No. 289. Woensdag 9 Juli. 1884. fill li I NOG EEN FEUILLETON taste HÉÉk VOOR Uitgever: L. J. VEERMAN Ileusden. FRIEDRICH ZIMMERMAN. 10) Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. IJinnenlandsche A 1V E R T E N T 1 15 N waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegev.m worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Rij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. Toen eenigeu tijd geleden Arabi Pacha in Egypte eene groote rol speelde, kwamen er allerlei geruch ten omtrent hem in omloop wat betreft zijne af komst. De eene navorscher wist te vertollen dat hij uit Italië kwam, een ander meende te weteu dat hij een Duitschor was, die na vele lotwisselingen een Mahomedaan was geworden eu in Egypte tot de hoogste waardigheden was opgeklommen. Een derde had weer eene andere lezing en men zag het aan komen dat weldra een aantal landen elkander de eer zouden betwisten van het Vaderland van den grooten man, had niet eene snelle lotwisseling aan zijn hooge positie een einde gemaakt en hem als balling naar Ceijlou gezonden. Nu er een profeet in dat zelfde ongelukkige land is opgestaan die zijne slachtoffers reeds bij duizenden telt, nu wordt datzelfde liedje van voren afaan gezongen en wie weet welk land aanspraak zal maken op de twijfelachtige eer den Mahdi onder zijne zonen te mogen tellen. Veel van zulke verhalen moge fantaisie zijn, maar toch behoeft men alles nog zoo heel ver niet, te verwerpen, want menige avonturier heeft een levens loop achter den rug, die de sterkste verbeeldings kracht niet zou kunuen verdichten. Wij behoeven ons slechts te herinneren wat er pas op Sumatra gebeurd is en wie de gevreesde Hadji eigenlijk was. Zoo kennen wij in onze geschiedenis, nog een man, een edelman uit Groningen, die tot driemaal toe renegaat was, die in Spanje tot de hoogste waar digheden opklom en daar landverrader werd, naar Marokko vluchtte, don Islam aannam en do rech terhand werd van den Sultan, tot dat hij ook daar in ongenade viel, tot zijn oorsproukelijken gods dienst terugkeerde en als schaapherder stierf iti het Noorden van Afrika. De beschrijving van zijn leven is fantastischer als menige sensatieroman. Het optreden van den tegenwoordigen Mahdi in het Zuidelijk deel vau het Nijldal doet deuken aan een andere Mahdi, die ongeveer honderd jaar ge ledon leefde en wiens geschiedenis, wiens overwin ningen en nederlagen slechts behoeven te worden beschreven om een beeld voor oogen te hebben dat in breede trekken den profeet afschildert die nu Egypte met het zwaard bedreigt. De middelen waardoor zij hunne overwinningen hebben behaald zijn volkomen van denzelfdeu aard, zoodat de ge schiedenis van den Mahdi van het eind der acht tiende eeuw bijna volkomeu past op dien van den tegenwoordigen tijd. Gedurende de groote vasten, de Ramadan der Mahomedanon trad in Koerdistan, (gedeeltelijk in Perzië en gedeeltelijk in Aziatisch Turkije) in het kleine stadje Amadie een mau op, die de algemeene aandacht in hooge mate tot zich trok. Rijzig van gestalte met een indrukwekkend gelaat, droeg hij een groenen tulband, het uitwendig teeken dat hij tot het geslacht van den grooten profeet behoorde. Zijn langdurige godsdienst-oefeningen in de moskee, zijn vasten gedurende het grootste gedeelte van den dag en zijne zware lichaamskastijdingen deden hem weldra het voorwerp worden van aller diepen eer bied. Toen de laatste vastendag was aangebroken verzamelde hij de menigte om zich in de Moskee en maakte haar