No. 357. Zaterdag 7 1885. e poll FEUILLETON. iuc VOOR Uitgever: L. J. YFFTWAN Hetisden. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E R D A G. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post verhooging. zonder pnjs- Advertentiën 10 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. II. Monsieur de Paris verstond liet voor treffelijk hen, die verbrand zouden worden, door een vallend stuk hout te dooden en een tot de galg veroordeelde, vooraf te worgen dit laatste paste hij steeds toe op vrouwelijke veroordeelden, dewijl het galante Parijsche publiek verschooning voor het vrouwelijk geslacht eischte en het indecent vond een vrouw heftige bewegingen te zien maken. Een der vrecselijkstc straffen was het rad braken. De beul moest met elf korte slagen den veroordeelde alle leden breken, waarna hij hem, met het aangezicht naar boven, op het rad legde en zoo lang liet liggen tot hij stierf. De kroniek verbaalt van een tot het rad veroordeelde te Rouaan, die zeven en zeventig uren in dezen toestand liggen bleef en van honger stierf. Een ander hield het twee en twintig uren uithet was in den winter en zijn biechtvader, die den veroordeelde tot diens einde bijstaan moest, kon de koude niet langer verdragen. Uit achting voor den geestelijken stand werd toen besloten den stervende te dooden. Het rad was een tijdlang het meest gebruikelijke werktuig. Du Patin verhaalt van zes lakeien, die op eenen avond in de straat St. Antoine geraderd werden en een kroniek van Caen vermeldt dat in één maand in 't begin der vorige eeuw zeven veroordeelden door het rad stierven. Het zou zeker interessant zijn om na te gaan voor welke misdaden alle deze, in onze oogen ongehoord zware straffen, be stemd waren. Daarmee echter houdt zich het werk Monsieur de Paris niet op het geeft slechts kortelijk aan hoe de beul zich te gedragen heeft om zijn ambt naar de eischen der kunst uit te oefenen, waartoe o. a. een zeer nauwkeurige kennis der ont leedkunde gevorderd werd. Hij moest bij het aanwenden der pijnigende straffen de kracht der zenuwen en spieren taxeeren met het oog op den ouderdom, het geslacht en den wasdom der patiënten, want het kwam voor hem vooral daarop aan nauw keurig te weten hoever hij gaan kon. De beklaagde toch mocht niet gedood worden noch ook voor langen duur buiten kennis geraken, omdat het er op aankwam een bekentenis te erlangen. Een onder de pijni ging gedoode of tot verder verhoor onbe kwaam gemaakte beschuldigde liet een teere plek in het vonnis open en wanneer de beul zich aan zoodanige misgreep schuldig maakte, noemde men hem ,/indiscreeL' wanneer hem dat nogmaals overkwam, werd hij tot een minderen rang verlaagd en zijn hulp slechts gevraagd bij gemakkelijk te volvoeren executies, die iedere beginner doen kon. Overigens hadden Mo?isieur de Paris en zijn vakgenooten het in de hand een tot het rad veroordeelde genadig te zijn door dezen met een welgemikten slag opeens te dooden. De justitie bekommerde zich om derge lijke praktijken niet, wanneer eenmaal de gevonnisde aan den beul was overgeleverd en het publiek was tevreden, wanneer de laatste slechts met vaardigheid arbeidde. Men beschouwde zijn werk als een schouw spel gelijk zooveel andere, men maakte met anderen afspraak als voor een partij en het gold voor bijzonder galant, wanneer men een dame, die men het hof maakte, naar de interessante werkplaats van Monsieur de Paris geleidde. Het publiek nam somwijlen werkdadig aandeel in de zaak en stond, waar 't noodig was, den beul bij. Zoo was b. v. toen Ravaillac, de moordenaar van Koning Hendrik IV, gevierendeeld werd, een der paarden van Monsieur de Paris neergestort en een gedienstige uit het publiek steeg terstond van 't zijne en gaf het den grooten man ten gebruike. Dat dier was daar echter minder mee ingenomen en trok