No. 322 Zaterdag 1 November 188 ei n eiai FEUILLETON. UitgeverL. J. VEERMAN Heusden. L De Roman van een Kunstenaar. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsrui Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezo stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Binnenlandsche ADVERTE NTIEN waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Rij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. 11 Bij Gebr. Binger is dezer dagen een boek in het licht gezonden, getiteld //John Buil en zijn eiland". Engeland speelt te genwoordig zulk een groote rol op het wereldtooneel en heeft die reeds zoo lang gespeeld dat een vertrouwbaar boek, dat ons het land en volk meer intiem doet kennen, zeker niet ten onpas komt. Verreweg de meeste menschen zijn niet in de gelegen heid zelf die kennis te gaan opdoen, daar om moet men erkentelijk wezen wanneer een schrijver ons de gelegenheid schenkt een blik te slaan in het huiselijk en maatschap pelijk leven. De schrijver, die zich Max O1 Heil noemt, heeft ons naar waarheid om trent de Engelschen ingelicht. De lezers van het boek, dat 2.25 kost, zullen zich eenige genoeglijke uren verschaffen, want geestig en amusant is deze karakterschets in hooge mate en persoonlijke ervaringen van geloofwaardige menschen bevestigen de juistheid. Hoewel de Engelschen niet gespaard wor den en op menige plaats eene veer moe ten laten, maakte het in het Eransch ge schreven boek zooveel opgang dat het on- middelijk in het Engelsch werd vertaald. En eenmaal vertaald, vonden de Engelschen zelf het zoo geestig en onderhoudend dat men niet eens een vreemdeling de eer wilde toekennen het geschreven te hebben en het gerucht ontstond en wie langzamer hand dat, hoewel in het Fransch geschreven, toch een Engelschman de auteur was. Dat is echter niet het geval. Vooreerst schrijft geen vreemdeling, dan met hooge uitzon dering zóó in het Fransch, en ten tweede zal het nationaliteitsgevoel eiken Engelsch man beletten zijn eigene landgenooten zoo over den hekel te halen of hen op som mige punten belachelijk te maken. Wel hebben velen hunner een open oog voor de verkeerdheden in administratie en voor de fouten der Regeering, maar het huisgezin zoo van alle zijden te bezien, daarvoor is de Engelschman te trotsch op zijn home en het zal niet in hem opkomen er den draak mede te steken. Zoo schrijft O'Bell//Een zoon schrijft aan zijne ouders //Ik ben getrouwd." //Dat doet ons genoegen," antwoorden de ouders, wij zullen blij zijn je vrouw te leeren ken nen." Eigenlijk zullen zij schrijven je bruid, want de jonggetrouwde vrouw wordt het eerste jaar van haar huwelijk nog bruid genoemd. Maar bovenal is men praktisch in Schot land wat het familieleven aangaat. Zij, die niet in Schotland zijn geweest, weten niet wat het is echt praktisch te zijn, zij heb ben er geen flauw begrip van. Een Schot van mijne kennis, het is Cf Bell, die spreekt, een Schot van mijne kennis, brengt ge woonlijk jaarlijks een maand door bij zijne familie, in de omstreken van Edinburg. Zijn vader is predikant bij de Presbyteri- aansche kerk en verkeert in een zeer goede positie. Op den dag van zijn vertrek vindt mijn vriend de nota naast zijn bord liggen van alle verteringen door hem gedurende zijn verblijf in het ouderlijke huis gemaakt. De zoon, evengoed een Schot als zijn vader, ontknoopt zijne beurs niet alvorens hij nauwkeurig heeft nagerekend of er geen vergissingen in de rekening voorkomen. z/Maar vader, ik zie dat gij voor mijn ontbijt van gisteren eieren en spek opschrijft, maar ik verzeker u dat ik de eieren niet aangeraakt heb." z/Gij hebt ongelijk mijn zoon," antwoordt de vader, „ev was niets dat u belette ze te eten." Nog van een ander merkwaardig Schotsch vader spreekt de schrijver. Ik ken er een, zoo zegt hij, die aan ieder zijner kinderen bij hunne meerderjarigheid de nota overgeeft van hetgeen hij gekost heeft van zijn ge boorte af aan. De kinderen teekenden de nota en deden hun best het geld terug te geven. Hier zijn het de Schotten die het ont