No. 255. Woensdag 12 Maart. 1884. l SLAVEN. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden. GORDON BALDWIN. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Bmnenlandsche ADV E R T E N TIE N waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Bij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. NOVELLE VAN RUDOLF LINDA U. 5) III. Weinige dagen nadat Baldwin juffrouw Leiand voor de eerste maal gezien had, was hij door Forbes aan het jonge meisje en hare ouders voorgesteld gewor den, en na korten tijd behoorde hij tot de dagelijk- sche en steeds welkome gasten in het huis der Ame- rikaansche familie. In het begin van de maand Maart had hij zich naar Londen begeven, om daar een vriend te bezoeken, met wien hij zaken deed doch hij was van deze zaak reeds na verloop van een week, veel vroeger dan hij afgesproken had, naar Parijs terugge keerd en nu hield hij zich reeds twee maanden daar op, zonder er ook maar op te zinspelen dat hij voor nemens was binnen kort weder te vertrekken. Forbes was daarmede bijzonder ingenomen ja, hij verheugde er zich over. Zijn geheele levenswijze was door het gezelschap van den vroolijken, onbaatzuch- tigen gast, die onder zijn dak woonde, op de aange naamste wijze veranderd. Hij dacht er reeds met be zorgdheid aan dat het samenzijn met hem over kor ter of langer tijd toch een einde zou nemen. Baldwin had namelijk, nog vóór zijn tochtje naar Engeland, eens ter loops er van gesproken, dat hij in 't laatst van 't jaar naar Hakodate terug zou keeren. «Waarom wilt ge niet in Europa blijvenvroeg Forbes. «Omdat ik mijn zaak in Japan heb,« antwoordde Baldwin, «en mijn vermogen daar in mijn fabriek is gelegd, a «Kunt gij uw zaak niet liquideeren vroeg For bes verder. «Gij zult toch geen plan hebben om uw heele leven onder half beschaafde Japaneezen en wilde Ainos door te brengen «Daar heb ik inderdaad geen plan op, maar ik moet het daar toch zoo lang uithouden totdat ik ge noeg verdiend heb om zonder mijn Japansche zaak in Europa te kunnen leven. «Hoeveel tijd denkt ge daarvoor noodig te hebben?# «Vier of vijf jaar, als het mij meeloopt. «Vijf jaar als het u meeloopt! Dat is een heele tijd. En als het u eens tegenloopt «Daar heb ik nooit over gedacht. Ik laat den dag van morgen voor zich zeiven zorgen. Komt tijd, komt raad «Wanneer denkt ge op reis te gaan?« «Dat heeft nog geen haast. Tegen het eind van 't jaar. Als ik met het voorjaar weer te Hakodate ben, is het vroeg genoeg. Men was nu reeds in de maand Mei. Baldwin had niet weder over zijn vertrek gesproken ja, hij scheen er zelfs in het geheel niet meer aan te denken. En hij dacht er ook werkelijk niet meer aan. De schoone oogen van Johanna Leiand hadden het hem gedaan. Hij was boven alle denkbare beschrijving op haar ver liefd. Hij dweepte in den waren zin des woords met de bruinoogige, goudharige, slanke Amerikaan- sche. Al zijn denken, wenschen en hopen was bij haar. De nog niet verklaarde hartstocht maakte hem zoo zalig, ongelukkig, opgewonden, zwaarmoedig, vermetel, bloohartig en onbesuisd, gelijk zij andere menschen, die zich in denzelfden toestand bevinden, gewoonlijk maakt. Slechts in één opzicht onderscheidde Baldwin zich van de meeste verliefden: hij was niet praatziek. Hij had Forbes nog niet in zijn vertrouwen genomen, hetgeen echter niet belette dat deze reeds Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. SH"R sedert geruimen tijd de zaak volkomen duidelijk inzag. Ook Johanna en de heer en mevrouw Leiand hadden, zonder dat