Zaterdag 15 November 1884 FEUILLETON. RAÏÏDA* Uitgever: L. J. VEERMAN neusden. M EP j 1agfi VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 8 maanden f 1.Franco per post verhooging. zonder J. Een geneesheer kan zijn patiënt bijwijlen in een moeilijke positie brengen. ,/Een goed glas wijn niet, te vergetenzegt hij, reeds op den drempel staande, tot besluit van zijn raadgevingen om een herstellende op te knappen en gaat dan heen, aan u overlatende een goed glas wijn of beter gezegd een glas goeden wijn op te duikelen. Ongeveer in dezelfde positie bevindt zich de stedeling, die het bevel krijgt zijn kind zuivere koe melk toe te dienen. Zuivere koemelk toch verkoopt iedere melkslijter, de eene verdunt ze wat meer dan de ander, doch als ge na vraag doet, zult gij hem gereed vinden de onvervalschtheid zijner waar met kracht en klem te kunnen verdedigen, zoodat ge in uwe hulpeloosheid den man gelijk moet ge ven en zijn water en melk voor goede munt aanneemtt Met wijn staat de zaak nog slimmer. On versneden wijn is reeds zoolang een gebrui kelijke uitdrukking, dat het versnijden, d. w. z- het verlengen en verdunnen, gewis eeji zeer onde kwaal zijn moet. Maar erger dan verdunnen, hetgeen in sommige gevallen, wanneer 't althans met zuiver water geschied is, niet dan voor de beurs schadelijk kan heeten, erger is het dat een niet gering deel van den wijn, die gedronken wordt, nimmer met druiven in aanraking geweest is. Het groot verbruik van wijn en daarbij gerekend de hoogst ongunstige oogsten der laatste jaren, veroorzaakt door de befaamde druif- Ad vertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. L VJ- LI luis, doen reeds vermoeden dat niet alles wat voor wijn wordt verkocht wezenlijk edel druivennat is. Het bestaan van wijnfabrieken in Frankrijk, Duitschland en elders stelt dat buiten twijfel. Uit de uitgeperste druiven weet men door bijvoeging van suiker een tweede nat te verkrijgen dat de kleur heeft van het eerste, doch alle overige eigenschap pen daarvan ten eenenmale mist. Kunst matige toevoeging van alcohol, wijnzuur, gom enz. kan dat vocht voor leeken op zuiveren wijn doen gelijken, 't is nochtans slechts namaaksel, waarin het hoofdbestand deel, juist dat 't welk de geneesheer be doelt, als hij wijn ter versterking voorschrijft, door afwezigheid schittert. Dat bestanddeel is staal, 't welk in goeden wijn in den gemakkelijkst verteerbaren vorm voorkomt en op geenerlei wijze aan kunst wijn zoo innig kan toegevoegd worden. Natuurlijk zou 't onvoorzichtig en zeer lichtvaardig wezen den wijnhandel in 't al gemeen aansprakelijk te stellen voor de ve lerlei minder aangename praktijken, die de wijn ondergaat; de handelaars zijn in de meeste gevallen even goed dupe als de ver bruikers. Zij ook gaan op 't uiterlijk voor komen en den smaak af en verkoopen op rekommandatie. Er bestaan wel huismiddel tjes van onderzoek, doch 't eene ware mid del, scheikundige ontleding, staat niet ieder ten dienste. Om 't vertrouwen in 't edele druivensap te herstellen, maar vooral ook om na 't herwonnen vertrouwen goede zaken te maken, zijn in den jongsten tijd in de voornaamste plaatsen van Europa wijnhuizen ingericht, alwaar echte, onversneden wijn van 't vat getapt wordt. Deze inrichtingen dragen den naam Bodega, zoo genoemd naar Spaansche herbergen, uitsluitend tot gebruik van wijn ingericht. In ons land was tot voor korten tijd de gelegenheid wijn per glas te bekomen, zeer zeldzaam. Behalve port en madera, werd de wijn niet dan per flesch verkrijgbaar gesteld. Ofschoon nu ons land niet rijk is aan wijnliefhebbers de mindere man is zelfs afkeerig van dit vocht en drinkt liever bier of jenever, misschien wel omdat hij, in de noodzakelijkheid komende wijn aan te schaffen voor 't weinige dat hij besteden kan, zich met totaal ondrinkbaar vocht ver genoegen moet toch mag 't vooruitgang heeten dat men thans hier en daar ook wijn per glas verkrijgbaar