bekend dat hij een gezant was van Mohammed, om de geloovigen tot strenger waar neming der voorschriften van den godsdienst, op te wekken. De vurige, hartstochtelijke taal, die van zijne lippen vloeide, stortte een ongekende geest drift in de harten der bevolking van Amadie en omstreken, en hij stelde zich aan het hoofd van deze gewijde schaar. Binnen eenigo weken zag hij zich aan het hoofd van 20,000 man, waarmede hij bin nen korten tijd alle versterkte steden in zijne macht, had. Overal werden de overwonnenen met het zwaard ter dood gebracht, indien zij Sheik Ogon Oelo niet erkenden als een gezant van den grooten profeet. Geheel Koerdistan en Erzeroem zijn weldra ten onder gebracht en nadat hij den titel van Mansoer (overwinnaar) had aangenomen, rukte hij op naar Sirvas en Smyrna. Die krijgsman-profeet maakte het den Turkschen Sultan te lastig en deze wist hem over te halen zijne aanvallen te wagen in het Russisch gebied van den Kaukasus. Hier streed hij vijf jaar met afwisselende kansen, tot dat in 1791 het gansche leger in de pan gehakt en de Mansoer in handen der Russen viel. Keizerin Katharina gaf bevel dat zijn loven zou worden gespaard. Een klooster werd hem tot verblijf aangewezen eu voor zijn jaarlijks onderhoud kreeg hij 10,000 franks. Vijf jaar sleet de Mahdi in het Armenische klooster. Op den 15 September 1798 overleed hij en eenige uren voor zijn overlijden schreef hij een brief aan zijne familie eu onderteekende dien: Giovanni Battista Boëtti, van de orde der Predikheeren.« Deze hervormer der Muzelmannen was zelf niet eens een Muzelman. Als hervormer namelijk was hij opgetreden. Hij verbood o. a. aan zijne talrijke volgelingen voortaan pelgrimstochten naar Mekka te doen en er het graf van Mohammed te vereeren, wiens macht, naar zijn zeggen, door zijn eigen zending ophield. God had hem niet alleen gelast de meuschen, vol gebreken en ondeugden, onder zich te vereenigen, maar hun nieuwe wetten te geven, waarnaar zij zich hadden te gedragen. En do verordeningen die hij gebood, vielen zoozeer in den smaak, vooral van ko„ volk, dat zijn aanhang binnen zeer korten tijd zich reusachtig vergrootte. De Koran moest van alle bijgeloof gezuiverd worden, meende hij. De afwasschingen raadde hij aan als gunstig voor de gezondheid, maar zij waren niet verplichtend. In plaats van vijf bidstonden dagelijks, achtte do Mandoer er drie voldoende, buitendien behoefden de gebeden niet naar een vast voorschrift verricht te worden, maar de geloovigen waren vrij een vers uit den Koran naar eigen believen te nemen. In de gebeden mocht van Mohammed niet meer gesproken worden, maar do gebeden recht streeks tot God opgezonden worden enz. De Mahdi was dus een radicale hervormer. In sommige slre- ken van Koerdistan wordt hij nog als een heilig profeet door de bevolking geëerd. NOVELLE NAAR HET DUITSCH VAN Frans was niet slecht, maar alleen een weinig te weekelijk opgevoed. Dientengevolge had zijne natuur lijke traagheid en zijne zucht naar genot zich ten koste zijner goede hoedanigheid al te zeer ontwikkeld. Zijne begeerte om de eerste en de voornaamste onder de jongelieden van het dorp te zijn, had hem tot allerlei dwaze en gevaarlijke daden verleid. Vooral had hij onder zijn volkje naam gemaakt als strooper. In vlugheid, behendigheid en lichaams kracht stonden alle jongelieden van zijnen leeftijd bij hem ten achteren en dit maakte hem, vooral in de kroeg, tot de held van den dag. Frans was een jongeling die tot alle goede, maar teveus tot alle slechte daden in staat was. Van zijne leiding en zijne omgang hing alles af. Holzegger stond reeds weder op den stapel hout, waarop wij hem eenige oogenhlikken te voren heb ben zien staan en was weèr ijverig in de weer, zijne bevelen naar alle zijden te geven, toen Frans bij hem kwam met de vraag: Kan ik u ook helpen, vader?