No. 252.
1884.
Een Speelhel.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN. Heusden.
GORDON ItAI.DWIV
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Eranco per post
verhooging.
zonder prijs-
Advertentiën 1-
-6 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Adverteutiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
SLOT.
Men kan daar dikwijls het zeldzame
schouwspel bijwonen, dat vlak naast den
meest trotschen aristocraat of een pas ge
huwd echtpaar uit de aanzienlijkste familie
een gestalte staat, waarbij men een vraag-
teeken zou zetteneen persoon, wiens be
roep in lijnrechten strijd is met de wetten
van den staat, van zedelijkheid en goede
trouw en die dan ook in zijn uiterlijk reeds
volkomen den stempel van een volleerden
schurk draagt. Het is alsof de rotsbodem
van Monaco een neutraal gebied is, waar
het uitschot van alle natiën zich onbevreesd
en ongestraft naast den man van eer kan
plaatsen, omdat ook de laatste zich hier
aan de ondeugd overgeeft, waarin de eer
ste het reeds tot den hoogsten trap heeft
gebracht.
Gaat men de steenen trappen van den
hoofdingang van het Casino op, zoo komt
men het eerst in eene voorzaal, door zui
len gedragen, van waar men in de kleed
kamers en in het bureau van den specialen
commissaris kan komen. De speciale com
missaris geeft de entreebiljetten af, welke
iedereen, als hij zijn naam noemt en het
hotel waar hij logeert opgeeft, zonder moeite
of voorbehoud ontvangt. Eene langwerpige
vestibule, eveneens met kolommen versierd,
is het voorportaal der speelzalen en dient,
met hare koele temperatuur en marmeren
banken tusschen de zuilenrijen, allen die
zich bij het spel te veel verhit hebben, te
gelijk tot rustplaats en tot ontspanning na
de opgewondenheid van eenige uren geluk
kig of ongelukkig spelens. De deuren aan
de rechterzijde geven toegang tot de lees
zaal, waarin de voornaamste dagbladen en
tijdschriften uit alle landen, honderden in
getal, ten gebruike liggen. De deur recht
uit voert in de prachtig versierde concert
zaal, waarin eiken dag eene goede kapel
speelt en voor deze concerten wordt, even
min als voor het wekelijksche vuurwerk en
de illuminatiën, een entreegeld gevorderd.
Het lokaas dat Monte-Carlo uitwerpt is vol
smaak en gratie. Door de deuren links
komt men in de speelzalen. Twee kleine
zalen en een groote, alle drie keurig ge
bouwd en versierd, vormen het oorlogsveld
voor den speelduivel. Vijf roulettes zijn in
de beide eerste zalen, twee tafels voor
//trente et quarante" in de groote zaal, die
met zijne weelderige maar prachtig uitge
voerde muurschilderingen, de echte verza
melplaats voor een gezelschap is, waar uit
wendige grootheid en innerlijk bederf hand
aan hand gaan.
«Uw hoed, als het u belieft!" roept een
der gegalonneerde lakeien, als men bij het
binnentreden het waagt zonder nadenken
met den hoed op het hoofd de geheiligde
ruimte binnen te treden, en //stilte, als het
u belieft!" roept een andere lakei, als men
het waagt aan eene speeltafel luider dan
zachtjes te spreken. Eerbied voor den mam
mon en eerbied voor den humbug, dat is
de grondtoon van de twintig paragrafen der
statuten, die in eiken hoek van de zaal in
de Eransche, Engelsche, ltaliaansche en
Duitsche taal zijn opgehangen.
De nieuweling kan zich niet ontdoen van
een drukkend gevoel en een heimelijke
angst, als hij voor de eerste maal in deze
speelzalen binnentreedt, die steeds in eene
soort van schemering gehouden worden.
Eene beangstigende stilte heerscht in het
rond, men hoort slechts de kogels van de
roulette, het klinken der goudstukken en
het eentoonig kommando van de croupiers.
