No. Woensdag 28 Mei. LICHT5ELQ0YIGL FEUILLETON. Uitgever: L. J. YTTF.TWAN flensden. GORDON BALDWIN. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 8 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 1G regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Ingezonden Binnenlandsche A1) V E R T E N TI E N waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden s/echts tweemaal in rekening gebracht,. Hij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. Een zekere Duitscher, Hans Nord, kwam in Londen. Daar liet hij door groote aan plakbiljetten bekend maken, dat hij op een aangegeven dag en uur ten aanschouwe van iedereen die het zien wilde en die er een drie gulden voor over had, geheel ge kleed zooals hij was in een kruik zou krui pen van ongeveer anderhalve voet hoogte. Op de biljetten stond hij levensgroot afge beeld met de kruik naast hem. Men zou denken dat niemand geloof zou slaan aan zijne belofte, maar juist het tegendeeldes avonds, een uur reeds voor den bepaalden tijd, was de zaal, waar het kunststuk zou vertoond worden, overvol. De prijs van 3 gulden in aanmerking genomen, bestond het publiek ook niet uit de mindere klasse. In gespannen verwachting zaten allen daar. Op natuurkundige en andere gronden be wees men elkaar dat het onmogelijk was, maar men was toch gekomen, men ver wachtte toch heimelijk, dat het gebeuren zou. Het gordijn gaat op, een kruik van de vereischte afmetingen staat op het too- neel. Hans Nord komt te voorschijn, be ziet de kruik en zegt, zich naar het publiek keerende: wdeze kruik is de verkeerde, zij is te groot. Ik zal even eene andere ba len.'' Hij verdwijnt, blijft wat lang weg, het publiek wordt ongeduldig, stampt en fluit, maar het einde laat zich raden. Hans Nord kwam niet terug. Hij was met het geld verdwenen. De menschen waren beet genomen en natuurlijk erg boos, maar het was eigen schuld dat zij hun tijd en hun geld kwijt waren. Het volk, wij bedoelen niet alleen het onontwikkelde gedeelte, het volk is erg lichtgeloovig. Er is zoo weinig moeite noo- dig om de menschen de ongerijmdste din gen op de mouw te spelden. Twee studenten studeerden tegelijk aan de hoogeschool, met het doel doctor in de geneeskunde te worden. Zij waren van één dorp en vrienden. De een was een blokker van den eersten rang, de andere deed zoo ongeveer niets, hoewel hij een goed hoofd bad. Het gevolg was te voorzien. De een deed met lof zijne examens, de andere moest het opgeven. Zij verloren elkander uit het oog. Na verloop van jaren ontmoet de doctor zijn vriend in eene groote stad. De oude kennis was spoedig hernieuwd en de doctor ging met zijn ouden akademie- kennis naar diens huis. De doctor is ver baasd over het mooie gebouw en over de welvaart van zijn vriend. Het was duidelijk te zien dat hij er goed in zat. Had hij ge- erfd? Neen. Hij had eenvoudig gespecu leerd op de lichtgeloovigheid der menschen die was de bron van zijne welvaart. Hij was fabrikant geworden van universeele ge neesmiddelen. //Kijk", zei hij tot den arts, ,/ik zal je mijn geheim vertellen. Van de honderd menschen, die ongesteld worden, gaan er misschien 5 naar een doctor, maar de andere 95 komen bij mij en mijns ge lijken." Hij mag wat overdreven hebben, maar in den grond had hij gelijk. Anders zouden wij niet dagelijks de dagbladen zoo vol advertentiën zien om dit aan te beve len en dat aan te prijzen. Al die adver tenties, hoeveel zij ook mogen kosten, zijn voorntjes om kabeljauwen te vangen. En deze laten zich nog in menigte vangen. De hooge kosten van adverteeren leggen geene windeieren. Twee