gesteld heeft. In een Bodega wordt behalve cognac, uitsluitend wijn geschonken. Zoo'n inrichting ziet er zeer uitheemsch uit en voor zoover we hebben kunnen nagaan, zijn ze nog ver van populair en behoeven onze bierpaleizen de nieuwe concurrentie niet te duchten. Men zit er op eenvoudige stoelen aan tonnetjes, wier bodem tot tafel dient. Langs de wanden liggen de wijnvaten naast en op elkander, elk voorzien van een sierlijke kraan en een reusachtig etiquet, waarop de naam van 't vocht, benevens den prijs per flesch en per glas genoteerd staat. Goedkoop is 't er niet, de prijzen van den wijn zijn zelfs veel duurder dan in den gewonen wijnhandel. Men heeft daarvoor de zekerheid dat bij 't aftappen althans niet geknoeid wordt, want 't zij men in 't groot of in 't klein haalt, het vocht wordt in tegenwoordigheid des koopers in flesch of glas getapt en wanneer men nu de Bodega-compagnie gelooven mag, ontvangt men aan hare inrichtingen uit sluitend hetgeen men vraagt, zonder ver- valsching of verdunning. Daar deskundigen, geneesheeren b.v., hun herstellende patiënten naar een Bodega verwijzen, mag men ver onderstellen dat het vertrouwen van het publiek op deze inrichtingen niet misplaatst is. Toch is 't hoogst twijfelachtig of de Bodega's hier wortel zullen schieten, tenzij als winkels. De meesten, die er heengaan, drinken er cognac, een drank, welks verbruik in de laatste jaren enorm toegenomen is. Sinds de geneeskundigen, doch met uitzonderingen, de cognac in bescherming genomen hebben en dien voorschrijven aan zwakken, zelfs aan zeer kleine kinderen, meent iedereen een goed ding te doen met dezen drank tot zijn hoofdversnapering te kiezen. Ofschoon we niet kunnen gelooven dat men daarmee zijn gezondheid een grooten dienst bewijst en zelfs gaarne zagen dat onze doctoren wat minder met cognac ophadden, toch is 't beter, wanneer men dan per se cognac drinken zal, die te nemen waar men zeker is zuiver vocht te krijgen, dan daar waar incn om der concurrentie wil een kleinen prijs vraagt voor on tuig, dat alleen den naam met cognac gemeen heeft. Er wordt met onze dranken ontzettend gemorst. De dronkenschap is vooral daarom zoo algemeen, omdat wat voor cognac, Novelette uit den cholera-tijd in Egypte, DOOR C. L. v. BALEN Jr. 1) Akelig doodsch en stil was het in de straten van Alexandriëde doodsengel trok door de stad, drong de woningen der rijken zoowel als die der armen binnen en eischte zonder aanziens des persoons offers en nog eens offers. Ontelbaar waren de doodkisten, die van den morgen tot den avond de lijken der gegoeden grafwaarts brachten; doch treuriger aanblik nog bood de ter aardebestelling der armen. Gansche rijen van magere kameelen torsten de naakte lichamen, die afwissel den van de lichtste olijftint tot het donkerste zwart. Uit de huizen klonken de eentonige treurliederen, vermengd met de gillende klaagtonen van de bloed verwanten der afgestorvenen. De cholera had hare loodzware hand op alles en allen gelegd alle levens lust en opgewektheid was bij hare schrikwekkende nadering geweken-somber en zwijgend ging-en zoowel de Moslemin als de Europeanen huns weegs. In de huizen der vreemdelingen riekte het naar carbolzuur en chloorvelen van hen hielden voort durend een sponsje, met het eerste gedrenkt, onder den neus, om de besmetting te weren; de Arabieren prevelden voor hunne woningen de gebeden der ge loovigen, vertrouwende op de macht van hun ge bed en op de beschermende kracht van de aloë planten, die terzijde van hunne deuren waren opge hangen. «Hoe gaat het met het kind vroeg ik mijn buurman, een Arabischon koopman, toen ik in den morgen naar buiten trad. De Arabier trok de schouders op en antwoordde Allah is groot, en wij begrijpen hein niet; het kind zal sterven. Dij sprak deze woorden uit op een toon, alsof hij over een zeer alledaagsch onderwerp sprak. «Waarom roept gij niet de hulp van den Duit- schen geneesheer in?