hiertoe hunnerzijds een bijzondere mate van scherpzinnigheid gevorderd werd, het geheim van den nieuwen huisvriend geraden. Mevrouw M. Leland, «geboren de Montemars,« was daarmede volstrekt niet in haar schikdoch zij maakte er zich toch ook niet ongerust over. Hare verstandige Johanna boezemde haar een onbeperkt en gerechtvaar digd vertrouwen in. De heer Baldwin was niet de rechte schoonzoon naar het ideaal van mevrouw Le- lands kalm berekenend hart. Sedert geruimen tijd had zij in haren geest den rijken George Forbes voor hare dochter uitgekozen. De oude heer Leland mocht den jongen Engelschman wel lijden; maar... hij had thuis niets te zeggen. Zijne vrouw wilde hem niet eens laten Hitspreken, toen hij op zekeren avond een schuchtere poging gewaagd had, om over de beminnelijke eigenschappen van «dien jongen man uit Japante spreken. Johanna eindelijk was op hare jongste overwin ning niet bijzonder trotsch. Zij was er aan gewoon geraakt, overal te zegepralen. Baldwin viel haar wel niet bepaald tegen, maar het denkbeeld dat zij ooit met hem zou kunnen trouwen, was nooit in haar opgekomen. Men had haar gedurende de vier laatste jaren zij was nu drie en twintig jaar oud op alle moglijke wijze was het hoï gemaakt. Zij telde in haar «collectie» sentimenteele, hartstoch telijke, zwaarmoedige, grappige en verstandige hofmakers. leder van deze had haar een tijd lang geamuseerd en was haar vervolgens onverschilig, zoo niet hinder lijk geworden. Drie hunner hadden achtereenvolgens aanzoek gedaan om hare hand. Zij had die aanzoeken onvoorwaardelijk, zonder ze een oogenblik te overwe gen, van de hand gewezen. Wat zij eigenlijk in haren aanstaanden echtgenoot verlangde, welke eigenschappen deze bezitten moest, om haar te bevallen, was haar zelf niet recht duidelijk. Eene groote naam, een aanzien lijke positie, een buitengewoon groot vermogen zouden haar misschien, zoo ai niet overreed, althans tot na denken gebracht hebben. Geen der drie afgewezen pretendenten had een van deze drie eigenschappen bezeten. Ook Baldwin was noch bekend noch rijk genoeg om daardoor hare bijzondere opmerkzaamheid op zich te vestigen. De ongekunstelde eenvoudigheid in zijn uiterlijk en zijn voorkomen, dat iets nieuws voor haar was, «amuseerde# haar. Dat was alles wat zij in zijn voordeel zeggen kon. De eenige man in hare omgeving, die hare ge heimste gedachten bezig hield, was Forbes, die deze onderscheiding evenwel niet aan zijn rijkdom dankte. Wel dacht Johanna ook hieraan en overlegde zij bij zich zeiven, dat het aangenaam zijn zou eenmaal al hare kennissen en vriendinnen in opschik en pronk verre te overtreffen, doch wat hare gedachten voor namelijk over Forbes deed loopen, was de voorname onverschilligheid van den jongen millionair. Men vindt in Amerika hier en daar afstammelingen van Duitsche en Engelsche emigranten, bij wie de invloed van een nieuw klimaat en van eene andere levenswijze de sporen van hun afkomst in weinige geslachten uitgewischt heeft. De typische trekken hunner voorouderen zijn bijna geheel en al verdwenen, zij hebben beendrige, smalle, fijne gezichteneen eigen aardig teedere huidskleur; groote, verstandige, leven dige oogen; welgevormde, kleine handen en voeten eu lange, smalle ledematen. Hunne houding is trotsch en edelhunne bewegingen zijn ongedwongen en vast. (Wordt vervolgd.) NIEUWSBLAD en Altcna LANGSTRAAT IN BE BÜMELERWAARl Soudan is tegenwoordig aan de orde van den dag. Men neemt geen courant moer op, waarin niet een of meer artikelen