No. 216. Woensdag 24 October. 1883. IIMIlllï FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN neusden. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG Abonnementsprijsper 3 maanden f verbooging. en ZATERDAG. 1.Franco per post zonder prijs- Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote lettese naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden r Aüvertentien worden mgewaent tot iviaana: stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Men weet dat onder de mensch enkinde- ren onzer tijd nog allerzonderlingste opvat tingen omtrent het aloude //mijn en dijn" gevonden worden. We bedoelen niet dat van tijd tot tijd een arme, hongerige drom mel een vier-duitsbroodje of een paar tur ven kaapt, dat op de Amsterdamsche ten toonstelling gestolen wordt of 't geen geld kost tusschen twee haakjes, dat is hoogst natuurlijk, de verleiding is daar zoo ont zaglijk groot dat 't wel schijnt of men er dieven kweeken wil dat sommige dienst meisjes haar loon, als ontoereikend om hoe den met vogels en japonnen met tour nures te dragen, trachten te verhoogen met een gratificatie uit de kas harer mees teressen, we hebben hier 't oog op prak tijken van 't allerlaagste allooi, bedreven door maatschappelijk gesproken man nen van stand, beter gezegd, door mannen van verstand, van dat leepe verstand dat den bezitter in staat stelt rijk te leven van eens anders geld, te teren ten koste der maatschappij en de wet van 't lijf te hou den of er door heen te kruipen. Helaas de mazen zijn vele Honderden kooplui adverteeren dagelijks duizendtallen van producten en snakken naar omzet. Hun eerste doel is wat ruimte te maken, hun volgend de gelden te innen. Wanneer ze zich niet zoo blind staarden op de overrulde magazijnen, zouden ze mis schien ibij de afzending van goederen ook eens denken aan de mogelijkheid van be taling te krijgen, doch de meesten zenden maar af en laten de wissels volgen. Nu vindt men hier en daar in ons land uitge slepen leegloopers, die dit gebrek der koop lieden kennen en ze als tot straf voor hunne kortzichtigheid, bij den neus nemen, waar ze maar kunnen. Het ras dier gesle- penen neemt toe in dezelfde verhouding als de goedgeloovigheid der kooplui, het zal ook afnemen, zoo spoedig deze, door onder vinding geleerd en door de wet beter be schermd, voorzichtig worden. Yoorloopig echter breidt het vak zich uit. Elke week hoort men van bij naam en toenaam gesig naleerde personen, die handel drijven in nooit gekochte waren. Denk niet dat 't lui uit achterbuurten zijn, lieve hemel, in den Haag bewoont een dezer beruchten een heusche villa, in het liefelijkst oord, dat de residentie bezit. Ze schrijven op alle adver tentiën waarin iets van hun gading geannon ceerd wordt en wat is niet van de gading derzulken? ze nemen het toegezondene leuk in ontvangst en de afzender kan naar zijn geld fluiten. De wet schijnt onmachtig zulke dieven op de teenen te trappen, daarom bepaalt de justitie zich tot een waarschuwing; ucave canemd. w. z. wwacht u voor den hond!" Wat doen die lui met het ontvan- geneNatuurlijk op hun beurt handel drij ven, waarbij ze, naar we voor zeker houden, wel zorgen contanten te krijgen. Hoe roekeloos de leveranciers met het hunne omspringen, kunt ge dagelijks, vooral in de groote steden zien. In een dezer ves tigde zich laatst een hondenscheerder met der woonin een nette buurt koos hij een benedenwoning met tuin van zeven gul den huur 's weeks. Daar hij volstrekt niet 't plan had om viervoetig gedierte te gaan scheren, zette hij op zijn naambordje Veearts. Zijn inboedel bestond uit bijzit, kinderen en verder wat rommel. Doch de veearts wist raad. Netjes uitgedost in zwarte jas, grijzen broek en prachtig glimmenden hoed, toog hij, met een nette wandelstok cirkeltjes in de lucht slaande, de stad in, om meubelen te koopen. Geen twee weken later was zijn voorkamer gestoffeerd als een salon, met een prachtige tafel, dito stoelen enz. benevens eenpianino, splinternieuw, uit een der eerste magazijnen. Wederom een paar weken later, groot lawaai voor zijn woning. Een drietal leveranciers of ge- lastigden komen met kwitanties en kunnen ongetroost vertrekken. Die heeren doen dat echter niet zoo terstond en hoewel de deur potdicht blijft, roepen ze hun scheerder eenige liefelijkheden toe. De straatjeugd schiet toe, dienstmeisjes snellen aan, de buren loopen de straat op, ook komt de politieman, kalm en waardig bij de groep staan. Deze ver biedt de toornige geschorenen straatgerucht te maken. Ze zijn echter te verhit om als lammeren heen te gaan en snauwen den agent af. Deze, drie man voor zich heb bende, fluit en uit de naaste politiepost komt een half dozijntje helpers toeschieten. Nogmaals een aanmaning om heen te gaan en daar hieraan niet voldaan wordt, is 't pak aan en na heftige tegensparteling wor den de drie bedrogen geschorenen op sleep touw genomen. Onderwijl had hun scheer der de gordijnen opgehaald en keek, een fijn sigaartje rookende, op dit voor hem hoogst interessant standje, glimlachend neer. 