« vroeg ik. «Wat Allah wil geschiedt, de vrouwen bidden, antwoordde hij. Ik ergerde mij over de onverschilligheid van den dweepzieken Muzelman en trad de woning binnen, waar zijn dochtertje op een rustbed lag uitgestrekt. Een lirietal vrouwen zat om de legerstede gehurkt en verschoof onder zangerig gegons de kralen zijner rozenkransen. »Hoe gaat het?« vroeg ik de kleine zieke, terwijl ik haar handje vatte. Het kind knikte mij vriendelijk toe en antwoordde: Zal spoedig beter zijn om te spelen met u.« Toen bleef zij stil liggen en hield hare vriendelijke bruine oogen op de mijne gevestigd. Wat was zij dikwijls in mijne woning geweest, de kleine brunettewat had ze dikwijls vroolijk gedarteld op mijne knieën, als de sombere vader er niet was om haar terug te halen Ik gaf de kleine Uauda de versnaperingen die ik voor haar had meegebracht, en vertrok de vrouwen ontsluierden zich weer, zoodra ik mij ver wijderde; de vader stond aan de deur en keek met blijkbaar welgevallen naar een knaap van ongeveer zestien jaren, die op eenigen afstand met een ander stond te praten. «De kleine is niet erger; zij zal niet sterven,» sprak ik. De oude vertrok geen spier van zijn gelaathij scheen niet veel belang te stellen in het lot van zijn kind. »Uw zoon Abdullah wordt groot en sterk,her nam ik, op den knaap wijzende, die werkelijk voor zijn leeftijd flink uit de kluiten was geschoten. Er lichtte eene flikkering in de oogen van den vader. »Ja,« antwoordde hij, Abdallah zal sterk worden, en een groot koopman. Hij wenkte den jongen, die zijn vriend in den steek liet en ons met onderdanig gebaar naderde. Hij had een slanke, regelmatige figuur; zijne oogen had den echter een kwijnende uitdrukking, en zoodra ik een blik op zijn gelaat sloeg, voer mij de gedachte door de ziel: «Hij zal de ziekte krijgen, de cholera heeft hem reeds besmet. De vader ondervroeg hem, om te pralen met de antwoorden van zijn zoon, liet hem talrijke koran spreuken opdreunen en wendde zich toen tot mij met de vraag: «Is hij niet slim en wijs voor zijn jaren Ik antwoordde niet, doch gaf den vader een wenk den knaap te verwijderen. Youssouf begreep mij en zond den jongen weg. «Ge hebt uwen zoon lief, niet waar?« vroeg ik. Hij scheen niet te begrijpen wat ik wilde en blikte mij vragend aan. Ik vervolgde «Zoo ge den jongen niet verliezen wilt, zend dan om een Duitschen dokterde knaap heeft, de ziekte onder de leden.» Als er een steen was gevallen uit de blauwe lucht boven hem, had de Arabier niet meer ontsteld kunnen zijn dan nu. Zijn bruin gelaat werd asch- grauw, de bliksemende oogen rolden woest heen en weèr. «Wie zegt dat?» schreeuwde hij, en legde de beenderige hand op mijn schouder. >Wie zegt dat Abdallah de ziekte zal krijgen?» «Ik zie het,» antwoordde ik; «hij draagt reeds de teekens «Gij liegt!» bulderde hij en balde de vuisten, «gij liegt!» «Laat den dokter halen,» gaf ik kalm ten ant woord; «hij zal liet bevestigen.» «Wat kan uw geneesheer, die een ongeloovige is? Hoe kan hij doen, wat de profeet alleen aan de geloovigen geleerd heeft?» «Ik heb u gewaarschuwd, mijne handen zijn rein. «Nu dan,« mompelde hij, terwijl ik de droppelen zweet op zijn gelaat zag parelen, «nu dan, ik zal een dokter halen, maar geen Duitscher; den Hakhim van de moskee zal ik laten roepenhij is een wijs en heilig man.» Ik trok de schouders op en trad zwijgend mijne woning binnen. Openlijken twijfel te uiten aan de bekwaamheid van zijn «Hakhim», zou mij wellicht een twist met mijn recht geloovigen buurman op den hals gehaald hebben. Werkelijk vertoonden zich den volgenden dag de onfeilbare teekens van de alvernielende cholera. Yos- souf wrong zich de handen en week niet van het bed voor de kleine Rauda had hij nog minder oog dan ooitwat ging hem het meisje aan, nu zijn zoon, de veelbelovende Abdallah, met de kwade geesten kampte? Wrtrzlf f"»" aU I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 1