No. 246. Zaterdag 9 Februari. 1884. FEUILLETON. Mal'occhio. Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden. Brieven uit Amsterdam. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Eranco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag en Donderdagavond 8 uur. //Verzint eer gij begint" van dat door en door Nederlandsche spreekwoord is de hoofdstad zóó doordrongen dat ze er maar niet toe kan overgaan een Beurs te bouwen en liever gevaar loopt zich in de oogen van 't heele land bespottelijk te maken dan een monumentaal handelspaleis te zetten op een plaats, daarvoor ongeschikt, althans minder gewenscht. Onze oude Beurs, hoewel nog slechts een veertig jaren oud, heeft twee kapitale ge breken ze is leelijk en ze is te klein. Dat ze leelijk is, zou ons zeker niet drijven tot een nieuwen Beursbouw wanneer al wat leelijk is, moest vervangen worden door iets schooners, dan zou Amsterdam wel een eeuw werk hebben en behoefden ze zeker in Den Haag voor leegloopende werklui geen collecte om onderstand te houden onoogelijkheid op zichzelf is den Nederlander geen reden om zijn aangezicht van een bouw werk af te wenden. Doch de Beurs is klein, veel te klein en daarom heeft men al jaren geleden uitgezien naar de middelen om haar te vervangen. Er zijn plannen gemaakt bij de vleet en van allerlei soort, onuitvoerbare en stoute, weldoordachte en dwaze, goed- koope en dure. Het gemeentebestuur heeft de meeste onderzocht en nagerekend, heeft zittingen gehouden en gedebatteerd, honderd uit en eindelijk na lang wikken en wegen en na een welgeslaagde proeve, in hoever men bij de raming der kosten op een tege moetkoming der beursbezoekers rekenen kon, is men er toe overgaan te bepalen de Beurs zal komen op het Damrak, hetwelk daartoe gedeeltelijk gedempt zal worden en de kosten zullen twee millioen bedragen. Ik durf zeggen dat Amsterdam het in deze zaak volstrekt niet eens was met zijn vertegenwoordigers. Zoo min als men een Beurs wenschte in eenig nieuw deel der stad, zoo min verlangde men die ook op een nog ongeboren stuk grond, vooral dewijl men daar voor een monumentaal gebouw aan breedte te kort kwam. Het werk werd echter aangevangen, het Damrak gedeeltelijk gedempt tot aan de Oude Brug, met een kostbare ondergrondsche waterverbinding tusschen Damrak en Rokin. Men vindt daar nu een groot zandplein, een woestijnachtig moeras. Toen nu de grond geschapen was, waarop de handel haar heiligdom zou zien optrekken, werden er serieuse debatten gehouden om trent de voorwaarden, waaronder een prijs vraag zou uitgeschreven worden. De raad bepaalde de inrichting, in hoofdzaken althans, en ook dat de prijsvraag een internationale zou zijn. Maar voor men nu van wal stak kwamen enkele raadsleden nog eens terug op het ge nomen besluit, voornamelijk dewijl er ge gronde vrees bestaat dat de Beurs toch te klein zou zijn. De een stelde voor haar grooter te maken, de ander haar verder op te zetten en 't heele Damrak te dempen. Nog al meer dempenEn een derde doch nu moet ik even adem halen. Die derde deed een voorstel naar 't hart van iederen Amsterdammer. Het ideaal nl. der gansche stad iseen Beurs op den Dam. Reeds jaren geleden is daartoe een plan gemaakt, maar om de kosten is het opgegeven. In het hart eener stad onteigenen gaat met zulke enorme be zwaren en kosten gepaard daar was geen denken aan. Doch nu is dat plan nog eens terdege opgewarmd en wel door Burgerplicht, waar de h.h. Muysken en de Kruyff, op den avond juist vóór de raadsvergadering waarin de Beursbouw ter sprake zou komen, hun licht lieten schijnen en voor de oogen der aanschouwer» den Dam in zoo'n ver rukkelijk licht plaatsten dat na afloop der meeting allen op één na als hunnen wensch te kennen gavengeen beursplan uitvoeren alvorens onderzoek gedaan is naar de technische uitvoerbaarheid van een Beurs- stichting op den Dam. Ziehier de rekening dier heeren. Kosten van onteigening op den Dam, Vijgendam hoek Warmoesstraat, Visschsteeg enz. 2.000.000. Beursbouwf 2.000.000. Uitgaaf f 4.000.000. Inkomsten. Beursbelasting, buffet-verpach ting enz125.000. Huur der omgebouwde winkel galerij en der bovenhuizen. 