aan den toestand van dat land gewjjd zjjn. Veel gepraat en vele aanmerkingen zjjn teweeg gebracht door het besluit of de verklaring van den Engelschman Gordon, dat het den Sou- daneezen weer vrij zou staan slaven te houden, te koopen en te verkoopjn. De Khedive of onder koning van Egypte had in bet zoogenaamde Egyp tische Soudan hier en daar bezettingen gelegd en zich zeiven op die wijze diets gemaakt dat hij de heer was in dat land. Egypte deelt natuurlijk (sedert den tijd namelijk dat het op de Europeesche geldmarkten geld leent), ook in de Europeesche beschaving en als een gevolg daarvan kon het niet toestaan dat er in een deel van zijn gebied nog slaven waren de slaven moesten derhalve worden vrjj gemaakt. Die vrijmaking ging echter zoo heel gemakkelijk niet. Soudan en de staten in midden- Afrika vormen maatschappijen, die geheel en al op het houden van slaven zijn gegrond. Toen hot Egypte met de afschaffing echter meenens scheen te zijn, toen Engeland er achter zat en een handje wilde helpen, toon liep de boel spaak. Soudan geraakte in opstand, Egyptische bozettingen werden vermoord, Egyptische legers werden verslagen, Engelsche troe pen en Engelsche bevelhebbers werden gedood. Toen stuurde Engeland jecn man naar Egypte, die op de hoogte was van do toestanden aldaarGordon. Deze komt zonder leger in de opgestane gewesten en het eerste wat hij doet is den Soudaneezen weer het recht geven hun huishouden op hun eigen voet in te richten en hun veroorloven weer slaven te houden. Of het gevolg van dien maatregel nu zal zijn dat de opstand eindigen zal, dat de macht van den profeet zal verminderen en Egypte weer heerschappij zal voeren in Soudan, is tot heden nog eene verborgenheidwel hoopt men, als men den slavenhandel al in het binnenste van het land niet uit kan roeien, hem ten minste te beperken tot het land zelf en te beletten dat de slaven uit de havenplaatsen aan de Roode Zee of door Egypte heen worden uitgevoerd. Dien handel in de binnenlanden van Afrika te beletten zal vooreerst wol onmogelijk zijn. Het gaat daarmede als in de Europeesche Staten voor een acht of tiental eeuwen. De maatschappij be stond uit twee standen. Voor don eenen stand was werken in de gewone beteekenis van het woord eene oneer en den vrijen man onwaardig; een gevolg daarvan was dus, dat de andere stand het doen moest. Men had dus vrijen en lijfeigenen. Die toe stand kan ook niet in een oogenblik, op een gege ven bevel veranderon; daar moesten eeuwen over heen gaan. de beschaving moest langzamerhand doordringen en voetje voor voetje scheidde zich uit de lijfeigenen een gedeelte af, dat van lieverlede grooter werd en ten laatste tot de algeheele op heffing van slavernij kon voeren. Wat in Europa niet kon gebeuren, zal in het hart van Afrika onder veel ongunstiger omstandigheden ook wel niet gebeuren. Dau komt daar nog wat bij. Zoolang er navraag naar slaven is, zoolang er veel voordeel aan den verkoop verbonden is, zoolaug zullen ze wel verkocht worden ook. Uit Soudan gingen veel slaven naar Egypte en naar Turkije» maar de groote meerderheid gaat nog verder het binnenland in, zoowel naar het Westen als naar het TOBWrwvsc-ew Zuiden, en het ruilmiddel, waarvoor men daar de slaven inkoopt, ontbreekt bijna geheel in Soudan en moet van buiten ingevoerd worden, omdat men het niet missen kan. Dat ruilmiddel of die koopprijs is het zout. Zout wordt niet gevonden in Soudan, zooals er trouwens meer streken zijn in Afrika» onder anderen langs den Niger, waar het zout ge