No. 268.
Zaterdag 26 April.
1884.
s.
FEUILLETON.
<«oiti)o\ Baldwin.
Uitgever: L. J. VEERMAN neusden.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A E R D A G.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Bmnenlandsche ADV E R T E N TI E N
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Hij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
Hoeveel grieven we ook tegen Duitsch-
land mogen hebben denk aan de be
moeilijking van onzen handel, de klachten
over onze zalmvisscherij, de overstrooming
van ons land door Germanje's zonen en
dochteren die eer moet men den Duit-
scher geven hij is volhardend bij al wat
hij doet, hij blijft niet aan de oppervlakte
hangen, maar tracht tot de kern door te
dringen. We hebben nu al van zooveel
ellende gehoord, door de cholera teweeg
gebracht, we staan elk jaar duizend vreezen
uit, dat dit spook uit het Oosten op ons
af komt, we hebben, dank zij onze genees
kundigen en bevorderaars der volksgezond
heid, goeden raad ontvangen om 't spook
af te schrikken maar de gevreesde ziekte
onder de oogen zien, tot haar wezen door
dringen om alzoo de middelen te vinden
waardoor ze met vrucht kan bekampt wor
den, dat heeft nog geen natie flink aan
gepakt, als de Duitsche. Verleden jaar zond
ze een commissie, uit wetenschappelijke
mannen bestaande, naar het oord waar de
cholera nimmer ophoudt te woeden en waar
men dus bijna zeker is steeds lijders te
zullen aantreffen. Ze deed dat, volstrekt
niet naar den zin van 't gansche rijk. In
Berlijn en andere groote plaatsen woedde
n.l. een andere verschrikkelijke ziekte, diph-
teritis of keelziekte, die blozende kinderen
als 't ware onder 't spelen afmaait en vele
huisgezinnen in diepe duisternis dompelt.
Te vergeefs spant zich tot heden de weten
schap in om ook dit spook paal en perk
te stellen en met veel recht vroegen de
Duitsche bladen waarom niet liever een
commissie benoemd werd om de kinderen
te genezen van de vreeselijke keelziekte.
Toch is de commissie gegaan. Ook de kin
dertjes zullen aan de beurt komen, maar
terecht oordeelde de Duitsche regeering dat
er nu genoeg gedebatteerd is over de oor
zaken en het wezen der cholera, om deze
zaak in het hart aan te pakken. De weten
schap had den akker toebereid en zelfs
reeds een veronderstelling uitgesproken,
waarvan de juistheid alleen door nauwgezet
onderzoek met de meest volmaakte werk
tuigen kon bewezen worden.
En nu is de juistheid daarvan vastgesteld
en aan de bemoeiingen der Duitsche regee
ring komt daarvoor alle eer toe.
Door de uitvinding van 't microscoop is
't den man van wetenschap gegund een
blik te slaan in een wereld, die voor 't
ongewapend oog volkomen onzichtbaar is.
Dat is niet de wereld der geesten, maar
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
xAdvertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
die der myriaden kleine schepselen, die met
ons de aarde bewonen. In de laatste tijden
is dat werktuig belangrijk verbeterd en
daardoor is die onbekende wereld steeds
grooter geworden. Ze is ontzaglijk groot,
want ieder verbeterd microscoop zet hare
grenzen uit. Nu is in de wetenschappelijke
wereld reeds voorlang het vermoeden ge
opperd dat de oorzaak onzer ziekten en
kwalen, ook die van dieren en planten ge
legen is, juist in die onmetelijk groote on
bekende wereld der onzichtbare, levende
diertjes en plantjes en dat bijv. de cholera
ontstaat door het opnemen onder zekere
omstandigheden van dergelijke bacteriën, ge-
gelijk ze genoemd worden. De waarheid hier
van schijnt thans boven allen twijfel verheven.
De Duitsche geleerden hebben in de stof
fen, door choleralijders afgescheiden, een bac-
teriënsoort gevonden, die in deze stoffen al
leen voorkomt. Zoo dit onderzoek verder
wordt voortgezet, waaraan niemand behoeft
te twijfelen, dan zal men trachten het ont
staan dezer microscopische wezens op te
sporen en de omstandigheden, waaronder
dat kleine menschenverdelgende goedje tiert
of vergaat. Hoogstwaarschijnlijk zullen door
de resultaten van dat onderzoek geen enkele
der gezondheidsvoorschriften te niet gedaan
worden. Daar 't vast staat dat cholera een
minnares is van onzindelijkheid, onzedelijk
heid en onmatigheid, zoo zal dat wel daar
van komen dat de cholerakiemen zich ont
wikkelen waar de zorg voor 't lichamelijk
welzijn veronachtzaamd worden,in krotten van
woningen b.v. en onzuiver drinkwater. Mo
gelijk komt men in geen jaren verder na dat
geconstateerd te hebben, want men vergete
niet dat we hier te doen hebben met we
zens, die zelfs onder een sterk gewapend
oog nog uiterst klein zijn en wier leven en
werken dus niet dan met de grootste in
spanning kan nagegaan worden. Om dat
eenigszins te begrijpen lette men eens op
onze huisvlieg. Dat dier heeft een poot die
reusachtig groot is bij een bacterie verge
leken. En toch is men 't er nog niet over
eens hoe het met dien poot tegen glas loopt.
