No. 236. Zaterdag 5 Januari. 1884. II FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden. LI VIOOL. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. A b o n n e m e n t s p r ij sper 8 verhooging. maanden f 1.Franco per post zonder prijs- Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote lette» naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. JJli Zooals bekend is, is de toestand van lijfeigenschap der landelijke bevolking in Rusland nog pas sedert een dertigtal jaren opgeheven. Ia het westelijk ge deelte van Europa behoort hij reeds langer tot de geschiedenis. Maar in het westelijk Europa heeft zich uit dien lijf-eigenstand een volksklasse ontwikkeld, die daar bijna overal de kern en de kracht van den staat is, en op elk gebied hare groote mannen kan aan wijzen in Rusland is dat niet liet geval. In het zuid westen en westen van dat groote rijk, waar de grond vet en vruchtbaar is, is de welvaart van den platte landsbewoner toegenomen, maar in het noorden en oosten, waar de grond vrij onvruchtbaar is, kan men met recht zeggen, dat de armoede der bevolking door de vrijmaking een grooteren omvang heeft gekregen. Behalve die geringe voortbrengingskracht van den grond, werken daartoe nog andere oorzaken mede. Gemeentebesturen, die overal elders een lieilzamen in vloed kunnen uitoefenen, bewerken daar het tegenover gestelde. Zij zijn daar een van de meest tyrannieke instellingen, die den boer onderdrukken, hem met belastingen overladen en hem aan den bodem vast- kluisteren, zoodat hij zelden of nooit op eene andere plaats verbetering van zijn lot kan gaan zoeken. Zel den zal men dan ook lezen, nu evenmin als vroeger, dat zij door verhuizing; b.v. naar Amerika, trachten hun lot te verbeteren. Dat is feitelijk voor hen on mogelijk, omdat zij altijd in schuld staan bij den Ge meenteontvanger, welke ook de Rijksbelastingen int. De geheele gemeente is steeds aansprakelijk voor de opbrengst der belastingen, zoodat niemand zich kan onttrekken. Ten tijde der lijfeigenschap kon de heer den boer stokslagen geven, hem mishandelen, maar van honger sterven liet hij hem nooit. De boer vertegenwoordigde voor hem een kapitaalals hij het vernietigde, be nadeelde hij zich zeiven. Tegenwoordig wordt de boer door den voormaligen heer geëxploiteerd, evenals de bevolking van Zuid-Rus land door de woekeraars en herbergiers. Voor buitensporig hooge prijzen moet hij thans koopen, wat hem vroeger om niet werd gegeven. Velen ontbreekt het zelfs aan brandhout om den winter door te komen. Want de boer heeft geene bosschen gekregen toen bij vrij werd gemaakt en toen het land werd verdeeld. Gebrek en hongersnood zijn bij hem in de plaats gekomen voor slavernij. Komen er nog andere rampen bij, misgewas bij voorbeeld, dan is de toestand van den landbouwer verschrikkelijk. Het jaar 1874 vooral staat met een zwarte kool geteekend. In dat jaar stierf in enkele streken van Rusland een tiende deel van de bevolking den hongerdood. Te Samara, Oelfa, Saratow, aan de oevers van den Don en op zoo menige andere plaats hadden duizenden boeren brood-gebrek en voedden zich met gehakt stroo, als dat voeden mag heeten. Er waren distrikten, waar in een jaar zestig percent der kinderen stierf; het brood dat de boeren aten geleek op turf. Door den honger verjaagd, verkochten de dorpsbewoners hunne huizen en gingen in groote troepen langs de groote wegen rondzwerven. Tegen het einde van Augustus werd er naar Petersburg een proefje opgezonden van het brood, dat in het gouver nement Samara bereid en gegeten werd. Waarvan was nu dat brood gemaakt? Het bleek een afschuwe- welijk mengsel te zijn van asch, klei, eikels en stroo. Er was geen korrel meel in te vinden. Het had veel van slijk, dat in den oven gedroogd was. De kin deren, wier tanden nog niet krachtig genoeg waren om in deze beschuiten te bijten, likten er aan. De kassen der hospitalen waren ledig, zoodat ook de zieken het noodige voedsel niet ontvingen. Niettemin bleven de ontvangers onbarmhartig de uitgehongerde boeren plagen en vervolgen om de betaling der achterstallige belastingen en accijnsen. De bisschop van Samara beproefde eene inschrijving voor de ongelukkigen te openenhij zelf plaatste zijn naam aan het hoofd der lijst, voor eene som van 50 roebels. Die lijst