Woensdag 1 October 1884. sdcn en Altcga, FEUILLETON. Een uitstekende Geldbelegging. No. 313. Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden. De Roman van een Kunstenaar. A eA VOOR DP blad versrl.ijüt eiken WOENSDAG Abonnementsprijs: per 3 maanden Ve"fiooging. 1, en ZATERDAG. Franco per post zonder prijs- Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Binnen)audsche A D V E R T E N TIE N waaine.ii de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden tlchts tweemaal in- rekening gebracht. Rij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den F gever op het adres te stellen. -ff Al klinkt net eenig vreemd in tijden van algemeene klachten over geldbelegging te spreken, toch is het niet geheel ongepast, ik volg slechts de regeering, die dezer dagen weder de gelegenheid tot een soliede geld belegging heeft opengesteld. De debitanten der /Stoö^-loterij zullen spoedig weder loten in de nieuwe loterij beschikbaar hebben om aan de liefhebbers met een klein winstje over te doen, het verkoopen zal spoedig weder beginnen, de prijzen worden getrok ken en voor weinige guldens krijgt men althans eenige honderden guldens terug. En dan klaagt men nog wel eens over de bezuinigingswoede van den tegenwoordigen tijd. Prijzen van 100,000, van ƒ50,000, van 25,000 worden den spelers zoo maar toegeworpen in een land waar de hazard spelen verboden zijnIs het wonder dat de briefjes vlug verkocht worden en hon derden, ja duizenden begeerig uitzien naar de trekkingslijsten, in de hoop achter hun nommer een klinkend cijfer te lezen? Hoe- velen maakt reeds de aankondiging van een nieuwe trekking niet gelukkig, en geen wonderDoor een groot aantal ingezetenen wordt op uitnoodiging der regeering een sommetje, laat ons zeggen ongeveer een millioen, bijgebracht. De helft der inbrengers krijgt geen cent van de inbrengst terug, zij geven het ten geschenke aan hun mede spelers die kunnen dit deelen maar zeer ongelijk, terwijl de eene een buitenkansje heeft van eenige duizenden guldens, krijgt de andere nauwelijks zijn inleg terug. Maar niet eens wordt alles zoo gedeeld. De regee ring behoudt een gedeelte voor de moeite en zorgen en velen, die zich met den ver koop belasten, hebben ook geen onaardige voordeelen, nog gezwegen van gevonden potjes en andere onregelmatigheden. Die inrichting is de Nederlandsche Staats loterij, op wier afschaffing reeds door velen van allerlei richting op politiek gebied is aangedrongen, tot nu te vergeefs. De regee ring kan de baten niet missen en waarom zou zij het doen als er nog altijd velen gevonden worden, die aan zulk een geld belegging boven iedere andere de voorkeur geven Wanneer door een particulier werd voor gesteld om hem geld toe te vertrouwen op conditie dat hij slechts verplicht zou zijn het vier vijfde terug te geven, hoe zou die aanbieding ontvangen worden Zou men hem niet uitlachen en de beurs gesloten houden? En toch, jaar op jaar doet de regeering met goed succes dezelfde aanbieding, het lokaas naar winst doet het gezond verstand zwijgen en de briefjes worden verkocht. Men behoeft over geen slechte tijden en schrale ont vangsten te klagen, als zulk een geldbe legging nog voorstanders heeft. De regee ring presenteert als koopvrouw haar briefjes, zij denkt om de winst, maar moesten de burgers haar niet teleurstellen en voor de aanbieding bedanken, zooals men andere j kooplui wegstuurt, van wier waren men niet gediend is? Van de regeering is vooreerst geen afschaffing te wachten, de winst komt te gemakkelijk binnen, zij zal eerst tot af schaffing adviseeren als de briefjes onver kocht blijven, de burgerij heeft dus het al of niet voortbestaan van een inrichting, die waarlijk geen sieraad voor Nederland is, in de hand. Die de loterij steunt is ook moreel mede plichtig aan de ellende, waarvan zij de oor zaak is. Hoevelen hebben aan diezelfde loterij hun ondergang te wijten. Door het voorge houden lokaas verblind, beginnen zij te spe len door een winstje verlokt wordt de inleg steeds hooger, men speelt voort, doch de verwachte winsten blijven uitsteeds hooger wordt de