menschen spraken met elkander over der menschen lichtgeloovigheid, en de een beweerde, dat welke dwaze zaken men ook adverteerde, er toch altijd iemand zou zijn die er geloof aan zou slaan. Zij gingen eene weddenschap aan en de een adver teerde a dat hij door middel van chemische onderzoekingen er in geslaagd was pekel haring te kweeken." Nu het eenmaal ge vonden was, bleek het middel zeer eenvou dig te zijn. Daar de ontdekker een men- schenvriend was, wilde hij van zijne ont dekking geen partij trekken om geld te verdienen, maar bood zijn geheim gratis aan, mits men hem een postzegel zond voor antwoord. Hij won zijne weddingschap met glans. Verscheidene brieven met ingesloten post zegeltjes kwamen in zijne handen. Er wa ren er velen die hem om inlichtingen vroe gen. Onveranderlijk antwoordde hij//Gij zijt de zooveelste, die deze dwaasheid ge looft." De adverteerder die bekend maakte dat hij een onfeilbaar middel tot wegneming van eksteroogen bezat, stuurde den lichtgeloo- vigen een gedrukt biljet, waarop stond //Snijd de teen af." En hij, die tegen den prijs van een gulden vijftig cents, iedereen het middel aan de hand zou doen om het vloeken af te leeren, antwoordde op de massa aanvragen: //Houd- je mond." Als er gebrek aan nieuws is, dan verzint de een of andere grappenmaker in Amerika dat men de kale kruinen van oude heeren met landschappen, portretten enz. beschil dert. Dadelijk wordt het nieuws algemeen goed en in elke hoek van het land leest men over die beschilderde volle manen en de eenvoudige zielen slaan de handen in een van verbaasdheid over den grooten vooruitgang in de wereld. Een ander weet er bij te vertellen, dat op de galerijen in de schouwburgen de prijzen verhoogd zijn, omdat men van daar het oog- heeft op die schilderstukken en de goedgeloovigen slik ken het. NOVELLE VAN RUDOLF LINDA U. 28) Zij knikte hem zwijgend toe. Hij aarzelde nog eene seconde, en daarop, toen hij zag dat er in die ijzige trekken geen zweem van warmte kwam, keerde hij zich om. Het ware beter voor hem geweest voor den strengsten rechter geslaan te hebben dan voor deze vrouw, die hem nooit bemind had, die in hem de oorzaak van al haar lijden zag en bij wie hij zich slechts gehaat en gevreesd had gemaakt. Zij had hem dien avond, toen zij, met ziekelijk overspannen zenuwen, stil op haar bed lag, hooren uitgaan en terugkomen. Zij wist, dat hij tijdens Forbes' dood op straat geweest v.as. De omstandigheid dat hij dit verbergde, had het eerst haar argwaan gaande ge maakt zijn neerslachtigheid, zijne in het oog loo- pende verlegenheid hadden dit gevoel in haar ver sterkt. Sedert haar laatste onderhoud met Baldwin, sedert hij, de sterke man, in hare tegenwoordigheid geweend had, was zij zeker van haar zaak. Hij is een moordenaar,* sprak zij bij zich zelf. Toch wilde zij niet beschuldigend tegen hem optreden. Ook zij had een geheim te bewaren; het was het veiligst geborgen als zij zweeg. Eenige dagen na Baldwin's vertrek kwam Johanna's tante, freule Alice de Montemars, te Parijs aan. Deze bejaarde dame, de zuster van Johanna's moeder, was een verstandige, arme freule. Tante Alice bemerkte met een oogopslag, dat zij zich een rustigen levens avond kon verzekeren, als zij hare rijke nicht aan zich wist te verbinden. Zij ontzag geene moeite of inspanning, om zich aangenaam, nuttig, onmisbaar te maken, en het gelukte haar, een paar weken nadat Baldwin op reis was gegaan, Johanna te overreden om met haar naar het zuiden van Frankrijk, van waar zij afkomstig was, te trekken, en zich daar in een vriendelijke badplaats, aan de