No. 217. Zaterdag 27 October. 1883 Een vreemde lekkernij. FEUILLETON. UitgeverL. J. VEERMAN Ileusden. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG Abonnementsprijs: per 3 maanden f verhooging. en ZATERDAG. L.Eranco per post zonder prijs- Advertentiën 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote lettejp naar plaatsruiml Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezondi stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Binnenlaudsche ADVERT E N TIEN waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Dij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. Wie kent niet of wie heeft althans niet gehoord van het arsenicum, in de wandeling gewoonlijk rattenkruid geheeten P Dezer da gen nog is een ontzettende misdaad, in En geland door eon vrouw bedreven, op ieders lippen, een misdaad van arsenicumvergifti ging. Er zijn tijden geweest waarin het ver giftigen van menschen tot een schrikba rende hoogte geklommen was. Erankrijk kan daarvan meepraten. In die tijden vierde het arsenicum haar hoogfeest. Gelukkig zijn thans de menschen minder liefdeloos en heeft de wetenschap de middelen aangewe zen waardoor dergelijke vergiftiging kan ge constateerd worden. Toch geschieden er af en toe nog wel ongelukken mede. Arseni cum ril. is een zeer moeilijk te ontberen bestanddeel van kleurstoffen, vandaar dat somtijds kinderen sterven door geklourd speelgoed of suikerwerk in den mond te houden en personen een kwijnend leven lijden, door vergiftiging van arsenicum, welk in bedgordijnen of behangsel aanwezig is. Arsenicum is een delfstofhet heeft in den vorm waarin het ter verdelging van onge dierte of tot wassching van schapen gebezigd wordt, een grauwwitte kleur, is reukeloos en hoeft bijna geen smaak. Lang op de tong gelegd verwekt het echter oen bitteren, wran gen smaak die later in zoet overgaat. Men behoeft slechts weinig er van te gebruiken om buiten staat gesteld te worden het na te vertellen. Doch 't is niet over arsenicum als ver gif maar als lekkernij, waaromtrent we 't een en ander meededen willen. Hoe ongeloofelijk het schijnen moge, 't is buiten allen twijfel dat er tal van personen zijn, die dagelijks arsenicum gebruiken en er zeer wel bij varen, ja, die ze juist met hot oog op lichamelijke welvaart nuttigen. Het land waar 't arsenicumgobruik hot meest verbreid is, is Stiermarken. De Stier- marksche boor draagt arsenicum in zijn zak, gelijk wij sigaren of tabak. Op zijn 18de jaar begint hij ze te gebruiken en men vindt er ouden van dagen genoeg onder om hot bewijs te hebben, dat men vergif innomende toch oud kan wordon. Evenwel moet hij, eens er mee aangevangen, er mede voort gaan vermindert hij zijn dagelijkscho por tie of houdt er geheel mede op, dan doen zich verschrikkelijke verschijnsolen voor. Het oog eerst glanzend, wordt onzeker en glas achtig, de ledematen beginnen te beven, de beenen vermogen het lichaam nauwelijks te torschen, de huid wordt droog en ruw en een onbedwingbare dorst kwelt den lijder alsof hij in een hevigen koorts ligt. Het gebruik van arsenicum geeft het lichaam kracht, de longen worden sterker, de aangezichtskleur frisscher, 't bloed, door 't vergif verdund, vloeit sneller door de ade ren en de zwaarte neemt aanmerkelijk toe. Daar 't innemen van dit gevaarlijke goedje ten doel heeft krachtig en flink to worden, is 't zeer algemeen verbreid in do bergstre ken onder de klassen van werklui, die licha melijke kracht zeer noodig hebben. Men begrijpt lichtelijk dat het lichaam zich slechts uiterst langzaam aan 't gebruik van dit vergif went, zoodat in don aanvang de in te nemen hoeveelheid zoer klein, niet grooter dan een gerstokorrel zijn mag tot zo den omvang van een erwt of ook wol van een boon verkrijgt. Bovendien worden bij 't gebruik bijzondere regelen in acht genomen, b. v. komt de tijd van innemen in aanmer king; soms goschiedt dit oens of tweemaal per weok, soms dagelijksook heeft men op het voedsel te lettonna het gebruik van arsenicum dient men b. v. een tijdlang het drinken te mijden. Er zijn ook arsenicum- gebruikers, die zich ten tijdo van volle maan van