't Duurde niet lang of al de gekochte, doch niet betaalde zaken, verdwenen een voor een uit de toen reeds in alle stadsbladen aangewezen woning en toen eindelijk de justitie den scherenden veearts bij de klad den kreeg, vond men, behalve de pianino, die zeker te zwaar was om in de duisternis stilletjes te verdwijnen, niets meer dan waar mee hij zijn woning betrokken had een oud, vuil rommeltje. Onze conclusie is deze wanneer ge niets meer te verliezen hebt en de eer van uw naam u volstrekt niet aangaat, kunt ge, 12) De geschiedenis van den hoed was afgcloopen. Ik begon weer opnieuw, zonder 't zij gehinderd 't zij ge stoord te worden, gedurende meer dan een uur lang het genot te smaken dat mij onze i'antastieke spele vaart veroorzaakte. De stem van Ramirez, die zich aan het achtereinde van de sloep verhief, maakte echter aan mijne droomerijen een einde, en herinnerde mij aan mijne rol van sluiker, die ik volkomen vergeten had. «Daar hebben wij den Creston,# zeide de Capataz, terwijl hij zijne hand uitstak naar een klein, zeer hoog eiland, geheel en al op een sluikersoord gelijkend, dat zich opdeed aan den ingang der reede van Ma- zatlan. «Wij zijn niet meer dan een halve mijl van de Engelsche korvet af.« Het was waarachtig de moeite niet waard om ons bloot te stellen aan het gevaar den hals te breken toen we van de kliprots afzakten. De opzichter van de konimiezen denkt in 't geheel niet aan ons, en wij kunnen nu de zaak als geëindigd beschouwen. Kom, flink op de riemen geleund. «Een bootriep op hetzelfde oogenblik een sjou werman, zooals wij onzen cargatloor in 't vervolg maar liever zullen noemen. «Van welken kant?« vroeg Ramirez levendig. «Aan stuurboord, tusschen de kust van het eiland Creston in. Ramirez liet het roer los; vervolgens dadelijk op staande en de hand voor zijn oogen plaatsende, om beter te zien, bekeek hij zorgvuldig het aangewezen voorwerp. De schaduw, die het eiland Creston op de zee werpt, belet mij goed te onderscheiden,zeide hij ein delijk. »'t Is ternauwernood, dat ik iels meer dan een zwarte stip bemerk.... Maar om de waarheid te zeggen, ik geloof dat die zwarte stip juist de hoot is van de tolwachters. Deze tijding, door de sjouwerlieden, mijne bondge- nooten, met een volmaakte onverschilligheid ontvan gen, veroorzaakte mij een onaangename gewaarwording. Ja 't is de boot van de kustwacht,# hernam een oogenblik later Ramirez. «Kom, machachoslaat me die riemen daar en neem de machetes. Ramirez had zich niet bedrogen, want eciic stem begon ons weldra te praaien. Aliooi, ga niet verder of we geven vuur! Precies! 't Is de stem van den havenmeester, van den edelen Heer Baranda zeiven,zeide de Capataz, dat is een groote eer die hij ons aandoet, zoo in persoon ons tegemoet te komen. Laten wij hem al onze erkentelijkheid betoenen door een onthaal zijner hooge betrekking waardig.» Bij deze spottende woorden, om zoo te zeggen de schets, de expositie van het drama dat voorbereid werd, verliet ik mijne plaats en ging zitten bij den Heer King, om te weten welk gedrag ik volgens moest. Hoewel de Engelsche handelsman zijn breed geranden hoed over 't gelaat getrokken had, teneinde te verhoeden dat men hem herkende, bewezen mij toch zijne oogen, die ik glinsteren zag in het halfdonker van den nacht, dat hij tot een hevigen weèrstand besloten was. «Wat zijt gij van plan te doen?# vroeg ik hem. Uwe vraag vind ik komiek,# antwoordde hij met een woedend gelaat. Bij den hemel! ik heb over vier schoten te beschikken en wee de vier eerste schobbe jakken die mij te -na komen. Ze kunnen van nacht nog herberg zoeken in de onderwereld. Als eens die zes mannen buiten gevecht zijn gesteld, dan zullen mijne brave sjouwerlui geen moeite hebben zich van de ande ren te ontdoen.En dan zullen wij bedaard de baren inschepen.# «Neem me niet kwalijk, u spreekt van vier schoten en van zes man buiten gevecht gesteld, zijt ge zeker zoo goed te raken?# Ik reken ook op uwe behendigheid en op uwe pistolen. OliSakkerloot!# riep ik uit, terwijl ik mij vrij bedremmeld achter 't oor krabde. Een laatste vraag, mijn waarde lieer? Hoe ver zijn we precies van 't eiland Creston af?