No. 232. 1883. DE BRUG. -FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN neusden. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonn ementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letten naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Binnenlandsche A D V E R T E N T IE N waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebrachtDij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. In een vorig nummer van dit blad heb ben wij met een enkel woord melding ge maakt van eene brochure, getiteld: //Over brugging te Heusden van de nieuwe rivier. Een vraagpunt in verband met de wet tot verlegging van den Maasmond. De zaak van de overbrugging is van te groot belang èn voor de gemeente Heusden, èn voor het Land van Heusden en Altena, dan dat wij het verschijnen der brochure niet nog eens opzettelijk zouden bespreken, om de denkbeelden er in neergelegd zoo mogelijk in wijder kring te verbreiden en zoodoende menigeen over te halen met de brochure zelve kennis te maken. Het gemeentebestuur van Heusden, het zij te zijner eere gezegd, laat er geen gras over groeien. De Raad doet al het mogelijke om de totale afsnijding te verhinderen van dat gedeelte van Noord-Brabant, dat voor de toekomst en het bestaan der gemeente Heusden eene levensvoorwaarde is, zooals omgekeerd de afsnijding ook voor het land van Heusden eene ramp zou zijn, waarvan de gevolgen niet zoo dadelijk zijn na te gaan, maar die in elk geval verderfelijk zouden zijn. Op die zaken met nadruk te wijzen is het doel der brochure en onz.es inziens is de schrijver uitnemend geslaagd in het doel 10) De molenaar had, zooals gezegd is, weinig vrienden en zoo vertelden twee buurlui hem dan ook met niet geheel verborgen leedvermaak wat er gebeurd was ja, de derde, wiens verhaal door Reinold met een wre velig gebaar werd afgebroken, wond er volstrekt geen doekjes om: »Nu ja, meester! Eenmaal moeten wij er allen aan gelooven: heden mijn, morgen dijn.De molenaar leidde daaruit af, dat het bij Koenraads waag stuk voornamelijk op hem voorzien was geweest, maar hij kon hem toch niet gezien hebben, daar hij natuurlijk in het volgende jaar nog niet sterven zou. Ondertusschen besloot hij, bij de eerste gelegenheid de beste, den roeke- loozen knaap eens goed onder handen te nemen. Nog dienzelfden avond bezocht een dienstvaardige buurvrouw de oude moeder Brünig en deelde haar bij het afscheidnemen aan de huisdeur nog mede, wat de lieden onder elka&r vertelden, doch zij, de buurvrouw, natuurlijk niet geloofde. De verschrikte moeder ging er haar zoon onmiddellijk over sprekendoch hij ontkende alleshij was in Neudorf bij zijn neef geweest, had zich dat hij zich heeft voorgesteld. Er is niets overdrevens in; er is geen jacht maken op effect, maar eenvoudige en heldere taal, be wijzen met cijfers gestaafd, een klare, hel dere uiteenzetting der feiten; hetgeen vooraf gezegd en gedaan is, hetgeen verwacht werd en hetgeen ons boven het hoofd hangt. De brochure begint met het opschrift van een brief aan de heeren Mijnssen Co., Ingenieurs te Amsterdam. //Wij geven,zoo luidt de aanhef van den brief, ,/wij geven de nota die gij ons toe- zondt, echter zonder het technisch gedeelte, als brochure hierbij in het licht. Zij behelst de gronden, waaruit volgens uwe meening ten volle de billijkheid blijkt, waarop het Land van Heusden en Altena en Heusden hun recht tot verkrijging van eene brug over de nieuwe rivier doen gelden." Eerst geeft de brochure de historie van het punt in kwestie. Het eenig artikel van het bedoelde ont werp van wet (het maken van eene nieuwe rivier), behelsde onder d: de werken van irrigatie tot behoud van de gemeenschap met en tot herstel van de gemeenschap over de nieuwe rivier. In dc Memorie van Toelichting vond men omtrent deze zaak niets anders dan //Behalve het bestaande Keizersveer in den Rijksweg van Breda naar Gorinchem, waar aan de noodige uitbreiding wordt gegeven, moet voor Heusden een stoombootenveer worden gemaakt tot onderhoud der com municatie van de beide oevers der nieuwe