50.000. Totaal 175.000. De intrest van 't kapitaal 4% stellende, vertegenwoordigt deze som een kapitaal van f 4.375.000, dus drie ton meer dan de beurs zou kosten. De uiteenzetting van dit plan en 't schoone vooruitzicht op een sierlijk gebouw tegen over 't paleis, hebben zulk een indruk ge maakt dat de raad besloten heeft dit plan in overweging te nemen. Zoodat er alle kans bestaat dat 't Dam rak om niet gedempt is en we toch nog onze nieuwe Beurs op den Dam zullen krijgen. Ik sprak daareven van de Haagsche werklui zonder werk, hier is 't al evenzoo gesteld. Er loopen gansche scharen leeg, overal aan kloppende om brood te verdienen maar steeds aan een doovenmans deur. De besten daaruit pakken aan wat ze krijgen kunnen en worden boodschaplooper, kruier of iets anders, doch de meesten verkiezen het straatslijpen boven z. g. onfatsoenlijken arbeid. Ettelijken slaan, dewijl het gezin toch om brood roept, ge vaarlijke wegen in, waarop ze met de po hoofdpijn had en dat geen locomotief hem naar zijn zenuwachtige tante en vervelende nichten slepen zou doch trots al die bedenkingen ging hij toch mee. Hij keek ons onvergenoegd aan, terwijl hij blootshoofds tegenover ons zat en zijn hoed door de handen draaide. Het slot in Traunbeck had hooge spitsbogenven- sters en deed naar 't uiterlijk denken aan een protes- tantsche kerk. Het was gedeeltelijk nog door stellages omgeven en scheen werkelijk een zeer onaangename woonplaats. Wij vonden de gravin Lorzin op een rust bed, hoestend door de stuivende kalk. die in een dikke laag op alle meubels en 't vloerkleed lag. Zij was ge zet, had een oud doch aristocratisch voorkomen, een eenvoudige stem en was goed en hartelijk. De ontstemde Frits verheelde zijn slecht humeur niet, vooral niet tegenover Blanche, de oudste zijner nichten, een kokette blonde, die hem met 't volle be wustzijn harer waarde, behandelde. Bij de thee, die we in 't park gebruikten, verscheen ook de tweede zuster de kleine Nina met hare gouvernante. Zij was nog niet in gezelschappen geweest, droeg een eenvoudig jonge-meisjeskleed en de haren loshangend over de schouders. Ik schrok toen ik haar zag; zij herinnerde mij aan dat, wat ik voor acht jaren geweest was, hoewel ik er nooit zoo lie«f heb uitgezien als Nina Lorzing. Uit haar bruingetint, doch bleek gelaat keken onder tame lijk sterk geteekende wenkbrauwen de blauwste, groot ste en zachtste oogen der wereld, over hare zwarte haren lag een rozenroode weerschijn, haar fijn gebogen neus duidde een energiek karakter aan, haar volle lippen sloten zich over witte, niet zeer kleine tanden. Zij was een weinig verlegen, sprak geen woord, be halve met haar Engelsche leermeesteres en dan zeer zacht, doch overigens hoorde ze opmerkzaam en ern stig toe. De bewegingen harer kleine handjes, de hou ding harer ongekunsteld slanke gestalte, haar lach, haar blik, alles aan haar was lieftallig en onschuldig. Frits reikte haar beide handen en riep: «wel, wel, klein ding, wat ben je groot gewordenToen kuste hij ze op de haren, waarop ze erg bloosde. Eens maar sloeg ze de wonderbaar schoone oogen tot hem op, daarna keek ze hem in 't geheel niet meer aan. Haar rustig wezen leverde een allerliefst contrast met dat harer kokette zuster, die onder 't gesprek steeds de oogen verdraaide en in de geopende handen tuurde. Na de thee kuste Nina hare moeder en reikte ons allen de hand, om afscheid te nemen. Frits, die plot seling veel innemender was geworden hield haar terug. «Kleine Nino» zij was een half hoofd grooter dan ik «kleine Nina, ik heb vernomen dat ge muziekles neemt, wilt ge me eens wat voorzingen Ik dacht aan de amazone van Spindler. «Ja, ja» viel de gravin in, «het is goed dat ge uw verlegenheid aflegt. Wij zullen hier blijven, de vensters staan open, dus kunnen we uw spel hier hooren. Nina keek ons bedroefd aan haar te accompagneeren. Zij zong nauwkeurig in de maat met een gedempte, diepe, doch schoone altstem een lied van Mendelssohn ik was juist op 't punt haar mijn compliment te ma ken, toen Frits binnentrad en «gij houdt toch niet op, Nina?» riep. «Laat mij, Frits,» bad zij, «ik ben zoo bang voor «Voor wien? voor Koenraad.... Voor hem zingt een capucijner even schoon als een nachtegaal en bo vendien is hij in druk gesprek met uw mama over geldzaken. Of vreest ge voor mij? Ach ja, ik schrijf sedert den laatsten tijd muzikale kritieken voor de pers!» Hij lachte luid en legde haar een Meilied voor. ik ging mede om litie in attaque komen, die ze vervolgens huisvesting en brood bezorgt. Verleden week werd een