No. 352. Woensdag 18 Februari, 1885. I FEUILLETON ci zoMt-r ingc llandc UitgeverL. J. VEERMAN Heusden. 35! êtólp. §£3 iBËËra i* VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1 verhooging. en ZATERD A G. Franco per post zonder prijs- Het is den mensch altijd eigen geweest te streven naar hetgeen boven zijn bereik ligt- Vele schijnbare onmogelijkheden heeft hij overwonnen, en elke van die overwon nen onmogelijkheden geeft hem den moed zich aan nieuwe proeven te wagen. Som mige moeilijkheden verdwijnen voor de ijze ren volharding, andere zijn niet te boven te komen. Hij vliegt als een stormwind over de spoorbaan,zijn stoombooten maken de zeeën al smaller en smaller, hij spreekt met vrienden op duizenden mijlen afstands, het zonlicht is zijn teekenaar geworden en toovert de beelden op het doek, men zou zeggen dat hij nergens voor staat. Wat het dier kan, kan de mensch ook. Als de visch duikt hij in het water; het wilde dier bekampt en overwint hij in diens eigen domein, het bosch en de wildernis als een vogel ver heft hij zich in een luchtballon tot boven de wolken, maar daar eindigt ook zijn kunst; het luchtruim is hem te machtig gebleken, hij kan er wel in opstijgen, maar hij kan daarin niet zijn weg vooruit bepalen. Wel wordt telkens en telkens alweer rondgeba zuind dat eindelijk het luchtschip is ontdekt dat zich laat besturen, maar even als aan het perpetuum moiile, schijnt er altijd nog eene kleinigheid aan de machine te ontbre ken. Zoo heeft de mensch reeds eeuwen geprobeerd om te vliegen; op de meest kunstige wijze werden de vleugelen der groote vogels nagemaakt; de praktijk ver loochende steeds de theorie en altijd was het weer mis. Men heeft het niet verder in de vliegkunst kunnen brengen dan zich van eene hoogte door middel van een vlieg toestel af te laten, en dan op een afstand den grond te bereiken op de manier als een gekortwiekte kraai, die wel zijn val vertra gen maar zich niet in de lucht verheffen kan. Van één man weten wij dat hij door middel van een vliegtoestel uit zijne gevan genis kwam, maar helaas voor hem, hij was te zwaar met levensmiddelen beladen en de vreemde vogel, waarvoor des nachts de schildwacht vol schrik op de vlucht ging, lag des morgens met gebroken been aan den voet van zijne gevangenis- liet was de oud dragonder Drouetdie in Oostenrijk ge vangen zat op den Spitsberg, de gewezen postmeester, die Lodevvijk XVI op diens vlucht herkende. Alle pogingen om te vliegen liepen op teleurstelling uit. De hoofdoorzaak schijnt te zijn, dat do borstspieren bij den mensch niet krachtig genoeg zijn, zooals dat bij de vogelen wel het geval is. Bij de laatste bedraagt het gewicht van de borstspieren, die de vleugels in beweging brengen, een aanmerkelijk percent van hun totaal gewicht. Dan komt er nog bij dat wij maar zeer moeilijk kunnen ademhalen op groote hoogte waar de lucht zooveel dunner is. De lam mergier en de condor, de vogels, die al mee het hoogste vliegen, ademen even ge makkelijk bij een barometerstand van 7G duim als bij een van 32 a 33. De eerste stand van den barometer vinden wij onge veer aan de oppervlakte van de aarde, de andere op eene hoogte van 15000 a 20000 voet. Die verandering van luchtdruk be hoeven zij niet trapsgewijs te ondergaan, neen, in een oogwenk storten zij zich van de hoogste in de laagste luchtlagen. De storm-vogel en de fregat-vogel hebben even eens eene verbazende vliegkraeht. De fregat vogel is soms 500 uur ver in zee gezien en men weet toch van hem dat hij eiken avond naar zijn nest aan het strand terug keert. Die dieren moeten dus eene verba zende spierkracht bezitten, heel wat grooter, Naar Besant-Rice. 9) Het was duidelijk dat de daemon, aan wien ik mij zelf verronseld had, niet het geringste medelijden met mij zou hebben. Hij zou eten en drinken, zoo veel hem beliefde, onbekommerd over de gevolgen, die het voor mij zou hebben. En ik, was ik niet machteloos tegenover hem Slechts één troost had ikmijn eetlust zou misschien voor hem niet toe reikend zijn en mijn' pijniger dus op de gevoeligste plaats getroffen worden. Ik legde mij te slapen om zijn etensuur te laten voorbijgaan, maar het gevoel van overlading bleef uitzijne zwelgerij van den vorigen dag had hem eene voorproef van zijne straf op den hals gehaald. I)en volgenden dag slenterde ik tegen vijf uur des namiddags door Bucklerbury, mijn lievelingsterrein, omdat ik hoopte daar den ouden man nog eens daags aan te treffen. Ik meende vrij zeker te kunnen zijn hem om dien tijd te zullen ontmoeten, daar hij te één uur zijn tweede ontbijt gebruikte, en zijn nach telijke drinkgelagen niet. voor zeven uur begonnen. Juist wilde ik eene zijstraat inslaan, toen iemand mij tegen mijn' elleboog stiet. Het was de neger. Massa Lucraft,» zeide hij, gij met mij komen. Massa zeer verheugd zijn, te zien u.