bracht echter niets meer op en de hongersnood bleef voort woeden. Een der voornaamste oorzaken van dat onverdiende lijden en van al die ellende is gelegen in het belas tingstelsel, dat even onrechtvaardig als gebrekkig is. Van honderd millioen decatines (eene Russische land munt) land betalen de groote grondeigenaars, de vroe gere leenheeren, niet meer dan 13 millioen roebels belasting, terwijl de boeren voor honderd en vijf mil lioen decatines eene som van 195 millioen roebels moeten opbrengen. Dit zijn toestanden, welke men wanen zou onmo gelijk te zijn in de laatste helft van de negentiende eeuw. En die toestanden zijn grootendeels in het leven geroepen door oorzaken, die juist voor doel hadden ze in het vervolg te voorkomen. Honderd jaar geleden was die de normale toestand van de plat telandsbevolking in het grootste gedeelte, zeker ne gentien twintigste van Europa. Door één geweldige daad is bijna overal die toestand als met één ge weldigen slag opgeruimd. Niet op alle plaatsen en in alle landen met hetzelfde gevolg: maar toch overal is toch zooveel veranderd, dat de vooruit Gedurende de 46e eeuw mocht Italië zich beroemen het brandpunt te zijn, van waaruit kunsten en weten schappen hare nu nog weldoende stralen over Europa uitgoten. De hoogeschool te Bologna gold als een van de voortreffelijkste der wereld. Daar en in Rome, Yenetie, Cremona en andere steden vond men scholen voor schilders, beeldhouwers en bouwkundigen, welker meesters, als Rafaël, Titiaan, Michel Angelo, Benevenuto, Cellini enz. nog thans met recht als uitstekende kun stenaars gevierd worden. Ook de muziek werd in het schoone Italië met liefde beoefend, het meerstemmig gezang w. t. v., daar toenmaals de meeste onzer in strumenten nog niet bestonden. Het spreekt dus als vanzelf, dat ieder, die op eenig gebied der kunst zich naam wilde maken, naar Italië trok en onder dezen bevonden zich vele Nederlanders. In het begin der genoemde eeuw zette zich in Bologna zekere Kasper Tieffenbrucker als instrumentmaker neer en 't is deze eenvoudige man die de geschiedenis als de uit vinder van de «Koningin der muziekinstrumenten noemt. Men kende in die dagen reeds menig snaar instrument, dikwijls van wonderlijken vorm, pompoen- vormige, eivormige, vierhoekige enz. die allen noch door hun vorm, noch ook door lieflijkheid van toon uitmunt ten. Men denkt dat ze uit het oosten en in de verre oudheid naar Europa zijn gevoerd. Ze hadden van een tot twaalf snaren, die met een staafje of met de vin gertoppen aangeslagen of met een strijkstok gestreken werden. Daar men tot het begin der 4 7de eeuw nog geen muziek kende alleen geschikt voor instrumenten, dienden ze alleen tot begeleiding van het gezang. Die welke in vorm met de ons bekende viool 't meest over eenkwamen, werden bij het spelen op de knie of op den grond geplaatst. Hun toon was, al naar den bouw van 't instrument dun, lispelend, ruw, diep en ratelend. Daar vervaardigde Tieffenbucker in het jaar 4 540 te Bologna een viersnarig instrument met één kam en korten hals, welks vorm, klankvolheid en kracht van uitdrukking aan alle eischen voldeed en 't welk ge schikt was tot begeleiding van de hooge vrouwesteni, waartoe geen ander kon dienen. Dit wonderbare in strument betooverde in de hand eens goeden spelers alle toehoorders en werd bij zijn verschijnen als het uitnemendste van alle instrumenten begroet. Er bestaan nog zes violen, van welke we weten dat ze door Tieffenbrucker vervaardigd zijnze gelden als meesterwerken. Een dezer is op het klankbord door Leonardo da Vinei prachtig beschilderd met Maria en het kind Jezus. Deze omstandigheid levert het be wijs dat T. op vertrouwden voet stond met de kunste naars van zijn tijd en als hun evenknie beschouwd werd. T. heeft bij de vervaardiging zijner »violetta,« ge lijk hij ze noemde, de golflijn aangewend, die volgens Newton de schoonste is in de schepping. Ze kan dan ook uit het oogpunt van schoonheid wedijveren met alle andere instrumenten. De vlakte der vioolkast toont boven en beneden een halven cirkel, de hals is even als.de klankbodem en 't bovenblad een weinig gewelfd. Deze'gebogen vormen voldoen niet alleen aan den schoonheidszin, maar schijnen zeer bij te dragen tot den klankrijkheid van den toon. Er is in al de eeuwen geen noemens waarde