Wel is waar hoort men daar tusschen in
een geheimzinnig fluisteren of een gesmoorde
vloek, een uitroep van verwondering of er
gernis, maar dan volgt ook onveranderlijk
het: i/stilte, als het u belieft!"
Omdat de laagste inzet aan de roulette
tafels slechts 5 francs bedraagt, worden deze
gewoonlijk het meeste bezocht.
Rondom de beide tafels van //trente et
quarante" vergaderen gewoonlijk de meer
ervaren spelers; de kansen zijn hier iets
gunstiger: winst en verlies vernietigen elk
ander sneller, het bloed geraakt sneller in
beweging en het zenuwgestel wordt er meer
aangedaan. Bij het /trente et quarante" is
de hoogste zet op 12,000 francs bepaald,
de laagste op 20.
Terwijl op de roullete-tafels meestentijds
slechts vijf, tien en twintig-frankstukken te
zien zijn, hebben bij de trente et quarante-
tafels de gouden honderd frankstukken en
de bankbiljetten de overhand. Dikwijls ge
beurt het dat op een dezer tafels op een
enkelen dag millioenen worden omgezet.
Het is niet tegen te spreken dat koel
bloedigheid voor den speler van groot ge
wicht is, maar het is onzin bij het hazard
spel de kansen vooruit te willen berekenen.
En toch zweren de meesten der geroutineerde
spelers bij de door hen vooraf gemaakte be
rekeningen en combinaties, die meestal ge
grond zijn op zorgvuldige aanteekeningen,
die maanden lang zijn voortgezet. Het is
evenwel verloren moeite, het toeval toch kent
geene regelen. De bedaarde opmerker kan
zich nauwelijks van lachen onthouden, als
hij deze slaven van den hartstocht uren lang
koortsachtig gloeiend aan de speeltafels ziet
zitten en iederen winst of ieders verlies op
merkzaam in hunne notitieboekjes ziet op-
teekenen.
Tot de belangrijkste personen aan de
speeltafels behooren de croupiers. Men zou
zich zeer vergissen als men meende, dat
deze lieden tot de minste soort menschen
die aanwezig zijn behooren. Onder de twee
honderd croupiers, die gedurende het drukke
seizoen in het Casino werkzaam zijn, zijn
de meesten eerzame huisvaders. De admi
nistratie is buitengewoon streng in de keuze
dezer beambten, want al worden ze ook
onophoudelijk bewaakt door de hoofden der
bank, door een geheel leger van publieke
en geheime opzichters, door hunne collega's
en door de spelers, zoo hebben zij nog ge
legenheid genoeg om oneerlijk te zijn als
zij er van willen profiteeren. Het bestuur
van het Casino neemt daarom slechts zulke
lieden in dienst, op wier eerlijkheid zij zich
meent te kunnen verlaten en straft de ge
ringste misslag, ook al wordt hij buiten
hunne schuld begaan, met onmiddellijk ont
slag. Het is geen lichte dienst, dien de crou
piers van Monte-Carlo hebbende aflossing
heeft wel om de twee uren plaats, maar er
behooren zenuwen van staal toe, om ook
maar twee uur achter elkander tegenover
eene koortsachtig opgewonden menigte
roulette-kaarten en hark te hanteeren, zon
der zich te vergissen.
Hoe verderfelijk de schepping van den
heer Blanc ook voor de maatschappij is,
aan de bewoners van Monaco heeft zij zeer
groote voordeelen bezorgd. Een onvrucht
bare rots is tot een heerlijken tuin geworden;
uit een nederig visschersdorp is een stad van
villa's en hotels gegroeid. Monaco zelf was
spoedig niet groot genoeg meer om de
vreemden op te nemen die uit de geheele
wereld toestroomden,om aan het toeval hunne
offers te brengen, en zoo strekten de huizen
zich hoe langer hoe verder uit, tot dat de
huizen op Monte-Carlo met die van Monaco
en van het nabijgelegene Condamine een
geheel waren geworden. Vorst Karei was
het niet die voor zijn landje zorgde, maar
het was het bestuur van het Casino. Dit
bouwde straten en wegen, verlichtte de stad
NOVELLE .VAN. R U D 0 L F L I N D A U.