vergif onthouden, daarna weer met kleine hoeveelheden beginnen en in den tijd van onthouding aloë innemen. Ook Parijs hoeft zijn arsenicumeters. Do Parijsche dames, voor wie een schoon lichaam broodnoodig is, wenden arscnichoudende z. g. schoonhoidspillen aan, om or goed govuld uit te zien en haar tint die doorzichtige fijn heid te geven, die men zegt dat dames bij zonder interessant maakt. De moesten weten niet dat ze daardoor veroordeeld zijn het ver gif te blijven gebruiken. Houden ze er mee op, dan gaan ze een ellendig leven te gemoet of sterven. De betreurenswaardige slacht offers der IJdelheid werpen zich wanneer ze gowaar worden dat 't lichaam vermagort en de huid groezelig wordt, maar spoedig weor in do armen van don arsenicumduivel. Do werking van 't vergif op 't lichaam der dieren komt overeen mot die op d der menschen. Het bevordert de circulat van het blood, geeft krachten, maakt h lichaam vleeziger en 't voorkomen flinke doch kan ook den elood veroorzaken, wa neer men het niet in langzaam toenemene hoeveelheden toedient. Konijnen kunne betrekkelijk zoer veel arsenicum nuttigo de ogcl ondervindt or volstrokt geen n deel van, hot varkon on het schaap hobb< er woinig letsel van, doch katton on ho den sterven reeds van een gram, vooi wanneer hot vergif in vlooibaren toesta) gegeven wordt. Een vorrassond woldadig govolg hoeft h arsenicumgobruik voor paarden, zoodat mi in volo streken een geringe dosis ondor h voeder mengt, niot zeidén mot hot bodri gelijke oogmork de gezonken levenskrac op te wokkon en don kooper om don tu te leiden. Do proeven, welke men mot paard genomen hoeft, lieten doorgaans niots wenschon over. Zoo b. v. gaf men oen ou mager dier, dat ook bij de boste voedi mager bloof, oen gansch jaar driemi '8 woeks vijf gram arsenicum, zonder c de geringste nadeoligo invloed te bospeur was. Intogondool word hot reeds na o paar wekon zichtbaar vollor en merkbn sterker; toen men echter mot de toed ning" van 't vergif ophield, verloor het z eetlust en zijn haren cn was niet moor redden, ook niet toon mon hot woej^ gewone dosis arsenicum toodionde. Iedor paard, 't welk mon arsenioum voe verkrijgt binnen korton tijd oon veel fl 13) Enteren!* riep terstond Ramirez niet al de kracht zijner longen. Onze twintig sjouwerlui, stoutmoedig geworden door de mindere getalsterkte van de kommiezen, en gee- lectriscerd door het voorbeeld van hunnen Capataz, stortten zich dermate allen tegelijk in de boot van de kustwachters, dat zij haar bijna deden kantelen. Vuurriep dezelfde stem, die ik ook reeds had hooren praaien, en die volgens het zeggen van Ramirez aan den havenmeester Baranda toebehoorde. Dit moorddadig bevel verkreeg gelukkigerwijze zelfs geen begin van uitvoering, om de uitmuntende reden, dat de dragers der geweren reeds hunne wapenen weggeworpen hadden voordat het werd gegeven. In de vrees dat soms een ongeluk uit onhandigheid voortkomend deze ontmoeting bloedig kon maken, juist op 't oogenblik dat zij naar mijn wensch een geheel vreedzaam karakter aannam, zette ik mijn pistolen in de rust. De heer King, alleen met mij in de sloep gebleven, volgde mijn voorbeeld. Hoe zal dat alles ailoopen?« vroeg ik. Maar 't komt mij voor, dat het heelemaal afge- loopen is,« antwoordde hij mij. »De wet heeft in Mexico veeleer ontzag voor het geweld, dan dat het geweld de wet ontziet. Maar hoor eens wat onze Capataz zegt. Dé Capafoz overlaadde de tolbeambten' met verwijten. En nuf« voegde hij er bij, terwijl -hij. zijne toe- spraak eindigde, «stemmen wij erin "toif u^in vrede te laten trekken. Laat deze les niet Voor 'u- verloren gaan en laat de edelmoedigheid, die wij ten uwen opzichte betoond hebben, wij die de beschermers van den handel zijn, u aansporen, gij die er de dwingelan den van zijt, om tot uw plicht terug te keeren. De Capataz ging na deze schoone toepassing weer zitten. Op 't zelfde oogenblik, dat onze roeiers hun eersten roeislag gaven, kwam een man, die uit de boot van de tolwacht sprong, in onze sloep neêrploffen, die hij onder zijn gewicht kraken deed. De edele heer Baranda!" riep oogcnblikkehjk de Capataz. Hij zelf!