Vroeger meende men dat de vlieg met kleine
haakjes zich in de poriën van 't glas vast
zette. Later onderzoek bracht aan 't licht
dat ze zich met een zuignapje aan 't glas
vastkleeft. En 't allernieuwste licht in deze
zaak zegt dat de vlieg slechts met de haren
zijner pooten 't glas aanraakt en dat zich uit
die haartjes een vet afscheidtvandaar dat
men de vliegen de pootjes ziet afpoetsen
om ze van 't stof te ontdoen dat de vocht-
afscheiding belemmert. Misschien krijgen we
na vervolg van tijd nog andere lezingen om
trent dat loopen der vliegen, maar wat we
er hier van gezegd hebben is meer dan ge
noeg om in 't oog te doen vallen hoe las
tig microscopische onderzoekingen zijn reeds
bij voorwerpen als vliegepooten, die, we her
halen 't, reuzen zijn bij bacteriën vergeleken.
Ze zijn zoo klein, dat men van vele dier
microscopische wezens niet eens weet of men
H"
NOVELLE VAN RUDOLF LINDAU.
18)
I)e zomer was nog niet voorbij, toen Forbes op
de Engelsche kust landde.
Londen en Parijs, waar hij zich eenige dagen ophield,
kwampn hem uitgestorven, doodeiijk vervelend voor.
Te Parijs bleef hij acht en veertig uren langer dan
hij oorspronkelijk van plan was geweest, om er een
groote schilderij, die hij toevallig bij een kunstkooper
gevonden had, te bezien, opmerkzaam te onderzoeken
en eindelijk te koopen. Hij gaf last om het stuk ter
stond naar zijn huis te brengen, waar hij het in de
plaats van een schoonen, weelderigen Rubens, die jaren
lang in zijn slaapkamer geprijkt had, liet ophangen.
Het was een leelijke schilderij, waaraan zijn oogen
zich nu 's morgens en 's avonds vergasten konden.
Het stelde Seneca voor, terwijl hij, uit zijn geopende
aderen bloedend, uit het bed siapt en met stervende
lippen woorden van wijsheid spreekt, welke door een
zijner leerlingen weenende worden opgeschreven. Onder
deze huiveringwekkende voorstelling stond te lezen
«Taedet tamdiu eadem fëcisse. Forbes liet die
woorden voor zich vertalen en toen hij ze begreep,
glinsterden zijne oogen en riep hij voldaan en beves
tigend uit: «Dat is een kostelijke schilderij en een
uitmuntende spreuken zonder af te dingen be
taalde hij den hoogen prijs, dien de kunstkooper voor
het prul eischte.
Van Parijs reisde Forbes naar verscheidene badplaat
ten. Hij vond overal dezelfde opgesierde dames, dezelfde
Het walgt mij, altijd hetzelfde te doen.
huurkoetsen en bootjes en dezelfde knechten, kellners,
koetsiers en schippers. Hij verbeeldde zich dat alles
wat hij op eene plaats meende te verlaten, met hem
reisde, waar hij ook ging. Aan den spoorweg kwa
men hem overal de welbekende pakkendragers met
hun bekend geschreeuw tegemoet; in het logement
begroette hem de stereotype «Oberkellner» met de
stereotype buiging en bracht hem, nadat hij aan kof
fers en bedienden den rijken gast herkend had, in de
holle conversatiezaal met hare onuitstaanbare mabony-
houten meubeltjes, oude stoelen en versleten gordij
nen. In de leeskamer lag de verkreukelde Figaro en
de met koffie of thee bemorste Times, die hij op de
vorige badplaats al lang gelezen had. «Het wordt
vermoeiend, altijd hetzelfde te doen, te zien en te
hooren,» zei hij bij zich zeiven.
Hij keerde reeds in het begin van de maand Oc
tober naar Parijs terug; maar hij ging minder uit,
dan vroeger zijn gewoonte placht te zijnhij veron
achtzaamde zijn clab geheel en al en alle avonden,
van tien tot twaalf uur, kon men hem op de eenzame
kade langs de Seine vinden, waar hij langzaam met
gebogen hoofd, de handen op den rug, op en neder liep.