2)
De arme Wetmore, dien men van alle kanten ver
pletterende blikken toewierp en die slechts met groote
moeite het geld bij elkaar geborgd had dat hij vier
en twintig uur schuldig gebleven was, wenschte in
zijn hart zijn gelukkigen, vermogenden tegenstander
naar de Mookerhei. Maar deze had in den vorm het
recht aan zijne zijde .weten t§ bewaren en Wetmore
gevoelde dat hij alleen stond en er voor hem niets
anders overbleef als zich zoo goed mogelijk in de zaak
te schikken. Hij mompelde op een spijtigen toon,
doch niet onvriendelijk: Gij neemt het geval veelte
ernstig op; het was zoo niet gemeend.* Forbes be
taalde daarop zijn geld, speelde nog voorzichtiger dan
gewoonlijk, verloor een kleinigheid en nam tegen twee
uur in den morgen zijn vertrek.
Nadat hij de club verlaten had, begon Wetmore
zich op nieuw over hem te beklagen, en ditmaal vond
hij van alle kanten bijval.
«Wat mij troost,* zoo besloot hij zijn ontboezeming,
»is, dat Forbes, ofschoon hij veel meer wint dan een
van ons-allen, toch nooit recht genoegen in het spel
heeft. Ik erger mij wel als ik verlies, maar daar
voor heb ik er dan ook weêr schik in als ik toe
vallig eens win. Forbes verveelt zich altijd. Ik gun
het zoo'n onaangenamen, rijken vent!*
Forbes wist heel goed, toen hij naar huis reed,
dat men hem op dit oogenblik in de club onder han
den nam, en dat onder de talrijke kennissen, die hem
daar met een vriendelijk lachje plachten te begroeten,
er niet één was die op den inval zou komen, hem
in zijne afwezigheid te verdedigen.
Den volgenden morgen, gedurende een rit in het
Bois de Boulogne; maakte hij reisplannen. «Ik zal eens
voor een paar weken naar Nice, Florence en Rome
gaan,* overlegde hij bij zich zeiven. Misschien^ amu
seer ik mij daar wat beter dan hier. In elk geval
krijg ik dan toch eens weer andere gezichten te zien
als die van Wetmore en Compagnie. De hecle troep
is mij onuitstaanbaar.
Toen hij een uur later in zijne woning was, over
handigde zijn bediende hem twee brieven, die zoo even
gekomen waren. Hij legde ze, zonder zelfs de adres
sen gezien te hebben, op tafel neer, en eerst nadat
hij zich op zijn gemak verkleed en door een blik op
de klok zich overtuigd had, dat men hem over een
kwartier voor het ontbijt zou kunnen roepen, wierp
hij zich bij den haard in een stoel en las de beide brieven.
De eerste luidde aldus
97Avenue Friedland.
Woensdag.
Waarde Heer Forbes!
«Wilt gij ons het genoegen doen, Vrijdagavond
om zeven uur bij ons te komen eten Hartelijk
gegroet. MARIE LELAND,
geb. De Montemars.
«Die vrouw kan het niet laten iedereen voortdu
rend er aan te herinneren, dat zij van voorname familie
is en den ouden Leiand alleen om zijn geld getrouwd
heeft. «Geboren De Montemars!* Wat gaat mij
dat aan Maar Johanna Leiand is een schoon, ver
standig meisje. Ik heb Vrijdagavond niets bijzonders
te doen. Ik zal de uitnoodiging aannemen.*
Het briefje werd werktuiglijk weder in het couvert
gestoken en ter zijde gelegd.
De tweede brief was een veel uitvoeriger schrijven.