« «Een halve mijl.» »En is er niet een gevaarlijke strooming, die naar de kust voert?» «Neen. Maar waartoe al deze vragen?# «Omdat, ziet u.... ik erg bang ben dat ik de kieschc zending, die ge mij wel hebt willen opdragen, niet al te best vervuilen zal. Is bet dan niet beter dat ik mijn pistolen aan n laat, die zulke uitstekende voornemens hebt, of dat ik in de zee spring? Ik ben licht gekleed, de nacht is prachtig, het water warm, de vaste grond op eenige vademen van mij af. Zie daar, ik maak mij al een feest van dit onvoorziene bad De Heer King keek mij met verbazing aan. «Ik had nooit zulk een voorstel van uwen kant verwacht,# zeide hij. «Overigens verzoek ik u te geloo- ven, dat, indien ik uw denkbeeld van een bad niet goedkeur, zulks in 't geheel niet is om u tegen wil en zin hij ons te houdenmaar de zee krioelt van haaien en 't zou me hinderen, als ik u op eenige passen van mij af levend zag opvreten.# gewapend met do noodige brutaliteit, een tamelijk groot succes behalen in den strijd tegen de orde, zoo ge maar zorgt in den wedloop met de justitie, telkens te juister tijd door de mazen der wet heen te kruipen. Op sommige plaatsen zijn de mazen zelfs zóó wijd, dat ge er zonder te bukken of uw hoed af te zetten, triomfantelijk door heen stapt en ongestraft uw vervolger nog hartelijk kunt uitlachen op den koop toe! Oordeel zelf. Zekere B., van beroep siga renmaker te Amsterdam, koopt tabak voor 90 a contant, en betaalt er 50 van. Eenigen tijd later bestelt hij weer tabak en schrijft dat de verkooper tevens over den ouden post beschikken kan. Deze had in- tusschen informatiën ingewonnen en besluit alleen tegen klinkende munt to leveren. Hij gaat zelf met zijn zoon en een kruier hetj bestelde brengen. B. betaalt zijn achter stallige f 40 en neemt de tabak in ontvangst De leverancier H. presenteert hem de kvvi tantie van f 85 en B. geeft zo aan zijn vrouw, die 't stuksken papier eenvoudig in den zak steekt met do woorden: „o, dat is al betaald." Groote ontsteltenis. De po litie komt er bij, doch kan niets uitrichten. H. geeft de zaak aan, doch de rechtbank oordeelt ze niet vervolgbaar. HetHofechtei is van een ander gevoelen en draagt de rechtbank op haar te behandelen. En deze hoewel de feiten volkomen bewezen achtende ontslaat het echtpaar B. van alle rechtsver volgingomdat kan daad niet valt ondei de termen der straf/vet. Bit is alzoo geschied op 5 October 1883 Behoeven we hier nog veel bij te voegen r Alleen dit nogmocht iemand oordeeler dat 't beter ware zulke uitspraken meLd^ï. mantel der vergetelheid te bedekken, dewijl allicht de een of andere gewetenlooze slim- inert daardoor aan een nieuw raiddel om zijn medemenschen te bedriegen, kan komen, »Ik dankenJwel voor 't belang dat ge in mij stelt, antwoordde ik, terwijl ik met berusting de hanen rnijneij pistolen overhaalde en er dopjes op zette. «Alleen moe ik u waarschuwen, dat ik mij van mijne wapenen nie dan tot lijfweer bedienen zal.# «Alles wel beschouwd, is er geen reden om zo bang te wezen,# zei Mijnheer King. «De Mexicaan sche kommiezen vallen gewoonlijk met moed en in erns alleen de lui aan, die zich niet verdedigen. Een ferr houding is genoeg om hun ontzag in te boezemen. 'Ij Zou mij niemendal verwonderen als deze ontinoctin met een geldelijk offer afliep.# «Ik vrees volstrekt niet, mijn waarde Meester King, voor de persoonlijke gevolgen die deze worsteling voöi mij hebben kanmaar ik wil mij gewetensknaging besparen, door geen bloed van arme schelmen te ver gieten die mij nimmer eenig leed hebben gedaan.# »0h' is het om die reden dat ge u zeiven als een ofler voor de haaien werpen gingtriep de Engelsch- man uit, die zijn lachen niet weerhouden kon, in weerwil van den ernst van onzen toestand. «Welnu! geloof mij, eer wij zes maanden verder zijn, zult gij derge'ijke vooroordeelen niet meer hebben. En nu opgepast en stil, de boot der kommiezen is nog slechts eene kabellengte van ons verwijderd.# Daarop beval de Capataz den roeiers hunne riemen weer op te vatten. «Wanneer men zulk goed en aangenaam gezelschap te waciten heeft als dat van Senor Baranda, den havenmeester,# zeide hij, «dan moet men al zijn best doen, om er zoolang mogelijk van te genieten.# Eenige seconden later bevonden wij ons boord aan boord met de sloep van de kommiezen. Het vijande-j lijke vaartuig bevatte in alles en alles tien man, de-1 roeiers daaronder begrepen; drie waren met gewerert; gewapend, de anderen hadden slechts oude sabels. W. verv.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 1