No. 184. Woensdag 4 Juli. FEUILLETON. UitgeverIj. J. VEERMAN ITeusden, V VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonn ementsprijs per 3 maanden f 1Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke Advertentiën worden ingewacht tot M stukken tot Maandag- en Donderdagavc III. EEN VRIENDSCHAP TÜSSCHEN JONGE MEISJES. De belangrijkheid van het cijfer trof Denise vol strekt niethet arme kind kende alleen kleine sommen en wist volstrekt niet de groote te waardeeren. Maar er was zooveel smart op het gelaat van hare jonge beschermster te lezen, dat zij begon te beven en te schreien. Bertha ging wankelend de laatste treden van de stoep af. Denise nam haar in hare armen, drukte haar te gen heur borst, geleide haar zachtjens tot in het prieel en dwong haar te gaan zitten, terwijl zij voor haar nederknielde. Er was een oogenblik stilte. «Lieve juffrouw,fluisterde eindelijk de geitenhoed ster, die het ontstelde gelaat niet uit het oog verloren had van haar, die haar veroorloofd had haar vriendin te noemen en die zij als een zuster liefhad: Bertha, zie mij toch aan... spreek toch... Uw vader heeft geld verloren, hebt gij gezegdis het een groote som »Ja,« sprak het meisje zachtjes: «het was geld dat hij van Caen terugbracht en dat hij van een zijner vrienden had geleend; geld dat hij morgen voor zijne betalingen dringend noodig heeft; morgen is het de eerste van de maand, de vervaldag...# »Dè vervaldag?# herhaalde Denise, die er uitzag alsof zij het heel goed begreep, maar er eigenlijk niets van vatte. »Dat kunt gij niet weten, arm kindsprak Bertha... »0! ge zijt wel gelukkig!# «Maar leg het mij dan ten minste uit, opdat ik je verdriet kan deelen!« In den toon, in de blikken van de geitenhoedster was zulk diep medelijden te lezen en zooveel onuit sprekelijke teederheid, dat Bertha haar op het voor hoofd kuste en antwoordde: «Als mijn vader de portefeuille niet vindt, kan hij niet alleen de sehuldeischers en werklieden niet betalen, maar hij heelt dan ook den eerlijken man te gronde gericht, zijn ouden vriend, die hem zoo edelmoedig een groot deel van zijn fortuin heeft toevertrouwd. Voor mijnheer Duvernay, voor een koopman, is dit nog er ger dan een bankroet, hij is onteerd!# Bertha «Hij zal het niet overleven, hij zal er het verstand bij verliezen en zich dooden!... Ook mijn moeder deelt die vrees, wij verlaten hem geen oogenblik... wij ver mogen echter niets tegen zijn verdriet. Het verdriet is een wapen, een wapen dat doodt... «Maar als men u de portefeuille terugbracht «Dit hebben wij verwacht; wij hopen nog; zij moet niet ver van hier op den weg gevallen zijn, mijn vader is er zeker van. Hij bemerkte het ongeluk toen hij dicht bij huis washij is teruggekeerd, heeft gezocht, ondervraagd, groote belooningen beloofd... maar nog geen nieuws... Niets... niets!# Op dit oogenblik werd Bertha door mevrouw Du vernay geroepen. «Vaarwel,# sprak zij haastig: «adieu Denise... Bid God voor mijn vader. En zij liep weg. De geitenhoedster verwijderde zich langzaam en ging den weg op van het dorp. Al voortloopend dacht zij over de woorden van Bertha na. Zij kreeg meer en meer medelijden met het smar telijke, zoo weinig verdiende ongeval; zij begon den ernstigen toestand te begrijpen, waarin de fabrikant zich moest bevinden, de gcheele uitgestrektheid van de ramp voor vrouw en kinderen. «O ja, ik zal voor hen bidden,fluisterde zij«want zij zijn wel te beklagen, en ik zal het met zooveel vuur doen, dat de Heilige Maagd mijn gebed zal ver- liooren. En altijd ging zij voort, met gebukt hoofd, zonder te zien waar zij liep. Zij merkte zelfs de plagerijen van de geit niet op, die, geheel verbaasd over de ongewone treurigheid van hare meesteres, de kop tegen haar hand wreef. Midden op den weg werd Denise wakker geschrikt door het geluid van een trom. Zij zag de boeren in een groepje staan, kwam den kring nader en luisterde. liet was de omroeper, die juist de belooning aan kondigde voor dengene, die den heer Duvernay de portefeuille terugbracht, die verloren was... een groene portefeuille. Denise bespiedde angstig al de aanwezige gezichten. Waarschijnlijk had niemand hunner de portefeuille ge vonden. Zij bleef juist zóó verschrikt staan, alsof zij Bertha was geweest. De kapel bevond zich niet ver van daar, de deur stond open. Het kind ging naar binnen en knielde neer op de steenen. Nooit had de hemel een inniger bede gehoord. Voor haar zelve was het niet, noch voor de haren. Het was voor Bertha, voor mevrouw Duvernay, voor den ongelukkigen koopman, voor wien zij in hare verbeelding allerlei ongelukken zich zag ophoopen. Toen zij de kerk verliet, begon de nacht in te vallen. De atmosfeer, door het onweder verfrischt, was vervuld met heerlijke geuren, de vogeltjes zongen vroolijk in de hagen, die weer schitterend groen waren geworden; op de blaadjes werden de laatste regendroppels door den avondwind bewogen, welke, door de schuine stralen der ondergaande zon beschenen, als diamanten flonkerden. Rechts van Denise was de horizon als door een prachtigen purperen gloed overgoten, langzamerhand door de schemering in kracht verminderend de oceaan scheen bij tusschenpoozen een vuurzee. Wat verder had de hemel schoone oranje- en paars achtige tinten en daar in liet Oosten werd hij donker blauw, waartusschen de eerste sterren begonnen te glinsteren. liet was een betooverende, verrukkelijke avond. Maar Denise was voor al die pracht ongevoelig; zij herhaalde onophoudelijk het woord, dat Bertha met zulk een wanhoop had uitgeroepen failliet! Dat woord scheen haar nog verschrikkelijker toe dan brand, ziekte, ja zelfs de doodEn had Bertha niet gezegd dat, als de groene portefeuille niet gevonden werd, mijnheer Duvernay het verstand zou verliezen en zich dan zou dooden! Denise betrad eindelijk het voetpad, dat naar de woning van haar ouders leidde. Deze stond in een soort ravijn, waarboven het dichte loof van hooge omheiningen een dak vormde. Het was bijna donker onder dien tunnel van bladeren, waar, door de geringe tusschenruimte, de maan, die aan het opkomen was, soms nieuwsgierig kwam door kijken. Voor den eersten keer in haar leven was De iise angstig. Het scheen haar toe alsof zij hier en daar geesten zag zweven en onder spookgestalten de be droefde ziel van Bertha. (Wordt vervolgd.) I I vin en en DE Li Naar Le Casseur de Pierres van Charles Deslys, door Marie.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 1