gelden moeten, op andere bladzijden echter de Engelschen zelf. Bijv.de Engelsche vrouwen zijn bekend door hare frissche ge laatskleur, haar fermen gang en de lengte hare voeten, die bovenal doen denken aan de maat van 12 duimen, welke aan deze haar naam ontleent. Het is onmogelijk een misstap te doenop zoo'n breeden grond slag kan men zijn evenwicht niet verliezen. Die over Engeland spreekt of schrijft, kan natuurlijk niet zwijgen over de Zondagsvie ring en kerkdienst. Max O'Bell laat zich ook over dit punt hooren, maar van alle theologische bespiegelingen houdt hij zich vrij. Hem schijnt het kerkgezang zoo ge hinderd te hebben, dat het hem doet schrij ven uBowland Hüll wenschte dat men zich zou toeleggen op goeden zang in de kerken hij zag niet in waarom alleen Satan het recht zou hebben goede muziek te hooren. Zooveel is zeker, dat onze lieve Heer geen goede muziek hoort in de Engel sche kerken, misschien zijn de cathedralen daarvan uitgezonderd." En dan gaat hij voort. De wijze waarop de geloovigen nederknielen is nog al op merkelijk. Het gebedenboek is evenwel nauwkeurig, er worden zelfs overtollige w den in gebruikt, dat eene verkeerde uil ging geheel onmogelijk maakt. Het z Hier moeten de getrouwen neder knielen hunne knieën. Maar zij knielen niette op geheel iets anderszij gaan zitten hunne voeten op eene vrij hooge plan! voetenbank gezet te hebben, plaatsen hunne ellebogen op de knieën, buigen v over en bergen hun gezicht in hunne ham Op zekeren afstand zou men denken zij knielden, maar het is volstrekt niet w zij spelen geen eerlijk spel, zij zitten d op hun gemak!" De dienst begint met eene zondenbeli nis. De geheele gemeente leest hardop tegelijk dit algemeene gewetensonderzc eene confessie is des te gemakkelijker, wijl i er niet bij behoeft te zeggen wat men gedaan heeft,men treedt volstrekt nie bijzonderheden het is dezelfde belijd voor den zwartsten zondaar als voor onschuldigste kind. Wij hebben dingen gea die wij niet behoorden te doen en wij hei dingen nagelaten die toij hadden behoore verrichten. Het valt natuurlijk niet moe zulk eene bekentenis te doen. John 1 heeft zich afgemaakt, zoowel in zijn Gi dienst als in andere levensomstandighet van alles wat hinderlijk en den gang kunnen belemmeren van tal van kieine groote zaken, die hem aangenaam zijn voordeel kunnen aanbrengen. Hier denkt men dat de aap uit den mc komt. Een Engelschman zou zoo iets n van zijne landgenooten schrijven. Het gel vrij wel op een beschuldiging van huichel en het zou te erg zijn een geheel volk beschuldigen van veinzerij, al zijn er huichelaars onder. Op het stuk van G( en kerkdienst zijn de Engelschen over geheel genomen te goeder trouw. Maa C. L. VAN BALEN Jr. 43) Daar klonken schreden in den gangde kun stenaar schrikte op uit zijne mijmering, luisterde en verbleekte. «Mijn God prevelde hij, die stem Ben ik krankzinnig, of....?« De deur werd op eens met een ruk geopend. Hermine juichte de jonge man, terwijl de tranen liem uit de oogen sprongen. «Johan jubelde Ilermine, «mijn goede, beste Johan Zij lagen in elkanders armen en kusten elkaar de eerste zaligheid van eene ideale liefde doortrilde hen beiden. Anna, die Ilermine had binnengelaten, was met stomme verbazing getuige van dit tooneel, tot ze ein delijk begreep dat ze hier te veel was en in den gang verdween. «Mijn beste jongen,fluisterde Hermine, en ze knielde naast den jongen man neèr, dien ze met zacht geweld wéér had doen plaats nemen. «Mijn engel!* antwoordde Johan, en hij streelde haar met de hand over de zijden lokken en blikte haar met stralende oogen in de donkere kijkers. In het voorkomen van den jongen kunstenaar had plotseling eene verrassende omkeering plaats gehad als door een tooverslag was de uitdrukking van som bere droefheid van zijn gelaat geweken, zijne oogen schitterden en straalden, zijne gestalte had de oude veérkracht herkregen hij was niet meer de moede- looze dweeper van voorheen krachtig klopten zijne polsen, en het hart dreigde hem uit de borst te springen van verrukking. Hij schudde zijne bruine haren, als wilde hij alle sombere gedachten voor goed van zich afwerpen toen drukte hij het meisje vast aan zijne horst, kuste haar op de bruine lokken en fluisterde: «Mijn lieve engel, nu ben ik gelukkig.