vader met een zoontje gevat, die van den honger gedreven, zich schuldig maakten aan een zeer brutalen diefstal. Van de aanrandingen, die hier langs de straten plaats hebben, hebt ge zeker vernomen. Ge moet daar echter de helft niet van ge- looven want wanneer eenmaal van aanran dingen gemompeld wordt, dan ziet iedsr bevreesd schepsel in eiken voorbijganger, die wat barsch kijkt of naar den tijd of den wog vraagt, een belager van beurs en eer. De moordgeschiedenissen van elders, door som mige bladen waaronder nota bene de Am sterdammer, in al hare kleuren naverteld, spoken ook in de hoofden en wat in andere groote steden plaats heeft, dat is immers ook in Amsterdam mogelijk? Met schrik ziet men daarom die mannen in ledigheicl langs 's heeren straten slenteren en leest men van socialisten, die van tijd tot tijd met hunnen profeet Nieuwenhuis vergaderen en zoo roerend kunnen jammeren over te zwaar werk en menschenrecht. Wanneer de lui zonder werk met deze klagers gin gen meezingen, dan men gevoelt dat zouden de socialisten juichen en ofschoon de kracht hunner argumenten daardoor aan merkelijk zou verminderen, 't gevaar van storing der orde zou grooter worden. Ter kenschetsing van de algemeene ma laise nog dit. Ik liep eenige dagen geleden een straat door en stuitte op een menigte van, naar mijn gissing, over de honderd personen, die pratende, in troepjes voor een woning ston den, in welks bovenverdieping kantoor ge houden werd. Daar ik nieuwsgierig was wat deze vergadering in de open lucht te be duiden had, voegde ik mij er bij en vroeg, om een praatje te maken, wat vuur. //Wat is hier te doen Dl van Alttm (Van onzen speciaLen correspondent.) UIT HET DUITSCH. 8) En weer verliep een dag en een heele week, twee weken. Frits had vroeger eens zoo terloops gezegd: «ik ben reeds vier weken op Meiringen,» waarop Koen- raad rustig geantwoord had: «overmorgen zes.« «Dat is al lang,zeide Frits en lachte «vindt ge het te lang Koenraad «Ik gevoel mij zeer gestreeld dat het u in onze volstrekte eenzaamheid zoo goed bevalt,antwoordde Koenraad, zoo koel mogelijk. Frits keek wat zuinig, doch maakte geen aanstalten om weg te gaan. Op zekeren dag verraste Koenraad mij met de boodschap: «een tante van Frits woont sedert eenigen tijd te Traunbeck, zooals ge weet, twee uren van hier. Het slot wordt gerestaureerd, zoodat 't daar voor haar zeer ongezellig is. Ze vraagt ons dringend haar te be zoeken, daar ze door ongesteldheid der paarden buiten staat is naar hier te .komen. Als ge zin hebt, rijden we er vandaag heen. Ik had hoofdpijn en weinig lust in een rijtoer, doch daar ik in Koenraads oogen den wensch las niet te weerstreven, stemde ik toe. Frits, van de reis hoorende, stelde zich zeer geme lijk aan, zwoer dat er een onweer opkwam, dat hij Terwijl zij zong, stond hij, de handen in den zak, tegenover haar, wiegelend niet het hoofd, en pre cies als wanneer ik «Io l'amo tarito,» voordroeg. Ki En toch was zijn manier van doen een weinig an; ders als in den omgang met mij, eeu weinig hartelij ker en wat minder zelfzuchtig. De toetsen waren mij als ijs onder de handen. Ons bezoek eindigde met de uitnoodiging tot de gravin haar onder kalk begraven slot te verlaten en mede te gaan naar Meiringen, waaraan ze terstond gehoor gaf. Op de terugreis riep Frits, erg overdreven: «Wat een onuitstaanbaar persoontje is toch mijn nicht Blan ch;! Ik vind ze een naar kinden gij Koenraad?» «Ik vind ze koket de kleine is lief.» Daarop antwoordde Frits niet, maar zag glimlachend voor zich heen. Na een kleine pauze merkte hij op «dat meisjes op die jaren er zoo komiek uitzien!», Ik zweeg. De familie Lorzin was reeds eenigen tijd bij ons. Frits had zijn afkeer van Blanche en zij i attenties voor mij verdubbeld. liet innig, onbewust gevoel van geluk was al lang mij ontvloden; een smartelijke onrust plaagde mij. Zij waren allen op de jaeht, ook Blanche en Nina. Nina schoot inderdaad goed en Blanche droeg korte kleeren en koketteerde met hare lieve voetjes. Ik stond op het terras alleen tusschen de kobolden en dwergen, tegen welken de wilde wingerd opklom, lift was in 't begin van September en koel voor dien tijd van 't jaar. Hier en daar had de herfst reeds met eenige bloedroode strepen in het loof het doodvonnis van den zomer geschreven.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 1