« Hoewel ik er een oogenblik van te voren nog levendig over gedacht had, hoe ik den neger bij de keel zou grijpen, als ik hem ontmoette, hoe ik hem dwingen zou mij te zeggen, wie en wat hij was, nu hij voor mij stond, kon ik geen woord uit brengen. «Komen met mij, Massa Lucraft,herhaalde hij, «hierheen. U kent weg heel goed. Ho, ho Mooi zoo Mooi zoo Hij bleef staan voor de bewuste deur, die ik nooit had kunnen vinden, opende haar met een kleinen sleutel, en bracht mij in de achthoekige kamer. Er was niemand in, maar de tafel stond gedekt. «Massa dadelijk komen. Wachten Massa Lucraft. Met deze woorden verdween de neger op de een of andere manier. Gelijk vroeger, kon ik ook nu geen deur vinden en evenals toen overviel mij eene duizeling, die echter ditmaal spoedig week. Ik wandelde door het vertrek rond, bekeek de zware meubels, de schilderijen, die allemaal vruchten of wildbraad voorsteldén, en het zilverwerk. Alles getuigde van rijkdom en naar ik meende, van veel smaak. Ik moest bijna twee uren wacbten, maar daar gaf ik niet om, daar ieder oogenblik mij naar mijne overtuiging, nader moest brengen tot het uur van mijne bevrijding. Ik behoefde Mr. Grumbelar, hoe vreemd, nu ik weer in deze kamer was, herinnerde ik mij ook zijn naam weer, de zaak slechts goed uit elkaar te zetten, een beroep te doen op zijne eer, zijne grootmoedigheid en zijn medelijden, en ik zou mijne vrijheid herkrijgen. Zoo dacht ik. Toen het zeven uur sloeg, stond hij plotseling voor mij, en Boulc-de-neige met een soepterrine in de hand bij 'de tafel. «Jij hierzei Mr. Grumbelar, mij verachtelijk aanziende. Toen zette hij zich aan tafel en ont Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. niet alleen betrekkelijkerwijze, dan de mensch. Kunnen wij al de vlucht van de vogels niet nadoen, toch heeft de vindingrijke mensch al sedert eeuwen gebruik gemaakt van de wetenschap, dat vele soorten van vogels ge regeld naar hunne nesten of hunne plaatsen van herkomst terugvliegen. Voorzoovermen weet, is er geene vogelsoort die dat regel matiger doet dan de duif. De soort van dui ven, die men postduiven noemt, worden er, zooals algemeen bekend is, bepaaldelijk voor afgericht. Zij zijn niet zoo snel als de bo vengenoemde fregatvogel, maar bij goed we der leggen zij toch 65 a 70 kilometers per uur af, dat is DO/s uur gaans. Er zijn voor beelden van duiven die den dubbelen af stand in denzelfden tijd afleggen, maar dat zijn uitzonderingen. Zij gaan dus sneller dan onze gewone sneltreinen en zij hebben nog dit voordeel, dat zij de rechte lijn kunnen volgen. Evenwel bij gunstigen toestand van de lucht alleen kunnen zij die snelheid ont wikkelen. Bij ongunstige invloeden, nevel, tegenwind, sneeuwstorm, slagregen, groote hitte enz. vermindert haar snelheid tot op het achtste gedeelte. Als zij meer dan 750 kilo meters van de plaats harer bestemming ver wijderd zijn, dan kan men niet op eene ze kere overkomst rekenen. In 1872 had er een duivenwedstrijd plaats van Rome naar Luik slechts een klein gedeelte van de mededingen de duiven kwam te Luik aan. Op 14 Juli 1877 had de politie eene spoedvereischende dé pêche over te brengen van Dover naar Lon den een postduif bracht haar in twintig mi nuten minder tijd over dan de sneltrein, die toch met eene snelheid van zestig kilometer per uur zich voortbewoog. Sedert de belegering van Parijs, waarbij de postduiven zeer veel dienst hebben go- daan, heeft men zich op de africhting van deze diertjes meer en meer toegelegd. De blokkade van Parijs zou volmaakt zijn geweest zonder de duiven. Uit Parijs hadden de verzendingen per ballon plaats, waardoor niet minder dan 91 personen, 365 duiven en twee en half millioen brieven werden ver zonden. Voor de gemeenschap van de buiten wereld met Parijs had men niets anders dan de duivenpost. Met behulp van ballons werden de duiven naar Tours, Orleans, Blois