* Zij bemerkte de verandering zeer goed, die er in hem had plaats gehad. «Wat heb je me toch een verdriet gedaan,* flui sterde zij hem lachend toe. «Ik?* vroeg Johan, haar kussend. «Ja zeker, stouterd antwoordde zij. «Vertel me dan eens, op welke manier?* «Ja, 't is waar ook, daar weet je niets van, arme, beste jongenJe werd voorbij gebracht door den dokter en den dominé, en toen Zij sloeg hare armen om zijn huis en verborg haar kopje aan zijne borst. «Toen kon ik het niet meer uithouden,* fluisterde zij, «toen gevoelde ik op eens, hoe lief ik je had, en ik wist wel dat je mij ook liefhadt. «En ik heb nog al zoo mijn best gedaan, om je er niets van te laten merken.* «Ja, maar ik zag het toch wel.* Johan sloot haar in zijne armeneen ongekend gevoel doorstroomde hem onder den ademtocht der liefde voelde hij zijn slapend genie ontwaken, de kunstenaar werd weêr in hem wakker. «Nu gevoel ik wéér de kracht in mij om iets tot stand te brengen, en dat heb ik jou te danken, mijn 1 beste.* «Zoo, mijn lief kunstenaartje,* lispelde zij, met de hand zijn voorhoofd streelend. *En nu moeten die leelijke rimpels verdwijnen, hoor, je moet weer vroolijk en gelukkig zijn.* «Dat ben ik, mijne lieve,* antwoordde de jonge man, en zijne stralende oogen bevestigden die woorden. «En vertel me nu eens, wat er met je gebeurd is in dien akelige» nacht. Zij naderde zijn gelaat met het hare, en zoo, oog in oog met het meisje, dat hij aanbad, vertelde Johan haar het voorgevallene. «En hoe denk je er nu over?« vroeg zij, toen Johan zweeg. «Ik ga,* antwoordde deze, «en ik zal werken en werken tot mijn naain gevestigd is. Zij blikte hem zwijgend aan en fluisterde: «Ja, mijn beste, een groot man moet je worden, dan zal pa zijne toestemming niet weigeren. «En dan wordt je mijn lief, best vrouwtje,vol tooide hij. Z!?o zaten ze langen tijd, hand in hand, oog in oog, de harten samensmeltend en zich vermeiend in de toekomst; duizend idealen vorn den ze zich, duizend stoute plannen, alles onder ile.n adem van het wel doende gevoel, dat die beide harten voor het eerst beroerde. Toen Hermine eindelijk opstond, vroeg zij «En wanneer ga je nu, Johan?* «Zoo spoedig mogelijk, ik zal er eens met den dominé over spreken, en zoodra alles in orde is, ver trek ik. Een week later heerschip er een ongewone drukte aan liet houten gebouwtje, d it prijkte met den weidsch klinkenden naam «Sioymirauiwegsiation*; handdrukken werden gewisseld, afspraken gemaakt, over te keeren gesproken, en toen eindelijk het gevaarte stoomend en zuchtend in beweging zette, zwaa drie heeren met de hoeden den vertrekkende na. Toen de stoomtram achter een kromming van weg was verdwenen, keerde het drietal huiswa; Johan reed de verschillende huizen van het i voorbij, en blikte vroolijk naar buiten. Onder de achterverauda van het huis des i ministers stonden twee personen, een man en i vrouw. Eme blanke hand hield tusschen het gi een wapperenden zakdoek omhoog. J ahan wu terug. «Wie wuift daar met dien doek, uit den tran vroeg de minister. «Dat kan Lucie van den notaris wel zijn, j antwoordde Hermine gevat. «Is die vandaag vertrokken «Ja, zij gaat heden in betrekking.* Johan Taarel spoedde zich, te Rotterdam aai komen, naar het beursstation. Hij was een ai mensch geworden zijne oogen tintelden van levi lust, hij droeg het hoofd hoog en stapte vroolijk vc Juist had hij plaats genomen in den waggon, t een bejaard heer voor het portier verscheen, 2 bagage naar binnen schoof en vroolijk uitriep «Ziezoo, mijn jongen, wij reizen samen! ik ga naar Rome «Mijnheer Overboom!« riep Johan verwonderd, hem toegestoken hand schuddende. «Ja jongen, in eigen persoon. Eindelijk ben j< dan toch uit, hé En nu naar Rome «Nu naar Rome!* herhaalde Johan. Wordt vervolge DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 1