inleg, steeds grooter het verlies, en eindelijk is armoede het lot van den eens goed gezeten man Maar zelfs wanneer het lot gunstig is, en de gelukkige speler zich plotseling verheugen mag in het bezit van eene aanzienlijke som gelds, zelfs dan is achteruitgang niet zelden het gevolg van den eensklaps ver kregen rijkdom, dien de winner niet weet te gebruiken. ,/Op zoo verkregen geld rust geen zegen/' hoort men wel eens uit den mond des volks, en die uitspraak wordt niet zelden door de feiten bevestigd. Hazardspelen als te verleidelijk voor de zwakken van geest zijn verboden, maar is de loterij, goedgekeurd door de regeering, van haar uitgaande, dus geen hazardspel van de gevaarlijkste soort! Of de steenen of de kaarten of het rad over winst of verlies be slist, het zal alles vrij wel hetzelfde zijn Mogen de Nederlanders aan die inconse quentie der regeering spoedig een einde maken door de briefjes eenvoudig te weigeren. Door de regeering toch is gezorgd voor een betere wijze van geldbelegging. Naast de loterij heeft zij de postspaarbank. Daar krijgt men geen prijzen van duizenden, daar wordt niet gespeculeerd op de zucht van velen om in korten tijd rijk te zijn, daar heeft men gelegenheid om zijn spaarpennin gen in bewaring te geven, overtuigd dat men ze ten allen tijde met eenige rente terug ontvangen kan. Mocht de regeering kunnen besluiten aan de concurrentie een einde te maken, die haar oudere stichting de jongere aandoetmocht zij kunnen besluiten de winsten der loterij van haar ontvangsten te schrappen in het vertrouwen dat dit verlies eenigszins zou vergoed worden door de meer dere winsten, die haar de spaarbank door meerderen inleg zou geven, zij zou aan velen een weldaad bewijzen Maar de zucht om te spelen, om het geluk te beproevenmoet door de regeering niets gedaan worden om die te bevredigen Is het niet beter, dat de loterij aan die be hoefte tracht te gemoet te komen dan dat daaraan op andere wijze voldoening wqrdt gegeven. Het is de vraag nog of dit nu juist een behoefte is, maar al ware dit zelfs het geval, dan is de regeering verplicht die verkeerde neigingen zooveel mogelijk tegen te gaan. Er wordt waarlijk buiten de loterij, genoeg gezorgd dat aan die zucht voldaan kan wor den; men moet evenwel die gelegenheden opzoeken, terwijl de loterijbriefjes onge- C. L. VAN BALEN Jr. 4) Een paar dagen later stapte een welgekleed heer te Rijsdorp uit den sL mitram en sloeg den breeden dorpsweg in. Hij was een breedgeschouderd man van gezette gestaltemen kon het hem heei goed aanzien, dat hij de vijftig reeds achter den rug had, want zijn baard was als doorzaaid met grijze haren, hoewel zijn hoofdhaar nog slechts hier en daar een enkel witje vertoonde. Zijn gelaat was met zware rimpels doorploegd en men zag het hem aan, dat de wandel stok in zijn hand hem meer tot sieraad dan tot steun diende. Bij de villa gekomen, die door den kolonel be- woond werd, stapte hij op het hek toe en belde - Man. 6ew v Eenige oogenblikken later zat hij tegenover den ^e^donel, en waren de beide heeren druk in gesprek. ^u«Ja 't is jammer, mijnheer Overboom, maar de enstanders van uw voorstel hadden in ons comité ueerderheid; wij hebben gedaan wat we konden, ^rA'de uitslag is u bekend. VvEN' 1, 'tis weergaasch jammer,mompelde de schilder, de jonger moet hier van daan. Hij heeft IA SU maar als hij hier blijft, gaat hij onder in AfeA o? beuzelarijen. Zijn laatste werk droeg er 'kenmerk van.# »Wat?« vroeg de kolonel, »en wij vonden het juist zoo onovertroffen schoon. «Mijn waarde heer,« antwoordde Overboom, «er is heel wat voor noodig, om een juist oordeel uit te spreken over eene schilderij of een beeldhouw werk, geloof me, daarvan hebt gijlieden geen verstand. «Dat heb ik meer gedacht,sprak de kolonel, 't is mij meer dan eens gebeurd, dat mijn oordeel over eenig kunstwerk lijnrecht in strijd was met dat Yan kundige critici.