No. 185.
Zaterdag T Juli.
Uitgeyer: I.. .T. VEERMAN Heusden.
2MH
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E R D A G.
Abonu emeutsprijs: per 3 maanden 1.Franco per post zonder prijs-
verhooginsr.
Advertentiën 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- e
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
8)
Och, als ik ze kon reddenmompelde Denise.
En een gevoel van opofferingsgezindheid ontwaakte sterk
en koortsachtig in haar geest.
In. die gemoedsstemming kwam zij voor de ouderlijke
woning aan. De deur was dicht en de blinden waren
gesloten. Alles in het huisje, in de schaduw verzonken,
scheen te slapen. Toen zij naderde, hoorde Denise
toch het geluid van stemmen.... die van Jean en Madeleine.
Een levendig gesprek werd door die twee gevoerd,
bijna een twist.
Het jonge meisje kon de woorden niet verstaan,
maar zij \oelde zich het hart bezwaard door die on
bestemde klanken, die zij in een langen tijd niet meer
gehoord had en haar aan de droevige dagen van haar
kindsheid, aan'Parijs, herinnerden.
Zij zette de hand op de klink en opende.
Oogenblikkelijk hield het gesprek opde eehtgenooten
schenen verrast, bijna verschrikt door de verschijning
van hun dochter. Jean wendde zich ruw tot Made
leine en zei:
Wees stil 1
Er heerschte stilte.
Denise maakte er gebruik van om om zich heen te
kijken. Een van die smalle en lange kaarsen, zooals
men die in Normandië gebruikt, verlichtte flauw de
lage kamer en gaf nauwelijks eenige weerkaatsing
op het aardewerk en de koperen voorwerpen, op den
hoogen schoorsteenmantel gerangschikt. Men onder
scheidde ter nauwernood aan den anderen kant van het
vertrek de geruite gordijnen van de echtelijke sponde.
Op de gewitte muren verlengden zich grillige schadu
wen en de zoldering werd donkerder naarmate zij
meer van het rookende pitje af stond, waarvan het
vlammetje in die donkere ruimte bijna een roodach
tige meteoor geleek.
De blik van het meisje scheen de duisternis te
willen doorboren, doch zij merkte niet bijzonders
op. liet gelaat van Jean had echter niet de gewone
uitdrukking; hij scheen zeer opgewonden en onder de
saamgetrokken wenkbrauwen schitterden de oogen
van een vreemd vuur. Denise merkte tevens op, dat
haar moeder geschreid had.
»Kom toch binnensprak de werkman, maar met
den toon van iemand, die zich hetgeen hij spreekt nauwe
lijks bewust is. »Wat kom je laat vanavond, kleintje?
En het avondeten is toch nog niet gereed. Kom, Ma
deleine... het kind heeft honger...»
Zonder iets te antwoorden, hurkte de arme vrouw
voor den haard en begon met bevende hand het bijna
uitgedoofde vuur op te rakelen.
«Moeder, ik zal u helpen,riep Denise, die tot nu
toe op den drempel was blijven staan; zij sprong op
haar moeder toe, bukte en omhelsde haar.
Eenige kussen drukken soms meer uit dan een
geheele toespraak. Zij beduidden ditmaal: »Ik begrijp
dat u lijdt moeder, en ik wilde dat ik u kon troosten.
er toch dien avond in het huisje van den wegwerker?
Terwijl zij zich die vragen stelde, ging zij langzaam
naar het met riet overdekte afdak, dat tot verblijfplaats
voor Follete diende en maakte een grooten voorraad
frisch gras voor haar klaar. De geit liet alles toe,
maar zonder de dartele vroolijkheid te betuigen, die
haar eigen was.
Het was of ook zij ernstige zorgen, treurige voor
gevoelens had.
Denise was ongewoon lang met dit werk bezig en
draalde vooral met het afscheid nemen. Zij schrikte er
bijna van om naar huis terug te keeren en deed drie
maal de rondte om het huis voor zij er toe kon be
sluiten den drempel te overschrijden.