niet gelijk met de andere viervoeters aan, waarop do omstanders de paarden af- en zichzelf voor den wagen spanden, zoodat het mogelijk werd de vierendeeling des beruchten monniks op het bestemde uur te kunnen doen geschieden. Monsieur de Paris had in alle opzichten een zeer voorname betrekking. Hij marcheerde bij alle processies voorop hij hief van alle waren, door de boeren ter markt gebracht, tienden, doordat hij uit eiken zak graan, onverschillig aan wien die behoorde, met een grooten lepel een deel nemen mocht, wat men droit de havaye noemde. Wanneor soms de Koning 't plan had de plaats der terechtzitting voorbij te komen, was des beuls taak den ter dood veroordeelden schoon linnen aan te trekken. Zoo werd Monsieur de Paris de koning der beulen, de sterkste arm der aardsche gerechtigheid een helsche grootheid. Uitgesloten van de menschelijke samenleving en evenwel met een wonderbaren nimbus omgeven en met eerbewijzen en voordeelen overladen, welke hem een vorstelijke plaats deden innemen. Ook oefende hij en zijne vak genooten een soort van geheime, wonderdadige geneeskunde uit, want men schreef het bloed en 't stoffelijk overschot der veroordeelden, machtige, geheimnisvolle kracht tot genezing toe en wanneer de arts niet helpen kon, klopte men, hoewel bevend, aan de woning van Monsieur de Paris om een zijner on feilbare middelen. Afgezien van den schrik, dien hij om zich verbreidde, had echter de Fransche beul dier dagen niet de plaats eens verachten hij was niet oneerlijk, gelijk de beul in Duitschlandhij ging door voor een goed christen en staatsburger, gelijk hij dan ook, zooals we reeds opmerkten, bij alle processies een eereplaats innam. Bij zondere decreten uit het jaar 1781, in welk jaar het vooroordeel van andere landen jegens het beulenambt, naar Frankrijk over woei, stellen nadrukkelijk de volkomen eer lijkheid en de achtenswaardige plaats in Naar Besant-Rice. 44) Rij bracht mij in eene kamer, waar een deftige oude heer aan eene tafel zat. Mr. Lucraft?» informeerde hij. »Ik wachtte u reeds. De neger van uwen nu zaligen beschermer was van morgen hier en zeide dat gij komen zoudt. Ik keek vreemd op, maar antwoordde niet. Ik heb u eene testamentaire beschikking van onzen overleden vriend, Mr. Ebeneser Grumbelar mede te deelen. Ze is voor veertien dagen geschreven en be helst de opdracht, u ingeval van zijn overlijden, dat hij om de een of andere reden zeker reeds verwachtte, eene som geld uit te betalen.» Ebeneser Grumbelar.» Ja, dat was de naam, die mij ontschoten was. Ik zag hem zwijgend aan en de procureur ver volgde Mijn arme vriend gaf mij eigenhandig het geld met de opmerking, dat het een ongelukkig eind met u nemen zou, als gij uwe slechte gewoonte niet af- legdet. In zijn testament staat van dit laatste niets vernield. Hier is de wissel.» Ik nam hein zwijgend aan. »Nu, mijnheer» en met die woorden zag hij mij tamelijk verwonderd aan, hebt gij geen enkel woord van waardeering voor deze grootmoe digheid »Geen enkel,» antwoordde ik. »Ik weet niet,zeide hij, terwijl ik de kwitantie onderteekende »om welke reden Mr. Grumbelar u protegeerde, of welke aanspraken gij hadt op zijne onder steuning. Maar mij dunkt, een woord van erken telijkheid zou in uw mond niet ongepast zijn.» Ik stak den wissel in mijn' zak. »Mr. Grumbelar was een menschenvriend, niet waar mijnheer vroeg ik toen. Ja, als menschenvriend, als weldoener der armen staat, naar wij allen weten, zijn naam bovenaan.» Bevatte de beschikking van Mr. Grumbelar ook misschien nog de eene of andere clausule of is er geen beperkende bepaling aan dit geschenk ver bonden Geen enkele, het is een vrije gift. Maar wacht, hier is toch een naschrift, dat ik u had moeten voor lezen. Misschien kunt gij de bedoeling er van be grijpen. Mr. Grumbelar zegt daarin, dat het in uw eigen belang is, het stilzwijgen te bewaren over de •diensten die gij hem hebt betoond.» Ik knikte. De datum van den wissel kwam overeen met dien van den dag, dat dc oude de eerste maal aan de keel ontsteking ziek was geworden. Waarschijnlijk was hij bang, dat ik zijne schandelijke praktijken aan het licht zou biengen. Voorts, Mi Lucraft, moet ik u nog m.