NoTvSll
bir^
Woensdag 24 September
1884.
lig
Ile Verstooleii
FEUILLETON.,
J nv
Uitgever: L. J. YEERMAN Heusden.
De Roman van een Kunstenaar.
-X-
6' -> ■- -vv
pa 3®® «r sr^i
Pltf^
slQn^i^i T5mffrn
W
fl& 6?
li! 4SS
IS
ITfSifS
VOOft
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post
verhooging.
Binnenlandsche A D V E R T E N T IE N
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden, slechts tweemaal in rekening gebracht. Bij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
De rechterlijke macht in het Groother
togdom Luxemburg heeft een, naa? we mee-
nen, verstandige maatregel genomen. Erva
ren hebbende, dat verscheidene ontslagen
gevangenen de eerste de beste gelegenheid
aangrijpen ten einde weer onder dak te
komen, heeft men in L. bepaald, dat de
zoodanigen zullen uitgesloten worden van
de bekende humane behandeling die heeren
inbrekers en dieven mogen verwachten ze
zullen, telkens met tu^chenpoozing van een
dag, voortaan op water en brood onthaald
worden.
Dat is een terugtred cp den weg, dien
ons gevangeniswezen reeds een eeuw gele
den heeft ingeslagen, doch war:Hoe ook
elders zich spoedig de noodzakelijkheid zal
doen gevoelen. Ook bij ons komt hetzelfde
verschijnsel herhaaldelijk voorontslagen
gevangenen, de deur van het toevluchtsoord
achter zich hoorende dichttrekken, vinden
de schande van het //zitten" minder lastig
dan de eer, wederom als degelijk werkman
in de maatschappij op te treden. Ze loopen
een straatje om of nemen soms de moeite
C. L. VAN BALEN Jr.
2)
Rijsdorp was en is nog een groot dorp
in de nabijheid van Rotterdam. De onmiddelijke na
bijheid van eene groote, drukke stad was aan het
geheele dorp merkbaarniet alleen de toiletten der
bewoners, maar ook de bouwtrant der talrijke villa's
deden dat reeds bij eene eerste kennismaking vermoeden.
Ieder Rijsdorper beschouwde zijne woonplaats als een
wijk van de groote handelsstad, en wanneer iemand
het gewaagd had, hen te betitelen als plattelandsbe
woners, zou de volle verontwaardiging der dorpelingen,
die zoo graag stedelingen wilden zijn, hem zeker ge
troffen hebben.
Nu, waar is 't, dat Rijsdorp steeds tot toevluchts
oord strekte voor levensmoeden uit de hoogste standen.
Men voner drie oud-professors, é'n gepensioneerd
kolonel en één dito luitenant-kolonel, twee oud-voor
zitters van provinciale gerechtshoven, één oud-minister
en zelfs een gouverneur-generaal van Neênands Indie
in ruste. Voeg daarbij een twintigtal mindere groot
heden, als eenige emeritus-predikanten, een paar ge
pensioneerde officieren van minderen rang enz. enz. en
het is duidelijk, dat de Rijsdorpers recht hadden
zich te vertoornen over den onmensch, die hen dor
pelingen noemde.
een vollen dag rond te slenteren en maken
zich dan, soms onder 't oog der mannen
aan wier beleid de veiligheid toevertrouwd
is, schuldig aan eenig misdrijf, daarbij on
omwonden te kennen gevende waarom het
hun eigenlijk te doen is. De politie moet
dergelijk gespuis de eer aandoen onder dak
te brengen, waar zich de vleeschpotten van
Egypte voor hen openen. Die aanlokkelijk
heid heeft onze eeuw aan de gevangenis
gegeven. Een weinig minder ziekelijke
menschlievendheid zou ze spoedig weer
opruimen.
Wanneer er iets is, in deze eeuw onken
baar veranderd, dan is het wel ons gevan
geniswezen, dat ten nauwste samenhangt
met de veranderde begrippen omtrent de
waarde van den mensch en met het doel,
't welk men er mede bereiken wil. Dat
rloeï nu was in vroeger eeuwen wraakneming
en niets anders. Vandaar dat de gevange
nisstraf ook niet de oudste van 't strafre
gister is. De wraak spitst zich wel op ver
scherping en geenszins op verzachting. Het
kan dan ook geen verwondering baren dat
men de verstootenen der maatschappij, ge
vangen gezet zijnde, niet bijzonder mensche-
lijk behandelde. Ze waren nu eenmaal ver
stootenen. die zich gelukkig prijzen moeste!?.,
niet door zwaard of vuur verdelgd te wor
den. Voor dezulken bestond geen medelijden.