rivier." De schrijver der brochure komt er tegen op dat Heusden en Keizersveer in éénen adem worden genoemd, terwijl toch de toestanden hemelsbreed verschillen. Te Kei zersveer blijft dezelfde toestand bestaan, of liever hij wordt verbeterd; de pont immers wordt vervangen door een stoomboot; in Heusden daarentegen wordt een nieuwe toestand in het leven geroepen, die een stap in achterwaartsche richting mag ge noemd worden. Daar wordt een onverbeter lijk middel van gemeenschap weggenomen en een in de plaats gesteld (wanneer er een stoombootenveer kwam), dat onmoge lijk aan de eischen kan voldoen die er aan gesteld mogen worden. Moge de Mi nister van Waterstaat dit over het hoofd zien, de brochure wijst er met recht op dat //eene onberispelijk bestaande gemeen schap te land zou worden vervangen door een overgang over een des zomers 180 en des winters 550 M. breed e rivier> door middel van een stoombootenveer met al ffe-, aanklevende onzekerheid bij mist, hoog op- perwater en storm, bij vastzittende rivier en bij ijsgang, zoowel des daags als des nachts." Wat de storm alleen reeds kan veroorzaken, hebben wij dezer dagen nog ondervonden, laatstleden Woensdag, toen de overtocht naar Nederhemert van hier let terlijk alleen met levensgevaar kon vol bracht worden. Verder wijst de brochure er op, dat de lang gewenschte spoorweggemeenschap van het land van Heusden en Altena weer ge heel verbroken wordt. Mocht men in 1875 hopen dat de staat van afzondering voor die streek weldra zou ophouden, al waste dit iveldra ook tot jaren aan, daar er een begin was moest er ook een einde komen en het geheel was maar een vraag van tijd. Door een stoombootveer wordt de aanhech ting aan het net onmogelijk; immers een brug is daartoe een onmisbaar vereischte; nimmer kan een veer op voldoende wijze een gedeelte van den ijzeren weg vervangen, want de zekerheid der aansluiting van de treinen wordt gemist, ten minste in de waag schaal gesteld, wat bijna hetzelfde is; dan behoeft men nog niet eens te letten op voor komende geheele stoornis in het verkeer en de vertraging die op den duur niet is te voorkomen. Neen, zegt de Minister, voor de gemeen schap van het land van Heusden en Altena met de rest van Noord-Brabant zal voldoende gezorgd worden, want op twee plaatsen uit het Benedenland zal men over den Bomme- lerwaard en Hedel naar de hoofdstad van de Provincie kunnen komen in plaats van de thans bestaande gemeenschap over Heusden! daarom is de wensch van een brug bij Heus den een overdreven eisch! Men behoeft slechts eene kaart naast zich te leggen om de ver- schilPnde richtingen te vergelijken en de dwaaStttU. van het beweren dat voor het Benedenland—&Wes ongeveer hetzelfde zou blijven, springt diHtScJjjk in het oog. In de brochure zijn,^woals trouwens in het verband der geschiecfêtÉ Past, de ver schillende adressen opgenomen Sgericht aan den Minister van Waterstaat, aan GeM -Staten, aan Burg. en Weth. van Heusden, Terder de debatten die er over zijn gevoerd in Me Tweede Kamer, de redevoeringen van onzeP afgevaardigde, den heer Seret, en van den heer 't Hooft. Vooral de rede van den laat ste, die meer bijzonder met deze streek be kend is, vormt een krachtig pleidooi voor de door zoo velen gehoopte brug. Er wordt melding gemaakt van de sub sidie der Provinciale Staten, van de onbe paalde woorden, daarin voorkomende //dat de verbroken gemeenschap zou hersteld worden hetzij door bruggen, hetzij door stoom- bootverenover het bekende adres van de 23 leden der Provinciale Staten, die beducht daar wat lang opgehouden en was onderweg verdwaald toen hij omstreeks middernacht het kerkhof was voor bijgekomen, had hij' uit louter "nieuwsgierigheid willen zien of dc kerk inderdaad, zooals dc menschen ver tellen, verlicht was, maar hij had niets gezien en wilde gerust heengaan toen de doodgraver gekomen was, die hem had doen schrikken. Dat verhaal vond echter bij zijn moeder geen geloof; en ook hare vrien dinnen en geburen, bij wie zij zich lheld als geloofde zij 't wel, schudden wantrouwend 't hoofd. Keenraad hield