« antwoordde de havenmeester, »Zeg eens, buen muchaco, verbeeldt ge u soms dat ik u maar zoo zal laten Heengaan. Dat hebt gij mis. Ik wil volstrekt weten wie deze Hoeren zijn en de som in zilver kennen die zich hier bevindt,voegde hij er bij, terwijl hij op ons, den heer King en mij, wees, en vervolgens niet den voet op de zilverbaren trapte die den bodem van onze walvischsloep vulden. De heer King werd hij 't hooren dezer woorden zoo bleek als een doek. Als hij me herkent, ben ik een bedorven man,« zeide hij tot mij met gedempte stem; «als ik hem door de hersens schiet, dan zal dat een werkelijk schandaal geven; en aangezien men ongelukkigerwijze nog geen havenmeester vermoord heelt, zou ik mij op geen antecedenten kunnen beroepen en men zou mij doodschieten. Ik weet niet 'meer welke partij te kiezen. De vreeselijke toestand, waarin de heer King zich bevond, werd weldra nog ernstiger, toen de haven meester vastbesloten op hem afkwam. Een stap verder eri de koopman was verloren. i liet schijnt dat de Capataz het gevaar inzag., want terstond het roer loslatende, wierp hij zich tusschen den heer King cn den havenmeester. Scnor Baranda,zeide hij tot den laatste, «ik acht u zeer hoog, maar plicht gaat boven al. Ik heb beloofd dat ik dit geld zou doen scheep gaan, en niemand ter wereld zal mij kunnen verhinderen woord te. houden. Geloof mij, de eenigc verstandige partij die gij zoudt kunnen kiezen, is die van een spoedigen terugtocht. Ik zeg 't 11 nu in der minne!" De Mexicanen gelijken in één opzicht naar de helden van Homerus, dat ze veel piaten alvorens tc handelen. Dezen keer was het echter het tegendeel wat geher de, want toen de havenmeester Hamirez wilde terug- stooten om door te gaan, nam deze hem in ie armen en smeet hem plompverloren in zee, zonder een woord te spreken. Een plotseling «Que viva el Capatazdoor onze twintig sjouwerlui geslaakt, begroette deze heldendaad en overstemde het geluid, door den val vei oorzaakt. Help, help, Besquardo!" 1) riep daarop een jam merlijke stem. 't Was die van den edelen heer Baranda, die weer boven water gekomen was. Dit beroep van hun opperhoofd ging niet verloren voor de kómmiezen ik zeg 't ging niet verloren, in dien zin dat ze het hoorden, want wij zagen dat ze dadelijk hunne riemen in 't water staken en al wat zij maar konden naar den kant van het Creston toe haalden. En wij naar de koi vetriep de Capataz te gelijker tijd. 1) Besquardo: het korps gewapende kustwachters. Deze dubbele vlucht van zijne vrienden en zi vijanden bracht den armen havenmeester in een tr rigQU toestand. Twee kansen bleven, hem over van.ute verdrinken alvorens (foor de haaien'te wore opgegeten, of wel levend verscheurd te worden alvon te verdrinken. Men zal zonder moeite begrijpen, dat de edele hi Baranda tegenover zulk een dilemma voor een oogt blik zijn waardigheid van havenmeester vergat. Buen muchaco,riep hij uit met een stem, wa: van de trillende galm geheel een welluidend gebed sloot: verlaat mij niet, in 's hemels naam!* Komaan, laat iemand ïmj aan 't roer vervangei /.ei Ramirez. »De edele Heer Baranda beroept zich mij, en ik moet hem ter hulpc Urnen.* Zich bu gend over den rand van de walvischsloi stak daarop de Capataz aan zijn ex-vijand de hand to met dien verstande' dat, op 't oogenblik waarin de 1 venmoester de behulpzame hand wilde aanvatten, hand hem bij de haren vastgreep en in zee dompel Boei met alle macht, vrienden,* zei de kapite in een kwartier znllen wij er z:jn.« Dit bevel, met kracht en juistheid uitgevoerd d( onze acht roeiers, gaf zulk eene vaart aan onze sloi dat hare snelheid niet vertraagd werd, al hoewel een havenmeester meer mee te slepen had. Maar, Ramirez,zei King na eenige seconden zv gens, gij zult den edelen Heer Baranda laten v drinken. Och watantwoordde de Capataz, zoo iets v drinkt nooitoverigens, zie eens hoe bedaard hij t moment is, hij doet geen mond meer open. Dat wil ik wel gelooven. Gij houdt hem oni water. O! dat maakt niemendal uit, als hij de sterk; maar was, dan zou hij toch wel weten te schreeuwer

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 1