De lage kamer zag er nu geheel anders uit. Een
groot vuur van hout knetterde onder den schoorsteen
en liet den inhoud van eene ijzeren pot koken, die
aan een haak hing. Jean Maillard ging met groote
passen het vertrek op en neer. Madeleine had juist
gedekt.
»Kom...« zeide hij met een ongeduldige beweging,
«kom vrouw, de soep!»
«Daar zoo,» antwoordde Madeleine: «ga maar vast
zitten.Hij zette zich naast zijn dochter en sprak tot
haar op een onnatuurlijk vroolijke wijze. Waarschijn
lijk zocht hij te verbergen wat in zijn ziel omging...
wie weet? misschien wilde hij zichzelf verdooven...
Ongelukkigerwijs scheen, behalve de moeder, ook j twee of drie keer sprak hij met koortsachtige gebaren
Jean die taal te begrijpen en was er volstrekt niet
tevreden over.
«Het is onnoodig,merkte hij aan, de schouders
ophalend; «wij hebben je hulp niet noodig: zorg voor
de geit: kom kind, ga!»
En hij schoof haar naar buiten.
Wat was er geschied, dat haar vader, anders
zoo goed, haar nu zóó behandelde? Wat gebeurde
«Wij zullen gelukkig worden, kleintje, je zult het
zien; zeer gelukkig!»
Denise vroeg waarom, doch hij vermeed te antwoorden.
Madeleine bracht eindelijk de soep en vulde de bor
den. Men at stilzwijgend. De laatste vlammende takken
wierpen op het drietal hun roode flikkering. Jean
haastte zich.
Denise begon weer aan Bertha te denken en keek
dikwijls Madeleine aan, die aan een sombere droefheid
ten prooi scheen.
«Het is tijd om naar bed te gaan,« riep Jean uit,
zoodra hij met eten klaar was; «ik val omver van
den slaapgij moet ook vermoeid zijn, Denise, goeden
nacht mijn kind... tot morgen.
Zoodra zij haar moeder omhelsd had, bracht hij haar
zelf tot aan de trap welke naar het kamertje leidde,
dat Denise bewoonde, vlak onder de pannen.
Al meer en meer verwonderd en ongerust, ging
Denise langzaam naar boven en begon zich te ont-
kleeden.
Het was een van die warme drukkende avonden,
die den slaap, zelfs van jonge menschen, doet vlieden.
Zij opende het venster en keek naar buiten. Al de
blaadjes waren onbewegelijk, tot zelfs aan de toppen
van de populieren. Van tijd tot tijd doorkliefden licht
stralen de donkere blauwe lucht, zonder donderslagen
gevolgd. Er heerschte zulk een diepe stilte, dat men
in de verte de zee tegen de kust kon hooren slaan.
Half ontkleed stond Denise lang voor het raam,
toen knielde zij voor haar schamele legerstede, en de
armen op het dek, het voorhoofd tusschen de handen,
beproefde zij te bidden, maar geen bepaalde gedachte
vormde zich in haar breinhaar lippen bleven stom,
een soort verdooving maakte zich van haar meester.
Het scheen haar toe, dat er gesproken werd en men
beneden nog heen en weer liep; vervolgens verloor
zij het bewustzijnzij was ingeslapen.
Hoeveel tijd was er aldus voorbijgegaan?... Toen
Denise ontwaakte wist zij er geen rekenschap van te
geven. Zij was langzamerhand van haar bed afgezakt,
want zij lag nu op den houten vloer uitgestrekt.
Eensklaps verhief zich een stem, die van Jean
Maillard... en die stem riep:
«Wel verdoemd! ben je nu klaar met klagei. ik
net Land van lensden en Altcna
LANGSTSA
Naar Le Cas9eur de Pierre3 van Charles Dksi.ys, door Marie.