Toen op 't laatst der vorige eeuw op 't
voorbeeld in Amerika gegeven, de gevange
nissen aan een streng onderzoek werden
onderworpen en maatregelen voorbereid tot
een meer humane behandeling der talrijke
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Adverteutiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
bewoners, scheen een nieuwe Hercules noo-
dig tot het reinigen dezer Augiasstallen.
Toen Keizer Jozef II van Oostenrijk den
strijder voor deze zaak, den Engelschman
Howard opmerkte dat 't toch in Oostenrijk
niet zoo slim was als in Engeland, omdat
in 't eerste veel minder gehangen werd dan
in 't laatste, kon Howard, zeer ter snede
en met volle recht den Keizer toevoeren
z/dat is waar, maar óók dat het honderdmaal
wenschelijker is gehangen te worden, dan in
Uwer Majesteits gevangenissen te leven."
De functie van gevangenbewaarder werd in
die dagen ook in Engeland niet gesalarieerd
en zij, die deze betrekkingen verkregen,
moesten hun middel van bestaan vinden in
de inrichting. Wel verre dat dit baantje
daardoor in aanzien verloor, besteedde men
soms aanzienlijke sommen om het te verwer
ven. Zoo b. v. betaalde zekere Higgins de ka
pitale som van CO,000 voor een cipiers
plaats, onder beding dat zijn zoon hem
moest opvolgen. Higgins, op jaren gekomen,
vond zijn zoon ongenegen hem op te volgen
en verkocht zijn betrekking aan iemand,
die ter nauwernood aan de galg ontsnapt
was. De geschiedenis van 't gevangenis
wezen is overrijk aan gruwelen en misdaden,
door deze //bewaarders" en hun confraters
bedreven.
Aan deze mishandeling is een einde ge
komen, toen men ook in den gevangene een
mensch begon te zien en aan de maat
schappij de taak opdroeg de verstootenen
niet alleen te straffen, maar ook te ver
beteren. Aan de zedelijke verbetering van
een gevangene te arbeiden onder een stelsel
als boven, aangeduid, zou verloren werk zijn
daarmee moest de zorg voor 't lichamelijk
welzijn gepaard gaan.
Het een zoowel als het ander laat tegen
woordig weinig te wenschen over. De ge
vangenissen zijn uiterst doelmatig ingericht,
de zorg voor de bewoners is aan goede
handen toevertrouwd; godsdienstleeraars en
onderwijzers arbeiden aan 't zieleheil en de
verstandelijke vermogens der patiënten, men
zou kunnen zeggen deze hebben nu alles
wat ze redelijker wijze mogen verlangen.
Straks als ons nieuwe wetboek van straf
recht, dat nu reeds drie jaren oud is, zal
ingevoerd worden, kunnen ze beter dan
thans geschiedt op eigen kamers gehuisvest
worden en 't is te verwachten dat de lust
om weer achter slot te komen na eens ge
zeten te hebben, dan reeds wat minder zal
wordenvan de eenzaamheid schijnen de
verstokten onder de uitgestootenen minder
gediend te zijn.
Doch we leven thans nog onder de oude
bedeeling en wellicht schuiven de a.s. poli
tieke handelingen onzer vertegenwoordiging
de invoering nog een poos ter zijde en in-
tusschen loopen onze bekende en onbekende
gevangenisklanten een singeltje om en be
drijven met dubbel voorbedachten rade hun
schandelijk spel. Een humane behandeling
gunnen we zelfs de gevangenen, maar 't is
overdreven het deze heeren zoo //lekker"
te maken dat ze met leedgevoel na een
paar maanden de wereld weer ingaan. Voor
een groot deel van 't menschdom zijn helaas
Geen wonder, dat onder hunne pia-vota de eerste
was: »0, Heer, smelt ons dorp samen met de
machtige Rottestad
Één was er, die andere wenschen voeddedie man
was de llijsdorpsche burgervader. Hij was er diep
van overtuigd, dat te groote uitbreiding van grond
gebied tot verslapping voert en antwoordde altijd op
wenschen als de bovenbedoeldeMeneer, zie slechts
de Romeinenbun rijk was groot en krachtig, maar
't moest nog grooter worden. En wat was de uit
slag Neen meneer, mijne overtuiging is, dat Rijs-
dorps aanhechting aan de groote koopstad beider
ondergang zou zijn En die meening kan ik verdedigen.