-dedeelen, zon der in eenig opzicht het vertrouwen dat tusschen u en den ontslapene heeft beslaan te schenden, dat een vriend van Mr. Grumbelar voornemens is, eene levens beschrijving van den uitstekenden man te boek te stellen jtot voorbeeld voor de jeugd. Iedere inlichting die gij geven kunt om tot dat doel te geraken, zal dankbaar aanvaard worden.Vooral, Mr. Lucraft, iedere niededeeling omtrent de ondersteuning van jonge lieden door den ede len menschenvriend, jongelieden, die hem echter allen bedrogen hadden en, met uitzondering van u, allen aan de gevolgen van dronkenschap overleden.» Ik boog mij en vertrok. Ik was dus weder vrijHeerlijke gedachte Wat zou ik nu het eerst doen Ja, dat was hetik zou mijne overspannen zenuwen de gelegenheid geven zich weer te herstellen. Mijne gezonde natuur had geen onherstelbare schade geleden, want eigenlijk toch was al de sterke drank, dien mijn pijnigcr gebruikt had, niet door mijn keel gegaan. Ook had mijne maag de scheeps lading van spijzen, die hij verorberd had, inderdaad niet ontvangen. Het kontrakt had mij op eene raadselachtige wijze de straffen op den hals gehaald voor de uitspat tingen van den ander, nicer niet. Nadat ik eene maand matig en ingetogen geleefd had, was ik weer bijna geheel hersteldmijn gelaat was niet zoo opgeblazen als vroeger, mijne handen beefden niet meer; mijn oude levens lust en vroolijkheid waren teruggekeerd ik was mij zelf weer. Toen zocht ik den verstoorden Kerrans weer op. Het zou nutteloos geweest zijn, hem mijne lotgevallen te verhalenhij zou mij toch niet geloofd hebben. Ik zeide hem dus eenvoudig, dat ik op dien bewusten avond plotseling onwel geworden was, herinnerde hem er aan met hoeveel vuur ik gespeeld had, en wees hem er op, dat ik in de pauze met hem had zitten praten, en dus niets had kunnen drinken. Het was mij plotseling op het lijf gevallen, zonder dat ik er vooraf iets van gevoeld had. Zooals bekend is, kan men zich aan brandewijn in twee minuten bedrinken dat had Mr. Grumbelar met mij gedaan. Doch dit zeide ik Kerrans niet. De toornige direkteur liet zich niet spoedig vermurwen. Hij had mij verzocht dien avond met Julie te spelen in de hoop, het meisje daardoor wat op te vroolijken. En nu moest d a t gebeuren en het arme kind was er nog slim mer aan toe dan voor dien tijd. Maar eindelijk liet hij zich toch verbidden, schonk mij vergiffenis en veroorloofde mij weer de toegang totv zijn huis. r Ditmaal sloeg ik mijne armen om Julie's hals, smeekte haar om vergeving en bad haar, mij weer hare liefde te schenken. Ik was niet langer koel, dacht niet meer aan het verledene, maar leefde als een echt menschenkind in het heden. Bevend en met een blosje op de wangen r ikte zij mij hare hand wij waren hereenigd. Dit alles gebeurde voor meer dan vijftig jaren. Slechts twee oorkonden bestaan er nog, die er ge tuigenis van kunnen afleggende gedenksteen ter herinnering van Ebeneser Grumbelar in de Radegun- daskerk in de city, en het kleine geel geworden uitknipsel uit den «Morning Chronicle,» dat ik altijd in mijn zakboekje bij mij draag. Julie heeft de geheele geschiedenis nooit willen ge- looven, en ik gaf het eindelijk op, haar van de waarheid te overtuigen. Zij rust nu reeds lang op het Nordwoodkerkhof, maar wij hebben toch onze gouden bruiloft nog ge vierd voor zij heenging, en kinderen zoowel als klein kinderen zegenen haar aandenken. Slot.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1885 | | pagina 1