# De/ 'zaagmolenaar was zoo verrast over de be reidwilligheid van zijnen zoon, dat de vloek, welke juist naar het hoofd van een zijner onderhoorigen zou worden geworpen, hem in de keel bleef steken. «Waarachtig, mijn jongen, wilt gijvraagde hij, »kom aan, dat vind ik ferm van u! Doet de arm u geen pijn meer?» Dit zeggende klopte hij Frans met de hand op den schouder. «Laat ons daarover maarniet meer spreken,» ant woordde Frans. «Geef mij het boek maar, dan zal ik de boomstammen noteeren. «Goed, mijn jongen,zei Holzegger, «dan zal ik eens naar den molen gaan en zien of de raderen en de zagen goed gesteld zijn. Nauwelijks was Frans op den stapel hout geklom men, vanwaar men een ruimeren blik over alles had, en de molenaar voornemens zich te verwijderen, toen een roep van de helling der hoogte klonk. Vader en zoon zagen beiden omhoog en de eerste hield de hand boven de oogen, om te beter te kun nen zien. »'tls de houtvester,zei de molenaar. Hij heeft mij zeker iels aangaande d.e boomstammen te vragen, llollah, mijnheer Krantz, kom maar beneden Frans verbleekte eenigszins, hetgeen echter door zijn vader, die geen gelaatkundige was, niet werd opgemerkt. Na eenige oogenhlikken was de oude Krantz bij hem. «God zij met u, mijnheer de houtvesterriep de molenaar hem tegemoet, gij komt zeker eens zien of alles hier in orde is, niet waar?» «Ja,« was het antwoord. Ik kwam toevallig hier langs, want ik ben boven bij de houthakkers geweest. Hoe veel stammen zijn beneden, Holzegger Zeven-en-z( stig. Voormiddag komen wij niet meer f-klaar. Hoe gaat het met juffrouw Tine en met mijn heer uw zoon?« «Dank u,« bromde de houtvester eri riep den speur hond terug, die met woedend geblaf tegen den hout stapel opsprong, waarop Frans stond, met het ge zicht over het notitieboek gebogen. «Hier, Aardman! Stilzeide hij. De hond gehoorzaamde met tegenzin en zag steeds brommend naar Frans. »'t Is een mooi dier,» zei Holzegger, «maar hij is wel een beetje boos.« «Niet tegen iedereen en niet altijd,zei Krantz, «maar hij heeft nog het versche spoor van een wilddief in den neus. Frans werd bloedrood en dit werd dadelijk door den ouden houtvester opgemerkt. «Pas op uwe knechten en ga hunne gangen na,» zei hij somber en met nadruk. «Ik heb van mor gen het spoor van een strooper ontdekt en dat spoor leidt naar hier. Het zou inij spijten, Holzeg ger als een van uwe lieden in 't ongeluk geraakte.» «Dat is niet mogelijkriep de aangesprokene verschrikt uit, «voor mijne knechten sta ik u per soonlijk borg. Misschien is het een der houthak kers geweest, dat weet ik natuurlijk niet. Hebt gij ook iets ontdekt, Frans?» «Neen, vader,» was het antwoord. «Nu, ziet u, mijnheer de houtvester! Zulk een vagebond zou ik ook dadelijk.... Houd h 4 boek niet zoolang met den gekwetsten arm vast, mijn jongen. Gij hebt vandaag genoeg gedaan, het is middag «Heeft uw zoon den arm bezeerd?» vraagde de oude heer terwijl hij Frans scherp aanzag. «Ja, verstuikt, mijnheer de houtvester.J Wat dunkt u, is dat gevaarlijk?» Deze Mahdi wa3 de zoon van een notaris te Piazzano in Italië. Door zijn stiefmoeder mishan deld, nam hij op 15-jarigen leeftijd de