Op den avond van den dag, waaarop ons verhaal
begint, zaten er rond de ovale tafel in de binnen
kamer van des burgemeesters huis een achttal heeren
geschaard. Voor het meerendeel waren ze hoe
kon 't ook anders in Rijsdorp? reeds op ge
vorderden leeftijd. Men zag er den gepensioneerden
kolonel naast zijn collega van lageren rang, verder
één der oud-voorzitters van een provinciaal gerechts
hof, den oud gouverneur-generaal, twee emeritus-pre
dikanten en hunnen niet-emeritiis-collegaaan het
boveneind der tafel was de burgemeester gezeten, een
bewegelijk heer met door de jaren verhoogd voor-
hoold, een gouden bril op het kleine neusje en een
blozend gelaat dat slechts harmonieerde met den
krijgshaftigen knevel, die met de grijzende bakke
baarden ineenliep. Hij was een man van ongeveer
zeSvigjarigen leeftijd, maar ondanks zijne zestig jaren
nog zoo viug en levendig als een jong mensch.
«Mijne heerenzoo begon het hoofd der ge
meente, in het besef zijner waardigheid, «mijne
heerenik open deze vergadering van ons comité
tot het verleenen van onderstand aan behoeftige jon
gelieden, die studeeren willen. Het doet mij genoegen
u te kunnen mededeelen, dat de werkzaamheden van
ons comité vruchtbaar zijn gebleken. De jonge Wei
hout toch, door ons comité in de gelegenheid gesteld,
om zijne studiën aan de Leidsche Hoogesehool voort
te zetten, zond mij heden een telegram, inhoudende
het bericht, dat hij heden is bevorderd tot arts, met
academisch proefschrift, getiteld Over de aanwezig
heid van trichinen inin
»In spek natuurlijk,vulde de luitenant-kolonel
aan.
De burgemeester wierp den onbeschaamde een
verpletterenden blik toe en vervolgde: «Inin
de eierenvan
«Wel vervloekt 1riep de overste.
«In de eieren vanvervolgde de burgemeester
«van
«Zie je wel!« viel dezelfde hem opnieuw in de
rede, «dat is onze dank, God betere 't. Je stelt de
jongelui in de gelegenheid om te studeeren, en
tot loon.... Waarachtig, de rekel wist wel dat ik
veel van eieren houdt, en nu noodzaakt hij mij
«Ik moet den overste onder 't oog brengen,
onderbrak hem het hoofd der gemeente, «dat zijne
handelwijze in strijd is met de parlementaire vormen.
Indien niemand van de heeren zich er tegen ver
klaart, zal ik voortgaan.
Eei. gemompel volgde.
«Verder is bij ons ingekomen een vleiend schrij
ven van den heer Raubert, directeur van de Academie
voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschap
pen te Rotterdam, omtrent het werk van den jongen
Taurel, oud-leerling van genoemde inrichting, die door
ons comité tot het bijwonen van die lessen was in
staat gesteld.
«Dat had ik wel verwacht: 'sjongelings rijke
begaafdheden...» begon de jongste der heide emeriti.
«De geachte spreker boude mij ten goede,» ver
volgde de onverstoorbare parlementaire burgemeester,
«dat ik mijn verslag voortzet.» Na een minzaam
hoofdknikje vervolgde hijDat schrijven was bege
leid van een brief van de hand des heeren Van der
Holm, die genoemden jongen man voor rekening
van ons comité heeft onderwezen in perspectief-
en stijlleer, benevens een missive van den heer Over-
boom, kunstschilder....»
De heeren spitsten op het hooren van dezen naam
de ooren.
bij wien Johan Taurel ia de leer is geweest
voor de studie van het naakt en de anatomie....
De overste bromde onder zijn knevel iets van
buitenissigheden en vervloekte dwaasheid de burge
meester zweeg een oogenblik en monsterde zijn vij-
an I met vlammende oogen.
Toen vervolgde hij«Beide heeren dringen er op
aan, dat wij de kroon op ons werk zullen zetten
door den jongen Taurel de noodige middelen te ver
schaffen, om eerst een jaar te Dusseldorf te studeeren
en daarna eene reis te maken over München naar
Italië.
Hier zweeg het hoofd der gemeente een oogen
blik, als om de uitwerking gade te slaan, die zijne
woorden op het auditorium hadden.
Toen legde hij het blad papier neer, dat hij ge
durende zijne toespraak in de hand had gehouden en
hernam: «Bij deze gelegenheid, mijne heeren, blijkt
weer allerduidelijkst, hoe goed 't gezien was van mijnen
vo irganger, toen hij bij testamentaire beschikking ons
aanstelde tot beheerders van zijn legaat. Lieden
van minder kennis,hier verhief zich de borst
des braven mans «en ontwikkeling» «Dat's
op mij,bromde de overste «dan wij, zouden
zich allicht deor den aandrang dezer beide heeren,
K-- :- *Su -
TV -*- -i --• V;-
l*:-v->^S. rt %,Sn
ii J to i%
fc® m
DOOR