Middellandsche Zee, te vestigen. X. Baldwin had het grootste gedeelte zijner reis van Parijs naar Hakodate afgelegd en bevond zich nu se dert eenige dagen te San-Franeisco, waar hij op het vertrek van den grooten Pacifie- mail-steamer wachtte, die dienst doet tusschen Colifornië en China. Hij wilde met deze stoomboot naar Yokohama varen; daar kon hij hopen, binnen korter of langer tijd eene goede gelegenheid naar Hakodate te vinden. Baldwin had te New-York en te Chicago en laatst ook te San-Francisco naar Thomas Landsdale en Tho mas Graham geïnformeerd hij wist niet onder wel ken naam zijn vriend reizen zou doch hij had ner gens eenig spoor van hem kunnen ontdekken. Thomas scheen geen der genoemde plaatsen gepasseerd te zijn. Hij zal de reis over China, Indië en Egypte gedaan hebben,dacht Baldwin. »Des te beter! Nu ben ik bepaald zeker, hem nergens te zullen ontmoeten.* Zijn hart ontzonk hem schier, als hij er aan dacht, dat hij voortaan hen, die bij op de wereld het meeste liefhad, Johanna en Thomas, zou moeten ontwijken doch hij maakte zich niet het denkbeeld vertrouwd en leerde het verdragen. Hij gevoelde zich bedaar der en moediger, sedert hij Johanna verlaten had. Hij wist dat zij wel bezorgd was en er geen reden bestond om in stoffelijk opzicht ongerust te zijn over haar toekomst. Als zij hem bemind had, zou zij hem gevolgd hebbenmaar zij beminde hem niet en had hem nooit bemind. Zij had een valschheid gepleegd toen zij hein hare hand gereikt en plechtig beloofd had dat zij hem tot den dood toe trouw ter zijde wilde staan, in geluk en ongeluk, *for better and for worse,(door goed gerucht en kwaad ge rucht). Zijn ongeluk zelf had haar niet van hem moeten verwijderen. Hij had reden om boos op haar te zijn; zij daarentegen had hem niets te verwijten; jegens haar had hij zich niet misdragen, liet deed hem goed, Johanna in zijn hart te kunnen aanklagen en zich zeiven, althans tegenover haar, onschuldig te kunnen achten. Zijne rekening niet haar was in zijn voordeel afgesloten. Hij was haar schuldeisciier. Hij vergaf haar hare schuld. Maar anders stond het met Thomas. Aan dezen had hij zich zwaar be zondigd. Hij kon het niet van zich verkrijgen, hem onder de oogen te komen, ten minste nu nog niet na verloop van eenige jaren misschien. Het was goed dat Thomas de reis naar Europa over Indië ge nomen had en dat hij dus niet voor eene ontmoeting niet hem behoefde te vreezen. Baldwin verliet San-Francisco den ln Juli en kwam twee en twintig dagen later te Yokohama aan. De drie weken welke hij in ongestoorde kalmte op den grooien Stillen Oceaan doorleefde, hadde i als een w nderbaar geneesmiddel op zijn angstig kloppend hart gewerkt. Hij was nog altijd niet in staat zich niet ietwat vroolijker denkbeelden bezig te houden; doch de folterende angst, die hem te Parijs gemar- teld had, was verdwenen. In Yokohama verwelkomden hem eenige oude be kenden. Zij vroegen, zoodra zij hem in het oog kre gen, wat hem scheelde en waardoor zijn haar grijs geworden was. Hij antwoordde dat hij ziek geweest was en gaf haastig een andere wending aan het ge sprek. Hij informeerde ook naar Graham. Men was te Yokohama sedert twee maanden zonder rechtstreek- sch berichten van Hakodate. Niemand kon hem zeg- g mi, of Graham naar Shanghai of Hongkong gereisd was. De stoomboot Osakka, zoo verhaalde men hem, zou over eenige dagen naar Hakodate vertrekken en dan brieven uit het noorden mede terugbrengen. (Wordt vervolgd.) liet Land van flensden en Allena, DE LANGSTRAAT EN DE BOMffiELERWAABD ïm

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 1