# «Gijlieden, heer kolonel,merkte de schilder op, «gijlieden oordeelt naar indrukken, wij denken bij het beoordeelen van een kunstprodukt, wij rede neeren, passen, meten, onderzoeken alles, maken de proef op de som, en dan eerst spreken we onze meening uit; maar a propos, wees zoo goed mij eens te vertellen, wie in de vergadering de voor- en wie de tegenstanders waren. Toen de kolonel hem had ingelicht, zeide Over boom: »'tls jammer, dood jammer; had ik geld, de jongen moest en zou naar Rome, ondanks dien burgemeester en zijne heide angstvallige zielverzorgers. Duid me niet ten kwade,vervolgde hij opstaande, dat ik het kort maak, ik moet nog andere visites afleggen. De kolonel stond op en geleidde hem naar de deur. «Mijnheer Overboom!# sprak hij bij het af scheid Hemen, »u sprak daar van geld; als dat hier 't éé*e noodige was, dan zoa 't misschien spoedig ge- vonden zijn de overste is niet onbemiddeld en I onze dorainé- is zelfs rijkmaar dat is 't eenige nietde jongen zou zelf niet willen, zoolang het geheele comité niet eenparig zijne toestemming gafhij is over- I dreven dankbaar en....« «Wat dankbaar?# riep de kunstenaar, «zal hij j nog dankbaar zijn als hij éénmaal tot de ontdekking komt, dat dit com}; wijn talent heeft vertikt?# i De kolonel deed, alsof hij het bittere iR deze woorden niet had opgemerkt en antwoordde nadenkend 'tZal niet gaan, vrees ik, hem er toe te bewegen; hij zal zelf niet willen. «Dat zullen we dan beproeven!# sprak de schilder afscheid nemende. De overste had den dominé opgezocht, en deze mannen wier karakter zoo hemelsbreed verschilde, waren in een druk gesprek gewikkeld, toen de heer Overboom, kunstschilder, aangediend werd. De overste, die volgens zijne eigen uitdrukking juist Yan plan was zijn biezen te pakken,kon een kreet van ver rassing niet onderdrukken. «Ziedaar, dat is juist de man, dien we noodig hebben!# riep hij, «die zal ons raad geven.# Een oogenblik later trad Overboom binnen en weldra waren de drie heeren in een druk gesprek. »'k Had er tien muntjes voor over gehad, als ik den aftocht niet had moeten blazen voor dien majoor met zijne dunne beenen,# riep de overste. «Ja, waarde heer overste,# sprak Overboom, «dat is 't juist wat wij noodig hebben, muntjes en nog eens muntjes, en zeer veel muntjes; als we die niet hebben, komt de jonge man nooit waar hij wezen moet. «En mijne overtuiging is,« merkte de predikant op, «dat Tuurel naar Italië moet. Hier versuft hijhij heeft ontegenzeggelijk veel talent, maar blijft hij hier, dan is 't mis; want levert hij van tijd tot tijd nog eens iets, dan verheft het gansch comité zijn werk tot in 't bespottelijkeen ik vrees dat dit den jongen beeldhouwer 't meeste kwaad doet.# Juisthernam de schilder, «en daarom moet hij weg, is 't niet met toestemming van het comité, dan ondanks die, maar naar Italië moet hij.«Dan,# vervolgde hij tot den overste, «dan zal uw burger vader fameus op zijn neus kijken, en de beide eme riti niet minder. «Prachtig!# juichte de overste, en vertrouwelijk dichter naast Overboom schikkende, vervolgde hij «Hoeveel zou er wel noodig zijn, om den jongen zijn zin te geven De schilder ving een knipoogje van den predikant op. «Naar eene matige berekening ongeveer tweeduizend gulden,# antwoordde de kunstenaar. 't Is veel,« bromde de overste, «maar eendracht maakt macht!# Hij staarde eenige oogenblikken na denkend voor zich; toen wierp hij op eens den grijzen kop in den nek, sloeg met zijn vuist op de tafel en schreeuwde: »A la bonne heure, ik teeken voor m ij n part «Bravoriep Overboom, «dat is dus laat zien....# »Zes-honderd-zes:en-zestig gulden,voltooide de dominé, «en ik voeg er evenveel bij. «En de kolonel zal de rest geven, voor den duivel!# juichte de brave overste. [«Bravissimo!# applaudiseerde de schilder en drukte hun beurtelings met warmte de hand. «Nu zijn we waar we wezen moeten; als nu de jongen zelf maar wil Papperlepap,riep de overste, «hij moet!# «Ja, hij moet!# herhaalde Overboom. «Nu zorgt u er voor, om er met den kolonel over te spreken, niet waar heer overste?# «Zonder mankee.ren,« antwoordde deze, «maar wees daarover niet ongerust, 't is zoo goed of we 't al hebben. 00 «MP WRTarvn --.WKJltt? ■ry::nr' Trvyfti .■ui— luimUt.UUIIU J «awwiliwWO DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 1