Zoodra hij een blik op het adres geworpen en de
hand herkend had, vouwde Forbes onder een uitroep
van ontevredenheid het papier open en begon toen
terstond met gespannen aandacht te lezen
Beste George
«Gij zult mij billijkerwijs moeten toegeven dat
ik u sedert geruimen tijd niet met tijdingen van
mijn persoon heb lastig gevallen. Ik zou u ook nu
nog niet schrijven, als ik het had kunnen vermij
den. Ik weet dat mijne brieven u geen genoegen
doen en schrijf u daarom niet gaarne. Ik heb u
niets onaangenaams meê te deelen en bid u, dezen
brief niet ongelezen ter zijde te leggen.
«Toen ik vier jaren geleden te Hakodate aan
kwam, leerde ik hier een jongen Engelschman
kennen, Gordon Baldwin gehecten. Hij nam mij,
zonder dat ik eenige de minste aanspraak bij hein
kon doen gelden, met hartelijke vriendelijkheid in
zijn huis op en ik ben maanden lang zijn gast ge
weest. Ik was sedert langen tijd niet meer aan
welwillendheid gewoon. Baldwin's goedheid maakte
een diepen indruk op mij en ik was hem er zeer
dankbaar voor. Ik kreeg hem lief, en hij, die wel
gevoelen moest hoezeer ik hem genegen was, schonk
mij van zijn kant eveneens zijn vriendschap. Ik was
langen tijd als een schip zonder roer her- en der
waarts geworpen, zonder ergens rust of veiligheid
te vinden, en ik durfde nauwelijks hopen dat het
geluk mij eindelijk in een haven gevoerd had, waar
liet mij vergund zou zijn rust te nemen. Ik dacht
Hakodate binnen weinige maanden weder te ver
laten en was derhalve in mijne uitlatingen tegen
over Baldwin niet zoo voorzichtig als ik wel had
moeten wezen. Ik had bij mijne mededeelingen
geen kwade bedoeling op 't oog. Ik meende dat
het mij geoorloofd zou zijn, het tegenwoordige
oogenblik niet door een achterdochtige terughou
dendheid voor mij te bederven. Ik bezit de bedaarde
afgemetenheid, die u kenmerkt, helaas niet
«Ik vertelde dus aan Baldwin gedurende de
lange wandelingen, die wij met elkaar maakten,
het een en ander uit mijn leven. Mijn naam ver
zweeg ik hem, want ik wilde de belofte, welke
ik u gegeven had, niet ontrouw worden. Ik noemde
mij Graham. Ik zeide aan Baldwin, dat ik rijke
verwanten bezat, van wie ik door een ongeluk,
waarover ik het stilzwijgen moest bewaren, voor
altijd gescheiden was. Ik sprak ook over u. Gij
zult het onverklaarbaar vinden, want bij u zou de
gedachte, om over mij te spreken, nooit opkomen.
Wij verschillen dan ook zeer veel van elkander.
Ik verhaalde niets dan goed van uik rpemde
uwe scherpzinnigheid, uwe kalmte en energie. Ik
sprak over het buitengewone succès dat ge in uw
leven gehad hebt, en dat gij hoofdzakelijk aan uw
beleid, uwe vastberadenheid te danken hebt. Van
de verhouding, waarin wij tot elkander staan, zeide
ik hem niets. Ik schetste u als een vriend mijner
jeugd. Gij ziet, grove onbescheidenheden heb ik
niet gepleegd. Het kan a geen nadeel doen, als
de eenvoudige, lichtgeloovige Baldwin aanneemt dat
gij een armen slokker, Graham geheeten, misschien
eens een dienst hebt bewezen.
Hakodate ligt ver buiten de wereld. Er wonen
hier, behalve de Japanneezen, eenige weinige En
gelsche, Amerikaansche en Duitsche kooplieden.
Vreemde reizigers verdwalen bijna nooit hier heen.
Ik zag jaren lang niets meer, wat mij aan mijn
verleden had kunnen herinneren en voelde mij lang-
DE
lid Land van Huisden en Allena,
«Hakodate (Japan), 2 September 1863.