verandering in den vorm der viool gebracht en de instrumenten van de meesters uit de 46de eeuw worden nog met verbazende sommen betaald. T. maakte den klankbodem uit ahornhout, het dekblad uit dennen hout en stelde de geheele kast uit 58 stukken te zarnen. Zelf zocht hij het hout uit en lette daarbij nauwkeurig op den loop der jaarringen. Met groote zorg berekende hij de dikte der houten wand, zoodat de beide vlakken alleen reeds kunststukken waren. Door twee in het dekblad zich bevindende openingen in den vorm eener S werd de toon naar de inwendige ruimte geleid. De van binnen op den klankbodem bevestigde stembalk gaf het instrument stevigheid en tot conserveering van het hout bezigde T. een lak- soort, welker samenstelling en gelijkmatige bestrijking hem zeer gewichtig toescheen. Hierbij kwam nog de plaatsing .'an kam en hals en de keuze van snaren. Al deze en nog honderde kleinigheden moet men in 't oog houden om den uitvinder en zijn instrument naar waarde te schatten. Italië was verrukt en al wat instrumentmaker was toog aan 't namaken. Dat ging echter zoo gemak gang groot, verbazend groot was. Alleen Rusland bood toen weerstand aan die groote omkeering, met het gevolg, dat het groote land thans onder rampen als gebukt gaat. Eene concessie aan den geest van den tijd hebben ook Ruslands alleenheersehers moe ten doende lijfeigenschappen opheffen, maar verder gaan op dat pad deden zij niet, zij kwamen nog niet eens halverwege en de autocraat moest autocraat blij ven. De Soeverein, de Gezalfde Gods was alleen de meester en zou dat alleen blijven. Zoo moed de toe stand komen die nu gekomen is. In de steden, onder de meer ontwikkelden, vooral onder het jongere ge slacht, die andere landen bezochten, werden onwille keurig vergelijkingen gemaakt tusschen Rusland en de andere Europeesche Staten; goedschiks konden zij geen verandering krijgen, daarom moest de verandering komen op geweldadige wijze en het Nihilisme was de weg daartoe en de dood van den vorigen Keizer lag op dien weg en de woestenijen van Siberie ont vingen langs dien weg eene bevolking van menschen die onder andere omstandigheden hoogst waarschijnlijk een sieraad van den staat zouden zijn geworden. Op het platteland kon de boer niet meer naar willekeur worden afgerost, die macht was den heer benomen, maar de staat deed verder niets meer voor millioenen, die eeuwen in onmondigheid waren gehouden en nu verklaard werden tot vrije menschen, zonder dat zij de kennis hadden hunne vrijheid te gebruiken. In blijvende afhankelijkheid zijn zij van den grooten heer, die de macht had van het geld en de macht van het grondbezit en tegenover wien zij in hunne staatsinstellingen niets hadden dat hen kon helpen of steunen. Zoo meest de landbouwer verarmen en verdierlijken, want de mogelijkheid was hem ont nomen zich te ontwikkelen en te beschaven. kelijk niet en eerst in de volgende eeuw gelukte het meesterwerken te leveren, die de instrumenten van T. op zijde streefden of overtroffen. Ieder kent de namen van Amati, Stradivari, Guarneri, Be.rgonzi en Stainer en weet welke fabelachtige sommen er: soms voor een Stradivarius betaald zijn. De viool is eerst in hare hooge waarde in Europa bekend geworden, toen Paganini zijn virtuozenreis door ons werelddeel maakte. Hij leende in de eerste dagen van zijn optreden een instrument, vervaardigd doer Guarneri, van den koopman Livron. Begeesterd door d: heerlijke tonen der viool, speelde Paganini zoo wonderschoon, dat Livron uitriep: «nooit zal ik de s aren ontwijden, die uwe vingeren bespeeld hebben. Het instrument behoort u!« Met dit instrument heeft Paganini de wereld in verrukking gebracht. Met de G-snaar alleen beheerschte hij een vol orkest. Paganini noemde het: «mijn kanon*. Hij droeg het steeds zelf naar de concertzalen en toen hij stierf vermaakte hij het zijn vaderstad Genua. Deze kostbare viool rust daar in een goed verzegelde kast. Ze sluimert daar ah sneeuwwitje in haar glazen doodkist. Doch niemand mag de sluimerende geest van dien gestorven meester meer in 't leven terug roepen. Edele diamanten en kostbare violen verliest de kunst niet gaarne uit het oog; zij hangen haar aan 'thart als den Arabier zijn edel ros. Het Land van DE VERGELIJKING.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 1