schroom bekende zij
mij het geheim haars harten, de lielde tot den naam-
loozen, den «Eenentwintigste*. Diens dood, ook haar
bericht, veredelde deze liefde en ontdeed haar van al-
1 len hartstocht. God bewaarde u, George «eindigde
1 hij met luider stem, «de vrijheer is een goed vader;
hij zou den naamloozen soldaat de hand van zijn kind
weigeren den ridder, den Keurvorstelijken hoofdman
zal hij 't niet. Gij zijt dit van nu af*.
Het duizelde George. Met beide handen wreef hij
zich 't voorhoofd. «Wat overkomt mij fluisterde hij,
«leef ik dan nog?*
Toen drong Leopold v. Raudnitz naar voren. «Gij
leeft, George,riep hij, «gij leeft tot geluk van uwe
ouders.
raw..-
LElWAABD
Slot.