en Poitiers over gebracht. Alle dépêches die voor Parijs waren, gingen eerst naar deze steden. De rnikros- kopische photographic bewees groote dien sten. Door haar werden massa's berichten op eene verbazend kleine ruimte overge bracht, zij moesten natuurlijk naderhand door de photographie vergroot en dan ont cijferd worden. Het officiëele dagblad van Tours kwam geheel op een ruimte van twee derden van een vierkanten centimeter; tien duizend dépêches namen niet meer plaats in dan de vlakke hand. Een duivenbrief was anderhal ven centimeter lang en vijf kwart centimeter breed. Deze briefjes werden op gerold in een penneschacht en vervolgens aan de middelste staartveder vast gemaakt. Bij aankomst werden de dépêches onmiddel lijk aan het centraal postkantoor bezorgd oin aldaar door middel der photographie te wor den vergrootvervolgens werden zij bezorgd.' Iedere duif bracht gewoonlijk 70,000 woorden over. Wij moeten er bijvoegen dat van de 365 duiven er slechts 57 in haar hok te Parijs terugkwamen. Dit betrekkelijk ongunstig resultaat heeft het gevolg gehad dat men zich meer op de aankweeking en africhting der postduiven is gaan toeleggen, wedstrijden heeft uitgeschreven enz. Van hetgeen de duif en met name de postduif vroeger voor de menschen geweest is, hopen wij in een volgond opstel het een en ander mede te declen. vouwde zijn servet. Soep, Boule-de-neigc «Massa honger? Jonge duivel daar al erg b lei k is. «Kom hier, laat ik je eens bekijken. Ik gehoorzaamde. Strek je hand eens uit. Ze beeft. Laat mij je oogen eens zien. Ze zijn geel. Weet je wel dat het mij voorkomt, alsof je eetlust reeds afneemt En het is pas de vierde dag. Dat is mijne schuld niet,« antwoordde ik. «Onzin. Zwijg, ik duld je brutaliteit niet. Ik zeg je, dat je niet genoeg loopt en gelast je, twaalf mijlen per dag te wandelen, na een zwaren nacht zelfs twintig, als ik het verkies. Verstaan «Daarvan staat niets in ons kontrakt,« antwoordde ik morrend. «Het staat wel in het kontrakt. Je moet alle middelen aanwenden om je eetlust te behouden. En welke middelen heb je daartoe al gebruikt Hij stiet met zijn lepel op de tafel en keek mij zoo woest aan, dat ik het niet waagde te ant woorden «Massa, soep koud wordt,zei Boule-de-neige. Hij slorpte de soep op en keek mij telkens met woedende blikken aan. «Wat jij en je kontrakt! Heb ik ooit zooveel ondankbaarheid beleefd! Kijk me nu dien slungel eens aan. Boule-de-neigeIk heb hem uitgehongerd van de straat opgeraapt, maak veel kosten aan hem, geef hem een goed inkomen, zorg dat hij zich niet over geeft aan brasserij of zwelgerij, en nu Nooit gezien zoo'n duivel, zoolang ik leef,zeide Boule-de-neige. «nooit gehoord zoo iets. «Dat zult ge ook nooit, evenmin als ik. Maar nu let wel, wat ik zeg, waarde heer. Je wandelt eiken dag tien, twaalf of twintig mijlen, al naar het maal dat ik genuttigd heb. En neem je in achtwant het loopt op je eigen ongeluk uit, als je het niet doet. Vergeet niet, dat ik drinken kan als ik niet kan eten.« Zijne bloedroode oogen vertoonden bij deze woor den een' duivelschen glansik sidderde. Mijn moed had mij volkomen begeven, ik waagde het niet eens zijn medelijden in te roepen. Missehien ook hield een onbewust instinkt van het nuttelooze eener der gelijke poging mij terug. «Je zult nu toezien, hoeveel uw armzalige eetlust mij vergunt te eten.» «Ik ben vier avonden achter elkander dronke.i ge weest, bracht ik in het midden. «Wat! Waarom word-je zoo gauw dronken! Je bent een ellendige zwakhoofd. Hoeveel heb ik gisteren avond gedronken, Boule-de-neige «Groote flesch Champagne, groote flesch Portwiju, acht glazen Whisky-grog.» «Dat was alles. Je voorgangers konden het dubbele verdragen. «Vrage excuus, Massa. Laatste jonge heer arme stumper voorlaatste machtig sterken kop kop als een stier nooit dronken.» «Ach, «Boule-de-neige wij hebben hem verwaar loosd, op een dollen avond verspeeld. Jammer, jammer! Ik heb het toen al gezegd, dat met Noyau-punch niet valt te spotten.» «Ho, ho!» grinnikte de duivelsche neger, terwijl hij zijn gezicht zoodanig vertrok dat hij er als een doodshoofd uitzag. «Ho, ho! Hij zoo dronken, dat uit raam viel en hals brak. Ho, ho! Mooi zoo, mooi zoo!» Men kan begrijpen, hoe aangenaam het voor mij was, dit gesprek aan te hooren. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1885 | | pagina 1