vlucht en werd soldaat. In Milaan, waar hij in garnizoen lag, maakte hij zich meester van de uniform van een officier eu van diens geld en leidde een tijd lang een ongebonden leven te Cremona, Toen zijn geld op was, begaf hij zich naar Boheme en was op het punt met eene rijke weduwe in het huwe lijk te treden, maar de naastbestaandeu kwamen tusschea beide en hij werd met 1500 florijnen weggezonden. Toen begaf hij zich naar Straats burg, waar hij eene dergelijke verbintenis aan knoopte mot de nicht van een kanunnik. Deze geestelijke bezat een helderen blik en begreep dat Giovanni geen man was voor zijne nicht. Met een paspoort en een gevuldo beurs vertrok hij ook van daar. Hij trok toen naar zijne geboorteplaats en kreeg daar kennis aan eene van de dochtereu des lands. Hij kreeg echter eene waarschuwing, die hem in den vorm van een- geweerkogel langs do ooren suisde. Hij trok hot zich aan en na nog eenige omzwervingen begaf hij zich in een kloos ter to Ravenna, waar hij van 1763 tot 1768 bleef. Door boetedoeningen en zelfkastijding kwam hij daar in een reuk van heiligheid. Hij kreeg vergun ning zich naar Mosoel in Kleiu-Azië te begeven tot uitbreiding van het geloof. Door zijn onver draagzaamheid op godsdienstig gebied werd hij door de Muzelinansche bevolking gehaat en op voorstel van den bisschop van Bagdad door den Paus in den ban gedaan. Toen kwam het plan in zijn brein op de stich ter te worden van een nieuwen godsdienst. Hij doorreisde met dat doel gedurende verscheidene jaren Klein-Azië. Na nog eene aarzeling, die eene verzoening met zijne kerkelijke overheden tenge volge had, verliet hij andermaal het klooster, wist van een Pers in Konstantiuopel eene groote hoe veelheid wapenen en krijgsvoorraad te verkrijgen eu liet dit alles naar Sinope aan de kust der Zwarte zee brengen. Toen verdween hij eensklaps van het tooueel om zich voor zijne rol te bekwa- j men en trad in Maart 1785 op als profeet in het «Hm, dat kan er naar zijn. Bij welke gelegen heid is dat gekomen?» vraagde de heer Krantz, ter wijl hij het voorhoofd fronste. «Ja, bij welke gelegenheid, Fraas? In 't koffie huis mischien?» vraagde de molenaar. Frans knikte. «Gisteren bij 't naar huis gaan.« stotterde hij, «ik wilde ik had «11a ha, ziet u?« zei de heer Holzegger lachend, «de jongen is wat al te driftig. Dat deugt niet Frans. Men kan komen te vallen en «In 't geheel niet weèr op tam! zei de houtvester met een somber gelaat. «Denk daaraan,jonge man!» «God beware mij, zoover zal het hoop ik niet ko men, mijnheer de houtvester. Gij en ik, wij^ hebben ook menigmaal dwaze streken uitgevoerd toen wij nog i en paar jonge kemphanen waren en wij leven toch nog en zijn frisch en gezond. Maar het is middag, doe mij het genoegen, met ons te eten. Gij zijt hartelijk welkom, dat weet gij.» «Ik dank u,« zei Krantz kortaf, «ik heb geen tijd. Maar ik zeg u nogmaals, let vooral op den strooper Dit zeggende zag hij Frans met een wantrouwende blik aan, floot zijn hond en ging toen heen zonder te groeten. «Een echte grompot,zei Holzegger, «altijd onte vreden en norsch. Hij maakt zich zeiven het leven /uur. Ik geloof echter, dat het zeer verstandig is, zich in 't geheel niet aan zijne praatjes te storen. Denkt gij er zoo ook niet over, Frans «Ja, vader,» antwoordde de aangesprokene droog weg en volgde Uarop den houtzaagmolenaar in de groote voorkamer, waar het huisgezin zich om de groote eikenhouten tafel schaarde. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 1