heel ontbreekt. Dr. Barth verhaalt reeds, dat in het land Ahir het opperhoofd En-Nur slechts daardoor zoo machtig is, omdat hij de groote zoutkoopman is en jaarlijks met 2000 a 3000 kameeleu naar Soudan trekt, om voor zout slaven en andere koop waren in te ruilen. Als wij ons herinneren dat de groote grief, die de Lord-Mayor van Londen had tegen do Trans- valers en de Transvaalsche Deputatie, was, dat de Zuid-Afrikaansche Republiek slaven hield, dan zal het geene verwondering wekken, dat een groot aantal conservatieve Engelsche bladen, tegenstanders van het tegenwoordige Ministerie, schrikkelijk gebolgd zijn op Gordon, die proclameert dat Soudan slaven mag houden en op Gladstone, die een man uitzendt, welke zoo onchristelijk handelt. Die boosheid moge voor oen groot deel hare oorzaak daarin hebben dat Gordon door een Minister is uitgezonden, die de Torry's niet mag luchten of zien, voor een ander deel is zij ook toe te schrijven aan beleodig- den trots. Engeland ging er prat op dat het de eerste staat in Europa was die den handel in sla ven tegen ging niet met woorden maar ook met daden en Engelaud heeft er reden voor om er trotsch op te zijn. De audere Europeesche staten zijn gevolgd; de Vereenigde Staten van Noord-Ame- rika zijn, hoewel na laugdurigen strijd, gevolgd en nu komt Gordon en zegt: in Soudan mogen weer slaven zijn. Daar komt hun eergevoel tegen op. Toch vergissen zij zich. Er is een groot onder scheid tusschen den slavenhandel zooals hij voor ettelijke jaren nog gedreven werd en den slaven handel in het hart van Afrika. Wij hebben boven reeds aangetoond, hoe geheel anders de toestand in Soudan en omliggende staten is en hoe die overeenkomt met den toestand vóór eeuwen in Europa. De slavernij in Amerika en in de koloniën van de Europeesche volken was heel wat anders. Het is bekend hoe zij ontstond. Toen de Spanjaarden Amerika ondekt hadden, wer den zij door den gouddorst aangegrepen. De in boorlingen der Nieuwe wereld werden gedwongen voor de overweldigers goud te delven. Het was een zwak ras. Zij stierven bij duizenden. Een monnik, Las Casas had medelijden met de arme bewoners. Hij raadde aan voor het geuddelven het sterkere negerras uit Afrika te gebruiken. Die raad viel in goede aarde en van stonden aan begon men negers uit Afrika aan te voeren. E«rst werden zij gekocht. De negerstammen, die in onophoudelijken oorlog met elkander leefden, waren gewoon hunne krijgsgevangenen op te eten; naderhand vonden zij het voordeeliger ze te ver- koopen aan de slavenhalers. Toen er al meer en meer vraag naar slaven kwam, landden do slavon- halers zelf op do kust en roofden de bewoners weg. De maatregel, die door medelijden was in gegeven, werd weldra een vloek. Men berekent dat minstens drie millioen menschen uit Afrika zijn weggevoerd om in Amerika in het gebrek aan werkkrachten te voorzien. Om aan die mouschont- eerende handelwijze een einde te maken, daartoe heeft Engeland het initiatief genomen. Maar het koopen en verkoopen ging in Amerika zijn gewo nen gang. Toch begon do publieke opinie ook daar weldra mede te sproken. Mevrouw Beecher Stowe gaf in haar beroemd werk >De Negerhut* een krachtigen stoot aan de beweging. Weldra stonden voor- en tegenstanders van do slavernij in twee kampen tegenover elkander. Na een hardnekkigen strijd, die ons nog heugt, waren de tegenstanders overwinnaars. En sedert dien tijd zijn er in de groote republiek ook gecne slaven meer. Maar die

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 1