Op een avond, kort nadat Leland's testament ge
opend was geworden, werd Forbes bij zijne gewone
wandeling door Baldwin overvallen.
»\Vat voert ge nog zoo laat hier uit?» vroeg Bald
win verwonderd.
Forbes antwoordde dat een wandeling langs het
water, vóór hij slapen ging, lum in zekeren zin een
behoefte geworden was.
»In heel Parijs is er geen rustiger plekje dan
hier,zeide hij; »van elf uur af is men hier zoo
ongestoord, alsof men honderd mijlen van de groote
stad verwijderd was. En toch behoeft men slechts
een paar stappen te doen om weder in het woelige,
bruischende leven te zijn. Dit contrast bevalt mij.
Het bereidt mij eenigermate op de eenzaamheid voor,
welke ik, als ik thuis kom, in mijne jonggezellen-
woning vind. Maar voor een jonggetrouwd man
is dit bier geen weg. Wat voert u bij dit ruwe
weêr hierheen?»
Baldwin mompelde een ontwijkend antwoord en
meer om aan het gesprek eene andere wending te
geven, dan om zijne nieuwsgierigheid, die zoo groot
niet was, te bevredigen, hernam hij
«Gij zijt mij nog een antwoord op mijne vraag
naar uw broeder schuldig gebleven. Zijt gij nu ge
disponeerd om over hem te spreken? Bi wil niet
onbescheiden zijn, maar ik zal u in elk geval om zijn
adres moeten verzoeken, daar ik hem kennis moet
geven dat mijn overleden schoonvader hem 10,000
dollars vermaakt heeft.
Gij weet het adres van Thomas Landsdale even
goed als ik,« antwoordde Forbes.
Hoe zoo?»
«Thomas Landsdale en Thomas Graham zijn een
en dezelfde persoon.»
Baldwin was onbeschrijfelijk verbaasdmaar hij
zweeg. Hij vermoedde wel dat er iets zeer pijnlijks
moest zijn voorgevallen, om zijn associé te Hakodate te
nopen, een valschen naam aan te nemen en voor hem,
Baldwin, te verbergen in welke betrekkingen hij tot
Forbes stond. Maar Baldwin wilde niet in de geheimen
van anderen dringen. Wat er ook in vroeger tijd
tusschen de beide broeders mocht zijn voorgevallen,
Baldwin gevoelde met volkomen zekerheid dat Graham,
dien hij sedert acht jaar kende, het vertrouwen, dat
hij hem geschonken had, waardig was.
«liet is een treurige geschiedenis!» ging Forbes
een poos later voort. Hij bleef op nieuw steken en
sprak toen op schijnbaar onverschilligen ioon: Mjn
m
broeder en mijn vader konden clkaér nooit goed ver
dragen. Mijn vadïr was zeer streng; Thomas, zooals
ik hem persoonlijk gekend heb, was brooddronken en
lichtzinnig, liet kwam vaak tot heftige tooneelen tus
schen die beiden. Bij het leven mijner moeder trad
deze als vredestichter opmaar kort na haren dood
moest Thomas ons huis verlaten. Hij maakte schulden
rechts en links; niet zoo zeer om zich zeiven te hel
pen, als om allerhande slechte sujetten, die hij altijd
om zich heen had, van dienst te zijn. Dit was even
wel nog niet het ergste. Hij trouwde, buiten weten
van mijn vader, met eene vrouw, die hem be
logen en bedrogen heeft en die bj den lichtg doovigen
dwaas voor een heilige doorging. Zij heeft veel kwaad
gesticht. Jaren geleden is zij in nood en ellende ge-
sturven. Hoe minder er over haar gesproken wordt,
hoe beter! Toen mijn vader het bericht van Thomas
h welijk ontving, was hij zeer opgewonden. Hij was
een hartstochtelijk mensch, die zich niet wist te be-
heerschen als hij toornig was. Hij reisde naar Chicago,
waar mijn broeder zich gevestigd had, om hem te
dwingen zijne verbindtenis met die vrouw weder los te
maken. Thomas vergoodde het onwaardige schepsel.
De voorstellen, die mijn vader hem deed, brachten
hem buiten zich zeiven van woedde Het is eene
vreeselijke geschiedenis...»
Forbes hield op, om zich te herstellen. Hij had
de bedaardheid, waarmede hij eerst gesproken had,
verloren. Zijne bevende stem getuigde van diepe,
innerlijke ontroering.
«Gij moet niet vergeten, dat er geen werkelijke
graad van bloedverwantschap tusschen Thomas en
zijn stiefvader bestond Mijn vader was een sterke
man Hij had uit de vloegere dagen van zijn ver
blijf in Californië de gewbonte behouden, om steeds
t en wapen bij zich te dragen In Chicago was er