het .voor noodzakelijk, den tweeden feestdag ter kerk te gaan, schoon hem bij de gedachte aan de kerk en liet kerkhof een rilling over 't lijf liep. Het ontging hem niet, hoe de bejaarde mannen, maar vooral .de vrouwen, hem met blijkbaren angst trachtten te vermijden, en, als zij dit niet konden, althans het gelaat afwendden, uit vrees dat zij in zijn blikken hun aanstaanden dood zouden lezen. Zelfs de jongeren weken schuw terug, want, ofschoon zij ook niet dezelfde vrees koesterden, kwam hun een mensch, die geesten gezien had, toch niet zeer uitlokkend voor. Zoo alleen gelaten, plaatste hij zich digt aan de kerk hofdeur om Marieta op te wachten, en, zooals hij zich voorgenomen had, haar recht vriendelijk te groeten, om haar de gelegenheid tot booze gedachten te bene men. Toen zij echter binnentrad met de doodsbleeke gelaatskleur, die deels uit het vroegere hartzeer, deels uit den laatsten doorgeweenden nacht voortsproot, deinsde hij, verbijsterd van schrik, ontsteld terug, en was hij niet in staat een enkel woord ter groeting uit te brengen. Op gelijke wijze ging het hein met den molenaar, die met voordacht en plotseling bij zijn terugkeer hem in den weg trad. De schrik van den jongeling veroorzaakte den ouden man een tienmaal grooter schrik: hij hield het nu voor uitgemaakt dat Koenraad hem gezien had en dus zijn dood in den loop van het aanstaande jaar onvermijdelijk was. Koenraad doorleefde voortaan ongelukkige dagen. In zijn binnenste keerde de rust niet terug; altijd en overal vervolgde hem de schim zijner geliefde, zooals hij haar in dien rampzaligen nacht gezien hadaltijd pijnigde hem de gedachte aan haren nabijzijnden, on- ontwijkbaren doodaltijd wees zijn gevoel hein en niemand anders als de oorzaak van haar dood aan, hoezeer zijn verstand alles aanvoerde om hem vrij te pleiten. In zijn omgeving ging het hem niet beter; allen ontweken hem, want de redeneeringen van ver standiger lieden deden hein verwijten over zijne zon dige nieuwsgierigheid. Zelfs aan zijne moeder begon hij te bemerken, dat zij hem met een zekere schuw heid bejegende, de oogen nedersloeg of afwendde als zijne blikken op haar vielen en allengs terughoudender tegenover hem werd. Deze ongelukkige omstandigheden brachten hem op het denkbeeld, andermaal zijn ge boorteplaats te verlaten; hij had toch evenmin hier als elders iets meer te hopen, sedert hij wist dat zijne geliefde welhaast ten grave zou dalen. Marieta was niet gelukkiger. De doodsvrees haars vaders, die nooit in gezonden, veel minder in ziekon toestand tot sterven bereid was, sloeg tot'wocdo en razernij over. Er volgden dikwijls heftige uitvallen tegen zijne arme dochterdan schold hij Koenraad uit voor een Godtergenden schurk, voor zijn moordenaar, en haar voor een ravenjong, dat haar eigen vader den dood toewenschte en vermoedelijk den verfoeielijken deugniet tot zijne gevloekt waagstuk had aangespoord. Marieta verdedigde zich nooit, maar meer en meer werd haar gemoed door een onbeschrijfelijk hartzeer gefolterd. Bovendien had reeds Koenraads gedrag, in ve hand met de voorzeggingvan den koekkoek, haar op het denkbeeld gebracht dat Koenraad ook haar gezien haden daar zij zijn waagstuk voor hoogst zo dig hield en ook niet zonder huivering er aan kon denken, werd haar hart gekweld door den strijd tus- schcn haar ongeveinsde godsvrucht en hare liefde. Tante,zeide zij op zekeren dag het was juist Driekoningen tot vrouw Schulze, als gij wilt, dat ik nog eenmaal rust vinden zal op deze wereld, wees dan zoo goed en laat Koenraad bij u roepenik moet hem bepaald spreken! Haar tante was zeer verheugd nu zij hare nicht, die anders voor alles onverschillig was, dezen dienst bewijzen kon en 's namiddags kwamen de jongelieden in hare woning bij elkander. Koenraad, zeide het meisje, »wat gij gedaan hebt, is inderdaad goddeloos en gij hadt mij vergeten toen ge heengingt o n God te verzoeken maar ik hoop, gij zult mij toch nog oprecht antwoorden als ik u vraag: Hebt gij mijne )t Kerstnaeti

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 1